Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5767 resultaten - Pagina 11 van 385

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[16] 'Waarlijk, jij hebt voor God in één jaar al meer gedaan dan ik in vijftig! Daarom zal God je zeker meer zegenen dan Hij zelfs ooit mijn vader Ohlad heeft gezegend, want hij noch ik hebben ons ooit om de hoogte bekommerd!
Hoofdstuk 192: Kinkar als verzamelaar van de wetten van God en schrijver van de beide boeken: 'De heilige schrift en jullie heil' en 'De heilige geschiedenis van God'. Dronels lof over Kinkars werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Verder vaardigde de koning ook een wet uit op grond waarvan alle meisjes van de burgerstand vrij waren. Iedere man had dus het recht een burgerdochter waar dan ook te beslapen. Maar de vader had het recht een adelbrief voor een jaar te kopen; dan was zijn dochter beschermd, - maar slechts voor één jaar! Daarna was zij weer vogelvrij en moest er een nieuwe adelbrief worden gekocht indien de vader zijn dochter verder beschermd wilde weten. Dat monopolie bracht de koning enorme bedragen op.
Hoofdstuk 195: Hanochs enorme rijkdom en de natuurlijke gevolgen daarvan. Kinkars dood. Kinkars zoon Japell als opvolger. Japells politiek en wetten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] En de opperpriesters zeiden: 'O nee, nee, want wij zijn immers de lieve bescheidenheid zelf! Als een transport slechts dat oplevert en de gouden bergen ons eigendom worden, dan hebben wij in een keer immers meer dan genoeg! Daarna zorgen wij dan voor een jaarlijks transport, waarmee wij elk jaar minstens evenveel hopen te winnen; zo zal de zaak wel lukken, vooral als wij onze bescheidenheid meetellen! Met deze hoopvolle vooruitzichten willen wij dan nu met het toch wel enigszins zure loskopen van de slaven beginnen!'
Hoofdstuk 213: Vragen van de opperpriesters aan de tien verkenners. Het verdrag met de slavenhouders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Er waren op de hoogte weliswaar meer dan vijftig van muren voorziene passen; maar de slenken en kloven kwamen in de diepte steeds dichter bij elkaar en verenigden zich, en zo ontstond er uit twintig slenken en kloven slechts één hoofdkloof. Als deze onbegaanbaar werd gemaakt dan zouden daardoor ook alle hoger gelegen uitlopers van deze ene hoofdkloof nergens meer toe dienen.
Hoofdstuk 242: De hooglanders worden geïsoleerd door de steil afgesloten berghellingen. De energie van de oervolkeren. De bouw van de nieuwe heidense tempels. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] De vijftig toegangen werden in drie maanden tijd zo'n tweehonderd manshoogte loodrecht afgeschuind, en dat niet zelden over een breedte van veertig tot honderd vadem. Daardoor werd het de bewoners van het hoogland totaal onmogelijk gemaakt om ooit nog in de vlakten van Hanoch te komen; en zo was dit werk heel doelmatig in zo'n korte tijd beëindigd, waartoe in de huidige tijd (in het jaar 1844) zeker meerdere jaren nodig waren geweest.
Hoofdstuk 242: De hooglanders worden geïsoleerd door de steil afgesloten berghellingen. De energie van de oervolkeren. De bouw van de nieuwe heidense tempels. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] In de ovale, op een nis gelijkende achtergrond was op een van treden voorzien eivormig voetstuk een geweldig groot beeld van een naakte man opgesteld. Dit beeld zat op een enorm grote stenen kubus die een doorsnee had van vier vadem, en dus een oppervlakte van zestien vierkante vadem en een inhoud van vierenzestig kubieke vadem. Het standbeeld was echter slechts van koperplaat gemaakt, was dus hol en kon in de binnenruimte vijfhonderd mensen bevatten die gedurende de feesten, waarvan er slechts twee per jaar waren, allerlei spektakelstukken uitvoerden.
Hoofdstuk 247: De tempel van het vuur. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] In het begin was de tempel in totaal van slechts drieduizend vrouwelijke wezens voorzien; maar reeds na drie jaar moesten de priesteressen, en toen de halfgodinnen en de volmaakte godinnen worden vertienvoudigd. Want zij leverden Gurat meer op dan alle andere tempels, want de doolhof was dag en nacht vol vereerders van de volmaakte en halfgodinnen.
Hoofdstuk 248: De liefdestempel in Hanoch met zijn tuin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] De timmerlieden hebbende bijl reeds aan de wortel gelegd! Honderd jaar zijn vruchteloos verstreken; nu resten er nog slechts twintig jaar!
Hoofdstuk 251: De boodschap van de afgezant van Noach aan de volkeren van het hoogland. De aankondiging van het gericht. De opdracht van de Heer aan Noach om de ark te bouwen. De termijn van twintig jaar. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De koning stond dat toe en de bode sprak: 'O koning, hoor mij aan! Zie, mijn vader heet Mahal en is een broer van Noach! Mijn vader is al bijna vijfhonderd jaar oud en is nog zo krachtig als telde hij pas vijftig jaar. Ik ben zijn jongste zoon en ben ook al zeventig jaar oud en heb een heleboel broers en zusters.
Hoofdstuk 254: De bode van Noach voor koning Gurat. Het verleiden van de bode en zijn besluit in Hanoch te blijven. De wens en het vurig verlangen van de bode naar zijn zuster. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar ik wil niet over hen allen spreken, maar slechts over een zuster die ongeveer een jaar ouder is dan ik. Zij is mij zeer dierbaar! Zou ik haar hier kunnen krijgen zodat zij bij mij zou zijn, dan bleef ik hier nog duizendmaal liever dan dat ik zonder deze goddelijk mooie zuster hier blijf!'
