Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

640 resultaten - Pagina 2 van 43

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Want waarlijk, Ik zeg jullie: Er is voor een mens niets heilzamer dan zo nu en dan zichzelf innerlijk te onderzoeken! Wie zichzelf en zijn krachten ontdekken wil, moet zich meermalen zelf onderzoeken en innerlijk bekijken.
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Zolang de aarde in haar noodzakelijke, uiteenlopende structuur ergens tot nadenken stemmende vormen zal vertonen, zolang zullen ook haar mensen, die door verschillende oorzaken geestelijk blind en lichtschuw zijn, in hun verstandelijke fantasieën allerlei karikaturen produceren en daaraan buitengewone goddelijke krachten en uitwerkingen toedichten, omdat zij door hun blindheid de ware oorzaak niet kunnen ontdekken.
Hoofdstuk 4: De druipsteengrot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Ik zal het goud en zilver niet rechtstreeks aan de mensen geven, want dan is het echt een vergif voor de zwakke aardse mensenharten, maar ik zal onderdak en bezit aan de dak en bezitlozen geven, met daarbij belastingvrije grond en vee, en brood en kleding. Aan ieder die ik gelukkig zal maken, wordt Uw woord gepredikt en Uw naam zal aan hem worden bekendgemaakt opdat hij duidelijk weet, aan wie hij alles te danken heeft, en dat Ik slechts een slechte en trage dienaar ben! - O Heer, sterk mij steeds als ik in Uw naam zal dienen! Mocht ik ooit lust hebben om ook maar één zintuig naar de wereld te richten, laat dan al mijn krachten zwak worden, zodat ik zal merken dat ik een zwak mens ben en niets uit eigen kracht kan volbrengen!"
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar hier met Jezus, de Heer, is het heel wat anders! Bij alle profeten moest aanhoudend bidden en vasten vooraf gaan aan een wonder, tot God hen waardig genoeg vond om door hen een wonder te laten verrichten. De magiërs moeten een toverstaf hebben en een aantal andere tekens en formules. Daarbij hebben ze nog een aantal zalven, oliën, watertjes, metalen, stenen, kruiden en wortels bij zich, waarvan ze de verborgen krachten kennen en die ze bij hun werkzaamheden aanwenden; -maar waar heeft iemand ooit bij Jezus, de Heer, zoiets gezien!? Geen spoor van bidden en vasten, tenminste niet gedurende de korte tijd dat ik de genade heb Hem te kennen. Van een toverstaf en al die andere magische middelen is nog minder iets te vinden!
Hoofdstuk 15: Philopolds getuigenis over de godheid van Jezus.(17.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De OUDSTEN zeggen: "Wij zijn geen artsen of apothekers die de krachten der natuur onderzoeken en deze in hun kunst weten te gebruiken; net zomin zijn wij vertrouwd met de toverkunst, die men van de duivel kan leren, want dat zou de grootste zonde tegen God zijn, en daarom kunnen wij niet weten door welke kunst of macht jij haar hebt opgewekt! Het staat daarom vast dat wij ons door dergelijke tekenen niet op een dwaalspoor kunnen laten brengen wat betreft ons geloof in Mozes en de profeten, of over de uitlegging van de Schrift, die door de tempel met bij de hemel gezworen eden bekrachtigd is! Tekenen worden er nu gedaan door verscheidene magiërs, die voor een deel uit het morgenland hierheen komen en waarvan er ook veel uit Egypte komen; allemaal doen ze wonderlijke dingen, die geen Jood begrijpt en ook niet begrijpen wil en mag, omdat al dat soort toverachtige zaken duivels zijn! En dat alles bij elkaar betekent, dat jouw tekenen, omdat ze ook verwant kunnen zijn aan de. toverij, voor ons .geen waarde hebben, en .ons alleen maar tonen, dat je ze met succes uit weet te voeren en daarin dus een groot meester bent. Maar dat we vanwege jouw tekenen ook jouw leer, die wij walgelijk vinden, moeten aannemen,. daar denken we niet aan! Want een dokter is voor ons nog lang geen prester, en nog minder een profeet -en dat ben jij al helemaal niet, want we kennen je toch al bijna dertig jaar, net zoals wij je vader hebben gekend! Zorg er dus maar voor dat je met je leeglopers snel uit de school verdwijnt, want anders zouden wij geweld moeten gebruiken!"
Hoofdstuk 19: Onbeschaamdheid en verwarring bij de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen ik echter zo bad, kwam er een mens aan het venster van mijn kamer en zei: 'Waarom twijfel je, terwijl de hulp zo dichtbij is?! Ga naar het huis van Jozef! De heiland Jezus is daar; Hij alleen kan en zal je helpen!' - Toen raapte ik al mijn krachten tesamen, liet mijn zieken, die ik toch al niet helpen kan, onder Gods hoede achter en begaf mij op de niet zo lange weg hierheen naar u. En omdat ik zo gelukkig was u, goede beste heiland, aan te treffen, vraag ik u nu met alle kracht die in mij is of u zou willen komen om mijn zeventien zieken te helpen, die heel erg onder de onbekende ziekte te lijden hebben!"
