Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

839 resultaten - Pagina 11 van 56

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[13] Maar dat wat jullie hier nu zien, is de bekende ladder van Jacob waardoor hij hemel en aarde met elkaar verbonden zag, en waarop hij de levenskrachten en Gods gedachten omhoog en naar beneden zag gaan. Jacob zag dat beeld wel, maar noch hij noch iemand na hem heeft het tot op dit uur begrepen. Voor jullie heb Ik het nu ontsluierd; maar ook jullie allen moesten eerst door het licht van deze lichtende kogel in een soort heldere slaap gebracht worden om de onthulde Jakobsladder te zien en deze vervolgens door Mijn woord ook te begrijpen opdat jullie weten hoe het hemelse en het aardse samenhangen en dat op dezelfde ladder het ene steeds in het andere overgaat. -Kijk over de zee, dat wil zeggen nu met de blik van je geest of liever je ziel, en zeg Mij wat je daar ziet"
Hoofdstuk 117: Een kluwen zielestof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ja, maar waarom tracht alles dan in het midden te komen? Kijk, als ik hier verscheidene even grote, uit materie gemaakte kogels heb om mee te gooien, dan zal de zwaarste ook met de meeste snelheid en over de grootste afstand geworpen kunnen worden. Ook zal zij, bij een gelijke afstand en een precies gelijktijdige worp, zeker het eerst het gestelde doel bereiken! Zo gaat het ook met de oneindig vele van God uitgaande, reële gedachten. Daaronder bevinden zich in zekere zin heel zware die reeds een echt idee benaderen, minder zware, maar toch altijd als gedachte heel degelijke; dan zijn er lichtere gedachten, die nog minder rijp en weinig gevoed zijn, ook heel lichte gedachten die maar nauwelijks vorm gekregen hebben, en tenslotte uiterst lichte gedachten. Dat zijn die, die lijken op de eerste kiemen of liever de eerste knoppen van een boom. Zij zijn op zichzelf weliswaar reeds iets, maar hebben nog niet die goddelijke wasdom bereikt waardoor men zonder meer zou kunnen zeggen: 'Deze of die vorm zullen zij krijgen!'
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Toen vader dat van de bode hoorde zei hij tegen hem: 'Vriend, ik kan geen wonderen doen en dus blijft mij niets anders over dan om te keren, en hoe sneller hoe liever! Want het is niet vertrouwd om in de buurt van deze beide zieken te zijn!'
Hoofdstuk 156: De dood van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De blauwe nevel werd langzaam maar zeker ruim anderhalf keer zo groot, verhief zich echter als een reuzenbol weldra helemaal boven het grote huis en werd niet alleen gevuld met de beide slangensoorten, maar ook met een enorme hoeveelheid kwaadaardig en hier en daar ook zachtaardig uitziende dieren. Zij bewogen zich in deze grote bol als kraanvogels tijdens het op en wegvliegen. De hele bol was bevestigd aan twee zwak uitziende snoeren of liever banden. Het ene, wat kleinere deel van de bal was iets lichter dan het andere deel.
Hoofdstuk 156: De dood van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Eerlijk gezegd: Wie U, o Heer, bent en wat U leert, geloof ik meer dan rotsvast; maar laat mij wat die tamelijk warhoofdige Mozes betreft liever met rust! Als het U mogelijk is mij daarover enige uitleg te geven, dan zou ik dat graag willen; is dat voorlopig echter volgens Uw orde niet zo eenvoudig, wel, dan maakt dat in ieder geval voor mij weinig of niets uit! Ik en wij allen hebben van U een volmaakt licht en wij kunnen daarom dit andere licht van Mozes best missen. Wat hebben wij aan een leer waarvan wij de oorspronkelijke waarheid niet kunnen begrijpen?! Beter één onderrichtend woord dat begrijpelijk is, dan tienduizend woorden die niemand begrijpt!"
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] GABI gaat staan, maakt een diepe buiging en zegt dan met een bibberstemmetje, dat zelfs de Romeinen, die anders heel ernstig waren, een beetje deed glimlachen: "O Heer en Meester! Ik ben nooit op roem uit geweest, want daar heb ik nooit voor gevoeld, en daarom zoek ik ook hier des te minder roem en ik wil eigenlijk mijn hele leven lang al geen roem, en omdat ik geen roem zoek en wil, zeg ik liever niets en houd mijn mond! Ik ben nu dan ook al klaar met wat ik te zeggen heb!"
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Wat heb je dan liever: Dat men je alleen al liefheeft omdat je een mens bent, of dat men je alleen maar liefheeft omdat je een wijs mens bent en erg vaardig in allerlei kunsten? De eerste liefde gaat uit van het leven en heeft betrekking op het leven; de tweede gaat echter alleen maar uit van het gevoel voor kunst en heeft slechts betrekking op de kunst en de wetenschap van degene die deze bezit. Zeg eens, welke liefde zou je hoger waarderen?"
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Wanneer iemand jullie een weg aanraadt en je merkt aan zijn woorden dat hij waarschijnlijk zelf die weg niet helemaal kent, zullen jullie je wel tweemaal bedenken voor je de weg gaat die hij jullie heeft gewezen en beschreven, en je zult zeggen: "'O, dan blijven we liever waar we zijn!' Maar wanneer jullie uit iemands woorden zonder meer kunnen opmaken dat hij helemaal bekend moet zijn met die weg, omdat hij afkomstig is van de plaats waarheen hij je de weg tot in detail precies en goed heeft beschreven, dan zullen jullie zeggen: 'Hij weet het en zijn wil is goed, hij kan en zal ons niet misleiden en wij zullen zonder bedenkingen die weg gaan!' Kijk, daardoor zullen jullie tengevolge van het goede en vaste vertrouwen, de eigen wil ondergeschikt maken aan de wil van degene die jullie als geheel ter zake kundig de goede en juiste weg heeft gewezen!