Hoofdstuk 254: De bode van Noach voor koning Gurat. Het verleiden van de bode en zijn besluit in Hanoch te blijven. De wens en het vurig verlangen van de bode naar zijn zuster. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Zie, ik zal je om te beginnen slechts zeven vrouwen geven! Met hen zul je een jaar lang in mijn paleis wonen! Mocht je na een jaar vinden dat je er nog meer nodig hebt, dan zul je die krijgen, zoveel je maar wilt!
Hoofdstuk 257: Koning Gurat en zijn zwager Waltar in de tuin van de tempel der liefde. De zeven schoonheidsgodinnen als vrouwen van Waltar. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Want als iemand een ander zijn woord geeft, moet hij het ook op een bepaalde datum waarmaken, anders is hij slechts een huichelaar en een mooiprater die wel iets belooft, maar omdat hij geen tijd bepaalt waarbinnen hij zijn belofte wil houden, is zijn belofte zo goed als een klinkklare leugen, omdat hij de vervulling van zijn belofte tot in het oneindige kan uitstellen en hij kan iets pas na duizend of tienduizend jaar doen wat hij anders binnen een bepaalde tijd moest doen.
Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Opdat jullie de vorm en de hoedanigheid van de aarde eenvoudiger kunnen begrijpen en voorstellen, is het vooral noodzakelijk je de toenmalige voornaamste bergketens, van zowel Azië, Europa als Afrika in één beeld voor ogen te plaatsen; want van veel ketens die in die tijd hebben bestaan, is in de huidige tijd geen spoor meer aan te treffen. Ten dele zijn ze door het terugtrekken van de zee weggespoeld en uiteengereten, en de oude ruggen die hen onderling verbonden, liggen nu diep onder het steenpuin in de dalen begraven, en hier en daar moeten de tegenwoordige stromen en rivieren zich een weg banen door de nauwe bergpassen die zo zijn ontstaan. En wat de hooggebergten betreft, is hun vroegere vorm - op enkele na - ook door de inwerking van verschillende weersgesteldheden zodanig veranderd dat zij nu door een mens die slechts duizend jaar geleden heeft geleefd niet gemakkelijk meer herkend zouden worden als hij met zijn toenmalige bewustzijn naar een streek zou worden verplaatst die hij duizend jaar geleden als mens heeft bewoond. Je hoeft alleen maar de stenen en keien van een slechts enkele uren breed rivierdal een weinig in ogenschouw te nemen. Dan zie je de enorme hoeveelheid die zich daarin tot op een diepte van vierhonderd vadem bevindt en die door het water uit het gebied van het hooggebergte in zo'n dal is afgezet, te beginnen vanaf het ontstaan van een rivier tot aan zijn uitmonding in een of andere zee. Dan zul je eenvoudig kunnen begrijpen dat de bergen nauwelijks twee- tot drieduizend jaar geleden een heel andere vorm hadden dan nu.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Opdat jullie, broeders en vrienden, werkelijk terdege mogen inzien dat jullie oordeel over mij een uiterlijk oordeel was, zeg ik jullie voor alle duidelijkheid nog dat, als jullie zeggen: `Dit alles is het eigendom van de Heer', jullie daardoor slechts de uiterlijke bekentenis afleggen, dat jullie dit allemaal alleen aan de Heer toekennen; maar door zo'n toekenning is de Heer net als de bekentenis nog buiten jullie. Wanneer jullie echter zeggen: `Dit alles is het eigendom van mijn liefde', dan delen jullie daardoor uit jezelf mee dat de Heer voor jullie alles is en dat Hij met Zijn liefde en genade als het eeuwige leven in jullie woont. Wanneer jullie in de liefde van je hart tot de Heer zeggen: `Dit alles is het eigendom van mijn liefde', dan zeggen jullie daarmee hetzelfde als eens mijn lieve goede vriend, de oude apostel Paulus gezegd heeft toen hij nog in het vlees op aarde leefde: `Nu leef niet meer ik, maar Christus leeft in mij!' Dit zeg ik jullie alleen opdat jullie daaruit mogen weten op welke manier wij hier spreken, want op aarde bestaat slechts een uiterlijk spreken, wat dan van buitenaf in het inwendige moet doordringen. Daarom is het ook een onzeker en zelden doeltreffend spreken als het niet zo is gevormd als het woord van de Heer, waardoor de mens van alle kanten wordt gegrepen en dat hem zo geheel doordringt. Ons spreken echter is een inwendig spreken en heeft niets uiterlijks, daarom is het ook altijd doeltreffend.
Hoofdstuk 10: De sfeer van de vijfde geest. Het grootste wonder, het hart van de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] De man zegt: zeer achtenswaardige vriend, ik ben pas enkele dagen geleden hier in deze diepe nacht aangekomen, maar mijn vrouw bevindt zich reeds zo'n zes jaar in deze streek. Zij wist van deze lichtdomeinen af; ik wist niets maar voelde slechts een grote drang naar licht zodat me dus niets anders overbleef dan me als geheel onervaren persoon door mijn meer ervaren vrouw naar hier te laten leiden. Daarom zult u mij, achtenswaardige vriend, dit toch niet als een fout willen aanrekenen? Heeft iemand met deze stap verkeerd gehandeld, dan was het kennelijk alleen mijn vrouw.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...