Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5699 resultaten - Pagina 11 van 380

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Daaruit ziet U dat ik niet een van diegenen ben, die een leer meteen verwerpen, als ze deze niet kunnen begrijpen; maar daarom zou ik toch iets meer uitleg van U willen hebben, want in deze vorm kan ik U niet volgen en begrijpen. -Kijk, ik heb veel invloed in het Joodse land en wel speciaal in de stad Salem, want daar ben ik de overste van alle Joden! Als ik U en Uw leer introduceer, dan zal deze worden aangenomen en men zal er naar leven; als ik ze echter Iaat vallen, dan zal ze ook vallen en nergens worden aangenomen. Wees daarom zo goed en licht me nog wat voor!'
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] 'U heeft veel woorden gebruikt', zeg Ik,'en u heeft gesproken als een mens, die onkundig is van de hemelse dingen; maar dat kan ook niet anders, want u bevindt zich in de wereldse nacht en kunt het licht niet zien, dat uit de hemel is gekomen om de duisternis der wereld te verlichten. Het is wel schemerig om u heen, maar toch ziet u dat niet, wat zo gezegd voor uw neus staat!'
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] (Dit is echter het oordeel, dat het licht in de wereld is gekomen; en de mensen hebben de duisternis meer liefgehad dan het licht. Want hun werken waren boos. Joh.3:19) 'Kijk, onder gericht moet u verstaan, dat nu het licht Gods uit de hemel in de wereld is gekomen. Hoewel de mensen uit de duisternis gehaald en in het licht geplaatst zijn, houden ze toch nog veel meer van de duisternis dan van het stralende licht van God! Dat de mensen het licht afwijzen getuigt hun doen en laten, dat door en door slecht is.
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] (Want ieder, die kwade dingen bedrijft, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet bestraft worden. Joh. 3:20) 'Zie, allen, die slechte en kwade dingen wensen en doen, die doen het kwade. Degene, die van dit kwade houdt en het doet, is een vijand van het licht en haat het en zal er zeker alles voor geven om niet in het licht te komen, opdat zijn slechte werken, waarvan hij wel weet dat ze door het licht verboden en veroordeeld zijn, niet in het licht in hun volle weerzinwekkendheid herkend en bestraft zouden worden!
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] (Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden; want zij zijn in God gedaan. Joh. 3:21) 'Als U daarentegen een vriend van het licht bent, van de dag, de waarheid uit God, dan handelt u ook naar de goddelijke waarheid en zult u zeker vurig wensen dat uw werken voor alle ogen aan het licht zouden komen en voor iedereen openbaar worden. Want u weet dat uw werken, omdat ze in het licht van Gods waarheid verricht zijn, goed rechtvaardig zijn en daarvoor erkenning en openbare beloning verdienen
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Zo 'n vriend van het licht zal niet 's nachts, maar overdag wandelen en zal het licht direct herkennen, omdat hij uit het licht is. En dit licht heet -het geloof van het hart.
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Wie zo gelooft dat de Mensenzoon een licht uit God is, die heeft het leven al in zich; wie echter niet gelooft, die heeft het gericht al in zich en het gericht bestaat alleen uit het ongeloof.
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Degene echter bij Wie jullie waren en waaraan je gevraagd hebt of Hij de Christus is, heeft, hoewel uiterlijk ook een mensenzoon, de Geest van God niet naar de maat van de mens, maar naar de eindeloze maat van Godzelf ontvangen; want Hij is Zelf de mateloze zee van de Geest van God! Zijn liefde is Zijn eeuwige Vader en deze is niet buiten de zichtbare Mensenzoon, maar in Hem; Hij Die in en uit de Vader, het Vuur, de Vlam en het Licht der eeuwigheid is.
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] ('Want God is een geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem in de geest en in de waarheid aanbidden!' Joh. 4:24) 'En zie je, daarvoor heeft Hij noch een berg, noch de een of andere tempel nodig, maar alleen een hart, dat zoveel mogelijk rein, liefdevol en deemoedig is! Als het hart is wat het zijn moet, namelijk een vat der liefde tot God, een vat vol zachtmoedigheid en deemoed, dan is de volle waarheid in dat hart; en waar waarheid is, daar is licht en vrijheid, want het licht der waarheid maakt ieder hart vrij. En als het hart vrij is, dan is ook de hele mens vrij.
