Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

737 resultaten - Pagina 2 van 50

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Stel dat een paar arme mensen niet meer bezitten dan een eigen gebouwd hutje en voor de winter een spaarzame voedselvoorraad, waarmee ze zelf slechts ternauwernood in leven zullen kunnen blijven totdat de aarde weer vrucht zal gaan geven. En er komen tien mensen naar hen toe, dus naar die twee die zelf nauwelijks ruimte genoeg hebben in hun hut, en deze tien vragen om binnen gelaten te worden, en om onderdak en voedsel. Zeg dan eens, kan welke leer dan ook deze twee opdragen, of zelfs maar adviseren of aanpraten, dat het goed en zegenrijk is om tegemoet te komen aan de wens van de tien aan de deur staande mensen, en zichzelf daardoor geheel en al te gronde te richten?!'
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Luister, mijn huis is net als de meeste vissershuizen gedekt met riet! We zetten buiten twee ladders tegen het dak, en schuiven vlug zoveel riet opzij, dat je de zieke met bed en al door het gemaakte gat kunt schuiven! Als hij dan op de zolder is beland, bind je sterke touwen aan de vier hoeken van het bed; er ligt genoeg touw op zolder. Ik doe vervolgens het valluik open in het midden van de zolder, en we laten de zieke aan de touwen met bed en al naar beneden in de kamer zakken, en dan kan hij zelf aan Jezus vragen, of Hij hem gezond wil maken. Degenen, die onder de opening in de kamer staan, zullen wel ruimte maken, als ze tenminste het ziekbed niet op hun hoofden willen laten rusten!'
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Deze aarde, de grote zon, de maan en al de sterren -ontzettend grote werelden, sommigen vele duizendmaal duizend millioen maal groter dan deze aarde -zijn, vergeleken met de eindeloos grote schepping van de zinnenwereld, allen bij elkaar verreweg niet zo groot en uitgebreid als wat het kleinste dauwdruppeltje is vergeleken bij de totale grote wereldzee, die toch zo groot is, dat een goede schipper het gehele oppervlak niet zou kunnen bevaren al werd hij dubbel zo oud als Methusalem. Maar de huidige zinnenwereld, zover die nu geschapen is, heeft toch een grens waarachter zich nog een eindeloze, eeuwige ruimte bevindt, die met haar naar alle kanten onbegrijpelijk eindeloze afmetingen zich verhoudt tot de eerder genoemde schepping van de gehele zinnenwereld als de eeuwigheid tegenover één moment van de tijd.
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De geestenwereld is zelf net zo oneindig als de eeuwig nergens eindigende ruimte!
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Hoewel de ruimte dus in der eeuwigheid nergens eindigt en daarom in de ware zin des woords naar alle kanten oneindig is, is er toch in de eindeloze diepten en verten van de ruimte geen puntje, waar de geest van de wijsheid en macht van God niet net zo aanwezig is als hier nu bij jullie op deze plaats. De echte kinderen Gods, die door de ware liefde tot God, de eeuwige heilige Vader, en ook door de zuivere liefde tot de naaste gekend worden, zullen in het hiernamaals in het grote Vaderhuls de macht en kracht krijgen om in de eeuwig nooit te vullen ruimte steeds meer nieuwe scheppingen te creëren.
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar dat jullie nu juist met z'n allen bij elkaar moet blijven, dat is in de eerste plaats helemaal niet nodig, en in de tweede plaats zou je des te moeilijker in een willekeurig huis onderdak vinden vanwege de ruimte en de verzorging. Maak daarom een verdeling in groepjes van twee of van drie! Kies echter vooraf de steden, markten en dorpen uit en spreek onder elkaar af, wie waar naar toe gaat!
