Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

46 resultaten - Pagina 2 van 4

1 - 2 - 3 - 4
[2] Want bepaalde natuurgeesten in de materie van de bergen die met het in de lucht vrij aanwezige goudstof het meest verwant zijn, zijn in staat door hun zeer geringe intelligentie en de daarmee verbonden wilskracht wat de apothekers aantrekkingskracht noemen -het vrije goud uit de lucht naar zich toe te trekken en als dat een paar honderd jaar achtereen gebeurt, zal er op zo'n plaats heel veel goud zichtbaar worden.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar omdat God aan ieder mens de grootst mogelijke vrijheid van wil gaf om Zijn raad op te volgen, dan wel de aantrekkingskracht van de wereld te volgen, lieten vele mensen zich al heel gauw door de wereld bekoren en verblinden; daardoor verloren ze God uit het oog, omdat hun innerlijk gezicht door de slechte liefde tot de wereld volkomen blind was geworden.
Hoofdstuk 96: De Heer geeft onderricht over het verval van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Om te kunnen leven is echter vooral een middelpunt nodig, of beter gezegd een aantrekkingspunt, dus een zwaartepunt dat ten gevolge van zijn aantrekkingskracht alles naar zich toetrekt. En door dat samendringen naar dat punt wordt het noodzakelijkerwijs geprikkeld, verhit en ontstoken. Zo heeft ook deze aarde, zoals nog talloze andere aarden in Mijn eindeloze scheppingsruimte, alsook de zonnen en manen, zo'n middelpunt, dat geheel gelijk is aan het hart van de dieren, en ook van de mensen in hun natuurlijke sfeer.
Hoofdstuk 62: De polaire innerlijke bouworde van de aarde en van alle organische lichamen als gelijkenis voor de door de Heer gekozen volgorde van zitplaatsen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Bovendien voel ik bij het naderen van deze vreemdeling een zeldzame, nog nooit eerder ondervonden aantrekkingskracht, die mij een vaag vermoeden geeft dat deze vreemdeling heel dicht bij de Heer staat en dat misschien niemand de Heer zo nabij is als hij! Heb ik gelijk of niet?
Hoofdstuk 94: 'Wees listig als de slangen en zachtmoedig als de duiven' - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Waar ligt nu deze wortel? We zullen hem dadelijk vinden. Jullie weten, dat de liefde de oergrond en de basisvoorwaarde van alle dingen is. Zonder liefde zou er nooit enig ding geschapen zijn en zonder liefde zou er, hoe dan ook, geen bestaan denkbaar zijn, evenmin als er zich zonder wederzijdse aantrekkingskracht ooit een wereld volgens de wil van de Schepper zou hebben gevormd. Wie dat niet kan bevatten, moet zich maar eens een wereld voorstellen zonder deze wederzijdse aantrekkingskracht, en dan zal hij spoedig zien hoe zich alle atomen van een wereld plotseling van elkaar zullen scheiden en als het ware in het niets vervluchtigen.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Het vuur is wel een kwaad element, en als het je zou vastgrijpen, zou het je dood zijn. Maar moet er geen vuur zijn, omdat het voor de mensen wel eens gauw dodelijke kan zijn? Zie, de aarde heeft een bepaalde aantrekkingskracht, tengevolge waarvan ieder lichaam zwaar wordt en onophoudelijk naar haar middelpunt getrokken wordt! Tengevolge van deze eigenschap van de aarde kun je van een hoogte vallen en jezelf doden. Moet de aarde die eigenschap dan niet bezitten, omdat die de dood van een mens kan veroorzaken? O, dan zou het ervoor de aarde al gauw slecht uitzien, want zij zou uit elkaar vallen en nog vollediger oplossen dan een stuk ijs in de zon, en dan zou het met alle schepselen die zich daarop bevinden gedaan zijn! Want waar zouden die moeten leven als zij geen vaste ondergrond hadden? En zie, deze noodzakelijke eigenschap van de aarde en van al haar materie is ook een gericht dat van God uitgaat voor alle materie, anders zou er geen materie zijn!
