Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 11 van 53

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Waar twee van jullie ergens in een huis zijn opgenomen, blijf dan ook in datzelfde huis en ga niet vanwege de verzorging van het ene huis naar het andere; want dat is niet passend, want je komt niet als één of andere arbeidsschuwe bedelaar in een plaats of in een huis, maar als een rijk begiftigd overbrenger van Mijn woord en daardoor als de brenger van het ware rijk van God en Zijn eeuwige zegen. (Luc. 10,7)
Hoofdstuk 166: Het uitzenden van de zeventig arbeiders als boden van de Heiland (Ev.Lucas, Hfdst.10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Ik zei tegen de leerlingen die zich zo verwonderden: 'Wat mokken jullie toch onder elkaar? Wat is Chorazin, wat Betsaïda, en wat Kafarnaüm? Dat zijn zij die Mijn leer niet willen aannemen, en ondanks alle tekenen niet geloven dat Ik de beloofde en nu in deze wereld gekomen Messias ben! Ik heb jullie toch ook al een keer voor Mij uitgezonden naar die steden en andere plaatsen, en hoe zijn jullie in die plaatsen opgenomen? Jullie hebben vuur uit de hemel over hen afgeroepen! Kunnen jullie je er dan nu over verbazen dat Ik bij deze gelegenheid, nu Ik ook weer leerlingen voor Mij uitzend in de wereld der gruwelen, juist dat gezegde weer herhaal, opdat ook zij zullen weten hoe zij zich tegenover zulke mensen moeten gedragen die Ik nu aanduid met de namen van die steden, waar het jullie helemaal niet goed vergaan is?!
Hoofdstuk 166: Het uitzenden van de zeventig arbeiders als boden van de Heiland (Ev.Lucas, Hfdst.10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wel, wij Damasceners waren en zijn voor een deel nog heel goede en echte joden; maar er moet geen zendeling uit Jeruzalem komen om ons voor deze slechte en bedrieglijke stad te stemmen! Wie dat zou doen, moet liever niet naar ons komen; want komt er zo iemand, dan zal hij meteen de stad uitgezet worden, waar hij dan op de vlucht kan slaan. Maar wanneer profeten en rechters, zoals u er een bent naar ons toe komen, nemen wij die altijd graag op, ook al zijn we grotendeels Grieken, Oud-Syriërs en Babyloniërs; want van de ware profeten kan ieder mens iets waars en derhalve ook goeds te horen krijgen. En zo zullen ook allen die u ons als uw ware leerlingen zult zenden, goed door ons opgenomen worden!'
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Als de Romeinen, die nu de aardse heersers zijn in het land van degenen die eigenlijk de kinderen van God behoorden te zijn, ook maar enigszins hadden gemerkt dat Ik een opruier zou zijn, dan hadden ze Mij al lang voor het gerecht gedaagd, want met hun scherpe ogen zien en merken ze alles wat ook maar enigszins een gevaar zou kunnen vormen voor hun heerschappij! Maar omdat ze zelfs niet het minste ontdekt hebben van al datgene waar jullie Mij van beschuldigen, komen ze Mij ook overal zeer vriendelijk tegemoet en blijken mensen te zijn, vol geloof, liefde en respect ten aanzien van Mij, Mijn leer en Mijn daden. En daarom zullen ze ook opgenomen worden in Mijn licht en Mijn leven; maar jullie zullen in de buitenste duisternis geworpen worden, zoals het geschreven staat, en daar zal veel gehuil en tandengeknars zijn!'
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Nadat ze dit besluit hadden genomen, richtten ze zich weer tot Mij, in een soort goedmoedigheid, omdat ze zeer bevreesd waren voor het volk, en vroegen (de Farizeeën) Mij: 'Van een meester, die zo buitengewoon goed thuis is in de Schrift zouden we ook nog graag willen horen, waaruit eigenlijk het rijk Gods zal bestaan, dat ons ontnomen en aan de heidenen gegeven zal worden en bij hen de gewenste vrucht zal dragen. Wat is eigenlijk het rijk Gods? Wat versta je daaronder? Is het de hemel, waar alle gelovigen hopen te komen na de dood van hun lichaam of bestaat het al ergens op deze aarde, wat volgens jouw woorden het geval schijnt te zijn, omdat het anders niet aan de heidenen gegeven zou kunnen worden. Er kan van hen in de ware geestelijke hemel toch geen sprake zijn, want er staat nergens geschreven dat ook de duistere heidenen ooit in Gods hemel opgenomen zullen worden? Deze woorden kwamen ons uit jouw profetenmond een beetje raadselachtig voor, waarom wij je verzoeken om ons dit nader te verklaren! ,
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Toen Cyrenius dat gehoord had, begon zijn gezicht werkelijk te stralen van vreugde.
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ooit bestonden er profetenscholen, waar alleen mensen werden opgenomen, en wel als jongeling, die reeds vanaf hun geboorte door bepaalde bijzondere eigenschappen van zich hadden doen spreken; vooral zou daar een uiterst zedelijk en, wat de vleselijke natuur van de mens betreft, ook een uiterst kuis karakter voor nodig geweest zijn.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ja, het zal zelfs gebeuren dat de valse profeten zich op gouden tronen zullen verheffen en de ware door Mij uitverkorenen en geroepenen in allerijl zullen vervolgen. Wanneer dat echter zal plaatsvinden, dan zal ook hun gericht en hun einde over hen komen, en Mijn leer zal desondanks voortbestaan onder de mensen op aarde; maar zij zal steeds alleen als een vrij bezit onder de mensen in stilte glanzen, stralen en troosten, nooit echter als een heerseres op een heerserstroon met kroon, staf en scepter over hele volkeren gebieden.
