Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 11 van 111

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Jarah pakt Mij daarop met beide handen vast en drukt Mij zo vast mogelijk aan haar hart, en IK zeg dan tegen de omstanders, die stom van verbazing toezien: "Kijk maar en nemen jullie allen een voorbeeld daaraan! Dit meisje van pas twaalf jaar oud, laat een liefde voor Mij blijken, zoals Ik die in heel Israël nog niet heb meegemaakt. Maar wie Mij zo liefheeft als zij, die zal ook Ik geven wat de wereld nog niet gehad en Israël nooit gevoeld en gesmaakt heeft, en dat zal hij dan in overvloed hebben!"
Hoofdstuk 115: Jarah ziet de geopende hemel.(17.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[25] De HOOFDMAN zegt: "Of heel anders! Luister! Nauwelijks drie jaar geleden was ik zelf in jullie zogenaamde allerheiligste, en wel voor een bedrag van zevenhonderd zilveren groschen. Maar wat heb ik daar gezien en geroken? Een metalen kist op een onderstel, uit het midden waarvan een heel behoorlijke naftavlam opvlamde, die met haar wat onprettige lucht mijn neus nu juist niet zo aangenaam prikkelde! De bewuste bestanddelen in de zogenaamde ark des verbonds waren zeker veel jonger dan Mozes en Aäron, en mijn beurs werd erg bedroefd, omdat ik haar voor uw dwaasheid en bedrog zo gevoelig aangesproken had! Spreek er met mij geen woord meer over, want ik ben iemand die uw bedrog mijlenver doorziet! Geloof me, als ik met mijn huidige kennis keizer zou zijn, dan joeg ik morgen de hele tempel over de kling! U heeft geluk dat ik geen keizer ben, maar wat de keizer niet doet, dat zal zijn aanstaande opvolger doen!"
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Kijk, deze waarachtige man van God kwam hier in deze streek, die vanwege haar ongezonde ligging alom bekend is. Er waren hier in de gehele streek een paar duizend zieken -inheemsen en vreemden -, zelfs mijn soldaten waren voor meer dan de helft door hinderlijke en kwade koortsen geveld, menigeen al meer dan een jaar. Toen kwam deze zuivere Godmens hierheen en genas allen die om hulp vroegen. Moest men voor zo'n man niet met recht een altaar bouwen, aan hem als aan een God offeren en hem op alle denkbare manieren eren en zalven? Maar wat voor goeds hebben jullie hem bewezen toen jullie hierheen kwamen? De kelder en voorraadkamer van Ebahl zullen weldra honderd groschen minder waard zijn!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Allen bewonderden het twaalf jaar oude meisje en verbaasden zich over haar verstand. En een OUDE MAN zei: "Oh, dat is een bijzondere genade van God! In dit gevoelige huidje steekt een engel van God! Gestalte en geest getuigen daarvan.'
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De HOOFDMAN zegt: " Ja, de berg die hier het dichtst bij ligt en die men de naam 'Morgenkop', ik meen in de plaatselijk taal' Juitergli', heeft gegeven, is echter ook tevens een der hoogsten en aan alle kanten erg steil, een vrijwel helemaal kale steenkolos! Als U die soms zou willen beklimmen, dan bereiken we de top niet voor de nacht invalt, en van terugkomen zou zeker in de verste verte geen sprake kunnen zijn! Maar op die hoogte de nacht doorbrengen zou wel niemand van ons bevallen, want boven tussen de rotsspleten schijnt het hele jaar door sneeuwen ijs te liggen! Het uitzicht moet echter buitengewoon de moeite lonen!"
