Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 2 van 1088

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] Dan komt de HOOFDMAN naar voren en zegt: "De man waar u naar vraagt, ken ik heel goed en ik ken al Zijn werken, ook die Hij nauwelijks een paar weken geleden in de plaats Kis heeft gedaan. Daar stelde Hij door Zijn goddelijk profetische geest het hoofd van de rechtbank, Faustus, ervan in kennis dat de keizerlijke belastinggelden en verdere schatten komend uit de Pontus en uit Klein-Azië door uw soortgenoten op een schandelijk sluwe manier van de Romeinse vervoerskaravaan zijn afgenomen, hetgeen de opperstadhouder Cyrenius in grote verlegenheid en geheel Galiléa, ja zelfs het gehele Joodse rijk, in groot gevaar gebracht heeft.
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Mijn lieve Jarah, je moet veel meer met je hart naar boven kijken dan met de ogen die in je hoofd zitten, dan zul je al gauw in het heerlijkste licht wonderen zien! Probeer het maar eens, dan kun je je meteen ervan overtuigen dat ik altijd gelijk heb en de volle waarheid spreek!"
Hoofdstuk 133: De weg tussen hemel en aarde.(19.2.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Vervolgens leidt de engel Jarah naar alle zijden van de berg en zij overtuigt zich ervan dat de berg weliswaar niet lager is geworden, maar aan alle kanten toch zonder enig gevaar bestegen kan worden, vooral aan de van de zee afgewende zijde, waar hij heel glooiend afloopt.
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Ik heb mijzelf, toen ik in Jeruzalem gestationeerd was, met eigen ogen en oren ervan overtuigd hoe zij bij een mens, die slechts een paar groschen in zijn zak had, de hemel en de hel aanriepen om zijn geld aan God te offeren! De goede, maar natuurlijk zwakke mens stond werkelijk een groschen af en verontschuldigde zich ervoor dat hij het tweede groschen niet kon geven, omdat de reis naar huis nog ver was en hij zonder dat ene groschen onderweg zou moeten verhongeren! Maar dat hielp niets! De Farizeeën overtuigden hem ervan dat het voor zijn ziel in de hoogste graad zegenrijk zou zijn om uit liefde en eerbied voor God en Zijn tempel op de terugweg te verhongeren! Als hij echter het geld behield, dan zou zijn ziel in der eeuwigheid nooit tot de zeer geroemde aanschouwing van God komen en het zou haar lot zijn om eeuwig in de vlammen van de toorn van God te branden! Deze mens werd toen bleek, begon te trillen, greep met bevende hand naar zijn laatste groschen en offerde dat ook. Toen mompelden die kerels zoiets als een gebed voor de arme duivel en gelasten hem vervolgens om weg te gaan.
Hoofdstuk 163: Julius vertelt. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Weet jij bijvoorbeeld waarom er zo talloos veel soorten planten en struiken op aarde groeien, die helemaal geen vruchten dragen? En als ze wel vruchten dragen, zijn die naar onze begrippen toch zinloos, en niemand weet wat het nut ervan is! Net zo'n verscheidenheid ziet men bij de dieren: van de kleinste bladluis tot aan de over de zeeën heersende Leviathan. Vertel mij maar eens waarvoor ze er zijn, behalve dan die paar huisdieren van ons! Wat voor doel kunnen de wilde verscheurende dieren eigenlijk hebben? Wat heeft de mensheid aan de beren, leeuwen, tijgers, hyena 's en veel van de nog onbekende verscheurende dieren? Wie, goede vriend, kan je vertellen waarom de dieren zulke heel verschillende vormen hebben? Waarvoor