Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6685 resultaten - Pagina 11 van 446

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Ik zei: 'Mijn beste vriend en broeder, niets anders dan dat jouw vermeende grote zaligheid in Mijn gezelschap en dat van de aartsengel Rafaël nog niet de hoogste graad heeft bereikt en die pas zal bereiken, wanneer je al Mijn bouwwerken en scheppingen steeds nader en beter zult leren kennen! Jij weet nu wel dat in Mij een geweldig grote scheppende eigenschap huist en je maakt je daar een zo groot mogelijke voorstelling van, sinds je die paar tekenen door Mij hebt zien doen; maar je zult je er vast een heel andere voorstelling van maken wanneer je innerlijke gezichtsvermogen ten aanzien van Mij door Mijn werken te beschouwen buitengewoon veel weidser en verhevener zal worden. Want dan pas zal het werkelijk goddelijke in Mij zich in een steeds hoger licht aan je voordoen, hoewel eeuwig nooit in het allerhoogste finale licht, dat Ikzelf in Mijn innerlijk ben, en wel omdat dat voor iedere vanuit Mij geschapen geest zelfs in zijn hoogst mogelijke voleinding onmogelijk is.
Hoofdstuk 207: Over de onbevattelijkheid van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Want alles wat noodrijp is heeft weinig innerlijke geest en gaat snel en gemakkelijk over tot rotting en ontbinding. Alles wat snel en gemakkelijk tot stand gebracht kan worden, lijkt op die bouwer, die zijn huis in het dal met geringe kosten op zand heeft gebouwd -en toen er stormen en wolkbreuken kwamen, kon het daar geen weerstand aan bieden, maar stortte het in. Zo gaat het ook met de leer over het rijk Gods, die met behulp van veel tekenen en wonderen aan de mensen is verkondigd en opgedrongen.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Wat iemand in zijn hart en geest als het ware van vezel tot vezel analyseert, inziet en begrijpt, dient niet meer om hem tot geloof te dwingen, maar slechts om zijn geest in hem geheel te versterken; daarom behoort hij niet meer tot de klasse van de noodrijp geworden vruchten, maar reeds tot de klasse van de volledig rijp geworden vruchten.Want Ik zegje: ieder mens die in zijn leven een waarheid hoort, maar de innerlijke elementen waarop die waarheid stoelt nog niet nader kent, maar de waarheid die hij hoorde toch gelooft zonder zich verder om de innerlijke elementen te bekommeren, behoort nog sterk tot een onrijpe vrucht; wie echter over de waarheid die hij hoorde net zolang twijfels in zichzelf laat opkomen tot hij alle elementen heeft leren kennen waar die waarheid op steunt, behoort waarlijk niet tot een noodrijpe, maar tot een volledig rijpe vrucht.
Hoofdstuk 222: Noodrijpe en volledig rijpe zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Dit ware huwelijk, dat bij de geboorte van de mens al begint, is echter geweldig verstoord doordat nu wel de zielontwikkeld wordt door de onvermijdelijke lichamelijke ontwikkeling, maar de innerlijke geest meestal slechts als een embryo in haar blijft. Doel van het leven is echter om ze allebei gelijktijdig te laten ontwikkelen, zodat de een in de juiste mate van de ander afhangt.
Hoofdstuk 10: De ontwikkeling van de vorm van de ziel tot aan de mens - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Toen weerklonk Mijn stem in jou, die sprak: 'De volheid van Mijn geest werkt met jou en in jou, en alle eigenschappen die in Mij rusten, vormen op en neerwaarts een ladder in de oneindigheid. Ik wil je geven een deel van Mijn kracht, zodanig, dat ieder zal heersen vanuit zijn meest innerlijke begrenzing, die een diep van binnen gelegen punt vormt, dat van twee kanten uit de oneindigheid stroomt. Zo kun jij, terwijl je als eindig wezen van Mij bent uitgegaan, toch oneindig samen met Mij werkzaam zijn, als tegenpool die gerechtvaardigd tegenover Mij staat.'
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Als Ik jullie nu zeg dat deze eerst geschapen geest 'Lucifer' ( d.w.z. 'Lichtdrager') heette, zullen jullie nu ook begrijpen waarom hij zo en niet anders heette. Hij droeg in zichzelf het licht der kennis en was zich als eerste geestelijk wezen zeer wel bewust van de grenzen van de innerlijke geestelijke polariteiten. Toegerust met Mijn volledige macht, riep hij nu andere wezens tot leven, die in alles aan hem gelijk waren, ook de Godheid in zichzelf voel den en hetzelfde licht der kennis in zich zagen ontbranden als bij hem, en eveneens met eigen scheppingskracht te werk gingen en toegerust werden met alle kracht van Mijn geest. In hen kwamen echter bijzondere krachten van Mijn Oergeest afzonderlijk tot uitdrukking, dat wil zeggen, wat hun karakter betreft werden ze overeenkomstig Mijn zeven belangrijkste eigenschappen, derhalve was hun aantal zeven.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Raël zei: 'Rabbi, als u dat kunt, zou u een hoge vervolmaking van de geest bereikt moeten hebben, waardoor deze in staat is het geestelijke door het materiële heen te zien, en dan zou een onedele handelwijze van uw kant, die mij problemen zou kunnen bezorgen, volkomen uitgesloten zijn; want hoge geestelijke vermogens kunnen alleen bereikt worden, wanneer een mens het onedele aflegt. En dan zijn degenen die u begeleiden als uw leerlingen vast en zeker net als u.Vertel mij dus mijn meest innerlijke gedachten, als u dat kunt!'
