Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 11 van 84

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] SUETAL staat nu op en observeert nauwlettend hoe de veronderstelde, jonge leerling zal schrijven, maar als hij scherper toeziet, ontdekt hij dat alle rollen en de platen al volgeschreven zijn. Daarover buiten zichzelf van verbazing, roept hij luid: "Nee, iets groters dan dit wonder bestaat niet! Wij wachtten tot de leerling zou beginnen met zijn dubbele.schrijverij, en kijk eens, hij heeft alles al klaar! Ah, dat gaat alle menselijke begrip volkomen te boven en zoiets werd nog nooit gehoord!"
Hoofdstuk 73: Raphaël schrijft alles over het geslachtsleven op. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar RAPHAËL zegt: "Vriend, dat soort liefde is wel beter dan helemaal geen liefde, maar zij deugt toch niet voor de ziel en haar innerlijke leven. Jij houdt alleen van mijn gestalte, die nu mijn natuurlijke uiterlijk is maar de liefde is het eigenlijke innerlijke van de mens en moet zich nooit aan iets uiterlijks hechten, want daardoor wordt het innerlijke al gauw gelijk aan het uiterlijke en zo een weerspiegeling van de hel. Dit verdraait de goddelijke levensorde. De geest der ziel, die de liefde is, wordt naar buiten gericht en kwijnt daardoor weg, net zoals een te vroeg geboren baby verkommert die door van buiten komend geweld te vroeg uit het moederlichaam werd verdreven.
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Dan zegt SUETAL tegen Raphaël: "Dat is al een oude kwaal bij mijn vriend Ribar. Een mooie gestalte, manlijk of vrouwelijk, kan hij, zonder hartstochtelijk te worden, niet verdragen, maar mij is het om het even. Een mooie gestalte bevalt mij ook wel beter dan een lelijke, maar hartstochtelijk wordt ik daar nooit van! Tot op heden heb Ik dan ook alle vrouwen en meisjes, hoe mooi ze ook waren, volkomen met rust gelaten!"
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Als jij nu van jezelf kunt beweren dat in zekere zin niets je liefde kan opwekken, noch een mooie gestalte noch een bijzonder goede handelwijze, dan zou ik zelf wel eens van je willen vernemen, door welk derde, mij geheelonbekende middel, de mens liefde in zijn hart kan opwekken en waarmee hij die kan versterken om tot de kracht van de openbaring der goddelijke, zuivere liefde in het hart te komen!?
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Intussen ging de engel naar de twaalf, waarvan SUETAL de eerste is die zich erg over Jarah verwondert en die zegt: "Luister nu eens, schone jongeman, wat heeft dat meisje, dat nauwelijks veertien lentes telt, nu met de wijze Griek? Zij schijnt wel tot over de oren verliefd te zijn op de goede man!? Toen je naar binnen ging, dacht ik dat je de Meester der Meesters te voorschijn zou halen, maar toen bracht je dit verliefde meisje! Dat viel erg tegen! Is dat soms ook al een wonderdoende leerlinge van de grote meester en heeft zij in het huis soms in een geheime kamer les gekregen? Waarlijk, er duiken bij jullie steeds maar verschijnselen op waardoor men in plaats van wijzer, alleen maar dommer wordt, hoe meer je er goed over nadenkt. Aan de ene kant ongelooflijke wonderen, aan de andere kant meteen weer gewone, menselijke verschijnselen. Zeg jij me nu maar hoe een eerlijk mens van ons soort dit kan bevatten. Zoals ik nu ook werkelijk niet begrijp, waarom wij de grote Meester, die zich eerst door middel van de wijze Griek letterlijk aan ons op wilde dringen terwijl wij hem eigenlijk, naar waarheid, helemaal niet wilden zien, zich nu helemaal niet Iaat zien! Wat hebben we dan gedaan dat wij zo lang moeten wachten, of zullen we hem tenslotte helemaal niet te zien krijgen!"
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] SUETAL zegt: "Kijk, dat is nu weer iets wat mij niet is opgevallen, maar gezien zijn verdere, wonderbaarlijke schoonheid, zou men haast zeggen dat hij een hoger, geestelijk wezen was, -want zijn gestalte en zijn bijzondere wonderen schijnen dat welhaast rond te bazuinen! Maar daarbij doet zich weer de omstandigheid voor, dat hij ons als jongste leerling van de grote meester werd voorgesteld, die het al zo ver in de goddelijke magie gebracht heeft. Dat zegt dan echter natuurlijk net zo veel als: Wanneer deze jongste al zo veel presteert, wat zullen dan de oudere leerlingen wel niet allemaal kunnen!? Bij zo'n logische veronderstelling valt de gedachte aan een hoger wezen in de jongen vanzelf weg, want als hij het tóch zou zijn, dan zou de echte, grote meester ons eerder duidelijk belogen hebben, en dat kan men van zo'n man toch met veronderstellen! -Wat denk je daarvan?" ..
