Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 2 van 98

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] Want weet U, er heeft een grote verandering in mij plaats gevonden! Goede Meester, ik houd meer van U dan van alles waar ik ooit van hield en deze liefde zegt me op een bepaalde manier: Dat U Zelf Diegene bent waarvoor U mij daarnet naar Johannes in Enon verwezen hebt!? Dat gevoel kan misschien ook wel niet juist zijn; maar wat het dan ook zijn mag, ik houd met geheel mijn hart van U, omdat ik in U een groot Meester van de echte goddelijke wijsheid herken. Als Uw daden, die beslist niemand voor U nog ooit gedaan heeft, mij al met diepe verwondering vervuld hebben, dan heeft Uw grote wijsheid mij in mijn hart nog meer voor U ingenomen, goede Meester! Ik houd van U! Zeg mij toch, heeft mijn hart gelijk?!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (Over de reiniging ontstond toen een woordenstrijd tussen de leerlingen van Johannes en de Joden. Joh. 3:25) Er ontstond weldra een strijdvraag over de reiniging door Johannes en Mijn doop; want de leerlingen van Johannes begrepen niet, dat ook Ik met water doopte, omdat hij verklaard had dat Ik niet met water , maar met de heilige geest zou dopen. Veel Joden, die nu reeds leerlingen van Mij waren, beweerden dat Mijn doop de echte doop was; want hoewel Ik net als Johannes met water doopte, was toch Mijn doop de enig echte, omdat Ik niet alleen met het water der natuur, maar ook gelijktijdig met het water van de geest van God doopte en de gedoopten duidelijk zichtbare macht gaf om Gods kinderen te heten!
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] ('Wie de bruid heeft, die is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom staat en luistert naar hem en verblijdt zich zeer over de stem van de bruidegom.Deze blijdschap van mij is nu vervuld.' (Joh. 3:29) Hij, die de bruid heeft, is de echte bruidegom; de vriend van de bruidegom staat echter naast hem en luistert en verheugt zich zeer over de stem van de bruidegom! En zie deze vreugde is mij nu te beurt gevallen! Als de Heer Zelf komt, dan is de taak van de aankondiger afgelopen! Want de aankondiger heeft niets anders te doen dan de aankomst des Heren aan te kondigen; als de Heer er is, dan heeft dc aankondiger geen nut meer!'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Uit zulke overdreven verhalen ontstonden later een groot aantal valse evangeliën en daardoor werd het echte evangelie verminkt.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Jezus antwoordde en zei tot haar: ' Als je de gave van God kende en Wie Hij is die tot je zegt: Geef Mij te drinken, dan zou je Hem smeken en Hij zou je levend water te drinken geven'. Joh. 4: 10) Ik zeg: 'Omdat je niets beseft, daarom praat je zo; maar als je een beetje inzicht had en je zou de gave van God herkennen en Degene, die tegen je spreekt en gezegd heeft: 'Vrouw, geef Mij te drinken!', dan zou je voor Hem neervallen en Hem smeken om het echte water, en Hij zou je levend water te drinken geven! Ik zeg je, wie gelooft wat Ik tegen hem zeg, uit diens lichaam zullen stromen van hetzelfde levende water stromen, zoals dat geschreven staat in Jesaja 44 vers 3 en in Joël 3 vers I.'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Tevens is het je aangeboden levenswater, ook de enig echte kennis van God en van het eeuwige leven uit God; het welt zo uit God, het leven van alle leven, in de mens op als het eeuwige leven. Daar wordt het een nooit opdrogende bron van eeuwig blijvend leven, dat weer in het leven van God terugstroomt; en het is een totaal vrij leven, dat gelijk is aan dat van God. Kijk, dat water bied Ik je aan; hoe kun je Mij zo helemaal verkeerd begrijpen?!'