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarop spreekt Nathánaël: ' Ja Heer, U bent waarachtig en getrouw! Wat U gezegd hebt gaat nu wonderbaarlijk in vervulling! Waarlijk, waarlijk U bent de zoon van de levende God! God sprak met Abraham door middel van Zijn engelen; Jacob zag in de droom een ladder waarop de engelen omhoog en omlaag gingen, maar Jehova zag hij niet, behalve dan een engel, die de naam van Jehova in zijn rechterhand had staan. En omdat Jacob met hem streed alsof hij Jehova was, werd hij mank door een stoot tussen de ribben. Mozes sprak met Jehova, maar hij zag alleen maar vuur en rook, en toen hij zich in een spelonk verbergen moest omdat Jehova voorbij zou komen, durfde hij niet te kijken voordat Jehova voorbij was. En toen hij daarna keek zag hij alleen nog maar de rug van Jehova; maar daarna moest hij zijn gezicht drievoudig bedekken, omdat het meer licht afstraalde dan de zon en niemand er naar kon kijken zonder te sterven! Verder was er alleen nog Elia, die Jehova ge waar werd in het suizen van de wind! En hier bent U nu Zelf!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik antwoord: 'Ook dat moet je niet doen, want wat je opschrijft is een teken voor de wereld; die heeft echter niet het begrip om het in zich op te nemen! Waarvoor dan al jouw moeite? Denk je dat de wereld zoiets zou geloven? Kijk, degenen die hier zijn geloven het omdat ze het zien; de wereld echter, die in duisternis ronddoolt, zou nooit geloven dat hier zoiets gebeurd was; want de nacht kan zich de werken van het licht onmogelijk voorstellen. Zou je haar vertellen van de werken van het licht, dan zou ze je uitlachen en tenslotte bespotten. Daarom moet het zo zijn, dat je in de toekomst alleen dat opschrijft, wat Ik in alle openheid voor de wereld doe; wat Ik echter in het geheim doe, ook al is het nog zo groot, dat teken je slechts in je hart op, en niet op het gladde dierenvel!
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Beste vriend, kijk, het is nu al laat en onze lichamen hebben rust nodig, zodat ze morgen sterk zijn voor het werk! Daarom willen wij deze dag afsluiten en morgen, als het goede licht er weer is, verder gaan. Laat ieder zijn slaapplaats opzoeken en daarop geheel uitrusten, want morgen zullen we veel te doen krijgen!'
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Zeg dat wel, en daar voeg Ik nog aan toe: Mijn juk is zacht en Mijn last is licht! Maar de mensen hebben tot op heden zware lasten te dragen gehad en konden daarmee niets bereiken; het is maar de vraag, welke vorm hun geloof zal aannemen, als zij het aangeleerde, zwaar drukkende, oude geloof moeten omruilen tegen een ongewoon licht nieuw geloof. Zullen zij tenslotte niet zeggen: 'Grote moeite en zwaar werk brachten ons niets op, wat zal dan deze, daarbij op kinderspel lijkende moeite, ons kunnen opbrengen?'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De geest moet echter tengevolge van de orde, die God genoodzaakt was in te stellen, een bepaalde tijd in de materie van het vlees van deze wereld ondergedompeld zijn, om sterk te worden in zijn vrijheid en bijna volledige onafhankelijkheid van God. Wordt hij dit niet, dan kan hij God niet zien en nog minder kan hij in, naast en bij God bestaan. (Juist wanneer de geest echter in de materie rijp wordt, en gehard wordt in de vrijheid en onafhankelijkheid van God, dan loopt hij onvermijdelijk gevaar zelf door de materie verslonden en tesamen daarmee gedood te Worden, uit welke dood men slechts zeer moeilijk en met veellijden weer tot leven in God gewekt kan en moet worden) -Op deze wijze zei de Heer dus niet tegen de vleselijke mens, maar tegen de geestelijke mens: 'Als het oog je ergert, ruk het uit en werp het weg, want het is beter met één oog de hemel in te gaan - dan met beide naar de hel!', wat zo ongeveer betekent: Als het licht van de wereld je te veel aantrekt, verzet je dan en keer je van dat licht af, want het zou je in de dood van de materie trekken! Ontneem je dus zelf, als geestelijke mens, het lege genot van de wereldse zaken, en wend je met je ziel naar de puur hemelse dingen! Want het is beter voor je om zonder alles, wat de wereld als kennis te bieden heeft, het rijk van het eeuwige leven binnen te gaan, dan met te veel wereldse kennis enerzijds, en te weinig geestelijke kennis anderzijds door de stoffelijke dood opgeslokt te worden!
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Je hebt toch ook een groot aantal gelovigen om je heen; maak hen tot je helpers, dan zal het gemakkelijker gaan. Want als er ergens een mens is, die een grote last moet optillen en daar alleen niet sterk genoeg voor is, dan neemt hij een helper. Gaat het met die ene nog niet, dan neemt hij een tweede en een derde daarbij en wordt op die wijze de last de baas. Als er al een dergelijk groot aantal gelovigen is, en hier is dat zelfs iets groter dan het aantalongelovigen, dan is daar het werk licht.
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...