Hoofdstuk 141: Eerste uitzending van de apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen de pas gearriveerde Farizeeën hoorden dat wij de hoge berg beklimmen wilden, vroegen ze aan Kisjonah of ze mee mochten met het gezelschap. Kisjonah zei: 'Als u geen kwaad in de zin hebt, dan biedt de berg, die van hier tot Griekenland ongeveer twintig uur gaans lang en ongeveer vijf uur gaans breed geheel mijn bezit is, voldoende ruimte om ook u op te nemen. Maar ik kan u beslist niet gebruiken als u kwaadwillige spionnen bent van het priesterdom in Kapérnaum en Jeruzalem, want ik ben een Griek en nu een zeer toegewijd aanhanger van de heilige en volgens mijn mening alleen echte leer van deze goddelijke meester van alle meesters, en dan zou ik mij met ieder mij ten dienste staand middel tegen uw gezelschap verweren! Raadpleeg uw hart! Is het zuiver, dan hebt u vrij toegang; is het onzuiver, dan kunt u beter meteen weer daarheen gaan, waar u vandaan bent gekomen!'
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Daarbij spreekt Mozes over een uitspansel dat in werkelijkheid in de natuurlijke ruimte helemaal niet bestaat, daar zon, maan en alle sterren net als de aarde zelf in de volledig vrije, door niets en nergens beperkte ether zweven en door eigen wetten op hun bestemde plaatsen gehouden worden, zich vrij bewegen en nergens aan het een of ander hemels uitspansel zijn bevestigd!
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Want er is maar één uitspansel in de eindeloze vrije ruimte, en dat is de wil van God, die door Zijn eeuwige onveranderlijke wet de hele ruimte en alles wat daarin is vervult.
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] De andere sterren, die u vaste sterren noemt, lijken ergens aan vastgemaakt te zijn; maar dat is niet zo. Ze zijn echter zo ontzettend ver van de aarde verwijderd en hun banen zijn zo uitgestrekt, dat ze die vaak nauwelijks binnen honderdduizenden aardse jaren afleggen, zodat daardoor hun bewegingen ook zelfs door honderd mensengeslachten nog niet opgemerkt kunnen worden. En dat is dan de reden, waarom ze u als onbeweeglijk voorkomen; maar de werkelijkheid is anders, en er is nergens een zogenaamd uitspansel in de hele oneindige ruimte.
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Een vraag is dan: Wie draagt al die tallozen in die vaste orde door de vrije eindeloze ruimte? Een weinig nadenken is al genoeg om te beseffen dat je vraag erg onnozel is! En tevens is hiermee jouw vraag meer dan duidelijk genoeg beantwoord!'
Hoofdstuk 164: De luchtreis van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Oh, hoe meer ik er over nadenk wie Degene is, Die hier bij zijn uitverkorenen verblijft, des te minder ruimte vind ik in mijn borst! Hoe zal die beperkte ruimte Hem in zich op kunnen nemen, waarvoor alle hemelen en engelen te klein zijn!?
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Zo lijken wij op een kuil die in de grond gegraven wordt; hoe meer grond er uit gaat, des te groter wordt de inwendige ruimte voor de opname van het licht en de hemelse lucht. Heer, volgens mij heb ik geen ongelijk; wat zegt Uw oneindig hogere wijsheid daarover?'
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En Ik zei: 'Omdat de engel maar al te goed weet, dat tussen een grote opgewektheid en de zonde, maar een heel kleine en smalle ruimte zit! Hij ziet al van te voren de moeite die hij zal hebben om jullie bij het naar huis gaan voor de zonde te bewaren, en daarom ziet hij er een beetje droevig uit. Geef hem ook wat wijn te drinken; misschien wordt hij daardoor wat opgewekter!'
Hoofdstuk 206: Het dode lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] In de gehele schepping is echter -en wel op alle hemellichamen die hoe dan ook door denkende wezens in menselijke gestalte bewoond worden -de totale menswording van de Heer in het vlees door ons bekend gemaakt; maar slechts op een zeer gering aantal werelden is het aan heel weinig geesten toegestaan om in het vlees van deze aarde te komen. Want de Heer kent iedere aard van alle werelden in de eindeloze ruimte, en dus ook de aard en de geschiktheid van de bewoners en hun geesten die de verschillende werelden bewonen, en daarom weet Hij het beste of een geest geschikt is voor het vlees van deze aarde of niet.
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...