Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1562 resultaten - Pagina 11 van 105

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] JULIUS zegt: "Ja, hij is hier en bewijst uitzonderlijke weldaden, -maar alleen aan hen waarvan hem bekend is dat zij van onbesproken gedrag zijn! Als daar bij jou ook geen twijfel over bestaat, zul je niet met lege handen naar huis teruggaan! Hij zit nu ginds aan die lange tafel in de schaduw van de hoge cipressen en ceders, en verleent iedereen audiëntie. Ga er heen en stel je aan hem voor! Maar weet je goed te beheersen, want hij ziet zo scherp als een adelaar en herkent het karakter van een mens vaak op het eerste gezicht! Wat hij waarneemt is zoveel als een beëdigde waarheid en wee degene, die hem tegenspreekt! Hij is nooit kritischer dan wanneer hij weldaden uitdeelt!"
Hoofdstuk 43: Zorel vraagt om schadevergoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De ziel heeft echter ook zelf wel een herinneringsvermogen en kan zich daarom ook het minste of geringste herinneren wat er ooit met haar is gebeurd, maar dat kan zij alleen in vrije toestand. Bevindt zij zich echter in het lichaam, dat haar helemaal van het licht afschermt, dan ziet, hoort en voelt zij slechts de grove en allesoverheersende, luidruchtige, ruwe indrukken, die al het geestelijke overstemmen. Haar eigen aanwezigheid neemt zij vaak nauwelijks voldoende waar om zich bewust te worden dat zij bestaat, laat staan dat zij van de in haar aanwezige hogere en diepere geestelijke indrukken iets zou waarnemen.
Hoofdstuk 51: Het etherische lichaam van de ziel en haar zintuig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar er bestaat tijdens de rust van de buitenste grovere en onedelere delen terwille van de versterking van de edeler mensdelen toch altijd een onderlinge verbinding. Kwam er iemand, terwijl jij je in het bad verkwikte, die jouw uitgetrokken kleding nam en ging vernielen, dan zou jouw natuurlijke en noodzakelijke liefde voor je kleding meteen een heel krachtig en woedend veto uitspreken. Een nog hechtere verbinding bestaat er tussen het lichaam en de ziel. Wie voortijdig de lichamelijke mantel zou willen nemen en vernielen, zou een heel merkwaardige behandeling krijgen.
Hoofdstuk 54: De verhouding tussen lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar tussen ziel en geest bestaat de meest hechte verbinding. Een ziel, vooral een heel reine, is namelijk zelf een geestelijk oerelement en de geest zou vreselijk opspelen als men hem zijn lichaam en zijn kleed afhandig zou willen maken. Hij zou dan meteen laaiend zijn en alles vernietigen wat in zijn buurt kwam.
Hoofdstuk 54: De verhouding tussen lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar ik zie nu niet alleen alle hemelen, maar mijn blik dringt nu ook door in de diepten van de scheppingen van de almachtige, ene, grote God. Ik zie onze schrale aarde door en door en ik zie alle eilanden en vastelanden op de gehele aarde. Ik zie de bodem der zeeën en alles wat daaronder is en bestaat, al die vele schepselen in de zee, van de kleinste tot de grootste. Wat een oneindige verscheidenheid is er toch!
Hoofdstuk 55: Zorels blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Dat is een groot geheim van God, en wie niet op de plaats staat waar ik nu sta, kan dat onmogelijk geloven en begrijpen. Alleen de reinste geest uit God in de mens kan geloven en begrijpen en zien wat tot de geest behoort, en wat hij in zich heeft en wat buiten hem is, en hoe het bestaat en ontstaat, en waarom en waarvoor! Er is niets in de oneindigheid dat niet voor de mens bestemd zou zijn; alles is gericht op de mens en zijn behoeften in alle tijden en onder alle omstandigheden."
