Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13452 resultaten - Pagina 11 van 897

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] Daarop begon MATHAËL te spreken en hij zei het volgende: "Beste vrienden en broeders, ik weet niet hoe het kwam dat ik van kinds af aan zo nu en dan reeds geesten kon zien en zelfs met hen kon spreken. Het was echter wel een belangrijke reden waarom ik eigenlijk binnen de muren van de tempel trad; want men vertelde mij dat de geesten, die al vaak erg lastig voor mij geworden waren, daarbinnen geen macht meer over mij zouden hebben, en dat ik ze daarna ook niet meer zou zien, Wel, dat was juist en geheelovereenkomstig de waarheid, want nadat ik de gezegende tempelkleding had aangetrokken, zag ik geen enkele geest meer! Hoe en waardoor dat kwam zou ik niet weten, maar het is absoluut waar en juist.
Hoofdstuk 128: Het door de dood scheiden van ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Het merkwaardige aan deze vreemde epidemie was, dat er alleen maar volwassen en volkomen kerngezonde maagden en vrouwen stierven. Toen echter in het huis van de buurman de vrouw ziek werd, terwijl de dag ervoor reeds de twee dochters en de twee dienstmaagden gestorven waren, kwam de buurman helemaal wanhopig van verdriet bij ons en smeekte ons hem bij te staan en indien mogelijk zijn vrouw van de dood te redden. Mijn vader, die in de omgeving van Jeruzalem een mooi huis bezat en daar meestal woonde, was namelijk in noodgevallen ook geneesheer, en daarom was het des te meer een soort plicht voor hem aan de oproep van de ongelukkige buurman gevolg te geven. Dat ik niet thuis mocht blijven ligt voor de hand, omdat ik mijn vader vaak uitstekende geneesmiddelen kon aanraden die mijn geesten mij niet zelden heel openhartig lieten weten.
Hoofdstuk 128: Het door de dood scheiden van ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dat wat Ik jullie nu laat zien en aan jullie uitleg is slechts een voorbereiding op datgene wat de geest jullie overvloedig zal geven. Ik zou jullie nog heel veel te zeggen hebben, maar jullie zouden dat nu niet kunnen verdragen; wanneer echter de geest der waarheid zal komen, zal deze jullie binnenvoeren en begeleiden in alle wijsheid! Laten wij, nu jullie dat weten, op deze plaats meteen weer aan een belangrijke en verdere voorbereiding beginnen, en onze Mathaël met zijn vele ervaringen zal ons een ander verhaal uit zijn belevenissen vertellen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] De rabbi bedekte echter zijn gezicht en ging weg, en trok zich waarschijnlijk in Jeruzalem in zijn woning terug om over al zijn doodzonden na te denken. Wat er verder met hem is gebeurd, weet ik tot op heden niet; alleen dit ene weet ik, dat zowel mijn vader als ook ik hem daarna nog ettelijke malen in Jeruzalem hebben ontmoet, waarbij hij ons echter al op een afstand schielijk ontweek. Waarom dat was, uit toorn of uit een soort angst, weet ik ook niet. Hij kwam ook nooit meer naar het huis van Lazarus, hoewel hij daar zijn toverflesjes vergeten was, -wat wij eenvoudig te weten kwamen omdat de jonge Lazarus en zijn zusters ons later nog heel vaak bezocht hebben.
Hoofdstuk 137: De rabbi houdt zich niet aan zijn woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Merk je al, waar Ik naar toe wil? Bemerken en vermoeden kun je het wel, maar weten nog lang niet! Omdat je het echter niet kunt weten, moet je luisteren!
Hoofdstuk 146: Het wonderbare heelkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] In de eerste, de wijsheidshemel, komen merendeels alleen maar zielen van alle andere hemellichamen, en van deze aarde komen daar de zielen van die wijze heidenen, die volgens hun kennis wel zeer gewetensvol en rechtvaardig geleefd hebben, maar ook in het hiernamaals niets van Mijn persoon willen weten. Als zij echter na verloop van tijd toch iets aannemen, kunnen zij wel in de tweede, dus hogere of ook middenhemel, opgenomen worden; maar in de derde, binnenste en hoogste, de eigenlijke liefde en levenshemel komen zij nooit of te nimmer. Want daar zullen alleen degenen komen, die reeds het volle kindschap van God bereikt hebben.
Hoofdstuk 152: Verschillende soorten van zelfmoord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De bode vond echter dat wij toch nog een uur moesten wachten; want men kon immers niet zeker weten of de beiden niet nog een keer bij kennis zouden komen.
Hoofdstuk 156: De dood van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Wie ze uitgesproken mag hebben heeft uiterst weinig met het verhaal van doen; dat de woorden echter goed en veelbetekenend waren, is wel zeker! Want de beide wezens hebben over het geheel genomen goed en ingetogen geleefd, hebben veel goeds gedaan voor de armen en waren daarbij ook zeer godvrezend, zodat het daarom ook wat moeilijk te begrijpen is waarom de stem nu juist speciaal voor de redding van deze weduwe en haar doofstomme dochter God dank, lof en eer heeft gegeven. Die stem moet daarom iets meer weten of geweten hebben dan datgene wat zelfs nu mijn verstand kan begrijpen.
Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Wat jullie in Mijn naam moeten onderwijzen, weten jullie inmiddels voor het grootste deel; al het andere is voor jullie, die min of meer uitverkozen zijn tot leraren van het volk, een zegen opdat jullie zonder enige twijfel geloven dat Ik alleen van eeuwigheid Heer en Meester ben. Want als jullie het juiste en onwankelbare geloof hebben, dan zullen jullie ook gemakkelijk in jullie leerlingen het vaste en levende geloof wekken doordat je hun tevoren je eigen geloofskracht toont. Om deze echter in al haar kracht te kunnen laten zien, was het nodig dat jullie eerst overtuigd zouden zijn dat Ik uitgegaan ben van de Vader om in jullie vlees jullie allen de weg van het leven te tonen.
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] leder mens luistert toch al liever naar de woorden van een dokter dan naar die van een profeet, ook al geeft die nog zoveel licht. Wat Ik doe, moet ook een echte hemelsbode doen die door Mij naar alle landen van de aarde is gezonden. Alleen moet een echte hemelsbode ook voordat hij de handen oplegt steeds.goed onderkennen of een ziekte van dusdanige aard is, dat iemand zich al meer in het hiernamaals dan aan deze zijde bevindt. Als de ware hemelsbode de ziel van de zieke reeds buiten het lichaam ziet, moet hij hem nooit de handen opleggen, maar slechts voor hem bidden en in Mijn naam de van de wereld scheidende ziel zegenen. In het kort is het echter zo: Iedere echte hemelsbode zal op het juiste moment duidelijk beseffen wat hij moet doen. -Ouran, ben jij nu op de hoogte van alles wat je nog wilde weten?"
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] De EERSTE zegt: "Je hebt helemaal gelijk, broeder, geef mij er maar goed van langs! Ik heb inderdaad niets beters verdiend! Ik zal mij daarvoor echter nu ook zelf straffen! Je weet dat ik veel trek heb in de ochtendmaaltijd; maar nee, daar komt niets van in! Geen hap zal er tot vanavond over mijn lippen komen! O, ik zal mijn flauwe grap af weten te straffen!" - Daarop gaat deze jonge Farizeeër weer terug de berg op en hij gaat niet naar de ochtendmaaltijd.
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Dat wisten jullie weliswaar niet en dat konden jullie ook niet weten; maar jullie konden wel reeds weten, dat een van ons niet door de Heer in deze zichtbare vorm ontboden wordt om tot jullie ergernis als veelvraat of grappenmaker of sneltovenaar op te treden, maar om in vele opzichten nuttig voor jullie te zijn, en om jullie een tastbaar bewijs te geven van de aanwezigheid en de macht van de engelen Gods! Als jullie dat echter beseffen, hoe kunnen jullie dan spitse opmerkingen maken over mijn eten?"
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Ik zeg jullie, van alles wat je op deze wereld slechts in je geheugen hebt opgenomen, zal in het hiernamaals geen jota overblijven; alle dorre, wereldse geleerden verschijnen dan ook in het hiernamaals als doven, blinden en stommen; zij weten helemaal niets en kunnen zich niets herinneren. Niet zelden komen zij daar zonder enig begrip aan, zoals een kind op deze wereld uit het moederlichaam komt. Zij moeten daar alles vanaf de eerste beginselen opnieuw gaan leren en ondervinden, omdat zij anders in eeuwigheid doof, blind en stom zouden blijven en alleen maar een vaag gevoel van het bestaan zouden hebben, zonder echter te voelen dat zij het zijn, die reeds op aarde bestonden. Dat moet hun allereerst bij stukjes en beetjes op zinvolle wijze bijgebracht worden.
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wees daarom op je hoede, argeloze Nubiërs, en neem alleen watje van mij zult horen als echte waarheid aan; maar wend je af van alles wat je bij het volk zult horen en zien -want het is slechter dan slecht! Jullie zullen het zien offeren en allerlei inhoudsloze ceremoniën zien verrichten; bij heel grote plechtigheden zullen jullie zelfs mij in het prachtigste ornaat voorop zien gaan. Stoor je daaraan echter niet, want met al die zaken doet slechts mijn huid mee, maarmijn innerlijk is en blijft steeds bij de ene, eeuwige, enig ware God, wiens liefde mijn leven en wiens licht mijn ware weten en kennen is.
Hoofdstuk 182: Het verhaal van Oubratouvishar over zijn reis naar Memphis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar toen kwam ons juist de jongeling tegemoet en die heeft ons op zo 'n manier hierheen gebracht dat wij daarover alleen maar kunnen zeggen dat wij nu zelf tot onze verbazing hier zijn! Hoe wij echter van daar naar hier zijn gekomen, daarvan weten wij nog minder dan van een boze droom!
Hoofdstuk 191: De nagereisde zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...