Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13521 resultaten - Pagina 2 van 902

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Bekijk Uw geweldige leer nu Zelf eens een beetje preciezer, dan moet U toch inzien, dat Uw leer voor het verkrijgen van het eeuwige leven totaalonbruikbaar is en door niemand ooit uitgevoerd kan worden! Want als iemand op deze wijze de hemel verdienen moet, dan zal hij die hemel wel niet willen hebben! Want het zou dan beter zijn, dat hij nooit geboren was, dan dat hij op deze manier een hemel zou verdienen, waarin hij slechts als een verminkte binnen zou kunnen gaan! Zeg mij nu eens heel openhartig of U dat inziet, of dat Uw leer U werkelijk ernst is!'
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De geest moet echter tengevolge van de orde, die God genoodzaakt was in te stellen, een bepaalde tijd in de materie van het vlees van deze wereld ondergedompeld zijn, om sterk te worden in zijn vrijheid en bijna volledige onafhankelijkheid van God. Wordt hij dit niet, dan kan hij God niet zien en nog minder kan hij in, naast en bij God bestaan. (Juist wanneer de geest echter in de materie rijp wordt, en gehard wordt in de vrijheid en onafhankelijkheid van God, dan loopt hij onvermijdelijk gevaar zelf door de materie verslonden en tesamen daarmee gedood te Worden, uit welke dood men slechts zeer moeilijk en met veellijden weer tot leven in God gewekt kan en moet worden) -Op deze wijze zei de Heer dus niet tegen de vleselijke mens, maar tegen de geestelijke mens: 'Als het oog je ergert, ruk het uit en werp het weg, want het is beter met één oog de hemel in te gaan - dan met beide naar de hel!', wat zo ongeveer betekent: Als het licht van de wereld je te veel aantrekt, verzet je dan en keer je van dat licht af, want het zou je in de dood van de materie trekken! Ontneem je dus zelf, als geestelijke mens, het lege genot van de wereldse zaken, en wend je met je ziel naar de puur hemelse dingen! Want het is beter voor je om zonder alles, wat de wereld als kennis te bieden heeft, het rijk van het eeuwige leven binnen te gaan, dan met te veel wereldse kennis enerzijds, en te weinig geestelijke kennis anderzijds door de stoffelijke dood opgeslokt te worden!
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] U, als Samaritanen, kunt echter gevoeglijk met de voeten beginnen, want ofschoon uw oog nu naar het goddelijke is gewend, en uw handen goed werk doen, is uw voet, of wel uw lust tot verder gaan, puur op de wereld gericht! Want u verwacht van de Messias iets geheel anders, dan wat u volgens de voorspelling van alle profeten van Hem verwachten moet! En dat is geestelijk gezien uw rechtervoet, die u afhakken moet om de juiste weg naar her rijk van God te kunnen inslaan. En daarom heeft de Heer alleen voor u ook over de rechtervoet gesproken, maar Hij heeft het niet op laten schrijven, omdat de latere aanhangers van de leer des Heren wel zullen weten, waar en waaruit het rijk van de Messias bestaat, en wat men moet doen om daarin te komen. Heeft u nog meer bezwaren?'
Hoofdstuk 44: Symbolische ogen, armen en voeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Je hebt toch ook een groot aantal gelovigen om je heen; maak hen tot je helpers, dan zal het gemakkelijker gaan. Want als er ergens een mens is, die een grote last moet optillen en daar alleen niet sterk genoeg voor is, dan neemt hij een helper. Gaat het met die ene nog niet, dan neemt hij een tweede en een derde daarbij en wordt op die wijze de last de baas. Als er al een dergelijk groot aantal gelovigen is, en hier is dat zelfs iets groter dan het aantalongelovigen, dan is daar het werk licht.
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Irhaël heeft gelijk! Wie zich stoot, die moet zich dan maar stoten en moet dan maar zijn berg beklimmen! Als hij daar niets meer zal vinden, dan zal hij vanzelf wel iets beters gaan bedenken.
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Ik zal doen wat je wenst, maar dan moet je ze allemaal met ons mee laten gaan! Er zal voor wat betere kleding gezorgd worden, zodat ze goed genoeg in onze kring passen! Dat je ze zoveel mogelijk van de wereld afleidt is heel goed en wijs van je, maar bij ons toch zeker niet wereldse gezelschap zouden ze, zoals ze waren, best gepast hebben.