Hoofdstuk 76: Ribar veronderstelt de aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] De uitdrukking' A v rodite' betekende vrijwel hetzelfde. Als ergens '0 v rodite' stond, dan betekende dat zo veel als: de reine, goddelijke wijsheid baren, en 'slou rodit': de menselijke wijsheid baren. A v rodit betekent echter: de aardse domheid baren en' A vrodite' betekende dan zoiets als een mooie, opgedirkte vrouw, die steeds domheden baart, omdat zij meestal zelf dom is.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ja, de sterren, de sterren, beste vriend, de sterren, de zon en die wispelturige maan! Dat zijn heel vreemde zaken, en ook onze aarde. Wie daar alles over zou weten, zou wel de hoogste graad van menselijke wijsheid bereikt hebben! Maar voor men daarvan alle ondoorgrondelijke geheimen en verborgenheden aan het daglicht zal brengen, vooral voor iemand als wij, o vriend, zal de brave maan nog vaak heel gemoedelijk boven de horizon moeten opstijgen! Ik voel dat die zaken, die ik nu van jou heb gehoord, algehele waarheden zijn. Maar ze liggen nog zo los en zonder verband in mijn hoofd als de eerste bouwstenen van een nieuw, groot paleis dat nog gebouwd moet worden. Iedere steen op zich is vast en goed en dus een solide waarheid, maar hoe deze eerste, onderste bouwstenen door de bouwmeester later tot een fundament van het paleis samengevoegd zullen worden, dat, vriend, ligt voor mij nog zeer veraf, en ik denk dat dit zelfs voor jou geen makkelijk karwei zal worden!"
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hoe groot was de verbazing van zo'n leerling als hij daarna voor de eerste maal uit zijn slaap ontwaakte en zich in het goddelijke licht van de zon bevond! Toen hij zichzelf zag in witte kleren, die met rode en blauwe stroken waren afgezet! Toen hij de vriendelijke, eveneens prachtig geklede mensen van beiderlei kunne zag! Hoe smaakten hem de heerlijk toebereide, nieuwe spijzen! Maar wat moest zijn ziel wel voelen toen hij door heel vriendelijke mensen naar buiten werd gebracht, daar door de heerlijke turnen wandelde en hun hemelse geuren inademde, en met zijn, boven alle menselijke begrippen uitgaande van geluk dronken ogen voor de eerste maal de hele natuur in al haar uitbundigheid door de zon beschenen voor zich zag!
Hoofdstuk 95: De opvoedingsmethode in het oude Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na deze woorden van Mathaël zegt OURAN: "Mijn steeds achtenswaardiger vriend, ik moet je nu toch ook eerlijk bekennen, dat bij de gedachte aan het plotseling verdwijnen van deze zon mij toch zelf ook een bepaalde vrees bevangt. Want dat herinnert mij aan de totale, menselijke onmacht in vergelijking tot de onbegrensde almacht van Hem, die weliswaar in ons midden is, maar eigenlijk toch te heilig en te oneindig verheven is dan dat mensen zoals wij, die weten wie Hij is, Hem zouden kunnen benaderen! Of dat ik met Hem, net als met u of andere mensen, als vrienden onder elkaar zou durven praten!
Hoofdstuk 98: Ouran's gedachten over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Omdat de mensen gedurende die tijd vrij vaak koorts kregen, ten dele door het genot van de zeer vette vis en ten dele door de met veel onzuivere dampen bezwangerde lucht, noemde men deze tijd later ook wel 'de koortstijd'. De menselijke fantasie veranderde dit kenmerk al gauw in een godin en men bewees haar, om gevrijwaard te zijn van deze maagaandoening, meteen ook weer een soort goddelijke verering. -Nu weet je ook de natuur en waarheidsgetrouwe geschiedenis van de naamgeving van het tweede teken uit de dierenriem, dus gaan we met het derde verder!
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Later wijdde men deze periode aan de strijd, vanwege de in die tijd veel voorkomende stormen. In deze tijd is alles in een gevecht verwikkeld: het ene element tegen het andere en de hitte tegen de kou of liever de koelte van dit land. De heftigheid van deze strijd leverde de menselijke fantasie al gauw een zinnebeeld, waaraan men later ook goddelijke eer bewees en dat men nog later, in tijden van oorlog, zelfs tot oppergod verhief. Als men echter de naam 'Mars' ontleedt, krijgt men het oeroude Mar iza, ook wel Maor' iza. En wat betekent dat? Niets anders dan: De zee verwarmen.
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Omdat tijdens deze beoordelings - en controletijd de zon juist in het bekende dubbelstergebied kwam te staan, noemde men dat ook 'Tweelingen', in het Romeins was dat Gemini of ook wel Castor en Pollux. Later maakte de menselijke fantasie daar eveneens goden van.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Met deze naam maakte men de nakomelingen als met een recept erop attent met welk middel men deze plaag het best bestrijdt. Nog heden ten dage krijgen wij zowel uit Egypte, als uit Arabië en uit Perzië een poeder, waarmee men zonder de menselijke gezondheid ook maar op enigerlei wijze te schaden, niet alleen schorpioenen, maar vrijwel alle andere lastige insecten kan verdelgen. Dit poeder wordt, afgezien van enige toevoegingen, hoofdzakelijk gemaakt van de bovenvermelde bast. -En nu maar weer verder met ons onderwerp!
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] MATHAËL zegt: "O Helena! Gisteren was ik nog veel blinder en onwetender dan één van je minste en domste bedienden en daarbij was ik ook nog zo ziek, dat alleen God mij kon genezen van die onvoorstelbare ziekte. Geen menselijke kunde zou ooit die genezing tot stand hebben kunnen brengen!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...