Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 11 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[11] En Ik zei: 'Waarom hebben jullie je beide schepen zo zwaar beladen? Laat je een volgende keer niet zo door winstbejag verleiden en laat jullie buren ook iets verdienen, dan zullen jullie met je schepen niet zo'n gevaar en nood te verduren krijgen! Maar daar komen nu een paar lege schepen aan; laad de helft van jullie waren daar op over en deel dan in Kapernaüm jullie winst met hen, dan zullen jullie daar zonder schade aankomen. Maar als jullie in Kapernaüm gierig zijn, moeten jullie maar zien hoe je weer naar Tiberias terugkomt!'
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar nu heb jij, waarlijk hoge en machtige geest uit de grote wereld aan gene zijde, ons op andere gedachten gebracht, en van nu af aan zullen wij volkomen en zonder twijfel geloven in het bestaan van geesten en ook in de mogelijkheid dat ze voor de ogen van de mensen zichtbaar worden. Dat je geen natuurlijk mens bent zoals wij, dat bleek al uitjouw bliksemsnelle komst naar ons toe, en daarna nog meer uit dat heel plotselinge herstel van ons zwaar beschadigde schip; en omdat jijzelf ons nu openlijk en eerlijk zei wie je bent, geloven wij nu des te vaster dat jij werkelijk een volmaakte geest uit de grote hemelse wereld aan gene zijde bent.
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Toen de waard dat van Mij hoorde, zei hij: 'U spreekt merkwaardige woorden! Al mijn goden vernietigen zou geen kunst zijn - maar als onze priesters of de Romeinen dat horen, zal het mij slecht vergaan; want wie zich vergrijpt aan een beeld van zelfs maar een hal(god, wordt bij ons zwaar gestraft. Ik zou eerst met mijn hele huis Jood moeten worden en dat ten overstaan van een rechtbank met geschrift, zegel en besnijdenis aantonen, waarna mij dan het Romeinse burgerrecht afgenomen zou worden en ik het dan als Jood weer voor veel geld zou moeten kopen, als ik verder een Romeins burger zou willen zijn! Wat u van mij vraagt, wonderbaarlijke vriend, is iets wat in mijn huidige positie nauwelijks uitvoerbaar is. Maar ik weet een oplossing: doet u de goden weg uit mijn huis, in het bijzijn van de getuigen die mij in mijn huis ten dienste staan, dan zal ik in stilte met mijn hele huis alleen de eer geven aan de God die u mij getoond hebt!'
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Tc:en hij buiten adem bij ons aankwam, stonden wij op van het grasveld en Ik reikte hem de hand; maar hij omarmde Mij, drukte Mij aan zijn borst, bedolf Mij onder vele vriendschappelijke kussen en zei tenslotte, overvloeiend van blijdschap en geluk (Kado): '0 Heer en Meester, wat heeft U mij een onbeschrijflijke vreugde bereid door zo snel terug te komen! O wij gelukkigen, dat wij U weer in ons zondige en voor U eeuwig onwaardige midden hebben! Het zijn nu nog maar drie dagen dat U hier afwezig was, en voor mij zijn het bijna drie jaren geworden; want het grote verlangen van ons hele huis naar U heeft ons geduld zwaar op de proef gesteld. Als U vandaag met was gekomen, zou ik morgen in alle vroegte onze beste kamelen in beweging hebben gezet en U naar Essea nagereisd zijn. 0, omdat U nu gekomen bent, is alles weer volkomen goed en uitstekend in orde! Maar nu, o Heer en Meester, onze enige liefde en onze hoogste behoefte, kom toch, kom nu met mij mee, opdat ons hele huis zielsgelukkig wordt!'
Hoofdstuk 6: Het weerzien met Kado - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Zolang dergelijke bossen op aarde in de juiste ruime mate bestaan en de voortdurend vanaf alle sterren naar de aarde komende en de vanuit de aarde zich ontwikkelende en opklimmende natuurgeesten in zulke bossen opgenomen worden en hun goed geordende onderkomen vinden, zullen jullie geen al te hevige, stormachtige natuurrampen of allerlei epidemische ziekten de kop op zien steken; maar als het begerige winstbejag van de mensen zich eenmaal teveel aan de bossen zal vergrijpen, zal het ook zwaar zijn voor de mensen om op deze aarde te leven en te bestaan, en wel het zwaarste, waar het uitdunnen van de bossen te sterk de overhand krijgt - wat jullie ook kunnen onthouden, om de mensen bijtijds voor zulke lichtzinnige ondernemingen te waarschuwen.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] De commandant nam dat ter harte, en nu zei Ik tegen alle aanwezigen: 'Daarmee is een zwaar stuk werk, waar Ik jullie al eerder nog tijdens het middagmaal op heb gewezen, goed beëindigd, en we hebben drie nieuwe leerlingen. Maar omdat het nu al tamelijk laat in de nacht is geworden, zullen we onze ledematen ook weer de nodige rust gunnen!'