zijn die ontelbare sterren aan de hemel? Waarom geeft de maan 's nachts niet altijd licht? Waarom heeft zij verschillende gestaltes? Waarom is zij er eigenlijk? Kijk, dat allemaal en nog duizendvoudig veel meer begrijpen wij niet, en als wij kritisch erover nadenken, vindt ons verstand het dwaas! Maar bij God de Heer bestaat voor dat alles een zeer wijze reden, en daarom mogen wij ons helemaal niet verbazen dat wij, nu wij de buitengewone gelegenheid hebben gekregen om de Heer in eigen persoon voor ons te zien werken, niet alles kunnen begrijpen wat Hij doet en verder nog zal doen. Want Zelf zal Hij zeker voor alles een zeer wijze reden hebben! -Ben je dat niet met mij eens?"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] JOSOË zegt: "Dat zal heel magertjes zijn, want mijn wijsheidsvat schijnt ten eerste erg klein te zijn, en ten tweede ook nog, net als een zeef, vol met gaten te zitten! Kortom, veel zal er bij mij niet uitkomen, omdat er nu eenmaal niet veel in zit; begin jij dus maar! Ook ben ik echt zo verlegen dat ik werkelijk geen geschikt onderwerp zou weten om daar nu een gesprek over te beginnen. Voor het aangezicht van de hoogste goddelijke wijsheid kan de mens moeilijk wat zeggen, -maar in plaats daarvan des te makkelijker luisteren en zwijgen. Maar jij, lieftallige Jarah, hebt een goede brug naar de goddelijke wijsheid; jij kunt ervan gaan halen, wanneer en wat je maar wilt! Begin jij dus maar en ik zal, zoals gezegd, naar je luisteren!"
Hoofdstuk 200: Het gesprek tussen Jarah en Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Wel, het is moeilijk vast te stellen wat het beste gedaan kan worden. Ik voor mij ben voor het 'niet naar huis gaan', vanwege de reeds genoemde redenen en ook nog om een reden, die ik het belangrijkst acht. Als wij namelijk nu vooraf in Jeruzalem nog met een verzonnen tempels vroom smoesje geld halen, zal dat zeker uitkomen en dan treft ons allen onvermijdelijk de ergste tempelvloek met daarbij de vloek van onze familie. Dan is ons geluk in de wereld wel gemaakt, God erbarme zich dan over ons! Als wij echter in het geheim gaan, dan zullen de tempel en onze ouders denken dat we ergens verongelukt zijn. Dan zullen de tempel en onze families treuren en voor ons bidden en ons voor de gehele lange eeuwigheid zegenen. - Wat vindt u ervan, u die een vriend schijnt te zijn van recht en waarheid? Wat is er beter, en wat is nu volkomen rechtvaardig?"
Hoofdstuk 237: De tweestrijd der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] SUETAL zegt een beetje .kwaad:,,"Maar beste vriend Mathaël, je geeft ons hier een soort standje, terwijl er naar onze mening niemand is die je daarom heeft gevraagd! Je raad is wel goed en waar maar er ontbreekt een zekere vriendelijkheid aan en hij maakt daarom op ons absoluut net die indruk, die hij gemaakt zou hebben als hij wat vriendelijker was geweest. Wij zullen hem wel opvolgen, omdat wij het waarachtige ervan inzien, maar ondanks dat zijn wij toch van mening dat de waarheld, als ze wat vriendelijker wordt gebracht net zo waar blijft!
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Op deze uitroep van Suetal staan nu alle twaalf op, kijken naar de open rollen en naar de dicht beschreven platen, en allen overtuigen zich ervan dat zowel de rollen alsook de platen helemaal beschreven zijn met goede, zuivere en goed te lezen schrifttekens, en zij vragen zich af: "Hoe is dat nu mogelijk?"
