Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8806 resultaten - Pagina 11 van 588

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Rafaël zei: 'O ja, maar met dergelijke Griekse wijsheidsfrasen bereiken jullie bij mij niets, want ik bezit goddelijke macht en kracht en heb daarom voor geen enkel mens enige vrees en ook niet voor alle mensen op de hele aarde. Wie van mij iets wil ontvangen, moet mij er eerst in volle ernst met een zuiver en deemoedig hart om vragen; met behulp van jullie spitsvondigheden krijg je nooit of te nimmer iets van mij gedaan. Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 41: Raphaël en de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ook hebben jullie bij het verschijnsel opgemerkt, dat de stenen van de muren in al hun kleuren ook een sterk licht uitstraalden. Dat toonde jullie dat in de gegeven twaalf geboden ook alle graden van de goddelijke wijsheid vervat zijn, en zo kan de mens alleen maar door het houden van de twaalf geboden tot volmaakte wijsheid komen. Want in de geboden ligt alle wijsheid uit God, en omdat daarin al Gods wijsheid ligt, ligt ook alle goddelijke macht en kracht er in besloten, omdat in deze geboden de alwijze en almachtige wil en daardoor de hoogste vrijheid besloten ligt.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Jullie vernemen nu echter toch al iets van de eeuwig ware geest van God en jullie kunnen ook al veel vanuit een geestelijk standpunt bezien. Maar de door en door natuurlijke mens merkt niets van Gods geest in zichzelf, en als men daar met hem over spreekt, is dat voor hem een dwaasheid, omdat hij niets in zich heeft waarmee zijn ziel de dingen vanuit de geest kan beoordelen. Want als een mens geestelijke dingen wil verstaan en begrijpen, moet eerst zijn ziel en alles geheel van de geest doordrongen zijn, want al het leven en al het ware licht en alle ware kracht is enkel in de geest aanwezig, die alleen aan alles de juiste richting geeft en door niemand kan worden tegen gehouden.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De vleugel betekent dus alleen maar de hoge graad van de wijsheid en de kracht van al het zuiver geestelijke, maar niet dat een zuivere geest ook als een vogel op Gods bevel van de hemel naar de aarde en vandaar weer terug moet vliegen. Overigens is er in de ware hemel nooit een engel geweest die niet eerst op de een of andere aarde mens is geweest. De heel onjuiste voorstelling die jullie hebben van engelen, dat ze namelijk als zuivere geesten geschapen zouden zijn, heeft alleen maar betrekking op de werkende krachten en machten van God, waardoor Gods alomtegenwoordigheid tot uitdrukking komt, die in alle oneindigheid werkt, en waarvan een mens zich geen voorstelling moet maken, omdat het oneindige uit God voor ieder begrensd wezen werkelijk onvoorstelbaar is, iets wat hopelijk niet moeilijk te begrijpen is.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar voordat zij zich nog voor de verdere reis klaarmaakten, vroeg de woordvoerder: 'Beste jonge vriend, vol van Gods kracht! Zal de ene, enig ware God, die Zich beslist hier ergens temidden van u bevindt in de persoon van een mens zoals u, er ook wel enigszins op letten, als wij ver van de oevers van enig land midden op de grote zee door boze stormen in nood verkeren?'
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] En zie, precies zo'n leven zouden de mensen hebben als Ik hen door Mijn almacht of door zulke tekenen zou dwingen, die hun geen ruimte voor vrije gedachten meer zouden laten. En derhalve is een vrij ongeloof voor de mens oneindig veel beter dan een door wondermiddelen afgedwongen geloof; want de volkomen en zelfstandige vrijheid van wil in de mens is Gods grote plan in de mens. De mens kan wel zonder enige schade door God onderwezen worden in wat hij moet doen om in zichzelf tot levensvoleinding te komen; maar door God alsook door een andere geest mag hij daar nooit met kracht toe gedwongen worden. Want wordt hij dat, dan is de mens gericht en dus volkomen dood, en dan bestaat hij helemaal niet meer als een vrij en zelfstandig wezen.
Hoofdstuk 62: Verwijzing naar het zesde en zevende boek van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] En deze grote profeet heeft nog onlangs op het feest in de tempel geleerd, en op zo'n wijze manier dat zelfs de boosaardige knechten die Hem moesten grijpen en voor jullie moesten slepen, ten slotte over Hem getuigden dat er nog nooit een mens zo gesproken had als Hij. Maar jullie woede werd steeds groter en groter. En toen Hij jullie met waarlijk goddelijke kracht de waarheid in het gezicht slingerde, werden jullie zo kwaad dat jullie Hem meteen in de tempel wilden stenigen. Maar Hij werd onzichtbaar en jullie hebben de opgeraapte stenen vol ergernis weer moeten neerleggen.
Hoofdstuk 79: Het volk onthult de gruweldaden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De Romein zei: 'Vriend, ook wij weten dat en kennen de uitspraak: contra Jovem fulminantem tonantemque non valet vis ensis, et contra vim coelorum vane frustraque pugnat ars mortalium*, (* tegen de bliksemende en donderende Zeus kan de kracht van het zwaard niet op, en tegen de kracht van de hemel strijdt de kunst van de sterfelijken een vergeefse strijd.) maar door een zekere gewelddadigheid van stervelingen onder elkaar zullen wij mensen de onsterfelijke en onoverwinnelijke krachten en machten van de hemelen niet in het minst veranderen! Een waardige, bescheiden orde past ons mensen nog het allerbest, en een behoorlijk en rustig mens zal ook dan de moed nog niet opgeven, wanneer zelfs de hele aardbol zou instorten. Dat is zo mijn mening! Houd u daarom aan de wens van de landvoogd! Dixi*' (*Ik heb gesproken.)
