Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

282 resultaten - Pagina 2 van 19

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19
[27] Maar voor deze Jezus is, net als voor God, alles mogelijk! Voor Zijn wil is een berg net zo nietig als een zonnestofje! Aarde, lucht, wind, water en vuur gehoorzamen Hem als lammetjes hun herder, en de bliksem leidt Hij duizend keer beter dan de beste schutter de pijl van zijn boog! -Wat volgt hier echter uit? Nu vraag ik u, als onze overste daarover ons uw mening te geven!"
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Het mooiste voorbeeld ziet men echter bij uw Mozaïsche godsdienst! Lees Mozes en kijk daarna naar de tempel, en zeg mij of er nog wel iets aanwezig is van de oude wijsheidsleer! God zelf moet in de woestijn aan de Rode zee vanaf de Sinaï onder bliksem en donder aan het bevende volk Zijn waarlijk heilzame voorschriften op stenen tafels gegeven hebben en het oude verbond tussen Hem en Zijn volk hebben bevestigd. Die het waagden afvallig te worden, werden ogenblikkelijk gestraft met allerlei kwalen en zelfs met de dood! Maar waar was dat allemaal goed voor? Vraag maar eens naar de afgrijselijke mysteriën van de tempel en ze zullen u de voor de hand liggende bewijzen leveren van de vergankelijkheid!
Hoofdstuk 106: Hoe de Romeinse hoofdman de wereld ziet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] PETRUS zegt: "Geloof jij dat onze Heer met al Zijn wonderkracht veilig is voor de arglist van de tempelpriesters? Als Hij niet tegen deze vader en moedermoordenaars als een rechter, met vuur en bliksem uit de hemelen vernietigend, optreedt, is Hij in korte tijd ondanks al Zijn macht en wijsheid een offer van hun nooit te verzadigen wraakzucht! Ja een Jood is tot grote dingen geroepen en kan een engel zijn, maar er is ook geen duivel, die nog slechter zou kunnen zijn dan een slechte en verdorven Jood!
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] De ENGEL maakt alleen een heel sierlijke buiging voor de kleine Jarah en zegt: "O heerlijke gebiedster in naam van de Heer! Kijk slechts naar..alle zijden van de berg en je zult zeker tevreden over mij zijn! Kijk, bij tijden zijn wij wel eens langzaam in onze daden, maar als het nodig is ook sneller dan de bliksem!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Onze vaderen beefden aan de voet van de Sinaï, toen Hij met donder en bliksem op de brandende berg aan Mozes de heilige wetten der liefde gaf! En toen Mozes van de berg afdaalde straalde de goddelijke majesteit van zijn gelaat sterker dan de middagzon, en hij moest zijn gezicht met een driedubbele doek bedekken, opdat het volk hem kon naderen. Nog lang nadien profeteerden de heilige zieners des Heren wanneer, na voorafgaande voorbereiding, hun hoofd korte tijd met de doek van Mozes werd bedekt, en heden verbazen wij ons nog over hun grote wijsheid! En hier is Hij Zelf, die op de Sinaï donderde! De Sinaï ging gloeien onder de stappen van Zijn voeten, -kunnen wij dan in Zijn almachtige tegenwoordigheid koud blijven als een barre winternacht?! Sta daarom op en snel naar Hem toe, want Hij alleen is meer dan heilig! Alleen Hém komt alle eer toe, alle roem, alle liefde en alle aanbidding!"
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Bij deze woorden van de hoofdman stortte de satan als door de bliksem getroffen op de grond en liet een geweldig gebrul horen als van een hongerige leeuw. Maar Ik wenkte engel Raphaël om hem onder handen te nemen.
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen wij echter heel onschuldig met dat verzamelen bezig waren, zagen wij opeens een felle bliksem, waar een ontzettend harde donderslag op volgde. Wij vlogen hals over kop naar de oever, vergaten daarbij onze verzamelde mooie mosselen en dorsten ze toen ook niet meer te gaan halen en ze bleven dus daar waar wij ze vonden, behalve een paar die ik in mijn zak had gestoken. Maar pas nadat, zo ongeveer in de derde nachtwake, de zee weer als voorheen de oevers vulde en bespoelde, begon het ons steeds meer bezig te houden wat er met deze toch behoorlijk grote zee gebeurd zou kunnen zijn, om opeens zo helemaal tot op de laatste druppelleeg te kunnen lopen!
Hoofdstuk 160: De nachtelijke belevenissen van de schippers.(11.4.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Kortom, wie de tempel niet rechtstreeks met bliksem, donder en zwavelregen uit de hemel aanvalt, richt weinig of niets tegen de tempel uit!"
