Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2225 resultaten - Pagina 2 van 149

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Als je meer thuis was gebleven zou je allang dezelfde levenservaringen hebben opgedaan als heel veel anderen die jou daar wel over verteld hebben, maar wier verhaal jij steeds tot een lichtgelovige zelfbedrog verklaard hebt. Daardoor heb jij je ook steeds meer alleen maar buiten je huis opgehouden en er slechts zelden een vluchtige blik in geworpen; daarbij heb je je altijd maar meer geërgerd, omdat je als gevolg van de verblinding van je innerlijke gezicht door het licht van het uiterlijke wereldse verstand steeds minder en slechter kon onderscheiden wat er in jouw levenshuis aanwezig was. En je hebt jezelf gestraft doordatje met je uiterlijke wereldse licht de eeuwige dood en het eeuwige niet-zijn als de grootste weldaad beschouwde, en nog beschouwt, voor een wezen dat nu eenmaal tot een zelfbewust bestaan is geroepen.
Hoofdstuk 172: Het verkeer met gene zijde Het innerlijk geestelijk gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Want ik had zo gedacht: U hoeft het maar te denken en daarna met Uw wil te zeggen: 'Er zij!', en dan is datgene wat U door Uw wil al helemaal voltooid tot bestaan hebt geroepen, er al; want dat hebt U destijds immers ook moeten doen, toen U de hele aarde vanuit Uzelf tot bestaan hebt geroepen en met haar geleidelijk aan ook alles wat erin, erop en erboven is. En toen alles wat U op aarde wilde hebben klaar en voltooid bestond, was het voor U even gemakkelijk om in alle planten, dieren en mensen het vermogen tot voortplanten en vermeerderen te leggen, al naar de soort van Uw tot leven gebrachte schepselen.
Hoofdstuk 208: De wonderbare spijziging in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Want in ieder mens ligt ten eerste reeds een innerlijke drang om Diegene te zoeken die de wereld en alles wat daarop is heeft geschapen, omdat zo iemand wel inziet dat de Schepper van al die grote dingen uiterst wijs, uiterst machtig en uiterst goed moet zijn, en dat een mens die Hem aldus herkent, Hem wel boven alles moet achten en liefhebben en dan ook zijn medemensen, die voor hem een even wonderbaar werk Gods zijn, evenzeer moet achten en liefhebben als zichzelf. Dat zijn twee wiskundige waarheden, waartegen niemand enige twijfel kan inbrengen. En dan komt ten tweede het feit dat de mens die helder begrijpt dat Gods macht en wijsheid al die dingen heeft geschapen, daarna ook moet inzien dat God dergelijke wonderen niet tot bestaan heeft geroepen om alleen van vandaag op morgen, als het ware als tijdverdrijf van de Schepper te bestaan, maar dat zelfs het kleinste van Zijn werken voor eeuwig een steeds hogere bestemming in zich draagt.
Hoofdstuk 220: Over het doen van wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Een van hen, die al eerder als woordvoerder voor de anderen was opgetreden, zei: 'Heer, wij zien nu wel heel duidelijk in dat in U werkelijk al Gods kracht belichaamd is; maar als wij dat inzien, moeten wij dan niet bang zijn om tegenover Hem te staan, wiens adem ons in het leven heeft geroepen en die ons vanwege onze vele zonden weer met één ademtocht zou kunnen vernietigen? Want zie, hoe erbarmelijk wij in Uw ogen zijn en hoe nutteloos in wat we doen -dat is ons nu heel duidelijk geworden, nadat onze ogen de werken van Uw macht mochten zien! Wij zijn daarom bang, hoe wij voor U kunnen bestaan!'
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[32] "Zie, hier sta ik voor jullie ogen en bedeesde harten, een gevreesde en verscheurende wolf, geroepen en gewekt door de grote barmhartige liefde van de almachtige, heilige God om jullie Zijn heilige wil te tonen. Hij is een eeuwige kracht, vol van het hoogste, meest volkomen leven uit en in Zich, onzichtbaar voor alle wezens die zich onheilig geplaatst hebben in Zijn genade, terwijl Hij de Allerheiligste is. Hem hebben jullie op zeer smadelijke wijze vergeten door jullie broedermoord, door je zelfzucht, eigenliefde, heerszucht en de daaruit voortvloeiende verachting van alles wat jullie ook maar op enigerlei wijze aan het bestaan van de grote God en Zijn onaantastbare heiligheid zou hebben kunnen herinneren.
