Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 11 van 1110

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] Het is vanzelfsprekend, dat men dit slechts een, twee of drie keer kan doen voor een vriend; vraagt hij dan echter weer om nog langer te blijven, troost hem dan met de verzekering, dat je hem spoedig weer ontmoet en spoor hem aan om voortdurend te handelen volgens Mijn leer, die Ik jullie allen nu gegeven heb, zegen hem dan in Mijn naam en vervolg jullie weg volgens de roeping van de geest, die nu door Mij in je woont als een levend woord en jullie zelf naar het eeuwige leven leidt!"
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] ROCLUS zegt: 'Over wie anders? Jullie zijn immers satans zwarte gespuis en kunnen daarom geen licht verdragen! Hoe durven jullie de Heer en Meester van eeuwigheid, die jullie daarvan al zoveel buitengewone bewijzen met woord en daad heeft geleverd, met jullie oude walgelijke venijn zo schandelijk bezoedelen?! Vrezen jullie dan niet dat zelfs de aardbodem zich hiervoor op jullie zal wreken?! Wie kan Hij zijn, die de berg in zee toeroept: 'Verga en ga te gronde!', en op hetzelfde moment gaat de berg te gronde?! Kan een duivel - volgens jullie opvatting - ooit deemoed en de hoogste liefde tot God en de naaste prediken?! O, jullie enorme ossen en ezels tegelijk, hoe vreselijk woest en verward moet het er in jullie hersenen uitzien, dat jullie niet inzien dat een duivel, als er volgens jullie opvattingen ooit een bestaan heeft, ten opzichte van God de Heer het meest machteloze en daarom allerarmzaligste wezen moet zijn naarmate het verder van de orde van God afstaat!
Hoofdstuk 93: Roclus richt scherpe woorden tot de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wanneer nu volgens het meest wijze en ware woord van de Heer alle kracht en macht slechts in de liefde tot God de Heer bestaat, welke kracht en macht heeft dan jullie Beëlzebub, die vol bittere haat tegen God is, tengevolge van deze smadelijke eigenschap? Als wij mensen al door gebrek aan juiste en ware kennis van God, en alleen daardoor ook zeker door gebrek aan ware en alles uitsluitende liefde tot Hem, zwakke en niets vermogende wezens zijn, hoeveel te meer dan jullie duivels, die God heel goed moeten kennen, maar Hem desondanks haten in een voor ons onbegrijpelijk hoge mate! Wel -, hoe is het mogelijk, dat een wezen dat God volop kent, Hem toch boven alles haat, -waarlijk, om dat te begrijpen en te kunnen verteren heb je zonder meer een Farizeese zwijnemaag nodig! Zo'n maag neemt weliswaar geen varkensvlees tot zich; maar de reden daarvan schijnt te zijn dat, zoals dat in de natuur gebeurt, het ene varken het andere niet vreet!
Hoofdstuk 93: Roclus richt scherpe woorden tot de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Bij deze gelegenheid maak ik je dan ook bekend dat ik meerdere malen in de raad te Jeruzalem, die tegen jullie instituut is, zelfs het voorzitterschap heb vervuld, en dat jullie instituut veel aan mij te danken heeft! Want volgens het oude spreekwoord, dat vele honden de haas z'n dood zijn, zou ook het instituut te gronde zijn gericht als wij alle middelen daartoe hadden aangewend; maar door mijn zeker zeer gedegen tegenspraak is het tenslotte gelukt om jullie instituut in onze buurt te dulden. Want ik maakte de heren van de tempel duidelijk, dat jullie instituut eerder in het voordeel dan in het nadeel van de zaak van de tempel is, omdat daardoor velen die hun geloof in de tempel allang verloren hebben, juist door de wonderen van jullie instituut hun ogen weer op de oude tinnen van de tempel zullen richten, waarvan ze uit de Schrift en de mondelinge overlevering nog heel goed weten wat voor buitengewoons er zich allemaal in en omheen heeft afgespeeld.
