Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

368 resultaten - Pagina 11 van 25

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25
[5] Wie U ooit onrijp benaderde, wees U zacht terug en zette hem op een goede aardbodem opdat hij des te sneller rijp zou worden en dan met velerlei vruchten beladen tot U terug zou kunnen keren en U beloonde hem daarbij ook nog, omdat hij zich door U oneindig liet beminnen en met talloze liefdesdaden van het leven geduldig liet overladen!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Niet waar, Mijn geliefde Seth, aan het hart van de eeuwige, heilige Vader is het zacht en goed rusten?!
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En toen nu alles zo was geregeld en reeds een verkoelende en iedere wond in de natuur genezende dauw uit de hemel neerdaalde en zacht waaiende winden het geknikte gras oprichtten, zei Abedam tegen zijn metgezellen:
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Zie, stel je nu eens voor dat je op een zacht, donzig bed sliep en je in je zoete slaap de mooiste dromen zou hebben, waarin je heen en weer liep en wel zou willen springen en dansen van vreugde en dat je bovendien ook nog een verre snelle plezierreis zou willen maken.
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Met deze woorden drukte Abedam haar nog eenmaal aan Zijn hart en zette haar toen heel zacht op de grond neer en wel naast Zijn voeten. En kort daarop kwamen reeds de uitgezonden aankondigers van het offer en de verlichten volgens het woord van Abedam naderbij en vielen neer voor Abedam en aanbaden hem vanuit het diepst van hun hart; en achter hen volgden onafzienbare scharen hun goede voorbeeld.
Hoofdstuk 186: Onschuld en schaamte. Terugkeer en ontvangst van de boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[43] Johannes vroeg Mij er nu zacht naar en als de discipel die Mij het meest vertrouwd was, zei Ik hem: "Hij is het, aan wie Ik het stuk brood geef!" - daarop gaf Ik het aan Judas met de woorden: "Wat gij doet, doe dat snel!"
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[312] Dergelijke onderrichtingen misten hun invloed niet op het gemoed van Petrus. Hij kon zich echter alleen nog niet zo gauw losmaken van zijn aardse-menselijke gedachten aan uiterlijk geweld en macht, dat was de reden dat hij in het grote, beslissende uur van de gevangenname van de Heer heimelijk een zwaard droeg, dat hij voor een geval van nood bij zich had gestoken en in een blinde waan trok om Hem te beschermen, van wie hij reeds lang wist dat Hij de Heer der heerscharen, de machtige God Zebaoth was. Behoorde hij dan niet te weten dat deze Heer en Meester over alle elementen Zichzelf in alle nood en gevaar door de kracht van Zijn Geest altijd kon helpen? Petrus wist dit ongetwijfeld. Van nature neigt het hart van de mens echter naar eigenmachtigheid en geweld en maar heel moeilijk maakt het zich de zuivere, hemelse betekenis eigen van het ware Godsvertrouwen en de volmaakte liefde en zacht­moedigheid.
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[12] Maria maakte het bedje van het Kind je fris en lekker zacht op, legde Hem erin, en zette toen het bedje naast haar bed.
Hoofdstuk 207: Rustbrengende woorden van het Kindje vóór de stormnacht. Dwaze vrees van Eudokia en haar voorzorgsmaatregelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] maar alleen en uitsluitend uit geduld, uit liefde, uit zacht­moedigheid en uit volledige over­gave aan de goddelijke Wil!
Hoofdstuk 146: Meerdere vragen van de hoofdman. Uitspraken van Jozef over het Messiaanse Rijk, en over de liefde als sleutel tot de waarheid. Het gezelschap gaat binnen in het nagebouwde Allerheiligste. Weldaad van Maria jegens de blinden - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Nu vatte Tullia moed en zei ze tegen Cyrenius: ' Als Uw zacht­moedige ogen mij bedriegen, dan is heel de wereld een grote leugen! Laat ik dus maar eerlijk zeggen hoe mijn vader heette.
Hoofdstuk 101: Jozef stelt Tullia voor aan Cyrenius. Wondere ontdekking; Tullia is een nichtje en jeugdliefde van Cyrenius. Cyrenius' ontroering - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Nu pakte Salome het schoonste stro dat er te vinden was, en ook wat vers zacht hooi, en deed dat in het kribje; daarna deed ze een kraakheldere doek over dit alles heen, en zo maakte ze voor het Kindje een heerlijk zacht bedje.
Hoofdstuk 27: Terugkeer van de H. Familie naar Bethlehem. Hartelijke ontvangst in de grot door de thuisblijvers. Een voederkribbe als kinderbedje. Een rustige vriesnacht (11 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Toen de herders bemerkten dat Cornelius een bijzonder zacht­zinnig mens was, lieten ze hun schuwheid varen en de volgende dag lieten ze zich allemaal registreren!
Hoofdstuk 22: Cornelius bij de H. Familie in de grot. De herders en de hoofd­man. De nieuwe eeuwige geesteszon. Afscheid van Cornelius. Jozefs waardering voor de goedheid van de heidense hoofdman (4 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Voorts liet hij in de tent voor Maria een bed plaatsen, zacht en fris opgemaakt, terwijl hij er ook nog een aantal andere voorzieningen liet aanbrengen. Ook de andere tenten werden doelmatig ingericht. Vervolgens liet hij door zijn knechten met grote spoed een kookkachel bouwen, en zelf maakte hij daarop een houtvuur om de grot te verwarmen; het was daar in dat jaar­ getijde namelijk nogal koud.
Hoofdstuk 21: Jozefs uitleg van de menselijke vrije wil; zijn raad aan Cornelius. De overste neemt maatregelen ten behoeve van de H. Familie (2 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] Maar voor zo'n schijnleven, dat -wiskundig juist -ook wel eeuwig moet voortduren, omdat de uitgaande lichtstraal nooit op een eindige grens kan stuiten en daarom nooit volledig kan ophouden, ben ik mij nu te helder van mijzelf bewust, ja dui­zendmaal helderder dan ooit in mijn hele aardse leven. Alleen, zoals gezegd, ik hoor en zie niets behalve alleen mijzelf. -Aha, aha, stil nu! Ik heb de indruk dat ik een zacht gemompel hoor, een gefluister! En ook wil als het ware een zachte, heel zoete slaap zich van mij meester maken. En toch is het geen slaap ­nee, nee, maar het is, alsof ik uit een slaap wakker moet wor­den. -Maar nu stil, stil; ik hoor stemmen uit de verte, beken­de stemmen, heel bekende stemmen! Stil, ze komen naderbij!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[31] Zie, Lamech is niet hard, maar hij is alleen te zacht, - daarom maak Ik hem nu sterker, zodat hij de man zal worden van jouw, maar meer nog - begrijp dat goed! - van Mijn dochter!
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25