Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9982 resultaten - Pagina 11 van 666

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] En de wijze zei: 'Sinds het eeuwige oerbegin heeft nog geen engel de naam van de Allerhoogste kunnen uitspreken; want Zijn naam is zo oneindig groot als de oneindige ruimte van Zijn scheppingen, waarvan de aarde die jij bewoont nauwelijks zo groot is als het nietigste stofje ten opzichte van de hele grote aarde zelf. Maar de eeuwige God, Schepper en Vader is uit overgrote liefde voor jullie, Zijn kinderen, Zelf in jullie vlees gekomen, opdat jullie Hem helemaal kunnen naderen, en daarmee heeft Hij Zichzelf ook een naam gegeven die ieder mens van deze aarde en ook iedere engel kan voelen en uitspreken; - en die allerheiligste naam luidt: Vader, Liefde, Waarheid en Leven; maar als Mensenzoon heet Hij Jezus!'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Daarna zag ik zonnen en aarden zonder tal in grote rijen aan U voorbij zweven, en allemaal waren ze vol van de prachtigste wezens zoals wij en ook andere wonderbaarlijke dingen, en waarheen U Uw blik ook maar wendde in de diepten van de eindeloze ruimte, zag ik meteen weer nieuwe, grote en prachtige scheppingen tot stand komen! O Heer, o Liefde, o Vader, o mijn koning Jezus! Hoe eindeloos groot, machtig en boven alles heilig en heerlijk bent U in U zelf van eeuwigheid tot eeuwigheid! Eeuwig niemand is aan U gelijk! O, vergeef mij de zwakheid van mijn tong, dat die niet in staat is Uw lof en Uw eer waardiger uit te spreken!'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Rafaël begon zijn eerdergenoemde toehoorders echter de hele aarde, de maan, de zon, de andere planeten, verder nog de kometen, de vaste sterren met hun planeten, het wezen van de centraalzonnen en tenslotte ook dat van hulsgloben, de talloze aantallen ervan in de eindeloze scheppingsruimte en het wezen van de Grote Scheppingsmens in slechts enkele, gemakkelijk te begrijpen woorden te verklaren, en hij maakte zijn verklaringen aanschouwelijk met beelden die hij onmiddellijk in de ruimte van de zaal deed verschijnen, wat er natuurlijk heel veel aan bijdroeg dat de toehoorders de verklaringen des te gemakkelijker en sneller konden begrijpen.
Hoofdstuk 123: Samaritanen zoeken de Heer (9.2.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Mijn vriend, je stelt nu nog vragen op een zeer aardse, menselijke manier, wat echter bij jou ook nog niet anders kan zijn! Kijk, de grote, zalige wereld aan gene zijde is het ware Godsrijk, dat vooral inwendig in de mens is, en wel in het diepste innerlijk van zijn ziel. Van daaruit is het dan verder ook boven de sterren overal in de eindeloze ruimte, naar alle richtingen, dus ook in en onder de sterren, in het vrije luchtruim, op en in deze aarde, en dus ook overal waar je je maar kunt denken. Want alles wat je ziet en voelt op deze wereld is ook op overeenkomstige wijze aanwezig in de geestenwereld, zonder welke niets materieels zou bestaan en zou kunnen bestaan.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Als je volgens Mijn leer wilt leven en handelen, moet je je eigenmachtige, scherpe verordeningen in de toekomst ook rigoureus veranderen; want met zulke verordeningen sta je nog heel ver af van de ware naastenliefde en derhalve van het rijk Gods, waartoe de kennis die je nu van de aarde, de maan, de zon en de overige planeten hebt, op zichzelf jou niet zou verheffen. Want alles wat je in de grote, zichtbare ruimte met je lichamelijke ogen kunt bekijken, heeft pas waarde voor het rijk Gods in de mens, wanneer het ook van daaruit beschouwd en geestelijk verlicht wordt. Op zichzelf heeft het als materie geen waarde voor de hele mens, maar alleen een uiterst vluchtige en vergankelijke waarde voor het lichaam. -Dat, Mijn vriend, zeg Ik je opdat je je ernaar zult richten!'
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Een kleine cirkel heeft ruimte genoeg in een grote; maar omgekeerd gaat dat moeilijk. Begrijp dat goed!'
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Toen had de ontzettend geschrokken waard tegen de smid gezegd: 'De grote Heer en Meester, die met alle goddelijke kracht en macht vervuld moet zijn omdat Hij anders gistermiddag niet zoveel mensen met anders ongeneeslijke ziekten volkomen had kunnen genezen, zal vast nog hier zijn; laten we Hem gaan zoeken! In de Joodse herberg kunnen we wel naar Hem vragen!'
Hoofdstuk 48: Er worden twee bezetenen bij de Heer gebracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] De waard zei: 'Vriend, jullie zijn zeker met z'n veertigen, en voor zoveel mensen zal er in mijn huis nauwelijks voldoende ruimte te vinden zijn! Verderop is een grote Griekse herberg; daar kunnen jullie heel goed en aangenaam onderdak krijgen. Bovendien is mijn vrouw, die met de keuken weet om te gaan, helaas ziek. En mijn twee dochters, die vandaag ook enigszins onwel zijn, kunnen dat ook als ze gezond zijn nog lang niet, omdat hun daarvoor de nodige kracht en kennis ontbreekt. Ik kan jullie daarom slechts een zeer schraal onderkomen bieden, terwijl jullie in de herberg verderop alles kunnen krijgen wat jullie nodig hebben.'