Hoofdstuk 53: Over de maat van het goede en het slechte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Daarop zei Rafaël: 'Mijn beste vriend en broeder, kijk eens naar de zon, die nu al een heel eind in het westen staat! Hoe ver denk je dat die ster hier vandaan is? Ik weet dat je dat niet weet, en ook al zou ik je de afstand in jullie aardse maat van de veldweg aangeven, zou je het getal niet begrijpen omdat je het Arabische getallenstelsel niet kent en een zo groot getal niet met jullie Romeinse cijfers uitgedrukt kan worden. Maar je weet wel hoe snel een pijl een afstand van 50 tot 100 passen aflegt; hij zal daar niet veel meer dan vier ogenblikken voor nodig hebben, en derhalve is de vlucht van een pijl de snelste beweging op aarde die je kent. Kijk, een pijl die vanaf de aarde naar de zon wordt afgeschoten zou -als hij zover zou kunnen vliegen en de aantrekkingskracht van de aarde het hem niet zou verhinderen -voor zo'n reis, namelijk van hier naar de zon, een tijd van bijna vijftig jaar nodig hebben voor hij op de zon aan zou komen!
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[27] 'Bekijk mij en zie hoe mooi en bekoorlijk ik ben en hoe ik een vorm als de jouwe heb en die goed kan overzien! Ook al was eens mijn gestalte slechts een groot licht dat zijn stralen door de eindeloze ruimten zond en zichzelf verloor in zo' n bovenmatige grootte, toch kon ik nooit mijn eigen vorm aanschouwen, maar ik was zelf licht, waarin zich talloze vormen onthulden. De vormen, waarin ik mij oneindigvoudig vermenigvuldigd zag en waarin ik mij goed voelde, zijn mij ontnomen; maar daarvoor in de plaats is mij nu zelf een vorm gegeven en deze vorm is mooier dan al mijn vroegere licht, en ik heb zo'n welgevallen aan mijzelf in deze vorm, dat ik een grote vreugde aan mijzelf heb en mijzelf liefheb en ik word door jou bemind, en heb een grote begeerte in mij tot mijzelf en kan jou naar mij toetrekken wanneer ik wil, en jij moet altijd de aantrekkingskracht van mijn begeerte volgen!'
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Wanneer echter de hoofdmassa ten gevolge van de traagheid die haar noodzakelijk eigen is, en van haar eigen natuurlijke zwaarte zich toch niet zo ver boven haar massazwaartepunt kan verheffen, maar zeer spoedig weer van haar streven moet afzien om zich dan, daar ze niet anders kan, weer naar haar massazwaartepunt te begeven, dan kan het eigenlijke stimulerende zwaartepunt weer vrij terugkeren en prikkelt dan door de haar eigen aantrekkingskracht weer het trage massazwaartepunt, dat dan weer naar het eigenlijke aantrekkingspunt opdringt. En zodra dat weer onder te grote druk komt te staan begeeft het zich onmiddellijk weer naar de lichte of kleine kant.
Hoofdstuk 62: De polaire innerlijke bouworde van de aarde en van alle organische lichamen als gelijkenis voor de door de Heer gekozen volgorde van zitplaatsen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Jullie vragen: hoezo dan? Dat kunnen we niet goed begrijpen. Dat dacht ik wel, maar toch zouden jullie al zover moeten zijn dat jullie ook dit verschijnsel uit jezelf zouden kunnen begrijpen. Vertel me eens: waarom stroomt dan op de hemellichamen het water naar beneden? Jullie zeggen: door zijn eigen gewicht. Wat bepaalt dan het gewicht van het water? Jullie zeggen: de aantrekkingskracht van het centrale zwaartepunt van de aarde of van een ander hemellichaam. Goed geantwoord! Als het centrale zwaartepunt van de aarde het gewicht en dus ook het naar beneden stromen van het water bewerkstelligt, wat kennen jullie in deze geestelijke omgeving dan in zo'n centraal, alles naar zich toe trekkend gravitatiepunt? Is het niet de Heer, die woont in de allerhoogste hoogte?! Kijk, om die reden is het stromen van het water tegen de bergen op hier ook even geestelijk natuurlijk als het op de hemellichamen natuurlijk is dat het water naar beneden stroomt. Dat begrijpen jullie nu; hopelijk kunnen jullie dan ook begrijpen wat dit gebergte en het zich op gelijke hoogte daarachter uitstrekkende land betekent.
Hoofdstuk 42: Verschil in snelheid van reizen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Daarom hebben de zalige geesten van de aarde vanuit de liefde van de Heer in deze hemel dan ook dit onbegrensde werkterrein. Zij kunnen zich overal heen begeven. Overal ligt er voor hen een effen weg. Voor hen is er nergens een 'op' en 'neer', zoals jullie op overeenkomstige wijze ook niet kunnen zeggen dat een etherisch lichte mens, waarop geen hemellichaam nog enige aantrekkingskracht kan uitoefenen, zich in de lichte etherzee ergens lichter of zwaarder op en neer zou kunnen bewegen, omdat hij zich met hetzelfde gemak in alle richtingen kan bewegen zoals een gedachte, waarvoor het 'op' en 'neer' toch zeker ook om het even is.