Hoofdstuk 129: De Heer en de twee Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De HOOFDMAN zegt daarop: "Dat heet bij ons Romeinen: Ars longa, vita brevis! ('De kunst duurt lang, het leven kort!'), ofwel, men wil om bepaalde redenen de zaak op de zogenaamde lange baan schuiven, om niets te hoeven doen. Dat zeg ik jullie openlijk waar het volk bij is, want voor een Meester, zoals Jezus van Nazareth er een is, zou jullie beste getuigenis nog veel te armzalig en slecht zijn! Als jullie het zouden wagen in de tempel ook maar het een of andere onjuiste bericht over Jezus aan jullie huichelachtige collega's over te brengen, dan zal ik op datzelfde ogenblik een bericht naar de keizer in Rome laten gaan en hem daarin haarfijn, voorzien van honderd getuigenissen, uit de doeken doen hoe jullie en jullie collega's op jullie bevel de beruchte belastingroof hebben uitgevoerd! Geen jaar later zal jullie hellenest zo verwoest zijn, dat men dan vrijwel niet meer kan zien waar het eens gestaan heeft! Denk daar wel aan! Want wat een Romein zegt, dat houdt hij, ook al zouden daardoor hemel en aarde te gronde gaan 'Fiat iustitia, pereat mundus!' (Het recht geschiede al zou de wereld te gronde gaan!) -Hebben jullie mij begrepen?"
Hoofdstuk 123: De geestelijk doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Ja, dat doet Hij wel, en er zal Hem niets kwalijks overkomen! Onthoud dat, ellendige geldwolven! Hier heb ik het voor het zeggen, maar één verdachte beweging van jullie en ik laat je in stukken hakken en in zee werpen als voer voor de draken, zo waar ik Julius heet! Moet je die booswichten zien! De geschiedenis wijst uit dat de tempelpriesters al meer dan driehonderd jaar geen mens iets goeds hebben gedaan. En als er zo nu en dan een hoogstaande ziel onder hen was, dan deden ze daarmee wat zij naar mijn weten voor nauwelijks dertig jaar met de vrome rechtschapen Zacharias deden. Als er onder hun geloofsgenoten iemand vol waarheid, eerlijkheid en kracht van God opstaat en de arme mensen met alle soorten weldaden overlaadt, dan zijn deze booswichten er ook meteen bij om hem te vernietigen! Oh, aan jullie miserabele praktijken moet snel een eind gemaakt worden!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Hij gebiedt de zee, en maakt haar oppervlak vast, zonder dat het ijs is, en de mensen lopen op de anders aan ieder mens de dood brengende bodem als op een marmeren vloer! En dat alles is die duisterlingen getoond en naar waarheid verteld, en bovendien hebben zij vanmorgen met eigen ogen de wonderbare genezing van ettelijke honderden mensen mee aangestaard, en toch zijn ze daarbij afwerender gebleven dan een rots, waarop sinds duizenden jaren minstens ieder jaar honderdduizend bliksems hun vernietigende kracht hebben uitgeprobeerd! Broeders, dan houdt toch al het menselijke in de mens op! Dan is zo iemand toch een kwaadaardig dier of zonder meer een duivel! -Zeg eens broeders hebben wij gelijk of niet?"
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] De ESSENEN zeggen: "Dat denken wij ook! Want met zo'n puur goddelijke wijsheid en zo'n overvloed aan verborgen goddelijke kracht, zal men ten aanzien van de slechte wereld toch wel weten wat te doen! Als wij slechts het honderdduizendste deel van Zijn macht en wijsheid hadden, dan zouden wij binnen drie jaar heer van de gehele wereld zijn! Daarom zitten wij over Hem niet in angst! Tenzij Hij Zichzelf vrijwillig aan de slechte wereld over zou geven en zou zeggen: "Hier ben Ik, leef jullie boosheid uit op Mij, jullie Schepper Zelf, opdat des te sneller het oordeel van boven over jullie kome!' -En dan zou Hij nóg niets verliezen! Hij zou wel toe kunnen laten dat de slechte mensen, om de maat vol te maken, Zijn lichaam letsel toe zouden brengen, ja het zelfs zouden doden, maar wie zal Zijn eeuwige onverwoestbare en almachtige geest iets kunnen doen? Zoals gezegd, wij twijfelen er helemaal niet aan dat Hij ook zoiets zou kunnen doen, maar dat zal Zijn vijanden weinig baten, want voor men er op bedacht is, zal Hij als een onverwoestbare rechter opstaan en hen met vuur en zwaard uit de hemelen richten! Wee dan al Zijn vijanden en alle duivels! Die zullen dan pas heel pijnlijk ondervinden, wie Degene was die zij overal vervolgd hebben! -Wat denken jullie allen over deze gedachte van ons?"
