Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1782 resultaten - Pagina 11 van 119

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] "'Hoe kan dat echter erfelijk zijn?' - zal men vragen. Oh, heel gemakkelijk, vooral bij de organische zielvorming. Wat deze eenmaal opgenomen heeft kan zij duizenden jaren behouden, als dat niet door de geest in haar weer helemaal in orde gebracht wordt. Kijk eens naar het type mens binnen een volk! Als Ik jullie nu de gestalte van zijn oerstamvader laat zien, zullen jullie allen al gauw beamen dat er een belangrijke overeenkomst bestaat met al zijn nakomelingen. Als de stamvader een goed en meegaand man was en zijn vrouw ook, dan zal daarna op een paar uitzonderingen na dat hele volk meegaander en beter zijn dan een volk met een opvliegende, trotse en heerszuchtige stamvader.
Hoofdstuk 225: De macht van de erfelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De 'vloek van God' is niets anders dan het aan de ziel die zichzelf bedorven heeft, geschonken verhelderende inzicht dat zij zich in werkelijkheid zelf in weerwil van de orde bedorven heeft, en dat zij daarom enkel door eigen schuld verder haar brood in het zweet van haar aangezicht zal moeten zoeken.
Hoofdstuk 225: De macht van de erfelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Als een ziel eenmaal zichzelf geheel bewust is en met het gebruik van haar verstand zover komt dat zij in zichzelf de orde van God goed kan zien en herkennen, dan moet zij vervolgens ten behoeve van haar versteviging zelf handelend op gaan treden volgens de in haar bestaande en herkende orde van God. Doet zij dat op een bepaald punt echter niet, maar laat zij dat na, of doet zij in plaats daarvan iets geheel tegengestelds, dan is het duidelijk dat zij zich op dat betreffende punt een niet gemakkelijk uitwisbare schade toebrengt. Uit zichzelf kan zij zich daar nooit meer van bevrijden, omdat het gevolg is dat haar werkzaamheid al meer of minder in de war raakt. En in de loop der tijd ontstaan daaruit vanzelf steeds meer beperkingen van de ziel, zoals: allerlei blindheid, domheid, onverstand, zwak begripsvermogen, vrees, moedeloosheid, treurigheid, angst, ergernis, toorn, woede en tenslotte zelfs vertwijfeling.
Hoofdstuk 225: De macht van de erfelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar zoals gezegd, om dat te bereiken moet de mens eerst de oude Adamitische zonde kwijtraken, en dat gaat op geen andere manier dan op die, welke Ik jullie zoëven getoond heb: De wereldse zorgen moeten door de ziel uit zichzelf over boord geworpen worden, een ander middel is er niet! Als die afgedankt worden, komt bij de mens alles weer in de oude goddelijke orde terug, en de mens is dan weer geheel mens volgens de orde van God. Wel, dat is het wat men met recht 'erfzonde' noemt! Op zichzelf gezien noemt men het vlees volkomen terecht de erfzonde; overeenkomstig geestelijk gezien is alleen de veelvoudige zorg voor het vlees de moeilijk uit te roeien zonde van Adam bij al zijn nakomelingen.
Hoofdstuk 226: Wereldse zorgen en hun kwade gevolgen voor de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Of de zelfstandigheid voorlopig echter iets zaligs of iets onzaligs is, dat is dan uit het oogpunt van de Schepper niet belangrijk, want voor ieder wezen is een deur opengelaten om op de uitgestippelde wegen de zaligheid te bereiken. Wil het -dan is dat goed voor het wezen, wil het echter niet -ook goed! Want niemand anders heeft daaraan schuld dan alleen het wezen zelf. Het behoudt eeuwig zijn zelfstandigheid. Zalig of niet, is dan niet belangrijk, want in de grond van de zaak moet het als schepsel toch voldoen aan de totale orde van de Schepper .
Hoofdstuk 227: De val der geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] In God waren al de tegenstellingen al eeuwig volmaakt in balans. Maar bij de geschapen wezens moesten zij pas door de vrije strijd uit zichzelf, dus door de bekende zelfwerkzaamheid, in de juiste orde komen.
Hoofdstuk 229: De aard van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Bij veel wezens hebben de tegenstellingen een juiste verhouding volgens de orde van God bereikt, en hun bestaan is daardoor volkomen, omdat zij zich door hun gelijksoortige en tegengestelde verstandelijke vermogens voortdurend zeer goed laten ondersteunen.