Hoofdstuk 4: De drie hemelen - hun structuur - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Kijk, we bevinden ons nu nog op onze armzalige kleine wereld en je ontwaart nog niets buiten deze wereld, die ons slechts een beperkte standplaats biedt. Jij was van mening dat deze wereld zo'n kleine, beginnende komeet was, waaruit over triljoenen aardjaren zich eventueel een planeet zou kunnen vormen. Hij zou ontstaan op grond van de aantrekkingskracht van Mijn wezen, waardoor atomen uit de eindeloze ether zich rondom Mij zouden verzamelen. Maar dat is niet zo:
Hoofdstuk 42: Een ware broeder. De gelijkenis van het schijfschieten. Alles wordt bepaald door de liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Dat is een middenzon, waaromheen in wijde banen miljoenen kleinere planetaire zonnen cirkelen. Haar aantrekkingskracht is zo groot, dat zij al die miljoenen planetaire zonnen met hun planeten in de voor hun afgebakende banen houdt. Maar wat betekent al die kracht tegenover de kracht van één van Mijn geringste kinderen! Ik zeg jullie: middenzonnen zijn speelgoed in de handen van Mijn kinderen! N u weten jullie wat jullie hier zien, en daarom zullen we het balkon weer verlaten en verdergaan naar de tweede deur van de avondlijke, westelijke wand.'
Hoofdstuk 146: De avondlijke westwand. Een blik door de eerste deur. Een planetaire middenzon, moeder van talrijke planetaire zonnen. Inrichting van het geestelijke diorama. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Hoe zwaar een heel rotsgebergte is, hoeft men aan iemand die wel eens een paar kleinere stenen heeft gedragen werkelijk niet nader uit te leggen. Waaruit bestaat dan wel een klein rotsgebergte? Uit louter atomisch kleine deeltjes die door de wederzijdse aantrekkingskracht stevig aan elkaar kleven. Wanneer we van onderaf in het gebergte omhoog graven tot aan de plaats waarop de hoogste, dus zwaarste bergtop rust, dan ontdekken we daarbij overal goedbewaarde en buitengewoon stevige stenen wanden. Nemen we uit deze stevige stenen wanden slechts een klein deeltje, leggen het op een stalen plaat of op een steen en drukken er dan een beetje met een hamer op, dan zal dit deeltje tot stof worden.
Hoofdstuk 108: In de hele schepping is niets voorhanden dat vernietigbaar is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Ten gevolge van zijn sterke aantrekkingskracht op deze vloeistof zuigt dit polyorganon deze voortdurend op. Dit polyorganon reikt echter aan de tegenovergestelde kant van de ring tot aan eenderde van de hele hoogte van de ring en laat de vloeistof, die aan de ene kant werd opgezogen, aan de andere kant naar beneden druppelen. Voor het eind van het polyorganon is een trechtervormige druppelvanger aangebracht, waarvan de onderste buis naar een uitgekiend mechanisme leidt dat is voorzien van lepelvormige schoepen. Deze schoepenconstructie is rechtstreeks verbonden met de as waaraan de bol zelf in de ring hangt. Wanneer door een of meerdere neervallende druppels een schoepje is volgelopen, dan wordt dit natuurlijk zwaarder, zakt naar beneden en brengt op die manier de gehele grote bol aan het draaien. Heeft het schoepje zijn vloeistof helemaal beneden uitgegoten, dan wordt intussen weer een ander gevuld, dat weer naar beneden zakt. En omdat het polyorganon voortdurend evenveel vloeistof opzuigt als het op dit schoepenrad laat neerdruppelen, werkt het perpetuum mobile onder de eerder aangegeven voorwaarden ook heel voortreffelijk, vooral wanneer jullie daarbij bedenken dat het materiaal waaruit deze as en trouwens het hele ornament bestaat, geen wrijving en dus ook geen slijtage kent. De gladheid van de as en van de cilinder waarin de as draait, is zo buitengewoon, dat ze elkaar bij het roteren niet in het minst hinderen. Het lijkt wel alsof zo'n as zich in de zuiverste ether beweegt. Ook de grote, glasachtige bol hangt hoogst meetkundig precies in sferisch evenwicht aan de as, waardoor het gewicht van een kleine druppel al voldoende is om zijn rust gemakkelijk te verstoren. Zo'n fabrikaat behoort voor deze hoogst wijze mensen echter nog geenszins tot de wonderwerken.
Hoofdstuk 43: Absolute wijsheid niet geschikt voor een nog gebonden geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4