Hoofdstuk 55: Zorels blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Welk mens kan een ziel vanwege een inbreuk op een van Mijn geboden berechten en straffen, terwijl de mensen toch allen onder dezelfde wet vallen? Een wet van Mij bestaat juist daarin, dat je niemand zult veroordelen! Als jullie je naasten die tegen Mijn wetten gezondigd hebben, veroordelen, zondigen jullie zelf toch net zo erg tegen Mijn wet! Want hoe kunnen jullie, die zelf zondaars zijn, een andere zondaar berechten en verdoemen?! Weet je dan niet dat, wanneer jullie je zielszieke broeder veroordelen tot een harde straf, je daarmee tevens voor jezelf een dubbele veroordeling hebt uitgesproken die eens in het hiernamaals, of naar gelang van de omstandigheden ook reeds hier voltrokken wordt? !
Hoofdstuk 58: Oordeel niet! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Er is wel genoeg vreemds in de wereld, zoals alle soorten magie en andere kunsten en wetenschappen. Maar tussen die dingen en mij bestaat dezelfde betrekking als tussen vuur en mij: "zolang het mij niet brandt, blaas ik niet! Ik voel geen behoefte meer te weten en te begrijpen dan wat ik nu weet en begrijp. Het zou dus erg dom van mij zijn nog langer te willen blijven om eventueel de een of andere moeilijk begrijpbare wijsheidsleer op te vangen, waarmee ik dan ergens tegenover domme mensen zou kunnen opscheppen.
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] CORNELIUS zegt: "Vriend, je praat alsof het geschreven staat, en jouw bescheiden mening bevat zeker ook enige waarheid, maar ik heb nu nog een mening voor jou en die bestaat daarin, dat je nu je vis moet eten en er met zo erg op moet letten hoe de hemelse jongen de ene vis na de andere eet en nog steeds een eetlust vertoont waaraan je gemakkelijk kunt zien dat hij in staat zou zijn nog tien van zulke vissen zonder enige moeite naar binnen te werken! Eet jij nu ook en Iaat zien dat ook jij minstens één vis aan kunt en een beker goede, zeg maar beste wijn!"
Hoofdstuk 87: Cornelius en Zorel spreken samen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Maar JOHANNES zei: "Kijk, ik woon niet in jouw hart en jij niet in het mijne en ik heb er geen maatstaf voor om vast te kunnen stellen om welke reden mijn mening zuiverder en beter is! Maar omdat de Heer Zelf ons nu hardop gewezen heeft op het verschil tussen geloof en liefde, moet je dat als antwoord op je vraag aanvaarden! Want alleen de Heer kan nieren en harten onderzoeken en dus zal Hij ook wel haarfijn weten wat voor verschil er bestaat tussen onze harten."
Hoofdstuk 88: Verschillende meningen over het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ik heb jullie met woorden reeds meerdere malen aangeduid, waarin de eigenlijke dood van het lichaam bestaat, op wat voor verschillende manieren deze kan plaats vinden, en wat de gevolgen ervan voor de ziel en haar geest zijn en moeten zijn. Als Ik jullie dat echter in lange theoretische zinnen zou uitleggen, zou dat ons in een heel jaar niet lukken. Om het jullie door en door te laten beseffen zal Ik het geheel met woord en daad tonen en dan zullen jullie het begrijpen.
Hoofdstuk 90: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Als je je mathematisch zuivere levensprincipes nog wat preciezer onderzoekt, zul je weldra ook vinden dat de taal voor de mensen een groot kwaad is, omdat de mensen elkaar daardoor in alle slechte dingen en zaken kunnen onderwijzen. Ook zou de leugen nooit onder de mensen gekomen zijn als ze niet, hetzij door tekens, hetzij door woorden, konden spreken. Ja, zelfs het denken is gevaarlijk, omdat de mensen daardoor op allerlei slechtheid en sluwe streken zouden kunnen komen! Uiteindelijk zouden zij ook niet duidelijk mogen zien, goed mogen horen, geen smaak mogen hebben en niet mogen ruiken, want een heldere en zuivere toestand van al deze zintuigen zou de mensen toch wel erg gemakkelijk begerig en belust kunnen maken op iets, dat toevalligerwijs slecht zou zijn! Kijk nu eens met je mathematische principes naar jouw mens en vraag jezelf eens af of er tussen hem en een zeeoctopus, behalve dan uiterlijk, enig verschil bestaat!