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De zon en haar vele, vele medezonnen zullen in hun speciaalmiddenzon* (*oorspronkelijk: Spezialmittelsonne) opgaan, deze middenzonnen, die een buitengewoon hoge leeftijd kunnen hebben en waarvoor een aeon (deciljoen maal deciljoenen) aardse jaren een jaar is, zullen opgelost worden in de centraalzonnen van de zonnegebieden**,(**oorspronkelijk: Sonnengebietszentralsonnen) die natuurlijk in al hun bestaansverhoudingen -om het in Arabische getallen uit te drukken -miljoenen maal miljoenen malen groter zijn dan hun voorzonnen***.(***oorspronkelijk: Vordersonnen) Deze centraalzonnen van de zonnegebieden zullen wederom oplossen in de volgens dezelfde verhouding grotere zonnenal-centraalzonnen, en deze tenslotte in de enige oercentraalzon, waarvan de massale omvang voor jullie begrippen werkelijk onmeetbaar is.
Hoofdstuk 112: De materiële werelden zullen ooit in geestelijke veranderd worden. Kinderen en schepselen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Jullie kunnen Mijn leer van woord tot woord met onuitwisbare letters voor alle tijden der tijden optekenen, zodat er geen letter van verloren gaat, en jullie kunnen haar nog zo prediken en voorlezen aan alle volkeren, en als deze volkeren dan luidkeels roepen: 'O, kijk eens, dit is een zeer voortreffelijke leer en de mond van een God waardig!', maar er dan toch niemand mee aan het werk wil gaan en volop actief wil worden volgens de principes ervan en volgens hetgeen erin verlangd wordt, -heeft deze leer van Mij dan voor iemand enig nut, ook al is zij nog zo zuiver bewaard? Ik zeg jullie: Dat heeft geen enkel nut! Of heeft een zieke iets aan een medicijn, als hij dit niet inneemt en niet volgens het voorschrift van de ervaren arts gebruikt?!
Hoofdstuk 122: Het belang van het daadwerkelijke christendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Jullie moeten van nu af aan zelf werkzaam worden volgens Mijn leer, dan zal je ziel levendiger en lichter worden en pas dan zal Mijn geest in jullie ziel Zijn intrek nemen en je in alle wijsheid binnenleiden.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] De bij en blindgelovigen echter zouden dit weliswaar allemaal maar al te snel geloven, maar dan van Mij , van Raphaël en tenslotte ook van jullie, als zijnde Mijn vrienden, afbeeldingen maken, er tempels voor bouwen en ons dan net als hun afgoden vereren en aanbidden. De eigenlijke door de wereld bezoedelde mensen zouden ons als bedriegers en werkschuwe luiaards verdrijven, en als wij hen met goddelijke macht en kracht zouden gaan behandelen, zouden ze toch niet naar ons luisteren, maar proberen om ons te doden en uit te roeien, omdat wij volgens hun begrippen voor de maatschappij zeer schadelijke vijanden zijn, zoals dit Mij Zelf uiteindelijk nog zal overkomen.
Hoofdstuk 129: De geestelijke rijpheid van de maaiers van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Jullie moeten er dus bij je toekomstige leerlingen vooral op toezien dat ze de nieuwe leer niet slechts horen en geloven, maar dat ze ijverig aan de slag gaan volgens de ontvangen leer, die ze als overtuigend waar hebben aangenomen; want deze leer zal in ieder mens pas tot volledige waarheid worden, als hij in zichzelf ook de vervulling van de beloften die er in gedaan word.en begint waar te nemen; en hij uiteindelijk met anders kan doen dan tot zichzelf zeggen: 'Ja, de leer is waarachtig van God, want door deze in praktijk te brengen begint de ene na de andere belofte die daarin gegeven wordt, daadwerkelijk en in waarheid in vervulling te gaan!'
Hoofdstuk 131: Handelen volgens de leer en Gods beloften. Over ceremoniële diensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Maar dan moeten jullie zeggen: 'Dan hebben de Farizeeën ook eens een keer de waarheid gesproken! Deze machtige profeet is niemand anders dan de hen reeds heel goed bekende profeet uit Nazareth! Jezus is Zijn naam en in aards opzicht is Hij een zoon van de alom bekende timmerman jozef - die echter alleen zijn pleegvader was -, geboren uit Maria, de eveneens alom bekende maagd uit het huis van Joachim en Anna in Jeruzalem!' En dit is Dezelfde, die met Pasen van dit jaar alle verderfelijke wisselaars en verkopers met touwen in Zijn hand uit de tempel heeft verdreven. Deze profeet is echter onmiskenbaar meer dan een profeet! Johannes, de jullie allen bekende doper in de woestijn, heeft van Hem een waar getuigenis afgelegd, dat jullie ook zeer goed bekend zal zijn.