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] ('Maar de tijd komt, en is er nu al, waarin de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid; want de Vader wil Zelf dat de mensen Hem zo zullen aanbidden.' Joh. 4:23) Ik zeg: 'Je hebt Mij nog steeds niet begrepen. Kijk, God de eeuwige Vader is noch een berg, noch een tempel, noch de ark en hoort net zo min thuis op de berg, in de tempel of in de ark! Daarom zeg Ik je: De tijd komt en is nu al zichtbaar, waarin de echte aanbidders God de Vader in geest en waarheid aanbidden zullen; want de Vader wil Zelf van nu af aan, dat de mensen Hem zo zullen aanbidden!'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Wie op deze wijze, met zo'n hart, God liefheeft, is een echte aanbidder van God de Vader, en de Vader zal zijn gebed steeds verhoren en God zal er niet op letten of de plaats, die Hem totaal niet interesseert, een berg of Jeruzalem is, want de aarde is overal op dezelfde wijze van God. Hij let alleen maar op het hart van ieder mens! Ik denk, dat je Mij nu wel begrepen hebt.'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (De maaier ontvangt het loon en verzamelt de vrucht voor het eeuwige leven, opdat een gemeenschappelijke vreugde zal ten deel zal vallen aan degene die zaait en degene die maait! Joh.4:36) En zie, dit oogsten is het ware werk en dit werk is het echte voedsel, dat wij allen volop te eten zullen krijgen. Wie op dit veld een goede maaier is, die verzamelt de ware vrucht voor het eeuwige leven, opdat aan het einde van de oogst, zowel degene, die gezaaid heeft, als hij, die gemaaid heeft, daaraan tesamen vreugde zullen hebben.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Nu schrikt de vrouwen zegt: 'Wee mij, wee aan het hele volk! Wat zal er dan van ons terechtkomen?! Hebben we dan net als de Joden verschrikkelijk gezondigd?! Maar waarom zond Jehova ons dit keer dan geen profeet om ons te vermanen? U bent nu weliswaar als echte profeet tot ons gekomen, maar wat hebben we eraan als u tegen mij zegt: Men zal God in de toekomst noch op de berg, noch te Jeruzalem aanbidden? Als ik afga op uw opeens heel bedenkelijk ernstig geworden gezicht, betekent dat dan zoveel als: God zal Zijn oude volk helemaal alleen laten en bij een ander volk gaan wonen? Op welke plaats ter wereld zal dat zijn? Zeg het mij toch, opdat ik daarheen ga en daar als een ware boetelinge God de Vader aanbidde, opdat Hij mij ongelukkige helpe, en niet mijn volk geheel verlate!'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Jezus zegt tot hen: 'Mijn voedsel is, dat Ik de wil doe van Hem, die Mij heeft gezonden, en Zijn werk volbreng.' Joh. 4:34) Ik zeg tegen hen: 'O maak toch niet zulke dwaze veronderstellingen over wat Ik wel of niet gegeten heb! Je hebt toch meermalen gezien. dat Ik Mij bij jullie nooit iets extra 's heb laten geven. Ik heb het tegen jullie niet over lichamelijk voedsel, maar over veel hoger en waardiger geestelijk voedsel, en dat bestaat daaruit, dat Ik de wil van Diegene doe. Die Mij gezonden heeft, en dat Ik Zijn grote werk afmaak! Degene, Die Mij daarvoor gezonden heeft is de Vader, waarvan jullie zeggen, dat Hij je God is, hoewel je Hem nog nooit herkend hebt. Ik ken Hem echter en daarom doe Ik, wat Hij gezegd heeft en dat is Mijn echte voedsel. dat jullie niet kennen. Ik zeg het je: Niet alleen het brood, maar iedere goede daad of ieder goed werk, is ook voedsel, wel niet voor het lichaam, maar des te meer voor de geest!.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Moet de zon op de sabbat niet net eender op en ondergaan als op een werkdag? Als echter de Heer van de zon ook de sabbat zou vieren, zou je dan tevreden zijn met een stikdonkere sabbat? Zie eens hoe dom jullie nog zijn! Tracht het te begrijpen en doe daarom wat Ik nu doe en wat je broeders doen, dan zullen jullie een voor Mij welgevallige, echte levende sabbatsviering hebben!