Hoofdstuk 61: Materialistische dwalingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Naar Perzië zijn er bij mijn weten niet veel gegaan, en die werden merendeels door Perzische kooplieden en allerlei kunstenaars opgekocht, waar zij bij mijn weten voor allerlei nuttig en goed werk gebruikt worden. Bovendien bestaat er in Perzië reeds lang een wijze wet waardoor alle slaven en slavinnen na tien jaar, als zij zich goed gedragen hebben, de volledige vrijheid krijgen en daarna kunnen doen wat zij willen. Zij kunnen daar blijven, zelf een beroep kiezen of ook naar huis gaan. Dus de naar Perzië verkochten kunnen werkelijk over weinig ongeluk spreken! Wel, dat het juist in Egypte met enigen wel eens niet zo best zou kunnen gaan, wil ik helemaal niet bestrijden, maar als we naar hun vaderland gaan zullen we er daar velen aantreffen die het als vrij mens beslist geen haar beter gaat dan die ongelukkigen in Egypte! Want in de eerste plaats hebben zij bijna niets te eten, zodat velen zich voeden met rauwe wortels die zij in de bossen zoeken, en velen zijn er die 's zomers en 's winters bij gebrek aan enige kleding geheel naakt rondtrekken en bedelen, stelen en waarzeggen. Sommigen van hen weten zich door bedelen of stelen een paar lompen te verschaffen; de meesten lukt dat niet en zij trekken daarom geheel naakt rond, steeds met een troep kinderen bij zich.
Hoofdstuk 65: Zorels verontschuldigingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Vriend, nu ken je mijn verantwoording en rechtvaardiging ten opzichte van het grootste verwijt dat je mij gemaakt hebt. Doe nu wat je wilt, maar vergeet met dat er een Zorel die de wereld heel goed kent, met gespannen boog voor je staat en ondanks de lompen die hem nu bedekken, voor geen enkele wijsheid te zeer terugschrikt! Maar verschaf mij nu betere redenen voor het feit dat alles wat bestaat volgens Gods wijsheid zo moet zijn als het is, dan zal ik verlicht ademhalen en je zeer dankbaar zijn! Want jij moet net zo goed als ik inzien dat er menselijk beschouwd op aarde veel onnodige ellende heerst met daarnaast vaak enkele mensen die in grote welstand leven! Waarom heeft nu juist de een alles - en honderdduizenden naast hem niets? Kortom, leg mij de ellende eens uit van al de Zaganen in Klein-Azië! Wie zijn zij, waar komen zij vandaan, en waarom moeten zij in zo'n eeuwige nood smachten?"
Hoofdstuk 65: Zorels verontschuldigingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Als je hier om je heen kijkt, zie je een grote groep mensen. Voor het grootste deel bestaat deze uit heidenen die het licht uit de hemelen hebben gezocht. Zij hebben het gevonden en verheugen zich daarover. Maar Jeruzalem, de stad des Heren, zond alleen maar gerechtsdienaars en achtervolgers om het licht te vernietigen! Zij die uitgezonden werden, waren echter verstandiger dan die hen gezonden hadden. Ze kwamen uit hun grote duisternis in het licht, verheugden zich zeer daarover en bleven daarin. Zij hebben het licht wel gevangengenomen, maar niet voor de kerkers van Jeruzalem maar voor zichzelf, voor hun harten en zij zijn nu onze broeders in het licht uit God, en verheugen zich daarover en over Hem van wie het grote licht uitgaat.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...