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] De joden, Romeinen, Egyptenaren en Indiërs zeiden: 'Ja, Heer en Meester, en wij danken U van ganser harte voor Uw onderricht aan ons, die nog altijd zeer blind en doof zijn, ondanks al het vele en grote licht dat U ons heeft gegeven! Daarom vragen wij U dan ook om geduld te hebben met onze nog altijd grote zwakheden; maar wij zullen voortaan welons best doen, zodat Uw heilige aan ons geschonken licht steeds helderder in ons gaat stralen.'
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik ben wel geen profeet, maar als tamelijk oude staatsman heb ik veel ervaring opgedaan, ken ik het staatsapparaat en de volkeren, en kan derhalve ook min of meer voorspellen, hoe deze zaak langs de natuurlijk menselijke weg van mondelinge uitwisseling opgenomen zal worden en welk uitwerking dat zal hebben.
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Maar Ik richtte Me op als een held en op Mijn gezicht was geen enkele verlegenheid te bekennen en begon als volgt nogmaals in gelijkenissen met hen te spreken: 'Omdat jullie vol traagheid, vol zinnelijkheid en zelfzuchtige hoogmoed zijn, is het voor jullie ook onmogelijk om het geheim en de waarheid van het rijk Gods te begrijpen! jullie stellen je de hemel voor als een of andere overheerlijke en grote ruimte boven de sterren, waar de vrome zielen na de dood van hun lichaam worden opgenomen of volgens een nog dwazer en onzinniger mening die sommigen van jullie hebben pas na vele duizenden jaren op de door jullie nog nooit begrepen jongste Dag, waarna ze dan voortaan eeuwig zullen zwelgen in het meest genotvolle leven. En van zo'n hemel, die nergens bestaat dan alleen in jullie meer dan domme fantasie, moeten volgens jullie hoogst zelfzuchtige geloof de heidenen dan buitengesloten zijn! ja, zeg Ik jullie, van zo'n hemel als jullie je die voorstellen, zullen ze ook eeuwig buitengesloten zijn, omdat het onmogelijk is om in een hemel opgenomen te worden die in waarheid nergens bestaat!
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ikzelf vertelde de gasten het een en ander uit Mijn jeugd, waar alle aanwezigen in hoge mate van genoten. De aanwezige bekeerde Farizeeën en schriftgeleerden bevestigden het allemaal; een van hen vertelde zelfs in het kort van de gebeurtenis, dat Ik op twaalfjarige leeftijd alle hogepriesters, Oudsten, schriftgeleerden en Farizeeën in de tempel met Mijn wijsheid tot opperste verbazing had gebracht en hij voegde er nog de opmerking aan toe, dat men reeds in die tijd gedurende enkele jaren zelfs in de tempel stellig de mening was toegedaan, dat Ik mogelijkerwijs toch de beloofde Messias was. Maar daarna had men van Mij niets meer gehoord en meende dat Ik als een geestelijk te vroeg gewekte knaap ofwel gestorven was, of dat de Essenen Mij hadden leren kennen en in hun scholen hadden opgenomen, natuurlijk met toestemming van Mijn aardse ouders. En zo was deze aangelegenheid bij de tempel toen langzaamaan ingeslapen en pas nu, de laatste tijd, weer wakker geroepen.
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar de valse leerlingen zullen door het langdurig bestuderen van hun eveneens valse leerstellingen, zich allerlei teksten, woorden en spreuken eigen moeten maken en worden pas wanneer ze alles moeizaam geleerd hebben, door hun opgeblazen en praalzieke leraren en leiders onder allerlei loze en blinde ceremoniën tot leerlingen gewijd, zoals dat nu ook in de tempel gebeurt bij de Farizeeën, schriftgeleerden en oudsten en ook bij jullie, heidenen, waar de priesterstand een heuse kaste vormt die van vader op zoon overgaat, en waarin iemand uit het volk alleen maar opgenomen wordt, wanneer de een of andere priester geen kinderen heeft, en zelfs dan alleen maar als een kind, dat daarna pas tot priester wordt opgevoed.
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Ik heb jullie immers al gezegd, dat jullie iedereen die Mijn leer en dus ook Mijzelf innig en waarachtig heeft aangenomen en opgenomen, moeten dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; daarvoor is het opleggen van de handen voldoende en als een uiterlijk teken van ware, innerlijke reiniging door Gods geest het wassen met zuiver water. En dat is werkelijk voldoende voorjoden en heidenen.
Hoofdstuk 40: De betekenis van brood en wijn; over de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Jullie hebben zojuist nog heel veel mooie sterren aan de hemel zien stralen, en ook in het westen zagen jullie sterren, die diep in de nacht hebben geschitterd. Kijk, die gingen als goede boden vooraf aan de nog zichtbare boden van de ochtend en werkten tijdens de nacht; en dat is nu jullie taak!
Hoofdstuk 46: Het gericht van het heidendom (8.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...