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Dan zegt de vrouw, terwijl ze op Mij wijst, met tranen van liefde en oprechte dank in haar ogen: 'Hier zit Hij nog! Hij alleen is nu mijn hoogste eer, een eer, die mij niet door jullie en ook niet door de hele wereld gegeven is en die mij dus net zo min afgenomen kan worden! Want Hijzelf heeft hem mij gegeven en van Hem heb ik hem gekregen! Ik weet wel, dat er niets in mijn hele wezen de moeite waard is om van Hem, de Heer der heerlijkheid eerbetoon te krijgen; maar Hij gaf het en ik nam het voor jullie en vertelde jullie van Hem, omdat je voordien niets van Hem wist. Zie, dat is het wat ik hier heb en wat je mij niet gegeven hebt, en omdat ik het nu eenmaal heb, kunnen jullie het mij niet meer afnemen, en het is een ereteken van de juiste soort en het houdt zijn waarde tot in eeuwigheid. Jullie ereteken is echter maar tijdelijk en dan nog alleen maar voor Sichar, en dat kan men missen als men het eeuwige heeft. Ik hoop dat je nu begrijpt hoe en wanneer ik mijn grootste deel van de echte eer genomen heb.'
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] En jij, Mijn beste Joram, zult van nu af aan een echte dokter zijn! Als je iemand de handen op zult leggen in Mijn naam, dan zal het met diegene meteen beter gaan, hoe ziek hij ook zijn mag. Tevens moeten jullie samen een echt en onverbrekelijk huwelijk aangaan, want anders zou jullie samenwonen een ergernis zijn voor de blinden, die alleen op het uiterlijke letten en geen weet hebben van het innerlijke.
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Vroeg in de morgen, terwijl de zon nog nauwelijks een halve handbreedte boven de horizon stond, kwamen al veel priesters, die in Sichar woonachtig waren vanwege de nabijheid van de heilige berg Gerazim, voor het huis van Irhaël en maakten meteen veel kabaal en schreeuwden: 'Hosianna boven hosianna en gezegend is Hij, die daar kwam in de naam van de heerlijkheid Gods! Wacht, zon, en sta stil, o maan, tot de Heer aller heerlijkheid met Zijn geweldige rechterarm al Zijn vijanden, die ook onze vijanden zijn, verslaat en vernietigt! Maar bescherm de Romeinen, o Heer, want die zijn onze vrienden, omdat ze ons beschermen tegen de Joden, die nu niet meer kinderen van God, maar kinderen van Beëlzebub zijn, aan welke vader ze offeren in de tempel, die Salomo voor U, o Heer, heeft gebouwd. U heeft er goed aan gedaan, o Heer, dat U naar Uw echte kinderen gekomen bent, die Uw beloften geloofden en U tot op dit uur verlangend verwachtten. U komt weliswaar van de Joden er staat dan ook geschreven dat het heil van de Joden komt -maar we hebben gehoord, dat U in Jeruzalem en in de tempel was, en dat U daar de Joden met gesels sloeg en hun stoelen omgooide! O Heer, daarmee heeft U zeer veel goeds gedaan en alle hemelen zullen U daarvoor loven met psalmen, harpen en bazuinen! We hebben altijd al gezegd, dat als U komt, U niet voorbij zult gaan aan de heilige plaats, waarop Daniël, Uw profeet, de verschrikking en de verwoesting van Jeruzalem verkondigde! En op deze plaats zult U, o Heer, het heil aan Uw volkeren verkondigen! Geprezen zij Uw naam, hosianna aan U in de hoge en heil aan alle kinderen, die van goeden wille zijn!'
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...