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Petrus zegt: 'Ik zal je met geen vinger aanraken, iets wat jij tamelijk onzacht met de jouwe wel beliefde te doen, maar toch zul je gedwongen worden! Er gaan hele scharen engelen van God met ons mee, die je kennelijk niet ziet! Eén wenk en ze brengen je daar waar ik je hebben wil en hebben moet!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Daarbij openen de hemelen zich en de heerlijkste engelen zweven in grote getale snel naar beneden, bedienen ons en gaan met ons om alsof ze sinds de schepping van de eerste mens de aarde nooit verlaten hebben, en ze zijn zo mooi, dat men bij hun aanblik zou wegsmelten van geluk! En als Hij nog nooit eerder gehoorde wijsheden zegt, dan moet je eens zien hoe deze mooie dienaars van Jehova vol eerbiedige opmerkzaamheid en heilige aandacht zijn, terwijl ze toch ook zo opgewekt zijn als de zwaluwen op een prachtige zomerdag! Waarlijk, als er iemand is, die nu nog zeggen kan: 'Deze Jezus is alleen maar een magiër en meer niet!', dan zouden ze die meteen als een os moeten slachten! Want zo'n mens kan geen mens zijn, maar alleen een beest dat praten kan, en moest dan ook niet sterven als een mens, maar als een huisdier!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] O Heer, bevrijd ons slechts van deze plaag, en geef dat de Joden van Jeruzalem weer met ons samen willen gaan, want ze hebben zich mijlenver van de oude waarheid verwijderd! Bij hen heerst alleen maar zelfzucht, machtshonger en praal; aan God denken ze nooit en van naastenliefde is geen spoor meer te vinden! Garizim verachten ze, maar de tempel van Jehova in Jeruzalem hebben ze veranderd in een wisselkantoor en handelszaak! En zegt men hen, dat ze misdadigers zijn in het heiligdom van God, dan vervloeken ze degene, die ze de waarheid durft te zeggen! Heer, dat moet anders worden, zo kan het niet meer blijven! En als het zo blijft, dan kunnen we weldra een nieuwe zondvloed verwachten! Overal in de wereld niets dan heidenen, en in Jeruzalem en in Judéa leven Joden, priesters, levieten, schriftgeleerden, Farizeeën en wisselaars en handelaars, die allemaal bij elkaar tienmaal erger zijn dan alle heidenen! Kortom, de wereld is nu vele malen erger dan ten tijde van Noach! Als dit kwaad niet wordt verholpen en de Messias geen vlammend zwaard in de hand neemt, komen we zeer waarschijnlijk weer tot het bouwen van een nieuwe ark! Heer, doe dus, waar U mogelijkerwijs toe in staat bent! Ik ben altijd tot Uw hulp bereid!'
Hoofdstuk 62: De Heer opent voor allen de weg naar de hemel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Mijn vriend, als het nu zo is dat Mijn leer vereist, dat iemand Mij moet volgen, omdat hij anders niet Mijn volmaakte Rijk binnen kan gaan, hoe wilt u die leer dan bij u toepassen?!'
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] De overste zegt: 'Dat is onbegrijpelijk! Als het echter zo gelegen is, wat moet ik dan met al mijn mooie goden? Mijn overgrootouders hebben aan hen geloofd; is het dan juist, als ik dit geloof van mijn voorvaderen trouw blijf, of moet ik in de God van de Joden gaan geloven?'
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] 'De aarde is des Heren en wat daarin is, en de aardbodem met wat daarop woont; want Hij heeft haar gegrondvest in de zeeën en gevestigd aan de wateren. Wie wil op de berg des Heren gaan, en wie zal op Zijn heilige plaats staan? Die onschuldige handen heeft en een rein hart, en niet houdt van ijdel gepraat en niet valselijk zweert, die zal zegen van de Heer ontvangen en gerechtigheid van de God zijns heils. Het geslacht, dat naar Hem vraagt, zoekt jouw aangezicht, Jacob!
Hoofdstuk 73: Sichar. Johannes, de genezen verlamde man. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Simon, deze taal bevalt Mij beter dan je eerdere verdediging van de wet en diens straf! Wat heeft een land of rijk eraan als het met grote dwang de rust en orde handhaaft?! Het zal best een tijd goed gaan; maar wanneer het voor de te sterk onderdrukte duivels te zwaar wordt, dan zullen ze opspringen en onder hoongelach de wet en de wetgever onder de voet lopen. Want zolang je nog met geweld in toom gehouden en geleid moet worden, ben je een duivel; maar als je je door de liefde, de zachtmoedigheid en het geduld Iaat leiden, ben je als een engel van God, en waard om een kind van de Allerhoogste te zijn!
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Goed, als u dan overal verstand van hebt, waarom hebt u dan tekenen nodig? Wanneer u zo wijs bent dat u denkt net als God overal verstand van te hebben, dan moet u zonder meer toch vast kunnen stellen, of Ik de waarheid verkondig of niet! Waar hebt u dan die tekenen voor nodig?! In bijna drie en een halve dag zijn hier een groot aantal zeer bijzondere tekenen gedaan, waar honderden betrouwbare getuigen voor instaan dat ze echt waren; als dat voor u niet voldoende is, dan zullen uw boosaardige harten de nieuwe tekenen ook beneden de maat vinden! Wees daarom zo verstandig om zelf hier vandaan te gaan, anders zult u met geweld verwijderd worden!'
Hoofdstuk 77: De Heer weet de juiste maat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Kijk naar een oorlog, waar niet zelden duizenden mensen lichamelijk gedood worden! De overwinnaar denkt nu, dat hij van zijn vijanden af is, omdat hij ze volgens zijn blinde gedachte lichamelijk vernietigd heeft. Maar dat is een hele grote vergissing! De zielen en geesten van de gedode mensen hebben een direkte invloed op de weersgesteldheid op aarde en langs die weg vernietigen ze alle mogelijke zaden en vruchten; de voedingsmiddelen worden hierdoor schaarser en duurder, daardoor ont staat hongersnood en dat geeft weer aanleiding tot allerlei besmettelijke ziektes en pest! Daardoor worden bij de overwinnaar in korte tijd meer mensen weggemaaid, dan er bij zijn vijand soldaten gedood zijn. Omdat de macht van zijn eigen land hierdoor te gering is geworden, moet hij soldaten uit vreemde landen voor veel geld gaan werven. Zijn land komt daardoor in de schulden en na een aantal jaren, als land en volk totaal verarmd zijn en hij zijn schulden en soldaten niet meer kan betalen, zal men hem dra onder verwensingen overal gaan vervolgen. Zijn volk, dat hem de macht gaf, zal door de te grote nood tegen hem opstaan en de vijanden van buitenaf zullen deze gelegenheid ook niet onbenut voorbij laten gaan en zij zullen tegen hem ten strijde trekken, en hij, de eerst gevierde overwinnaar, zal die strijd nooit winnen, maar de vertwijfeling zal hem als met tijgerklauwen grijpen en geestelijk tot in zijn binnenste levensvezels verscheuren!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...