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Nu lezen wij echter met wat voor ongehoorde inzet van goddelijke macht en kracht de tien geboden, onder bliksem en donder die de einden der aarde deden beven, door God werden gegeven en hoe die verschrikkelijke, goddelijke ernst gedurende enige eeuwen nog meermalen op allerlei plaatsen is opgetreden. Hoe vaak is dit volk volgens de geschriften der grote en kleine profeten door God niet gewaarschuwd! Maar wat heeft dat voor deze tijd voor nut gehad? Hoe het er nu met ons voor staat weten wij, en meer hoef ik je niet te vertellen! Heus, als er een hel bestaat dan kan het er daar onmogelijk nog slechter uitzien!
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Wij hebben ons beter inzicht en onze betere kennis, die natuurlijk met nog heel veel vuil vermengd zijn, enkel en alleen aan de vaak herhaalde omgang met Romeinen en Grieken te danken. Maar als wij dan weer in Jeruzalem teruggekeerd zijn, en wel in de tempel, dan waren veertien dagen genoeg om ons door allerlei mystieke wijs klinkende frasen weer zo dom mogelijk te maken. Is het een wonder, als er bij zo'n buitengewone gelegenheid zich uit die holle frasen in onze ziel vanzelf een paar van zulke duistere wolken aan de hemel vormen voor de toch al zwak schijnende jonge zon der kennis. Op bepaalde momenten maken die het dan zo duister, dat wij bij verschijnselen van buitengewone aard ons net zo voelen als een wandelaar in het middernachtelijk donker, die tijdens een uit de wolken flitsende bliksem wel het rotsachtige pad ziet, maar daar weinig aan heeft, omdat op zo'n kortstondige verlichting meteen weer een nog dikkere duisternis volgt!
Hoofdstuk 243: De verontschuldiging van de jonge Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Maar Ik zeg jullie dat .het toch altijd moeilijk zal zijn om alleen .bij de zuivere, naakte waarheld te blijven. Het wereldse verstand, dat zich op verscheidene plaatsen buitengewoon zal ontwikkelen, zal niet inzien dat Ik Degene kan zijn, geestelijk gezien, die eens op de Sinaï aan Mozes tijdens donder en bliksem de wetten gaf en hem de vijf boeken dicteerde en die met Zijn wijsheid, macht en sterkte de gehele oneindigheid onderhoudt en regeert! Zelfs een aantal van jullie gelooft dat nu nog niet helemaal, terwijl je toch uit de eerste hand getuige bent van wat hier gebeurt en ook wat op andere plaatsen is gebeurd, dat Ik geheel één ben met de Vader in de hemel. Wat zullen de grote, wereldse geleerden er dan van zeggen als dat getuigenis hun oren uit de duizendste hand zal bereiken?!
Hoofdstuk 16: Over de verhoging en kroning van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] RAPHAËL zegt: "Heel juist, maar Archimedes was een draaier en ontdekte uit zichzelf zowel de grondbeginselen van de zeer bruikbare brandspiegel, van de cilinder en schijven die de bliksem veroorzaakten, als vooral van de hefmachine, door het fortuinlijke gebruik van zijn speciaal daarvoor uitgevonden en precies berekende schroef, na welke uitvinding hij zei: 'Geef mij buiten de aarde een vast punt en dan hef ik de gehele wereld uit haar voegen!'
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Iets nieuws zal hen altijd nieuwsgierig maken en inspireren, maar als de mensen er ook maar even aan gewend zijn, wordt voor hen ook het verhevenste al gauw alledaags, waardeloos en onbelangrijk! Wil het nog iets inspirerends voor hen hebben, dan moet het meerdere malen met allerlei opvallende zaken opgefrist worden, zonder daarbij de hoofdzaak ingrijpend te veranderen. Anders gaat de mensheid onder voortdurende bliksem en donder uit pure verveling opnieuw gouden kalveren maken en vrolijk daaromheen dansen.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Als een weerprofeet kwam hij nu de berg af en zei tegen de oude Marcus: "Beste buurman, er zijn zo veel gasten hier en binnen een half uur zitten we allemaal in een razende storm met onweer! Heb je wel voldoende onderdak om ons allen voor mogelijke ongemakken te beschermen? Want bij zo'n storm is het niet veilig om buiten te blijven! De wind en de regen zijn nog niet het ergste, maar hagelstenen en bliksem zijn niet zo prettig om in de open lucht mee te maken! Als je soms te weinig onderdak hebt, moeten wij voorzorgsmaatregelen treffen!"
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Vele omstanders herhalen deze woorden van de oude Marcus luid en vol vertrouwen en IK zeg: "Goed dan! Maar als er nu eens een harde hagelbui zou komen met daarbij bliksem en een wolkbreuk?"
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19