Hoofdstuk 21: De Heer herinnert Raël aan het verleden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Nu wendde Ik Mij tot de leerlingen en vervolgde: 'Maar jullie, wanneer zullen jullie rechtvaardig beginnen te oordelen, niet vanuit jezelf, maar vanuit Mijn geest? Jullie weten toch dat Ik geen vreugde heb als er volgens bepaalde waardeoordelen gehandeld wordt! Handel en oordeel volgens de meest innerlijke, ware geest, die in jullie is gelegd, en denk niet dat datgene wat in strijd is met jullie gebruiken, ook in strijd is met God!
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Salomo zou nooit die tempel hebben kunnen ontwerpen, als hij niet in zijn geest zo vrij was geweest dat hij met zijn innerlijke oog de afspiegeling van een zuiver hemels bouwwerk kon waarnemen om daarnaar in de veel bewonderde tempel, een zwakke afbeelding te geven van wat in Mijn rijk voor iedereen volledig zichtbaar is. Want noch op aarde noch in de hemelen kan er door mensen of geesten iets geschapen worden wat niet in grootse volheid in God en daarmee ook in Zijn werken te vinden is. Overal waar een afbeelding is, moet ook een geestelijk origineel bestaan, zoals daar waar schaduw is, een voorwerp moet zijn dat zijn schaduw werpt.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] In de zuiver geestelijke wereld ontwikkelen deze vormen zich, al naargelang de verdere ontwikkeling van de ziel, tot een uiterst precieze harmonie, zodat de ware schoonheid pas daar goed zichtbaar is.Wie zuiver van geest is, kan daardoor stralen in een schoonheid die jullie gewoonweg zou vernietigen; want die schoonheid is enkel uitdrukking van de geheel innerlijke, zuiverste volmaaktheid.
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Alle mensen die leven zijn immers reeds als geschapen geesten voorhanden, en ontstaan dus niet pas als volkomen nieuw geboren in de geest, zoals jullie weten. Het doel van hun bekleding met een stoffelijk lichaam is echter enkel en alleen dat ze hun vrije zelfbestemming niet vanuit de wijsheid bereiken, waarin ze immers vanaf het allereerste begin zijn geschapen, maar vanuit de liefde, die zich nu in Mij belichaamd heeft. Dit doel kan niet bereikt worden als het innerlijke levenszaad ontbreekt, dat steeds op dikwijls zeer kunstige wijze beschermd moet worden tegen ieder verderf.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Ik zei: 'Johannes,jij bent gezegend, omdat je in de geest ziet, wat alleen de geest jou kan openbaren, en omdat je door de uiterlijke gebeurtenis heen de innerlijke betekenis hebt gelezen! Ik zeg je dan ook dat er nog oneindig veel meer in deze gebeurtenis verborgen ligt.
Hoofdstuk 43: De betekenis van de opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ik zei: 'Beste broeder, ook dit is geen blijvende plaats voor de Mensenzoon; maar Hij heeft er een nodig om kracht te vergaren voor het sluitstuk van Zijn werkzaamheid! Zolang Ik daarbuiten werkzaam was en onderrichtte, dreef Mij de innerlijke geest, aan wie dit lichaam ook onderworpen is -maar nu moet de sluitsteen gelegd worden zónder dat de geest aandrijft, maar de ziel alleen haar besluit uit liefde neemt.
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Dat is waar! Want terwijl deze tijd van afzondering er voornamelijk toe diende om Mijn aardse mens voor te bereiden op de zware tijd en geschikt te maken voor de transformatie tot eeuwige, onveranderlijke Christus, moest diezelfde tijd toch ook Mijn leerlingen en met name de apostelen voorbereiden op hun toekomstige beroep, namelijk leraar voor alle mensen te worden. Het proces dat zich in Mij voltrok bleef voor alle ogen verborgen, maar hoe Mijn leerlingen zichzelf en elkaar opvoedden, zal hier nauwkeurig onthuld worden, opdat iedereen die werkelijk aan zijn innerlijke vervolmaking wil werken, daarin een richtsnoer vindt dat tot de wedergeboorte van de geest leidt.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Verder werd het innerlijke, geestelijke gezicht geoefend en steeds meer ontsloten. Niet dat Ik het innerlijke gezicht van de Mijnen Zelf opende, maar zij moesten in staat zijn om zelfhun geestelijke blik te richten op voorwerpen die zij wilden leren kennen. Dat vermogen vereist evenwel een heel speciale loutering van de ziel; want aangezien die van huis uit aards ingesteld is, kan zij natuurlijk alleen dan zuiver geestelijke dingen vanuit zichzelf schouwen, wanneer ze zich al in aanzienlijke mate heeft vergeestelijkt, of, juister gezegd, wanneer de in haar wonende geest zo machtig is geworden dat hij de ziel, die zijn lichaam moet vormen, zoveel begrippen van het geestelijke heeft bijgebracht en die zodanig met zijn licht heeft verhelderd, dat zij de geestelijke beelden ook ziet, herkent en begrijpt. Zolang alleen de uiterlijke, puur lichamelijk materiële dingen door het kunstige mechanisme van het lichaam voor de ziel begrijpelijk worden gemaakt, is die nog geestelijk blind. Zodra zij leert door het omhulsel van de uiterlijke lichamen heen te kijken, wordt ze geestelijk ziende.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...