Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 11 van 263

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Het allerheiligste van de tempel bevindt zich achter een dik voorhangsel, en het mag slechts op bepaalde tijden alleen door een hogepriester betreden worden. Maar noch de voorhang, noch het maar zelden geoorloofde bezoek behoeden het allerheiligste voor ontheiliging; want als iemand met zijn lichaam zondigt, verontreinigt hij niet alleen zijn lichaam, maar ook zijn ziel en daardoor ook zijn geest, die in ieder mens het innerlijke en allerheiligste symboliseert en dat ook in werkelijkheid is. Dit allerheiligste in de mens is, net als in de tempel, verborgen achter een dikke voorhang, en alleen de liefde tot God, die de ware hogepriester van God in iedere mens is, kan straffeloos de voorhang optillen en in dit allerheiligste komen. Als echter deze unieke hogepriester in de mens, zelf onrein wordt, omdat hij te veel waarde hecht aan onreine wereldse dingen en zich daarmee vereenzelvigt, hoe kan dan het allerheiligste heilig blijven bij een bezoek van zo'n onreine hogepriester?
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De duif is een dier, dat in de lucht thuis hoort, en dit dier werd in het Oosten vaak als postduif gebruikt, vooral in liefdeszaken. Bij de oude Egyptenaren was de duif in het hiëroglyphenschrift reeds het teken voor tedere en sierlijke conversatie en ook in de tempel gebruikte men deze als het teken voor de uitwisseling van zulke gedachten. Het was ook een gebruikelijk en zoals hierboven aangegeven zinnebeeldig offerdier, dat meestal door jonge echtelieden bij de geboorte van het eerste kind geofferd werd als een teken, dat het nu afgelopen was met al die uiterlijke boodschapjes, complimentjes en ceremoniële versierinkjes, en dat ze nu de ware, innerlijke, leven gevende liefde beleefden.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Daarom mag de Heer zich nog niet toevertrouwen aan zo'n met geweld gereinigd mens, want Hij alleen weet wat nodig is voor een volledige vernieuwing van de innerlijke mens. Daarom gaat de reiniger weer uit de tempel en komt alleen maar, alsof het toevallig gebeurt, van buiten af naar het innerlijk van de mens. Hij gaat niet in op de eisen van de mens, dat Hij bij en in hem zou moeten blijven en hem zou moeten ondersteunen in de traagheid, integendeel, de mens moet geheel zelfstandig worden en daardoor een volmaakt mens worden, zoals dat in het derde hoofdstuk van het bijbelse evangelie van Johannes wat van meer dichtbij getoond wordt.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ook deed Ik als geneesheer veel wonderen bij de armen, bevrijdde de bezetenen van hun plaaggeesten, deed kreupelen weer lopen, maakte de jichtlijders weer recht, de melaatsen rein, de stommen horend en sprekend, de blinden ziende, en Ik deed dat allemaal meestal door het woord.
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Zo waarachtig als Ik in en uit Mij Zelf de macht en de kracht heb om alleen door Mijn wil en door Mijn woord alle zieken te genezen die tot Mij komen, zo heb Ik ook de macht en de kracht en het volste recht, in jullie bijzijn dit over de tempel te zeggen en Ik zeg jullie nogmaals, dat nu jullie tempel ook voor God een gruwel is!'
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Jezus antwoordde en zei tot hem: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien'. Joh. 3:3) Op deze vraag van Nicodémus antwoordde Ik net zo kort als het vers dat aangeeft, namelijk: 'Waarlijk, waarlijk zeg Ik u: Tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien en nog minder binnengaan!', wat zoveel wil zeggen als: ' Als u uw geest niet volgens de wegen, die Ik u met Mijn leer en daad aangeef, opwekt, kunt u het goddelijk levende van Mijn woord beslist niet herkennen, Iaat staan in de leven gevende diepte daarvan binnengaan!'
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De overigens rechtschapen Nicodémus begreep dit antwoord van Mij niet, zoals uit het vervolg blijken zal. Het goddelijk levende van Mijn woord is absoluut niet te begrijpen als iemands geest niet tot leven gewekt is, en daarvan geeft Nicodémus duidelijk het bewijs in het volgende vers, waar hij, totaal verbluft door Mijn gezegde, vraagt:
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] ('Want Wie God gezonden heeft, Die spreekt Gods woord. God geeft echter Zijn geest niet volgens de maat.' Joh. 3:34 ) 'Zo is het nu ook met Hem, Die van God gekomen is om van God te getuigen en het zuivere woord van God te spreken. Hijzelf is de onmeetbare zee. Als Hij aan iemand Zijn geest geeft, dan geeft Hij deze niet volgens de oneindige maat, die alleen maar in Gods eindeloze volheid bestaan kan, maar naar de maat die in de mens is. Maar als de mens de geest behouden wil, mag zijn eigen ruimte niet beschadigd en onafgesloten zijn; maar deze ruimte moet dicht en goed afgesloten zijn!