Hoofdstuk 121: Waarom de Heer deze onthullingen doet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Helemaal zo op mijn achterhoofd gevallen ben ik toch niet, zoals mijn broeder Thomas gedacht heeft. Ik weet wat ik weet en waarover ik spreek; maar als broeder Thomas onophoudelijk vindt dat ik een ezel of een os ben, vergist hij zich geweldig in mij. Als ik met hem zou willen praten zoals ik praten kan, zou hij van de duizend keer niet één keer in staat zijn mij te antwoorden! Zou ik in U niet reeds lang de ware Jehova vermoed hebben, dan zou ik ook allang naar huis naar mijn pottebakkerij zijn teruggegaan; maar omdat ik waarschijnlijk het best weet wie Zich in U bevindt, blijf ik en geef mijn zeer lucratieve kunst op, hoewel ik nu juist ook geen vijand ben van goud en blinkend zilver, - want Uw geestelijke goud en zilver is mij liever!
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] IK zeg: "Wel, de reden is zo duidelijk, dat je er haast over zou struikelen! Als je twee stukken hout stevig tegen elkaar wrijft, worden zij warm, heet, en gaan tenslotte zelfs ontbranden en beginnen fel te branden. Waarom gebeurt dat? Omdat de in het hout en in de cellen en organen hiervan aanwezige, natuurgeesten met te veel geweld gewekt worden uit hun zwijgende en doffe rust, al gauw ieder voor zich in een sterk vibrerende beweging raken, en dan als licht en vuur zichtbaar worden. Daardoor activeren zij ook de wat tragere, aangrenzende geesten en tenslotte raken zo alle natuurgeesten in een zeer heftige beweging, of liever, in brand. Als deze beweging of het branden ten einde is, koelen weldra al deze natuurgeesten snel af; hoe heftiger een activering plaats vindt, des te sneller treedt daarna vermoeidheid bij de natuurgeesten op, daarmee de rust en daarmee de koude.
Hoofdstuk 147: De oorzaak van warmte en koude. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] U, o Heer, weet echter wel wat ons in deze sterfgeschiedenis allemaal een raadsel zal blijven! Daarom wil ik over het geheel zeker geen vragen meer stellen, omdat de hele geschiedenis toch al van a tot z een vraag is; o Heer, leg daarom meteen liever alles uit, want ik weet niet wat ik er mee aan moet! De ziekte op zich was al erg raadselachtig, Iaat staan de verschijnselen tijdens en na het sterven! Het boven het huis opstijgen van de blauwe nevel, die kennelijk geestelijk was, de dieren daarin, daarna de splitsing van de ene grote ballon in twee kleinere, de plagende eksters, de reusachtige adelaars, de verandering daarvan in koeien zonder horens, enzovoorts, -kortom, alles is een fabel die absoluut niet, en door niemand, te geloven is als men die zo maar ergens zou vertellen! Maak daarom, o Heer, als U zo genadig wilt zijn, deze geschiedenis wat begrijpelijker voor ons; want tot op heden hangt tussen mij en die geschiedenis meer dan de drievoudige doek van Mozes! "
Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] leder mens luistert toch al liever naar de woorden van een dokter dan naar die van een profeet, ook al geeft die nog zoveel licht. Wat Ik doe, moet ook een echte hemelsbode doen die door Mij naar alle landen van de aarde is gezonden. Alleen moet een echte hemelsbode ook voordat hij de handen oplegt steeds.goed onderkennen of een ziekte van dusdanige aard is, dat iemand zich al meer in het hiernamaals dan aan deze zijde bevindt. Als de ware hemelsbode de ziel van de zieke reeds buiten het lichaam ziet, moet hij hem nooit de handen opleggen, maar slechts voor hem bidden en in Mijn naam de van de wereld scheidende ziel zegenen. In het kort is het echter zo: Iedere echte hemelsbode zal op het juiste moment duidelijk beseffen wat hij moet doen. -Ouran, ben jij nu op de hoogte van alles wat je nog wilde weten?"
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar bij de blanke, verstandelijke mensen zien wij juist het tegendeel. Vrijwel de meesten vinden alleen zichzelf belangrijk en de medemensen slechts in zoverre, als het hun in hun kraam te pas komt. Ziet de zelfzuchtige enkeling dat een van zijn medemensen niet nuttig voor hem kan of wil zijn, is hem ieder dier liever dan zo'n medemens!
Hoofdstuk 209: De ontwikkeling van het verstand en het gemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] IK zeg: "Jouw opmerking was heel goed en heel waar. Ik ken er hier Zelf meer dan een, die Mijn uitleg niet goed genoeg begrepen heeft, maar die zich schaamt om de zwakheid van zijn verstand door een vraag te verraden en zich daarom liever met een half begrip tevreden stellen."
Hoofdstuk 221: Goed begrip en gedachten lezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Arme drommels moesten natuurlijk wel hun toevlucht nemen tot allerlei wijsheid en kennis die hun altijd hongerige verbeelding hun verschafte, om daarmee hier en daar een rijk man voor zich te winnen, van hem te leven en hem daarvoor iets wijs te maken; maar de enige waarheid die daarin te vinden is, is de nood van de hongerige wijze en de traagheid van zijn handen, en dat hij daarom liever zijn hongerige maag vult door het gebruik van zijn moeiteloze inbeelding en fantasie over de een of andere god en over het eeuwige leven van de mensenziel, dan door het gebruik van zijn handen, wat meer moeite kost!
Hoofdstuk 224: Honger naar geestelijk voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...