Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1169 resultaten - Pagina 2 van 78

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Maar Ik waarschuw je, dat je zelf vast moet blijven geloven, anders zul je voor Mijn rijk maar weinig kunnen bereiken! Laat je niet op een dwaalspoor brengen door allerlei mededelingen, die je binnen enige jaren uit Jeruzalem over Mij zult ontvangen! Want Ik zal daar aan het gerecht worden overgeleverd, en zij zullen Mijn lichaam doden, maar op de derde dag zal Ik het weer levend maken, en op die wijze tot aan het einde der wereld bij en onder jullie blijven! Want het gespuis in Jeruzalem zal pas dan geloven, als het ervan overtuigd is dat Ik niet te doden ben!
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Nu het verheugt mij, dat u mij heeft opgezocht en ik hoop u nog nader te leren kennen! Weet u, ik sta niet afwijzend tegenover deze gedachte en geloof vast dat de Messias zal en moet komen! Volgens mijn berekeningen zou de tijd daar heel goed mee overeen kunnen stemmen, want de druk van de Romeinen is haast niet meer te verdragen! En waarom zou u niet de verwachte Messias kunnen zijn?! O dat neem ik direkt moeiteloos aan!
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Als hij op de eerste verdieping komt, ziet hij direct de voorspelde vleugel, loopt vol verrukking door de open deuren naar binnen, beziet de grote zaal en krijgt een flauwte van verbazing. Meteen lopen enige van de witte jongemannen op hem toe, helpen hem en brengen hem bij. Als hij een beetje bij zijn positieven is, komt hij weer naar Mij toe en vraagt Mij met een stem, die trilt van opperste verwondering: 'O Heer, ik smeek u, overtuig me toch of ik wel waak of dat ik misschien slaap en nu heel vast droom!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En zo zijn er op de aarde, waarop mensen en dieren en duivels meer dan eens onder een dak wonen en daar ieder op hun manier werken, niet zelden allerlei daden, werken en vruchten, die in hun aard en wezen slecht en onrein zijn. De mensen kunnen zich hier beter afzijdig van houden, als ze verschoond willen blijven van al het mogelijke kwade van de aarde. De Heer heeft daarom door Zijn knecht Mozes vast laten stellen, wat rein en goed is, en de Heer heeft de mensen het gebruik van onreine dingen, waaraan ook boze geesten werken, ontraden, - en dat is een voortreffelijk voorschrift. Maar alles wat u hier wordt aangeboden om van te genieten, is rein, omdat het voor u op zo'n wonderbare manier uit de hemel hierheen werd gebracht, daarom kunt u zonder bezwaar van alles genieten! Want wat de Vader uit Zijn hemel geeft is rein en goed, en helpt het leven van de ziel en de geest eeuwig vooruit.'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na dit antwoord vraag Ik de overste of er geen zieken in dit plaatsje zijn. En de overste zegt: 'Mijn vriend, als u soms ook iets van de geneeskunde afweet, genees dan mijn vrouw! Want ze lijdt nu al een heel jaar aan een onbekende ziekte, waar geen dokter raad mee weet. Misschien gelukt het aan uw grote wijsheid, om vast te stellen wat de kwaal is, en mijn vrouw te genezen!?'
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Goed, als u dan overal verstand van hebt, waarom hebt u dan tekenen nodig? Wanneer u zo wijs bent dat u denkt net als God overal verstand van te hebben, dan moet u zonder meer toch vast kunnen stellen, of Ik de waarheid verkondig of niet! Waar hebt u dan die tekenen voor nodig?! In bijna drie en een halve dag zijn hier een groot aantal zeer bijzondere tekenen gedaan, waar honderden betrouwbare getuigen voor instaan dat ze echt waren; als dat voor u niet voldoende is, dan zullen uw boosaardige harten de nieuwe tekenen ook beneden de maat vinden! Wees daarom zo verstandig om zelf hier vandaan te gaan, anders zult u met geweld verwijderd worden!'
