Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 2 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[8] Heer, waarom heeft U ten tijde van Abraham de tien steden met Sodom en Gomorra zo zwaar bestraft, -terwijl hun inwoners, behalve voor wat betreft hun verkeerde vleselijke lusten, toch blijkbaar engelen waren vergeleken bij deze booswichten, waarvan er nu in het hele Jodenland meer zijn dan het totale aantal inwoners van de tien steden!?
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] JUDAS staat er ontzettend beschaamd bij en zegt: "Ik dacht er in de verste verte niet aan om het goud te stelen, maar ik wilde alleen maar bij een paar staafjes onderzoeken of ze echt zo zwaar zijn als er verteld wordt. Deze dwazen grepen me echter meteen en sleepten me als een gemene dief naar binnen! - Daarom verzoek ik u, Faustus, om intrekking van deze beschuldiging!"
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] JAÏRUS antwoordt diep bedroefd en onder tranen: "O vriend, waarom herinner je mij daaraan? - Helaas, helaas is zij gestorven; want geen dokter kon haar helpen! De onvergelijkelijke arts Borus uit Nazareth zei, dat hij haar wel zou kunnen helpen, maar dat niet deed, omdat ik te erg en te zwaar heb gezondigd tegen zijn vriend Jezus, die zijn meester was. En zo stierf mijn boven alles geliefde dochter. Het was hartverscheurend, hoe de stervende om Jezus riep dat hij haar zou helpen, en hoe zij mij nog in haar sterven een verwijt deed, dat ik zo erg tegen Jezus, de grootste weldoener van de arme lijdende mensheid, had gezondigd, dat zij daardoor nu onherroepelijk zou moeten sterven. Ik deed alles om Jezus te vinden opdat Hij haar zou helpen! Maar Jezus wilde niet meer naar mijn boodschapper luisteren, hoewel het mij nu duizendmaal bitter heeft berouwd, dat ik tegen hem heb gezondigd! Nu is alles echter voorbij! Vier dagen ligt ze al in het graf en stinkt als de pest! Jehova zij nu haar mooie ziel genadig en barmhartig!"
Hoofdstuk 11: Het berouw van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar IK zei heel vriendelijk tegen Cyrenius: "Dacht je dan, dat de man vergeten zou zijn wat je het kind gedaan hebt, toen het voor Herodes uit Bethlehem naar Egypte moest vluchten? Oh, de man herinnert zich dat alles heel goed! Alles heb je zonder eigenbelang gedaan omdat je Mij liefhad, - zou Ik dan nu een beloning van je vragen? Nee, in der eeuwigheid niet! Maar omdat je als plaatsvervanger van de keizer over Azië gebieden kunt, gebied dan deze weerspannige dienaren, die niet van God maar van de satan zijn, dat ze over alles wat Ik hier gedaan heb moeten zwijgen als het graf, omdat ze anders zeer zwaar gestraft zullen worden! Want ieder, die tegen zijn naaste een steen opheft, moet zo zwaar mogelijk gestraft worden!"
Hoofdstuk 20: Sarah 's belevenissen in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] En God gaf het volk Saul als eerste koning en liet hem zalven door de oude trouwe knecht Samuël. Vanaf het moment dat het volk een koning had, die meteen zwaar drukkende wetten oplegde, zakte het steeds meer af tot op het tegenwoordige niveau van uiterste verdorvenheid.
Hoofdstuk 27: Gods wet maakt uit mensenmachines mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Til er maar niet te zwaar aan; want dit is ook een steen, waarover in de toekomst nog vele duizendmaal duizenden zullen vallen, profeteren, schrijven en het blinde volk zullen prediken.
Hoofdstuk 42: De jongste dag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] En ZIJ roepen: "En met uw geest, opdat u ons net als Hij, genadig zou mogen zijn! Want tot op heden drukten uw wetten zwaar op ons, erger dan de dood. Maar omdat wij nu zelf onvoorwaardelijk Zijn leerlingen zijn geworden en ons uw wetten nu zelf opleggen, bestaan uw harde wetten haast niet meer voor ons. Wij danken u zelfs voor deze wetten, want zonder die zouden wij gemakkelijk verraders van deze allerheiligste zaak hebben kunnen worden! Daarom vragen wij u ook niet meer om opheffing van de uitgevaardigde strenge wetten, want wij zelf, die net als u denken, geloven en handelen, heffen deze juist door ons persoonlijk handelen, voor alle tijden der tijden tot op het laatste streepje op!"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Zulke geesten gebruiken soms ook voedsel uit de natuur, en wel uit het plantenrijk. Dat doen zij in het bergengebied bij het verrichten van zwaar werk tijdens het omvormen van de rotsen, bij het losslaan van grote delen der bergen, bij het leegscheppen van inwendige, teveel water bevattende holen en bij meer soortgelijk werk waarmee deze geesten vaak overladen worden. De bedoeling daarvan is dat ze door het vele werk hun liefde voor de bergen zullen kwijtraken en zich in het vlees zouden laten verwekken, omdat vooral vanaf nu geen geest de volle levende vrije zaligheid kan bereiken als hij niet de weg van het vlees heeft doorgemaakt.