Hoofdstuk 229: De aard van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Ik ben van mening dat een nieuwsgeschapen wezen, zoals wij allen er een zijn, zoiets in en uit zichzelf onmogelijk ooit helemaal tot stand kan brengen. En het kan dus ook niet in zekere zin alléén de schuld dragen van het feit dat het zich geheel volgens de juiste orde, of gedeeltelijk, misschien wel geheel, tegen de juiste orde ontwikkeld heeft. Want wie zou een mens de volle schuld geven van zijn onopgevoed zijn, als hij vanaf zijn geboorte nooit voluit gelegenheid had om zich te ontwikkelen in de verfijnde omgangsvormen, zoals die onder welopgevoede mensen gebruikelijk zijn?
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Daarom zal het in ieder geval voor mij nog wel nodig zijn over het behandelde onderwerp nog wat meer olie in de lamp van mijn verstand te doen, opdat dit geheel mij, al is het ook weinig, duidelijker wordt. Want nu kom ik mij voor als iemand die 's morgens nog half slaapt. Aan de ene kant drukt de lichtloze slaap nog op de ogen, aan de andere kant werkt het daglicht in op de nog slaperige ogen zodat zij zich niet meer helemaal kunnen overgeven aan de slaap. Wek U daarom nu mijn ogen maar liever helemaal, o Heer, anders kan het mij nog gemakkelijk overkomen dat ik bij al dit morgenlicht, in het volle besef van de goddelijke orde in alle wijsheid en liefde, toch nog inslaap!"
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Je hebt het echter totaal mis, als je meent dat God de geschapen wezens voor hun ontwikkeling aan zichzelf heeft overgelaten, voordat zij in staat waren de goddelijke orde geheel in zichzelf te herkennen en in al haar diepte te begrijpen. Daaraan ging veelonderricht vooraf, en er verstreken lange tijdruimten tussen het eerste ontstaan van de eerstgeschapen orde in de eerste wezens en de periode waarin deze geesten zichzelf moesten gaan ontwikkelen.
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Hoe moeten we het ons dan voorstellen dat de primitieve geestelijke wezens, meteen nadat zij als oergedachten en oerideeën van God zich tot een bestaan hadden samengevoegd, ook al dat inzicht zouden kunnen hebben, waarmee zij zich volgens de orde van de Schepper daarna zouden hebben kunnen ontwikkelen? Het in zekere zin persoonlijke oerwezen van satan kon onmogelijk zo'n inzicht hebben als bijvoorbeeld Michaël, anders zou hij zich net als Michaël ontwikkeld hebben. Kortom, Heer , daar slinger ik nog erg tussen licht en donker heen en weer en ik weet niet hoe ik nu het licht zo precies moet grijpen! Als ik het te dicht nader, denk ik, dat het mij als een vlam zou branden, en verwijder ik mij ervan, dan ben ik weer op de plaats waar ik begon.
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Als een mens van nu af aan volgens deze nieuwe wet zal leven, zal hij zijn leven ook vast en zeker geheel volgens de goddelijke orde vormen, en daarna ook in de volheid van het ware en vrije eeuwige leven in kunnen gaan. Als hij deze nieuwe levenswet echter niet zal aannemen en zijn handelen daarnaar niet als uit zichzelf zal inrichten, zal hij ook zeker het doel van de ware levensvervulling niet bereiken.
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] leder zal een waarschuwende stem in zijn hart krijgen, die hem aan zal geven wat goed en alleen juist is. Wie deze stem zal horen en daarnaar zal handelen, zal het grotere licht bereiken en dat zal alle wegen van de goddelijke orde voor hem verlichten."
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Kijk, dat dacht en zei de lichtgeest tegen zichzelf en dus ook tegen de onder hem staande afgezonderde geesten. Zo gezegd, zo gedaan, en het gevolg was dat hij zichzelf gevangen nam in zijn traagheid, waarin hij steeds meer vaste vorm aannam, en het gevolg daarvan was dan weer de vorming van de materie, alles volgens de goddelijke orde, want het onafwendbare gevolg van het niet houden van het goddelijke gebod was net zo zeker vooruit bepaald, als de vrije toestand van de geesten, die het gebod van God geheel aan en in zich vervuld hebben.
Hoofdstuk 231: De ontrouw van Lucifer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Omhulsels hebben hun bestaan altijd alleen maar te danken aan een van de orde van God uitgaande vastgehouden wil en missen derhalve de intelligentie van de ziel. Zij vormen slechts een noodzakelijk middel, waardoor de met verstand begaafde ziel zich als vanzelf, door een bepaalde tijd geïsoleerd te zijn, tot een echt volledig zelfstandig en vrij wezen kan vormen en ook werkelijk vormt.
Hoofdstuk 232: Omhulsel en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...