Hoofdstuk 143: De Heer geeft Roclus raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Wanneer er volgens jullie uitspraken een of andere nog zo geringe muiterij in het geheim voorbereid zou zijn, dan zou ik daar waarlijk van weten en mijn talrijke gerechtsdienaren zouden meteen volop aan het werk zijn gezet! Wat jullie in deze brief dus als verklikkers aanbrengen is, evenals de ondertekening van Herodes, een grote leugen waarmee jullie mij, als ik blind was geweest, voor een heel ander doel gebruikt zouden hebben. Alleen, dat dit bij mij absoluut niet opgaat en ook nooit op zal gaan, daar zijn jullie nu hopelijk wel van overtuigd. Derhalve: kom met de waarheid voor de dag, opdat ik duidelijk kan zien waar ik met jullie aan toe ben! Maar denk er goed aan: Kijk, zo zuiver als de zon nu van achter de bergen aan de overkant van de zee opgaat, zo zuiver moet ook de waarheid zijn van hetgeen jullie mij nu gaan zeggen, -dan zal ik me ook aan mijn woord houden tegenover jullie! Spreek nu!"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik heb in Hem juist die mens gevonden, die ik - laten we zeggen dertig jaar geleden tegen de gruwelijke vervolging van de oude Herodes beschermd heb; Hij is het ook, die dertig jaar geleden, toen mijn broer Augustus de volksregistratie en volkstelling in het hele uitgestrekte Romeinse rijk en dus ook in het land der joden invoerde, in Bethlehem in een schaapsstal is geboren uit de jonge vrouw van de timmerman Jozef, waarbij zich allerlei wonderbaarlijke verschijnselen voordeden. Wijzen uit het morgenland, daarheen geleid door een grote komeet, herkenden Hem en hebben Hem begroet als de toekomstige koning der joden en Hem geschenken gebracht; reeds toen werd Hij door de verbaasde herders als een bijzondere verschijning voor de mensen van deze aarde bezongen, waarvan jullie je zeker nog wel iets zullen herinneren!
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Ja, hier is een groot licht dat er nog nooit is geweest, dat zie, voel en geloof ik; maar de even grote nacht die op dit licht zal volgen, zal niet uitblijven! Geluk voor degenen die zich vandaag in dit licht kunnen koesteren; maar des te meer ongeluk voor degenen, die ingehaald worden door de nacht die op deze dag volgt! Ze zullen zeer luid om licht gaan roepen en daardoor de geesten van de nacht wekken en flink toegetakeld worden. Ik heb nu gesproken en jullie als machthebbers staat het vanzelfsprekend vrij om mij volgens jullie wil te berechten!"
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ( CYRENIUS:) 'Hierop zei Marcus, terwijl jullie al hierheen kwamen: 'Van boos worden is hier geen sprake; maar bevallen kan het me van jullie ook niet als jullie mij droogweg er van willen betichten, dat ik alleen om jullie ondergang te bewerken er plezier in heb, om jullie met deze wonderbaarlijke dingen grove leugens op de mouw te spelden. Ik ben geen leugenaar en geen bedrieger, maar -meer dan jullie dat ooit waren -een groot vriend van de exacte waarheid. Wat zou ik er aan hebben om tegen jullie te liegen?! Dat jullie het met moeite zouden geloven, ofschoon het volgens de strikte waarheid zo is, wist ik wel bij voorbaat; ik ken immers menige deugd van de Farizeeën, waaronder ook hun totale ongeloof in alle goddelijke dingen.
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar zij die leven volgens Mijn woorden, en werken verrichten van ware zelfverloochening en innerlijke vrije liefde, zullen de dood niet zien en nooit voelen. Waarlijk, tot Mijn en jullie grote vreugde kan Ik jullie zeggen, dat sommigen van jullie geen dood zullen smaken en voelen, en getuigen zullen zijn van alles, totdat, zoals ook voorheen is besproken, de Zoon des mensen in Zijn rijk zal komen; zij zullen Hem zien en met Hem heersen, eeuwig! Maar daarvoor is zeer veelliefde nodig tot God en de naaste." (Matth. 16,28)
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...