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Er is echter nog een derde reden, die al Mijn leerlingen ook al kennen, en die zul jij in de toekomst ook nog preciezer leren kennen dan men je nu kan uitleggen; want je innerlijke verstand zou het niet kunnen begrijpen. Maar zoveel kan Ik je als aanduiding nu wel zeggen, dat alles en nog meer, wat de aarde van haar middelpunt tot ver boven de hoogste luchtregio bevat, zielensubstantie is; maar die substantie verkeert gedurende een bepaalde tijd, totdat ze bevrijd is in zeer uiteenlopende gerichtstoestanden, van zwaar tot minder zwaar, en daardoor wordt ze voor het lichamelijke oog alsook voor het gevoel van de mens op deze wereld zichtbaar en voelbaar als volkomen dode, hardere of zachtere materie. Hiertoe behoren om te beginnen alle steensoorten, mineralen, aardsoorten, water, lucht en alle nog ongebonden stoffen daarin.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Het is voor een minder volmaakte geest niet minder zwaar om vanuit gene zijde naar deze wereld terug te keren -met name te midden van louter wereldse mensen - dan wanneer jij terug zou willen keren in het lichaam van je moeder, dat de eerste en meest benauwde wereld van ieder mens was, en daarin iets zou willen ordenen en bewerkstelligen. Daarmee kun je de levenssituatie van de geesten in de grote wereld aan gene zijde en die van de op deze benauwde aarde levende menselijke pelgrims ongeveer met elkaar vergelijken.
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Nu zijn jullie zelfs slaven van de heidenen geworden en moeten eerder met zwaar werk karig brood van hen bedelen dan dat jullie tegen hen kunnen zeggen: 'Wij hebben het in het zweet van ons aangezicht verdiend!'Want het is niet gemakkelijk om mensen te dienen die in geen enkele God geloven en ook niet in een voortleven van de ziel na de dood van het lichaam en derhalve ook aan geen enkele vergelding in de grote wereld aan gene zijde, en die derhalve geen naastenliefde hebben en zelfs vijanden van hun eigen leven zijn.
Hoofdstuk 56: De Heer in de woning van de tien Joodse gezinnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Had die parel van Rome mij maar één keer een zekere toezegging gedaan dat zij de mijne zou worden als ik dit of dat zou doen of nalaten -dan zou ik de man geweest zijn voor wie geen offer te zwaar zou zijn geworden! Maar aangezien zoiets niet heeft plaatsgevonden, bleef ik dan ook bij wat voor mij gemakkelijker te bereiken was.
Hoofdstuk 99: De priester wil zijn wereldse leven rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Welnu, al die beelden van het duistere heidendom in één keer door onze gesprekken en onderricht over U uit de weg te ruimen, zal ons wel erg zwaar vallen; voor U, o Heer, Heer, zou dat gemakkelijk zijn, want U hoeft het maar te willen en dan zijn in de hele stad al die onbeduidende afgodsbeelden, van welk materiaal ze ook gemaakt zijn, in één keer niet meer aanwezig, en dan zouden wij het gemakkelijker hebben om het volk op de juiste weg van licht en leven te brengen.'
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik zei: 'Daarin heb je alweer helemaal juist en waar geoordeeld, en het is nu inderdaad zo; maar kijk, daar komen nu jouw drie zonen aan, zwaar beladen met vissen! Stuur hun een paar buren tegemoet om hun last wat te verlichten!'
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Waarlijk, Ik zeg jullie: allen die zich op deze aarde op een of andere manier als leiders zullen laten roepen, zullen het aan gene zijde zwaar te verduren krijgen! Want de zwaarste levensopgave voor een hoogmoedige -wat vrijwel iedere leider uiteindelijk wordt -is, dat zijn gemoed verdeemoedigd wordt.
Hoofdstuk 134: De organisatie van de leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De mens heeft op een sabbat dezelfde behoeften voor zijn lichaam als op iedere andere dag, en moet die voorzover mogelijk evenzeer bevredigen. Alleen moet hij zich onthouden van zware, slaafse arbeid in ruil voor loon.Als hij daarmee echter voor een of meerdere van zijn naasten iets nuttigs kan doen, wordt de sabbat daardoor niet ontheiligd, ook al pakt hij nog zo'n zwaar slaafs werk aan, en Ik zal hem daarvoor zegenen. Maar als zich zo'n gelegenheid niet voordoet, is het goed om op een sabbat uit te rusten en zijn gemoed met de dingen van de geest bezig te houden. Want bij het zware werk van een werkdag is de ziel niet goed in staat in zichzelf diepe geestelijke dingen te bespiegelen en zich tot God te verheffen; en daar heeft Mozes de sabbat dus voor ingesteld.
Hoofdstuk 63: De ware sabbatheiliging - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'De Farizeeën, die woekeraars, die hun vele goud en zilver steeds tegen hoge rente veilig aan andere grote makelaars en woekeraars weten te lenen en hun hoge rentewinst dan met hoeren en meinedige echtbreeksters verspillen en kwalijk verbrassen, maar als er armen en noodlijdende mensen naar hen toekomen tegen hen zeggen: 'Wend je tot God, die zal jullie wel helpen; want wij zijn zelfarm en moeten bedelen!' - die zullen zich later tegenover Mij zwaar moeten verantwoorden!
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23