Hoofdstuk 33: Genezing van de zieke familieleden van een oude Jood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Alle krachten die de mensen gegeven zijn en die zich aanvankelijk voordoen als moeilijk te beteugelen hartstochten, moeten in staat zijn om zich zowel naar boven als naar beneden volledig te ontwikkelen, omdat de mens anders maar lauw water zou blijven en in een stinkende traagheid zou verzinken.
Hoofdstuk 60: Het nut van de hartstochten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De burgers gaan nu naar huis en brengen de genezen man terug bij zijn kinderen en zijn zeer bedroefde vrouw, die eerst haar ogen nauwelijks gelooft, maar dan direkt in een tranenstroom van dank en vreugde uitbarst. Met haar tien kinderen snelt zij het huis uit naar Mij toe, en samen met haar kinderen dankt zij Mij op haar knieën voor de ongekende weldaad, die haar en haar kinderen bewezen was. Daarbij vraagt zij Mij of zij Mijn huis met alle mogelijke tot haar beschikking staande krachten mag dienen, benevens ieder ander die Ik haar ook maar zou willen aanbevelen!
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Bij deze woorden loopt JOSOË vlug om de hele tafel heen, omarmt Mij en zoent Mij bijna half dood en zegt dan heel uitgelaten, maar tevens met een zeer wijze blijheid: "Kijk hierheen, alle hemelse geesten, machten en krachten, en bedek je aangezicht! Want dat wat hier gebeurde hebben jullie nog nooit beleefd! De eeuwige heilige Vader, die hier bij ons in de Zoon Jezus persoonlijk aanwezig is, laat Zich tastbaar liefkozen door een van Zijn schepselen!
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: " Alles moest zo gebeuren! Kijk, spoedig wordt het herfst en dan komt de winter. De oogsttijd is nabij en Ik moet er op uit om arbeiders in dienst te nemen voor veld en wijngaard. Als voor dit jaar alles voorspoedig is binnengehaald, is het goed rusten in de winter; als dan het voorjaar komt, zullen we weer met vernieuwde krachten volop werk krijgen.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[25] Wie zijn krachten kent, kan daarop ook vertrouwen voor zover hij uit ervaring de zekerheid heeft gekregen, dat deze krachten voldoende zijn om iets te volbrengen. Als de mens echter zijn geloof in het gelukken groter zou maken dan zijn krachten reiken, zal naar mijn mening dat geloof meteen begeleid worden door twijfel als hij een opdracht ziet, waarvan hij zich maar al te zeer bewust is, dat zijn krachten daarvoor verreweg niet toereikend zijn.
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Tenslotte, vriend: hoewel ik mij nooit zo ver zou willen overschatten dat ik me zou inbeelden in staat te zijn om u les te geven, geloof ik toch ergens -afgezien van uw ontzaglijke kennis van de geheime krachten der natuur -ten opzichte van de mensenkennis iets te begrijpen. Daarom raad ik u aan, als iemand, die net als u een mensenvriend is, de grote plaatsen, waar de mensheid te grondig verdorven is, meer dan de ergste pest te mijden, anders zal de aardbodem niet lang meer door uw heilbrengende voeten betreden worden!
Hoofdstuk 106: Hoe de Romeinse hoofdman de wereld ziet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Voorheen heb Ik je toch al gezegd dat alle machten des hemels en krachten der aarde Mij ieder ogenblik ten dienste staan, maar jij wilde het niet geloven! Nu wil je hopelijk wel geloven dat Ik eeuwig geen dood te vrezen heb, en dat ook Ik een Heer ben, die wat te zeggen en te bevelen heeft!"
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Wel, als men de naaste zó liefheeft, dan heeft men God daardoor ook al lief. Bedenkt men echter bij de liefde tot God, dat God Zelf de eerste en volmaaktste liefde moet zijn, en alleen als gevolg daarvan de zinnen en geestenwereld heeft geschapen, dan moet deze zuivere gedachte wel de hoogste liefde tot God de Schepper opwekken in de geschapen mens, en de mens kan er dan niet meer onderuit om God, als de liefdevolste schepper aller dingen, boven alles, met al de krachten die in hem leven, lief te hebben.
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zeg: "Breng dat, wat in de provisiekamer is, binnen, want nu zijn jullie allen Mijn gasten! Mijn leerlinge['" de twee Essenen en de Farizeeën hebben jullie klaargemaakte spijzen al gehad. Stoor ze niet, want in Mijn naam wacht er op hen nog een belangrijke zaak, die hun krachten tot na middernacht zwaar op de proef zal stellen." -Toen gingen de dienaren de hemelse kost halen.
Hoofdstuk 115: Jarah ziet de geopende hemel.(17.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...