Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

37 resultaten - Pagina 2 van 3

1 - 2 - 3
[5] CYRENIUS zegt: 'Waar hebben jullie het over en wat willen jullie, brutale halfmensen?! Dit grondstuk heeft sinds vijfhonderd jaar bij deze berg en deze vissershut behoord, en was volkomen waardeloos omdat het een pure zand en steen woestenij was. Er behoorden echter nog twintig morgen land bij die niet omheind en dus aan de stadsgemeente overgelaten werden om vrij en naar believen over te beschikken. Bovendien hebben jullie je nu aan mij voorgedaan als berooide armen en bedelaars, die hun hele hebben en houden zijn kwijtgeraakt! Wat moet ik nu over die boosaardige leugenachtigheid van jullie zeggen?! Ik weet wel dat jullie huizen in de stad door het vuur zijn verwoest, en ik weet precies hoe groot jullie schade is; maar ik ben ook bekend met jullie grote bezittingen in Tyrus en Sidon en ik weet dat juist jij, Roclus, daar zoveel schatten bezit, dat je je zonder meer met mij zou kunnen meten! En datzelfde geldt voor alle elf die nu met je hierheen gekomen zijn!
Hoofdstuk 16: De deputatie uit Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Ik zei: 'Welnu dan! Let op en schrik niet; want er zal jullie geen haar gekrenkt worden! Kijk, het is hier een woeste streek van enkele duizenden morgen land; niets dan kaal, woest gesteente, slechts hier en daar begroeid met een half verdroogde doornstruik en een paar distels. Deze woestijn is ook vanwege haar onvruchtbaarheid en overige woestenij voor niets anders geschikt dan hoogstens als een miserabele, moeilijke en moeizaam begaanbare weg voor vrachtvervoer.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar de rechter zei: 'In welk land er ook maar een sinds onheuglijke tijden volkomen woestijn bestaat, die niemand in bezit heeft, en waar zich ook nooit een landeigenaar bij een rechtbank heeft gemeld voor het bezit ervan, is zo'n woestijn vrij en wordt die door de rechtbank ook als bezit toegewezen aan de eerste de beste die zichzelf bezitter heeft verklaard. Omdat deze mannen, aan wie deze voormalige totale woestenij haar cultivering te danken heeft, zichzelf nu bezitters hebben verklaard, wordt hun het onaanvechtbare bezit van rechtswege toegewezen.
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het brood dat de Heer in de natuurlijke woestijn, die tevens overeenkwam met de innerlijke, geestelijke woestenij van het volk Israël, voor dit volk uit de hemelen liet regenen om het lichamelijk te voeden, komt overeen met de Heer Zelf, die nu als het levende brood uit de hemelen in de ware geestelijke woestijn van de mensen is neergedaald. Zijn woord, Zijn leer en Zijn daden van liefde zijn het ware, levende brood uit de allerhoogste hemelen. Wie metterdaad van dit brood eet, zal nooit meer sterven wat zijn ziel betreft, maar hij zal het eeuwige leven in zich hebben.
Hoofdstuk 191: Raphaël's onderricht over de spijziging van Israël in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar tot nu toe was dat nog nooit mogelijk; want aan de ene kant zaten onze priesters ons op de nek, en aan de andere kant hebben we de gelegenheid gehad het jodendom gade te slaan, waarbij we slechts uiterst weinig goddelijke wijsheid hebben aangetroffen en een nog grotere woestenij van allerlei soorten bijgeloof dan bij ons. Wij zijn daarom de middenweg ingeslagen, observeerden de natuur, vonden daarin wetten en leefden daar voor onszelf naar, hoewel wij vanwege de staatswetten uiterlijk aan onze godencultus meededen, natuurlijk slechts met tegenzin.