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] ('De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alles in Zijn hand gegeven Joh.3:35) Deze goede Vader heeft Zijn eeuwige Zoon zeer lief en alle macht en kracht ligt in de handen van de Zoon, en alles wat wij volgens de juiste maat hebben, hebben wij uit Zijn mateloze volheid geschept. Hij is volgens Zijn eigen woord nu een vleselijk mens onder ons en Zijn Woord is God, Geest en Vlees, hetgeen wij de 'Zoon' noemen. De Zoon is derhalve ook Zelf het eeuwige leven van al het leven ,
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] ('Wie in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven. Wie echter niet de Zoon gelooft, die zal het leven niet zien. maar de toorn van God blijft op hem.' Joh. 3.36) Wie dus de Zoon aanneemt en in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven al in zich; want zoals Godzelf in ieder woord Zijn eigen volkomen eeuwige leven is, zo is Hij het ook in iedere mens, die Zijn volle levenswoord in zich opneemt en het behoudt. Wie daarentegen het Woord van God uit de mond van de Zoon niet aanneemt, die dus de Zoon niet gelooft, die zal en kan het leven ook niet ontvangen, noch in zich waarnemen of voelen, en de toorn van God, die het gericht is over de dingen die alleen maar bestaan kunnen onder de eeuwige onveranderlijke dwingende wet, zal net zolang op hem blijven als zijn ongeloof in de Zoon duurt.
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik, Johannes, heb dit nu tegen jullie gezegd en ik heb daarmee een ten volle geldig getuigenis gegeven. Ik heb jullie met mijn eigen handen gereinigd van het vuil der aarde; neem Zijn woord aan opdat de doop van Zijn geest je ook ten deel valt, want anders is al mijn moeite voor jullie nutteloos en waardeloos! Ik zou zelf ook naar Hem toe willen gaan! Maar Hij wil het niet en openbaart mij in mijn geest, dat ik moet blijven, omdat ik datgene al in de geest ontvangen heb, wat jullie nog niet hebben.'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] De reden waarom dit getuigenis in het evangelie niet zo compleet gegeven is, is nog steeds dezelfde als die we reeds eerder gaven: Omdat het ten eerste toen zo gebruikelijk was om zo te schrijven dat alleen de hoofdpunten vermeld werden en dat al het andere, dat de begrijpende lezer vanzelfsprekend vond, weggelaten werd; ten tweede opdat het heilige levende in het Woord niet verontreinigd en ontheiligd kon worden. Daarom is ieder vers een graankorrel met een behoorlijk dik omhulsel, waarin de kiem voor een oneindig leven verborgen rust
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (Jezus antwoordde en zei tot haar: 'Ieder, die van het water uit deze bron drinkt, die zal na een poosje weer dorst hebben.' Joh. 4:13) Ik zeg: 'Ik zei al dat je geen besef hebt en daarom is het ook wel begrijpelijk dat je Mij niet verstaan kunt en wilt. Kijk, Ik zei je ook: Wie Mijn woorden gelooft, uit diens lichaam zullen stromen levend water stromen! Nu, Ik ben al dertig jaar in deze wereld en heb nog nooit een vrouw aangeraakt; waarom zou Ik dan nu opeens jou begeren?! 0, jij begripsloze zottin! En gesteld dat Ik het met je aan wilde leggen, dan zou je dorst toch weer terugkomen en zou je weer moeten drinken om je dorst te lessen. omdat Ik je echter levend water aanbood, daarom is het wel duidelijk dat Ik daarmee jouw levensdorst voor eeuwig wilde lessen! Want weet je, Mijn woord en Mijn leer is dat water!'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De meeste leerlingen begrepen deze les wel en begonnen direct Mijn woord over de liefde tot God en over de liefde tot de naaste aan de Samaritanen te verkondigen, en ook dat Ik werkelijk de Christus ben.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Mijn woord van het Rijk van God is de geestelijke sikkel. Dit woord komt eerst in jullie eigen harten en van daaruit over je tong naar de oren en in de harten van je medemensen en broeders. Deze sikkel geef Ik jullie om de mensen, je broeders, te oogsten voor het Rijk van God, het Rijk van de ware kennis van God en het eeuwige leven in God.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...