Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3506 resultaten - Pagina 2 van 234

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] Zie, hij zou heel vriendelijk naar je luisteren, hij zou zich met het vriendelijkste gezicht door jou alles over Mij tot in details laten vertellen! Hij zou je zelfs met kleine tussenwerpingen en schijnbare twijfels tegemoet treden, - maar alleen om je enthousiaster te laten praten; maar hij zou ook meteen anders kijken zodra hij merkte dat hij bijna alles van je te horen had gekregen! Op een geheim teken zou er dan een groot aantal vermomde mannen verschijnen, jou gevangen nemen, en het zou al heel wat zijn als je dan nog ooit het daglicht zou zien! Daarna zou zo'n hogepriester in samenwerking met Herodes er onmiddellijk een heel leger onder het uitloven van hoge premies op uitsturen om Mij te arresteren en alle joden in heel Galilea laten kwellen omwille van Mij - op alle plaatsen waar men Mij met Mijn leerlingen ook maar heeft ontvangen.
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] In het huis van Simon Petrus waren enkele kleine kinderen uit de buurt; één van hen riep IK bij Me en plaatste het direct in het midden van de vragende leerlingen (Matth. 18,2) en zei tegen hen: Waarlijk, als jullie je niet afkeren van dergelijke wereldse, hoogdravende gedachten en niet even deemoedig worden als deze kinderen, komen jullie zelf, ofschoon jullie nu Mijn leerlingen zijn, het hemelrijk niet binnen! (Matth. 18,3)
Hoofdstuk 244: De grootste in het hemelrijk. Over de ergernissen (Ev. Matth. 18. 1-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] De leerlingen namen de grootste korven en verzamelden de overgebleven brokken bij allen die daar te eten hadden gekregen, en zij vulden daarmee -let wel -van die vijf kleine gerstebroden, twaalf grote korven tot de rand. (Joh. 6, 13)
Hoofdstuk 41: De spijziging van de vijfduizend (Ev.Joh. 6,1-15) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarop kwamen de leerlingen weer bij ons, behalve Judas Iskariot. Die nam zich nog de moeite persoonlijk de bewoners het gebruik van verschillende gereedschappen uit te leggen, en in ieder huis at en dronk hij, want hij wilde voor zijn onderricht toch wel iets hebben. Wij gunden hem echter zijn plezier en gingen onder het voeren van menig goed gesprek terug naar Chotinodora. Toen wij daar aankwamen, ging de zon al bijna onder en wij waren dan ook wat moe geworden en gingen Joreds huis binnen naar de reeds bekende zaal. Daar waren ook de beide leerlingen met de vier priesters die daar door hen onderwezen werden, en al gauw kwamen er een aantal mensen uit het huis en uit de stad, die graag wilden weten wat er tijdens de kleine reis naar het vissersdorpje allemaal gebeurd was.
Hoofdstuk 100: De terugkeer naar Chotinodora - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] De leerlingen vroegen Mij en haar nu om vergeving voor hun kleine ongeduld.
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Beste vriend en zelfs broeder! Wees maar niet bang, want Ik heb Mijn leerlingen alleen maar verteld, hoe en wat jij volkomen volgens Mijn wil met de Farizeeën, met de zieken, met die hoofdlieden en tenslotte met de waard en nogmaals met de genezenen besproken hebt! Jij bent voor Mij werkelijk tot een degelijk werktuig tegen Mijn vijanden geworden; en omdat jij Mij trouw was in het kleine, zal Ik je ook over grotere dingen stellen.
Hoofdstuk 212: Het etenswonder van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar wanneer Ik hier onder Mijn geestelijk nu bijna reeds volmaakte leerlingen en vrienden een kleine uitzondering maak van Mijn oereeuwige orde, wordt geen enkele ziel daardoor tot een voor haar verderfelijke luiheid en blijvende passiviteit gebracht, en heb Ik hiermee jullie allemaal laten zien dat bij God alles mogelijk is.