Hoofdstuk 79: De goede voornemens van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Als de inwoners van Afek nou strenge en vrome joden warelf, zoals er in Damascus nog enkele zijn, dan zou je je kunnen voorstellen dat er een groot profeet is opgestaan, iemand zoals Mozes of Elia, die deze woestenij op wonderbaarlijke wijze van aarde en daarna van allerlei soorten planten en vruchtbomen heeft voorzien. Maar juist de mensen in Afek zijn verstokte heidenen en bekende vijanden van de joden, en aan hen zou iemand als Mozes of Elia vast niet in naam van Jehova zo'n weldaad bewezen hebben, maar hij zou zeer waarschijnlijk alleen voor hen gedaan hebben wat Mozes de farao en Elia die afgodspriesters heeft aangedaan.
Hoofdstuk 119: De ontmoeting met de karavaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarop liet Ik de herders bij Mij komen en zei tegen hen: 'Kijk eens, arme gebruikers van dit woeste gebied, goud en zilver hebben wij niet bij ons, en Ik als de Heer wel het allerminst; en ook al zouden wij jullie goud en zilver schenken, dan zou jullie dat in deze uitgestrekte woestenij van weinig nut zijn! Maar Ik kan iets anders voor jullie doen, dat jullie van nut zal zijn. Kijk, jullie en jullie kudden hebben weinig te eten en ook bijna geen water! Ik heb de macht om jullie gebied te zegenen, en dan zullen jullie en ook jullie kudden al gauw geen gebrek meer hoeven te lijden. Als jullie dat goedvinden, zal Ik het ook doen.'
Hoofdstuk 162: De Heer zegent het woeste gebied van de roofzuchtige herders De Heer in de stad bij de Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[35] Als jullie gedurende een beproeving door een schijnbaar genoegen ook maar een dag lang nalaten dat te doen, zal het hart dat God had kunnen vergeten eerst met oprechte droefheid bezwaard worden en het zal zeven dagen lang stom zijn als een dode boom. En evenals de bodem van de aarde onder de schreden van de volgzame de edelste vruchten zal laten uitlopen, dragen, rijpen en tot aan zijn mond brengen, evenzo zal de aarde ook onder de voetstap van de ongehoorzame tot een woestenij worden en niets anders dragen dan stof, stenen, doornen en distels en giftige bessen.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Waarom bedriegen en beliegen jullie het volk en willen jullie het daardoor offers afpersen voor jullie eigen lichamelijke welzijn, omdat jullie voorwenden dat het alleen aan jullie te danken zou zijn, dat de vertoornde goden vannacht de stad en de hele omgeving niet tot een woestenij hebben gemaakt, en ?at de nevelige en nog onheilspellende ochtend plotseling in een heldere dag IS veranderd? Zulke dingen verkondigen jullie heel brutaal aan het volk, dat jullie tijdens de storm en de aardbeving toch als eersten uit jullie tempels en woningen heeft zien vluchten en in de open lucht bescherming heeft zien Zoeken! Wordt daardoor het geloof bij het volk opgericht - of vernietigd?
Hoofdstuk 85: De heidense priesters verdedigen hun gedrag in de stormnacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[32] Om mijn hart ontstond een woestenij en mijn mond werd droog, - en zie, toen stond opeens de eeuwige Liefde voor mij, die mij vol mildheid en liefdevol aanzag. Zij beademde en sterkte mij en zei: 'Adam, kijk, je hebt honger en je verlangt naar eten en drinken en jouw liefde, die 'Eva' zal heten, niet minder. - Kijk naar de bomen, die Ik nu zal zegenen; eet de vruchten daarvan ter sterking van jullie lichaam en van jullie zielen. Maar van die boom daar midden in de tuin mogen jullie niet eten, voor Ik weer zal terugkomen en jullie en de boom zal zegenen; want op de dag dat je van de boom zult eten, zal ook de dood bij je binnen treden. Je zult weliswaar in verzoeking komen; maar wees tot drie maal toe standvastig, dan zul je de worm van de dood, die aan die boom knaagt, te gronde richten. Je zult Eva zuiveren en jezelf en haar en allen die uit jou voortkwamen en voortkomen, een volledig vrij, zalig, eeuwig leven in God bezorgen.