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarom zei Ik bij de vijver: 'Omdat alleen door Mijn macht en wil ten eerste de grote hoeveelheid vis in het Meer van Galilea is gevangen en ten tweede volkomen vers en gezond in de zakken hierheen is gebracht, en ten derde omdat deze vissen in deze vijver zich voortdurend rijkelijk zullen vermeerderen, in stand zullen blijven en het hele dorp rijkelijk kunnen voorzien, zal van nu af aan ieder huis het recht hebben om zoveel vissen uit deze vijver te halen als het redelijkerwijs nodig heeft. Maar opdat de vissen mettertijd, als ze zich sterk gaan vermeerderen, ook voldoende ruimte zullen hebben, zullen wij deze vijver tot de juiste en passende afmetingen vergroten!'
Hoofdstuk 135: De visvijver van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Want er waren nog enkele Farizeeën Dismas en Barnabas achterna gekomen, en die zeiden zelf: 'Ja, ja, wonderbaarlijk om te zien wat daar geschreven staat! Het oude Verbond met Abraham is ten einde en heeft geen geldigheid en werking meer; want wij weten immers allemaal dat de werking van de Ark des Verbonds al bijna dertig jaar geleden zo goed als geheel opgehouden is -alleen Simon en Zacharias kenden die nog in haar gebruikelijke kracht. De staf van Aäron werd niet meer groen en de zeven toonbroden werden door de motten tot stof stuk geknaagd. Alleen de twee stenen tafelen zijn nog gebleven; maar wat daarop geschreven stond werd van jaar tot jaar onleesbaarder, en daarom was het noodzakelijk om de hele oude Ark des Verbonds, met uitzondering van het goud ervan en de twee grote cherubs, reeds twintig jaar geleden te vernietigen en in plaats daarvan door een vooraanstaand en uitstekende schrijnwerker van hetzelfde hout een nieuwe te laten vervaardigen, overeenkomstig de vorm van de oude met het goud te beslaan en de twee cherubs er weer op te plaatsen. En in het midden van de Ark, waar de rookzuil of bij tijd en wijle ook een vuurzuil uit opsteeg, moest de Ark zo ingericht worden dat men er pas aangestoken kolen in kan doen en daar dan wierook en andere welriekende hars op kan leggen om zo een rookkolom te vormen, die echter de hele ruimte van het Allerheiligste dermate in alle richtingen vult, dat men het daar nauwelijks kan uithouden, en de vuurzuil moet met aangestoken nafta tot stand gebracht worden.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Daarop zei Ik: 'Jullie kudden zouden wel op even wonderbaarlijke wijze vermeerderd kunnen worden, maar dat zou voor de mensen nog opvallender zijn dan al het andere; want iedereen, die nu tien schapen op de weide heeft, zou erg grote ogen opzetten als zijn herder in plaats van tien schapen er opeens duizend naar huis zou brengen, die de eigenaar van de schapen niet eens zou kunnen onderbrengen, omdat zijn schaapsstal hoogstens ruimte voor twintig schapen heeft. Probeer dus een flink aantal schapen en andere dieren te kopen; over twee jaar, gerekend vanaf nu, zullen ze zich wel op een goede manier vermeerderen! Als jullie het graan geoogst hebben, zullen jullie het gemakkelijk kunnen bewaren -want daar hebben jullie ruimte genoeg voor; maar met het houden van huisdieren zou jullie dat slecht lukken -en daarom laten we dat zoals het is!
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Stuur je knechten er straks heen met een paar broden, dan zullen ze de knechten volgen naar jouw eigen stal, die voldoende ruimte heeft voor deze dieren! Maai dan het gras op het grote stuk weide dat van jou is, laat het drogen en tot bossen samenbinden; laat de knechten dan met de dieren naar buiten gaan dan zullen die zelf het hooi in de schuur brengen, en zo zul je ze geleidelijk aan voor nog verschillende andere werkzaamheden kunnen africhten.'
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Bij deze sterren, die je 's nachts aan het firmament ziet, moet je je een enorm grote ruimte meer dan duizendmaal duizend keer voorstellen, en kijk, al die voor jou ontelbaar vele zonnen en andere hemellichamen zijn in de loop van eindeloos lange tijden uit die ene oergeschapen grote zon voortgekomen natuurlijk niet al volkomen rijp en klaar, maar als zaadkorrels uit de aar van een halm, die het vermogen hebben zich verder voort te planten!
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] En zie, toen rolde er een traan uit het heldere oog van de eeuwige Liefde in de duistere ruimte van de eeuwigheid en werd tot een groot water. En de Liefde ademde over het grote water in de diepte en de wateren splitsten zich en uit het water ontstonden talloze druppels. En het vlammetje boven het hoofd van de eeuwige Liefde nam op hetzelfde ogenblik in omvang toe en ontstak de druppeltjes en die werden talloze grote zonnen; uit de zonnen sproeiden in de warmte van de eeuwige Liefde planeten, en uit deze hun manen.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] O vaderen, wat betekent ons hoogste woord tegenover Zijn kleinste, dat voor de eeuwige macht van die heilige liefde toereikend is om met een onmetelijk aantal grote en kleine dingen de oneindige, eeuwige ruimte van Zijn wil te vullen, terwijl ons hoogste woord niet eens in staat is om het kleinste zonnestofje uit zijn voor hem bestemde orde weg te blazen!
Hoofdstuk 47: Over de grootheid en diepgang van Gods woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...