Hoofdstuk 73: Raphaël schrijft alles over het geslachtsleven op. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "O liefste Helena! Jouw vraag is echt heel kort, maar een volledig antwoord zou op z'n minst wel een jaar duren! Daarom zullen we de beantwoording van je korte vraag maar naar later verschuiven en voor nu alleen maar dit ervan zeggen, dat de namen van alle sterrenbeelden precies dezelfde oorsprong hebben als de twaalf van de grote 'Zodiakos'. Deze kring met de Grieks klinkende naam wordt heel onjuist ook wel 'Dierenriem' genoemd, hoewel er ook namen van mensen en voorwerpen in voorkomen.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, dat heeft een heel betrouwbare getuige mij vannacht meegedeeld! Wel, hoe ging het verder na dit wijze en actuele onderricht? De paar mensen, die op deze wijze met weinig woorden juist waren voorgelicht, haastten zich vervolgens naar het vertwijfelde volk en riepen opgewekt: 'Troost, troost, troost en nogmaals troost! Wees kalm en luister voor je bestwil naar ons!' Daarna legden zij alles op een begrijpelijke manier aan het volk uit. Toen het volk begreep wat er aan de hand was, ontbrandde het in toorn en woede tegen u en gaf u vervolgens een voorproefje van een oordeelsdag van Daniël. Omdat ik door deze getrouwe berichtgeving nu maar al te duidelijk inzie dat in werkelijkheid niet de moedwil van de heidenen de oorzaak ervan is, maar dat uzelf juist eraan schuldig bent dat in deze nacht de toch zo mooie en belangrijke stad in de as gelegd wordt als gevolg van de rechtvaardige woede van het volk over uw bedriegerijen, zult u hopelijk wel inzien dat ik uw zeer brutaal gestelde verzoek niet alleen niet kan inwilligen, maar dat ik u daarentegen als vice-regent hier, in het belang van mijn keizer en in het belang van het volk, streng ter verantwoording zal roepen en tot volledige schadevergoeding zal veroordelen! -Dit onder voorbehoud dat alles zich zo toegedragen heeft als ik van een maar al te geloofwaardige getuige heb vernomen! -Wat heeft u daartegen in te brengen? Spreek, als u daar iets tegen in kunt brengen!"
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Geëerde gebieder, met uw scherpe verstand moet u zich toch allang ervan overtuigd hebben, dat deze overste van ons een groot rund is! Als ik of een ander van ons de inleiding had mogen houden, zou het proces allang beëindigd zijn. Geëerde gebieder, luister daarom niet meer naar hem, maar geef mij het woord!"
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Wel, ik kan u dat geheel naar waarheid uitleggen, maar wat zult u.daaraan hebben?! U kunt mij geloven zoals een blinde iemand gelooft, die hem van een bloem vertelt dat deze wonderbaarlijk mooi rood is. Zal de blinde ooit in staat zijn om zich zelf ervan te overtuigen dat die bloem werkelijk zo wonderbaarlijk rood is? Dat zal in dit leven wel moeilijk gaan en in het andere leven zal de vrije ziel zich daar beslist weinig om bekommeren, want daar zal zij zonder meer in één ogenblik meer kunnen overzien, dan wat hier in vijftig moeitevol doorleefde jaren met alle vlijt kan worden geleerd. "
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Kijk, zo heb Ik nu hier met één slag een aantal kwade vliegen platgeslagen, de leugenachtige priesters moesten op de loop en nu zullen ook de woekergrieken hetzelfde doen! Hun paleizen liggen in puin en hun grote akkers, tuinen en weiden zijn volledig weggespoeld. Als zij na de storm hun landerijen bekijken en zich ervan zullen overtuigen dat iedere toekomstige bewerking volkomen zinloos zou zijn, dan zullen zij hun biezen gaan pakken en zich merendeels naar Europa begeven. Daarna heb Ik altijd nog middelen genoeg deze streek in korte tijd weer zo veel mogelijk tot bloei te brengen."
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, zoals je hier nu met eigen ogen kunt zien, staan wij altijd klaar voor de eervolle dienst van de Heer en wij dragen Zijn wil van de ene oneindigheid naar de andere, en wees ervan verzekerd dat wij jou in je Pontus omgeving heel zeker zullen vinden en je altijd van alles op de hoogte zullen brengen wat je volgens Gods orde noodzakelijk moet weten! Wat er ook mag gebeuren, je zult, als je wil blijft zoals hij nu is, van alles wat voor jou nodig is ogenblikkelijk in kennis gesteld worden, en meer zul je voorlopig wel niet nodig hebben.
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...