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Deze geesten, Mijn beste Kisjonah, en speciaal diegenen die voor jouw bergen zorgen, hadden met het afsluiten van de kwalijke grot zeer zwaar werk te doen en moesten daarvoor met brood en wijn gesterkt worden! Kijk, die zijn het, die Ik bedoeld heb toen Ik zei: 'Wij zullen een groot aantal hongerigen en dorstigen aantreffen, die behoefte aan zo'n versterking zullen hebben!' Alles is dan ook opgegeten, en vervolgens is op bevel van Mijn engel het zeer zware werk tot in de puntjes uitgevoerd. Dit is het complete antwoord op je vraag. - Heb je het goed begrepen?"
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Na afloop van de offerande en het doffe afraffelen van de wet, enige beroepsmatige psalmen en het hooglied van Salomo, beklimt een SPREKER het sprekersgestoelte en begint met een schorre stem de volgende toespraak: "Mijne geliefden in onze vaders Abraham, Isaäk en Jacob! Wij leven nu in een zeer benarde tijd -bijna gelijk aan die, toen Noach de ark bouwde en uiteindelijk op bevel van Jehova zich met zijn familie daarin opsloot! Wij staan nu op de heilige plaats waarvan Daniël geprofeteerd heeft, wij zien de door hem voorspelde gruwelen van de verwoesting aan -zoals de verbannen slaven van de heidense heks Megaera de kwellingen van hun broeders moesten aanzien en smartelijk moesten wachten tot men ook hen in kokend metaal zou leggen -en kunnen ons in geen enkele richting bewegen! Wij staan er zo verlaten bij als een reeds lang afgestorven boomstronk op een bergspits, als een schrijnend bewijs, dat er eens op die hoogte weelderige bossen stonden! Wat kan men daar echter aan doen? Dat is een levensvraag! Een diamanten kroon voor degene die in staat is om daarop een deugdelijk antwoord te vinden! Maar hij moet goed rekening houden met onze zwaar geboeide en door alle ketens der wereld gekluisterde plaats!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] CYRENIUS zegt: "Op die wijze is de wet ook door mij voor jullie opgeheven, en ik hoop beslist dat ik deze strenge wet voor jullie nooit behoef te vernieuwen. Laat je daarom nooit op een dwaalspoor brengen en houd je streng aan wat de beide engelen jullie hebben aangeraden, dan zullen wij de beste vrienden in God de Heer blijven, en mijn regering zal jullie niet zwaar vallen! En mocht bij de nieuwe overste van jullie scholen blijken, dat hij jullie als voorheen zou willen vervolgen omdat jullie vrienden van Jezus, de eeuwige Heer, en tevens vrienden van de jullie goedgezinde Romeinen zijn, dan zullen jullie Mij wel weten te vinden, -en dan zullen die maatregelen wel genomen worden, die jullie lichamelijke en vooral geestelijke rechten het best zullen beschermen! En nu zeg ik nogmaals: De Heer zij met jullie!"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] En IK leg het volgende antwoord in zijn hart: "Wat gebeurt, heeft de volgende reden: De verlorene wordt gezocht en de zwaar zieke wordt een geneesmiddel gegeven, maar zijn wil blijft vrij en moet vrij blijven, want als zijn wil belemmerd wordt, dan zou dat betekenen dat de gehele bijna eindeloze materiële schepping en al haar bestanddelen in de hardste steen zouden veranderen, waarin geen leven mogelijk is. De gehele materiële schepping is de zo ver mogelijk geoordeelde grote geest en deze is daarbij verdeeld in talloze werelden, die echter met hun oneindige aantal toch zijn gehele wezen vormen. Maar uit dit ene wezen worden ontelbaren van de ontelbare wezens, zoals de meeste mensen van deze aarde, genomen en door Gods kracht, macht, liefde en wijsheid tot complete op God gelijkende wezens omgevormd, en dat is een betrouwbare terugkeer van de ene grote geest!
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Bij deze woorden klommen Borus en Kisjonah meteen in de grafkelder en probeerden de kist op te tillen. Maar zij konden hem niet van zijn plaats krijgen, want hij was erg zwaar omdat hij van massief cederhout was gemaakt en bovendien met een aantal zware ornamenten van metaal, goud en zilver versierd was. Na verscheid.ene pogingen zei Borus: "Heer; de kist is te zwaar, we kunnen hem beslist met optillen! Voor zover ik weet gebruikte men werktuigen om deze kist daar neer te zetten en hij zal langs natuurlijke weg er alleen maar met behulp van werktuigen weer uitgehaald kunnen worden!"
Hoofdstuk 70: De opwekking van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Goddank ken ik alle huidige schurkenstreken van de tempel, en neem het beslist niet zo nauw om deze zo veel mogelijk om de tuin te leiden, op wat voor manier dan ook! Want, vriend, wie in deze tijd niet door de tempel zwaar misleid wil worden, die moet zo verstandig zijn om zelf de tempel zo goed mogelijk te bedriegen! Of denk je dat jij met een eerlijk en rechtvaardig gemoed en gezicht iets uit zult richten in de tempel? Oh, daar zal niemand zich op kunnen beroemen! Maar ga er met een echt geslepen gemoed en gezicht naar toe, dan sta ik er voor in dat je de tempeldienaars naar believen om je vingers kunt winden!
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] CHIWAR zegt: "Niet met een, maar met tienduizend satans neem ik het alleen op, hoewel ik in de verste verte geen Michaël ben! Je moet alleen maar moed hebben en het slechte loeder alle wegen versperren, dan kan hij met zijn hele hel vol duivels niets doen, maar als je hem eenmaal zwakke plekken toont, waar hij zich gemakkelijk aan kan hechten, dan zou de strijd zeker honderdmaal zo zwaar worden!
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23