Hoofdstuk 77: De Heer weet de juiste maat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De zielsziekten van kinderen kan men het beste genezen door een goede vast omschreven tucht, waarbij de roede niet ontbreken moet; de zielsziekten van volwassenen worden echter genezen door wijze en liefdevolle raad, door degelijke leer en onderwijs, door uit zuivere liefde opwellende vermaningen en door het wijzen op de onafwendbare ernstige gevolgen, die anders zullen ontstaan als de zwakke ziel de goede raad niet opvolgt. Als bij de erge verstokten, ofwel blinde en dove zielen, dit alles geen resultaat meer oplevert, dan pas wordt het tijd om zulke wezens een strengere en krachtiger behandeling te geven, waarin echter de naastenliefde toch ten volle aanwezig moet zijn, want zonder naastenliefde rust er geen zegen op een krachtiger behandeling!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De berouwvollen zeggen: 'Daar hebben jullie wel gelijk in. De priesters in Jeruzalem kun je wel goed ompraten, vooral als er dan voldoende naar hun wens geofferd wordt! Maar Hij Iaat zich niet ompraten, al gaf Je Hem de hele aarde cadeau! Daardoor is het wel wat hard en moeilijk om met Hem te leven; maar Hij is nu eenmaal vast en zeker op z'n minst een grote profeet, en Zijn woorden zijn stuk voor stuk vol waarheid, vol kracht en leven, en de natuur, die zelf niets zeggen kan, gehoorzaamt op Zijn wenken! Wat kunnen we dan anders doen dan blijven, zolang Hij ons Zelf niet wegstuurt?! Want de daden, die wij Hem hebben zien doen, heeft nog nooit een mens verricht, en wij blijven daarom in ieder geval bij Hem!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Ja, ga en doe dat; want Mijn leerlingen moeten ook hun wereldse huishouding in orde hebben! Regel echter jullie huishouding vast voor de komende paarjaar en verhuur deze aan een arm persoon, maar wel kosteloos! Want jullie als Mijn broers en leerlingen mogen in de hele toekomst van niemand huur of loon vragen, maar alleen maar dat aannemen wat men je vrijwillig zal geven!' De broers en ook Maria beloven dat en vertrekken naar Nazareth.
Hoofdstuk 89: Twee rustdagen in Kana. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (Toen merkte de vader, dat het op hetzelfde uur was, toen Jezus tegen hem had gezegd: 'Uw zoon leeft!' En hij geloofde met zijn gehele huis. Joh. 4:53) Toen hij dat van zijn knechten hoorde, rekende hij het na en stelde vast dat het precies op het moment gebeurd moest zijn, waarop Ik tegen hem gezegd had: ' Je zoon leeft'. Rustig liep hij toen verder naar huis. En toen hij daar aankwam, kwam overste Cornelius hem al met de geheel gezonde en opgewekte zoon tegemoet en zei tegen hem: 'Nu broer, heb ik je naar de echte genezer gezonden of niet?!'
Hoofdstuk 90: De genezing van de vorstenzoon. (5/6.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Zie je, Mijn beste broeder Johannes, daarom is er een zeer groot verschil tussen die twee tekenen! Het eerste geeft aan hoe geestelijk ziek de hele wereld is, en Ik zegje: in nog diepere zin, ook de hele oneindigheid! Het tweede teken betekent alleen maar, dat wat Ik je daarnet verklaard heb. Nu weet je dus, wat jij en wat Matthéus vast moet leggen.
Hoofdstuk 100: De wonderbare visvangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen alle aanwezigen het avondmaal genuttigd hadden, en Judas vast in slaap op een strobed in het voorhuis lag, brachten dezelfde Joden uit Kapérnaum, die de vorige dag de priesters, schriftgeleerden en Farizeeën op de proef stelden, een aantal bezetenen en andere zieken, die last hadden van allerlei kwalen, en vroegen Mij zeer dringend, of Ik ze allemaal genezen wilde!
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar daarop antwoordden ze: 'Dat u een zoon van de timmerman bent, heeft er niets mee te maken! Als de timmermanszoon door God uitverkoren wordt om een profeet van het volk Israël te worden, dan is hij een profeet, ook al zou hij duizendmaal een timmermanszoon zijn; want ieder mens is dat, wat hij van God uit is, en nooit wat zijn ouders waren! En daarom geloven wij allen vast en zeker, dat u in de eerste plaats een echte door God gewijde profeet bent, en in de tweede plaats dat u ons daarom allen kunt helpen, zoals u ook de zoon van de stadhouder en de knecht van de hoofdman hebt geholpen!'
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Tijdens deze toespraak luisterden er ook enige Joden mee en die zeiden nu: 'Je vindt weliswaar dat we dom zijn, maar we weten er toch meer van dan jullie. Kijk, deze veronderstelde god van jullie is waarschijnlijk een magiër uit Perzië, of de beroemde Jezus uit Nazareth, van Wie we al grote dingen gehoord hebben. Voor de rest zijn we het geheel met jullie eens, dat we hem zeer nadrukkelijk moeten vragen om deze streek te verlaten; want zulke mensen bevorderen nooit het geluk van een land, -dat weten we uit de tijden van onze profeten. Als onze God bepaalde mensen in een land opwekt tot profeten, dan staat het ongeluk van zo'n land al vast!'
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Als de ziende dan om de blinde lacht en, terwijl ze zich vlak bij het huis bevinden en nog maar tien passen van het voorhuis af staan, tegen de blinde zegt: 'O, dan ben je helemaal verkeerd gegaan! Geef mij je hand; ik zal, hoewel het tamelijk ver is, op je verzoek je toch thuis brengen!' De blinde is daar erg blij om en bedankt de ziende begeleider vast vooruit. Deze leidt, in zichzelf gniffelend, de blinde twintig keer om zijn huis heen en zegt tegen hem, terwijl hij inwendig erg veel plezier heeft: 'Nu vriend, wij zijn er; daar is je huis!' De blinde bedankt hem nog heel hartelijk; de ziende lacht inwendig, omdat de grap gelukt is!
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...