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] 'O Heer, goede, meest heilige Vader! Ik was niet en U hebt mij in het bestaan geroepen; en ik bestond in al de moedige volheid van krachtin het blijde, lichte leven vanuit U. Het behaagde U, mij met menige zwakheid te beproeven; ik herkende door Uw genade de nieuwe beproeving en bracht U in mijn afgematte staat een offer van kinderlijke liefde. U hebt nu mijn vermoeidheid weer aangezien en ik leef nu juichend een nieuw, verbazingwekkend zalig leven in U, o Jehova! Aan U zij in eeuwigheid alle roem, prijs, eer, lof en dank!'
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Als wij echter dienen, laten wij dan elkaar in alle liefde als broeders en kinderen van een en dezelfde Vader dienen, en laat onze allerhoogste wijsheid daaruit bestaan de heilige Vader boven alles lief te hebben. Laat niemand de ander een leer opdringen, als ware hij daartoe geroepen zoals een hond geroepen is om te blaffen en een haan om te kraaien! Wanneer echter iemand door de Heer is geroepen, laat hij daaraan gehoor geven, maar wel in de allergrootste liefde en deemoed; want pas daardoor zal hij getuigen dat zijn leer waarachtig is uit God, als de eeuwige oerbron van alle liefde en al het leven.
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Want dat moet ik zijn, omdat ik als een geschapen god ben, en ik ben nu in dit materiële heelal zodanig volledig gevangen, dat ik mij er eeuwig niet aan kan onttrekken zolang er nog een laatste materieel stofje van de allerlaatste wereld zal bestaan. Op grond daarvan ben ik ook alleen maar uit op de voortdurende vernietiging van de dingen, die de Almachtige bouwt, om volgens mijn heerszuchtige opvatting des te eerder mijn alleenheerschappij te verwerven en de Heer der heerlijkheid zogenaamd van Zijn troon te stoten, omdat Hij altijd en eeuwig tegen mijn vernietigingsplannen is, sedert ik uit Hem in mijn buitengewoon machtige en nagenoeg eindeloos grote bestaan geroepen ben ten einde naast Hem als een tweede god te zijn en met Hem te heersen, maar Hem toch in alle liefde boven alles lief te hebben uit het diepst van mijn innerlijk, opdat ik eeuwig voor Hem zou zijn wat een trouwe vrouw voor haar man is!
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Daarom wil ik eens zien of ik niet uit mijzelf een vrouw voor me kan scheppen die in alles met mij zal overeenstemmen! Ik heb toch ook al andere dingen die nu volledig bestaan, uit mezelf tevoorschijn geroepen; dan zal me dat toch ook lukken?!
Hoofdstuk 25: Lamech vraagt hoe het mogelijk is dat Satana als een uit God geschapen wezen zo boos is. Het antwoord van de Heer in een gelijkenis. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] En zo is deze eerste geest zeker niet door Mij geschapen vanwege de verdere voortplanting alsof Ik alleen maar met zijn hulp het volgende tot stand kon brengen, maar deze geest is door Mij om geen andere reden in het bestaan geroepen dan om welke jij tevoorschijn geroepen bent, namelijk: Mij als de enige God, Schepper, Heer en allerliefdevolste Vader te leren kennen, Mij lief te hebben en Mij dan zo voor eeuwig in alle liefde levend te dienen.
Hoofdstuk 26: Kisehels dwaze gedachten over de paring van Satana met God. De lichtende opheldering over het wezen en het doel van Satana. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Vele mannen zwoeren geen vrouw aan te raken; want zij zeiden in hun soms niet geringe verbittering: 'Waarom nog langer mensen verwekken? Staat niet ieder mens het lot van Adam en Eva te wachten, dus de dood en het vergaan van het vlees, dan is het toch beter niet in zo'n ellendig bestaan te worden geroepen! En als God toch ellendige mensen op deze gespleten wereld wil hebben, dan kan Hij ze opnieuw uit stenen en leem scheppen; maar wij, die weten wat na dit ellendige leven volgt, zullen ons niet meer laten gebruiken om ongelukkige wezens van onze soort in het leven te roepen!'