Hoofdstuk 212: Het etenswonder van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Bij de herberg aangekomen zeiden enkele leerlingen: 'Heer, wij hebben nu een heel lange weg afgelegd en hebben dorst gekregen! Zou U het goed vinden als wij hier een kleine verfrissing namen en ons water lieten geven om onze dorst te lessen?'
Hoofdstuk 1: De Heer ontmoet een groep arme bedevaartgangers (ca. 17.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Toen de leerlingen dat van Mij hoorden, gaven ze toe, en wij liepen rustig verder; zo kwamen wij weldra bij de moerbeiboom, waarin de kleine Zacheüs, de overste van de tollenaars, op ons wachtte.
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De waard zei: 'Ja, ze hebben het wel geprobeerd; maar het is hun niet gelukt. Ook die Johannes is daarom al een paar keer hier geweest; maar hem lukte het ook niet om mijn zoon het licht in zijn ene oog terug te geven. En dus moet hij zijn kleine ongemak maar met geduld verdragen. Omdat ik van mening was dat jullie wellicht de nog machtiger leerlingen van de Heer waren, heb ik hem mee naar binnen genomen, in de hoop dat jullie hem misschien kunnen helpen. Maar aangezien jullie dat niet zijn, kan hij wel weer in de keuken aan zijn werk gaan!'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Na deze woorden van Mij wierpen alle aanwezige bewoners van dit kleine bergdorp zich voor Mij op de knieën en dankten Mij voor de genade die Ik hun had bewezen. De oude man en de man die volledig genezen was konden door hun tranen van louter dankbaarheid nauwelijks spreken. Maar Ik beval hen op te staan en nu opgewekt aan het werk te gaan, wat ze dan ook deden; alleen de oude en de genezene bleven nog en keken met gelukzalige blikken naar Mij en Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 62: De belofte en de zegen van de Heer voor dorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Terwijl Ik de leerlingen dit over het dichte bos uitlegde, kwamen wij op een meer open plek in het bos, die omgeven was door oude ceders. En daar stond een ceder, die hol was en een groot aantal bijen in zich borg, die zoveel honing bereidden dat deze, omdat de bijen hem niet konden opeten, overal rijkelijk uit de scheuren en spleten van de machtige boom stroomde; zodoende was er iets lager dan de boom en een eindje er vanaf een kuil te zien, die als een kleine vijver met de beste honing gevuld leek te zijn, en al gáuw ontdekten de leerlingen een klein stroompje, dat van die ware honingvijver naar rechts ver het bos in liep.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Wij aten en dronken nu welgemoed en Mijn leerlingen gaven het werkelijk zeer vrome gezelschap heel veel ten beste van wat wij allemaal hadden meegemaakt op onze tochten kriskras door het land. Dat deed ons kleine gezelschap buitengewoon veel plezier, en er werd daarbij van beide kanten veel gesproken over wat hun gemoederen bezighield, waarbij men ook vaak moest huilen.
Hoofdstuk 97: In de herberg te Kana (26.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De knechten, de leerlingen en ook de Samaritanen zeiden tegen Kisjonah: 'O beste vriend, niet slechts één keer, maar nog verschillende keren zullen wij het net in het water gooien, als de Heer en jij het goed vinden; want met zo'n winst is het werk die kleine moeite wel waard!'
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Toen zeiden verschillende leerlingen onder elkaar: 'Anders weet Hij toch de meest geheime gedachten van een mens, en Hij heeft al verscheidene keren de verre toekomst voor ons en vele andere mensen precies onthuld; waarom wist Hij dan deze keer niet dat de bewoners van dit kleine plaatsje niet thuis zouden zijn? Eigenaardig, echt eigenaardig! Als Hij het echt niet wist, had Hij ons en Zichzelf deze zeereis kunnen besparen; maar als Hij het wist en deze reis enkel heeft ondernomen om ons geloof op de proef te stellen, dan weet Hij toch dat wij allemaal zonder twijfel in Hem geloven en aan Zijn kant staan, anders zouden we Hem niet bijna tweeënhalfjaar lang overal gevolgd zijn! Waar is een nieuwe beproeving van ons geloof dan goed voor?'
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...