Hoofdstuk 82: De kalmerende toespraak van Nicodémus tot het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Maar omdat de wil van een waar mens op deze aarde een voor jullie onbegrijpelijke macht en een ver om zich heen werkende kracht heeft, kan ik als dat nodig mocht zijn, tegenover een kwade wereldse vijand van ons ware mensen, mij ook nog een vierde gezelschap verschaffen, dat ik jullie zelfs kan laten zien, echter met de verzekering dat jullie, omdat je nu onder mijn bescherming staat, daarvoor niet bang behoeven te zijn; want jullie zal geen haar gekrenkt worden. Kijk, ik wil het en daar komt het al!'
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zei: 'Laat hen maar een paar staaltjes van hun kunst vertonen, zodat de Romeinen, die nog steeds iets buitengewoons in dergelijke toverijen zien, heel duidelijk het verschil leren kennen tussen Mijn daden en tekenen, en de wonderen van deze tovenaars! Want dat zal een grote invloed op hen hebben en hun geloof in Mij versterken. Zij zullen morgen dan ook gemakkelijker inzien en begrijpen waartoe de ware mens door de kracht van zijn wil allemaal in staat is en dat die toverijen totaal niets zijn vergeleken bij de werken van de wil van een waar mens. Ga maar en laat ze maar een demonstratie geven van hun kunnen!'
Hoofdstuk 95: De drie magiërs uit Indië en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Na een lange tijd van opperste verbazing zei de magiër: 'Wonderlijk machtige jongeman! Als jij geen God bent, dan kan ik me geen God meer voorstellen; want deze beide daden van jou zijn voor een geschapen mens, die uit een vrouw geboren is, onmogelijk. Daarvoor is de almachtige kracht nodig van een ware God! Dit is mijn beker en dat mijn onschatbare, waardevolle diamant, zoals er maar weinige zullen zijn. Hij moet wel door de lucht hierheen gekomen zijn en dus die zeer grote afstand sneller dan een bliksem afgelegd hebben. Maar dan had men toch bij zijn aankomst een suizend geluid moeten horen! Maar niets van dat alles; met ontzaglijke snelheid en zonder enig geluid was de steen er!Ja, hoe moet je je voorstellen dat dat voor een mens mogelijk is? Kort en goed, we hebben in jou de God, die eeuwig voor ons verborgen was, tenslotte toch gevonden! Maar nu is alleen jouw almachtige kracht nog in staat om ons hier bij je weg te krijgen!'
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Daardoor wordt dan de goddelijke geest in de mens vaardig, vult weldra de hele mens, maakt hem aan God gelijk en geeft hem alle kracht en macht en het eeuwige onverwoestbare leven.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Toen Ik dat tegen Lazarus gezegd had, nam de wind nog in kracht toe, en de Indiërs richtten zich tot Rafaël en zeiden: 'Luister eens, lieftallige en zeer machtige, wijze jongeman. Dat een mens volgens de leer die jij aan ons bekend gemaakt hebt - namelijk door het één worden met de zuivere levensgeest uit God - werkelijk wonderbaarlijk grote dingen kan doen door de kracht en de macht van zijn wil, als hij die met de goddelijke wil verenigt, vonden wij allen heel goed te begrijpen en overtuigend; maar zo nu en dan duiken er toch weer verschijnselen op in de grote natuur van de wereld, waartegen zelfs de volmaaktste mens met alle kracht van zijn wil tevergeefs de strijd aanbindt! Daar is deze vervelende wind meteen een voorbeeld van! Het komt ons voor dat de elementen merendeels stom zijn en zich niet in het minst iets aantrekken van wat wij nog zo krachtig willen.'
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar wie de schepselen en de verdere inrichting van de wereld met de ogen van de geest beschouwt, zal ontdekken dat Gods wil overal heerst, en hij zal op die wijze gemakkelijk de grote, heilige Vader vinden, die de werelden, de mensen en de geesten ordent en hij zal de kracht van Gods almachtige wil in zichzelf kunnen beproeven. Dan zal hij geen reden meer hebben om te vragen of de met Gods wil vereende wil van een mens soms ook over de elementen kan gebieden. -Heb je dat allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Zouden de uiterlijke kenmerken voor een denkend mens niet voldoende moeten zijn om aan de hand van de daarin aanwezige verschillen ook de verschillen af te leiden van de in de mens aanwezige talenten en bekwaamheden, zodat een wijs leraar en meester de mens op zijn talenten zou kunnen wijzen en hem met raad en daad behulpzaam zou kunnen zijn om de aanwezige talenten op een edele en succesvolle wijze te ontwikkelen? 0 nee, dat is voor de blinde wijze, zoals ik er zelf ‚‚n was en nog ben, beslist niet voldoende! Hij wil de mensen allemaal gelijk hebben; ze moeten allemaal denken en handelen zoals hij en gewillig lasten dragen waar ze geen kracht voor hebben, en zo worden van de mensen in plaats van wijzen, niet zelden narren gemaakt, die noch zichzelf, noch iemand anders van nut kunnen zijn. Voor deze les dank ik U, o Heer, nogmaals uit de diepst van mijn hart; want deze zullen we het eerst op onze eigen kinderen vruchtbaar toepassen..
Hoofdstuk 126: De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...