Hoofdstuk 117: De ascese onder de kinderen van de hoogte. De dood van Seth en de geboorte van Noach. Henochs en Lamechs gesprek over de lichamelijke dood van de mensen. Henochs rouw en wegneming door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De kinderen zeggen: ach lieve, verheven leraar, wat de twijfels betreft, die hebben we nu nog meer dan voorheen, want kijk, noch ons standvastige willen noch ons meest levendige geloof noch al onze diepzinnigste, op God de Heer berustende gedachten, noch onze sterke wil tot liefhebben, hebben resultaat gehad. Als er een God en Heer zou bestaan, dan zou Hij zich toch op de een of andere manier aan ons geopenbaard moeten hebben, want kijk, tenslotte hebben we ons allen verenigd en zijn van het vaste geloof uitgegaan dat er een heilige, goede, lieve God en Vader zou moeten bestaan. We hebben Hem met al onze liefde omvat en Zijn naam, die jij ons hebt bekendgemaakt, geroepen, waarbij we zeiden: ach liefste, heilige Vader Jezus, kom, kom toch bij ons, verhoor ons kinderlijke smeken en laat ons zien dat U bestaat en ons ook liefhebt zoals wij U liefhebben! En zie, lieve, verheven leraar, zo riepen wij geruime tijd, maar er was geen spoor van de een of andere hemelse Vader te bekennen. Het was allemaal tevergeefs en daarom zijn we er nu volkomen van overtuigd dat er buiten jullie, verheven leraren, geen andere hogere leraar of God bestaat.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Zou het niet dwaas van Mijn zijn geweest om over hun roeping een euvele profetie uit te spreken? Dan zouden degenen die geroepen waren Mijn woord uit te dragen, om niets verkeerds te doen zich voortdurend in een groep hebben moeten ophouden, zoals in uw tijd zovele orden dat doen, die in hun bestaan net zo weinig nuttigs tot stand brengen als een hoop meteoorstenen op de bodem van de zee, die ook degene die ze in de zee neer ziet vallen doet vermoeden, dat ze een vreselijke uitwerking zullen hebben; maar als ze eenmaal de rustige zeebodem hebben bereikt, dan rusten ze daar werkeloos en dienen hoogstens wat vraatzuchtige poliepen tot steun.
Hoofdstuk 33: 'Zie, er komt een uur en het is gekomen, dat u verstrooid zult worden, ieder naar het zijne, en u Mij alleen zult laten: en toch ben Ik niet alleen; omdat de Vader met Mij is' (Joh. 16 : 32) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[1] (In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Joh. 1:1) Dit vers heeft al heel wat veelsoortige onjuiste verklaringen en interpretaties ten gevolge gehad. Uitgesproken godloochenaars maakten zelfs juist van deze tekst gebruik om daarmee met nog meer succes Mijn goddelijkheid te bestrijden, omdat ze het bestaan van het opperwezen over het algemeen verwierpen. Wij willen het nu niet over deze kunstgrepen hebben, waardoor de verwarring slechts groter in plaats van kleiner zou worden, maar meteen met de kortst mogelijke uitleg voor den dag komen. Deze uitleg, die zelf licht is, in het licht van Het Licht, zal vanzelf de dwalingen bestrijden en te niet doen.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De uitdrukking 'In den beginne' is erg onjuist en versluiert de innerlijke betekenis in hoge mate. Zoals het er nu staat zou daarmee zelfs het eeuwige bestaan van het Opperwezen bestreden en in twijfel getrokken kunnen worden. Dit is dan ook door een aantal denkers van deze wereld gedaan, en men kan wel stellen dat de godloochenaars van deze tijd uit hun school zijn voortgekomen. Als we nu echter deze tekst herwaarderen, zal het omhulsel maar zeer dun blijken, en dan zal het niet moeilijk zijn de innerlijke betekenis, door dat nauwkeurig te onderkennen.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...