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Oh, oh, oh! Nu sta ik weer op dezelfde berg en zie rondom mij dezelfde omgeving vol schitterende prachtige dingen! Ik zie dezelfde tempels weer, dezelfde mensen en hun mooie tuinen, ook zie ik heel mooie bloemen. Maar de kleinste daarvan is groter dan een huis hier op aarde, die zou ik niet als aandenken af kunnen plukken! Ah, nu zie ik echter ook allerlei dieren, en de prachtigste vogels zie ik ook, maar ze zijn ook ontzettend groot! Aan de reusachtige bomen hangen zeldzaam grote vruchten en ik zie ook hoe in een tuin een paar mensen er met hun handen naar grijpen en ze werkelijk ook in hun mond steken! Nou, nou, aan zo'n peer, of wat voor vrucht het ook is, zouden op deze aarde wel duizend mensen een heel jaar meer dan genoeg te eten hebben!"
Hoofdstuk 137: Geestelijke blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] JARAH zegt: "Dat kan wel zijn, - maar er zijn op aarde nog een groot aantal mensen die misschien nog in geen duizend jaar iets van Uw woord zullen horen! Waarmee zullen deze dan gedurende die lange tijd zich beschermen tegen het geweld van de wereld? Dat zijn toch net zo goed mensen als wij Joden!"
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Met de volken der aarde gaat het net als met kinderen van één vader: die eerder ter wereld kwamen worden door de vader anders behandeld dan zij, die pas twee, drie, vier of vijf jaar geleden het licht der wereld aanschouwden. De oudste zoon is al een krachtige man geworden, en een dochter is huwbaar, daarnaast zijn er nog een paar kinderen van jouw leeftijd, en drie hebben nog de luier aan. Wat denk je, zou het verstandig van de vader zijn als hij de kinderen in de wieg net zo zou behandelen als de tot een krachtige man uitgegroeide zoon!?"
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Dan zeg ik je, dat de grote snelheid van die zon toch een slakkegangetje is vergeleken bij mijn geestelijke snelheid! Want weet je, ondanks haar voor jouw begrippen ontzaglijke snelheid heeft die zon toch nog tienmaal honderdduizend jaar nodig om haar uitgestrekte baan om de hoofdmiddenzon af te leggen, terwijl ik of een andere geest van mijn soort, diezelfde afstand zo snel kan afleggen dat je tussen mijn vertrek en mijn terugkomst niet het kleinst merkbare tijdsverschil zou constateren. Ja, ik zou in diezelfde korte tijd ook een vele duizendmaal honderdduizend maal grotere baan af kunnen leggen!
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De leerlingen gaan nu naar alle kanten van de berg en de verbazing stijgt ten top, en ANDRÉAS zegt: "Tot nu toe hebben wij in de korte tijd van een half jaar zoveel wonderbaarlijks gezien en gehoord, dat men nauwelijks zou geloven dat er nog maar iets mogelijk zou zijn dat als een nog groter wonder aangemerkt zou kunnen worden, en toch staat ons verstand opnieuw stil! onze dromen worden werkelijkheid!
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Stel je bijvoorbeeld deze aarde voor als een kogel, die in werkelijkheid vele honderdduizend malen groter is dan dat deel wat je er nu van overziet. Laat deze grote kogel echter bestaan uit enkel zandkorreltjes, zoals je ze al vaak aan de oever van de zee gezien zult hebben. Stel je dan het aantal zandkorreltjes voor dat nodig zou zijn om zo'n hele aarde te vullen! Neem nu voor ieder zandkorreltje een afstand van hier tot aan die ster , die wij het eerst bezochten, dan geeft het totale aantal zandkorreltjes ongeveer de doorsnede van de baan van een middenzon van de derde orde! Deze baan legt zo'n middenzon natuurlijk op z'n vlugst pas in tienmaal honderdduizend jaar af, maar omdat die baan zo ontzettend uitgestrekt is, moet zo'n zon ook ieder ogenblik een duizendmaal zo grote afstand afgelegd hebben als van hier tot aan die ster, die wij het eerst bezochten!
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...