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[62] O vaderen en kinderen, daar zag het er heel vreemd uit! Luister, uit de oneindige diepte van de eeuwige nacht, beklad met allerlei smerige, zwak schijnende kleuren, rees een zeer schrikwekkende zuil tot een voor het oog niet meer bereikbare hoogte op. Om de zuil heen was geen wiegen van wateren, noch enig stuiven van zand, noch een bewegen of streven te zien van iets wat je wezens zou kunnen noemen; slechts eeuwig durende nacht omgaf geluidloos deze negende, veelkleurige, eindeloze zuil. Ik dacht in deze ontzettende, eindeloze, levenloze woestenij: 'Wat moet dat, ja wat kan dat betekenen? Voor wie staat hier deze oneindige zuil?'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] De plaats waar de hooglanders zich een weg naar de diepte baanden, lag honderd mijl noordoostelijk van Hanoch en dertig mijl van het meer dat op zijn eiland de waterdienaren had. Deze plaats was een wijd uitgestrekte woestenij waar behalve een paar wilde bessenstruiken niets groeide. Maar toch werd dit gebergte in het verleden ook hier langs een uitgestrekt gebied van twintig uur gaans tot op een hoogte van dertig vadem loodrecht afgestoken, en daarom kon men nergens van boven naar beneden of van beneden naar boven komen.
Hoofdstuk 321: Het legerkamp van Fungar-Hellan langs de wand van het gebergte. Het dreigement van de twijfelende generaal tegen Mahal. Mahals profetische waarschuwing. De vreeswekkende instorting van de door de hooglanders ondermijnde bergwand. Mahals raad tot vrede. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] En daar er meerdere van dergelijke lawines langs de hele wand van de woestenij volgden, werd de wand ook weldra op verschillende plaatsen bedolven, en het was niet tegen te houden dat de weg van de hoogte naar beneden daardoor werd gebaand, - welke verderfelijke daad Fungar-Hellan heel rustig moest aanzien omdat hij onmogelijk in staat was het te verhinderen; want wie zou de neergestorte lawines hebben durven opruimen, terwijl er steeds nieuwe en grotere kort na elkaar volgden?!
Hoofdstuk 321: Het legerkamp van Fungar-Hellan langs de wand van het gebergte. Het dreigement van de twijfelende generaal tegen Mahal. Mahals profetische waarschuwing. De vreeswekkende instorting van de door de hooglanders ondermijnde bergwand. Mahals raad tot vrede. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zie, zo luidt onze voorspelling! Maar als je ieder bloedvergieten wilt vermijden, geef je dan nu goedschiks over, want anders zal behalve de broer van Noach en diens kinderen geen mens levend deze woestenij verlaten!'
Hoofdstuk 322: De generaal sommeert het leger om de verdedigingsstellingen in te nemen. Het leger van de hooglanders rukt op. De afvaardiging van de hooglanders voor Fungar-Hellan en hun dood door zijn hand. Mahals overgang naar de hooglanders. De vreselijke slag. Vijf miljoen strijders worden nagenoeg volledig vernietigd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Daarom kunnen jullie hier ook volkomen veilig zijn; want ten eerste zullen de Hanochieten - al was hun aantal nog zo groot - het nooit aandurven tot hier door te dringen, en ten tweede kunnen zij dat ook niet meer, want buiten de plaatsen waar jullie je de weg naar beneden hebben gebaand is er nergens een weg naar boven mogelijk, - behalve over de heilige hoogten van mijn broer Noach! Maar dan zullen de Hanochieten wel overal de weg naar boven moeten opgeven; want in de woestenij van de slacht zal de pest hen al vele uren gaans tegemoet komen en die zal hen allen heel kwalijk ombrengen. En zo zal deze plaats gedurende twintig jaar noch voor hen noch voor jullie te passeren zijn!
Hoofdstuk 324: Het nieuwe twee miljoen man tellende leger van de hooglanders. Mahals waarschuwing voor een veldtocht tegen het leger van Hanoch heeft succes. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
1 - 2 - 3