Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

330 resultaten - Pagina 11 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[12] En kijk, daarin is dan ook het vermogen om vooruit te zien van een vrijere en zuiverder ziel gelegen, niet alleen wat betreft hetgeen haar direct aangaat, maar ook wat betreft datgene wat buiten haar in de wereld zal gebeuren, ontstaan en plaatsvinden. Een dergelijke ziel die zuiver, verfijnd en helder ziet en voelt, kan zich namelijk het verband tussen alle omstandigheden, voorwaarden en oorzaken, die allang aanwezig zijn met betrekking tot de komende gebeurtenissen, onverhuld en dus ook als het ware plastisch voltooid voor de geest halen, wat bij een onvrije en nog zeer materiële zielonmogelijk het geval kan zijn. Zo heb ik je nu op geheel natuurlijke wijze helder uiteengezet, in welke toestand jouw ziel en die van je broer zich in jouw droom bevonden, en hoe, en waarom!
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (Rafaël:) 'De volledige tweede en goed te onderscheiden hogere graad van schouwen en voelen van de ziel treedt zowel in het lichamelijke leven als ook in de droom in, wanneer de geest in de ziel net zo actief begint te worden als de geest van een plant in de zaadkorrel, als hij begonnen is om vanuit zijn eigenlijke ziel, die in het vlees van de korrel rust, de wortels in de aarde en de kiemblaadjes boven de aarde te vormen en te doen groeien. De ziel begint zich dan tot een echte vorm te ontvouwen en dringt enerzijds in zichzelf, net zoals de wortels van een groeiende plant in de aarde dringen en uit de goddelijke kracht daarin de juiste voeding beginnen op te zuigen, terwijl anderzijds de plant zelf, aldus van binnenuit gevoed, als gevolg van die innerlijke voeding vanuit de zuivere, ware en levende goddelijke kracht, zich als de eigenlijke en echte wezensvorm van de ziel in de sfeer van het licht verheft en hoger en verder ontwikkelt naar de uiteindelijke voleinding.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] En dat hetgeen jullie gezien hebben, volledig en helder in jullie herinnering gebleven is, dat heb ik ook bewerkstelligd, met toelating van de Heer; want wat jullie zagen en hoorden werd direct in jullie lichamelijke hersenen en ook in jullie hart en nieren opgeslagen. Zonder dat zouden jullie van alles wat jullie gehoord en gezien hadden even weinig meegenomen hebben naar het aardse wakende leven als de ziel van jouw broer, die jij volgens het verslag van je droom in Athene hebt ontmoet, iets heeft meegenomen naar het aardse lichamelijk wakende leven van hetgeen ze in haar droom in Athene met jou besproken heeft.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Want de goederen van deze aarde zijn slechts schijn en lijken precies op die welke een mens in zijn droom bezit. Het kleine verschil is alleen dat het bezit van goederen in de droom de ziel van de mens enigszins korter begoochelt dan het bezit van de uiterlijke goederen van deze wereld. Maar beide vergaan en na het vergaan zal alles schijn blijken te zijn voor de geopende ogen van de levende geest, die als enige aan alle schijn pas in de meest echte zin van het woord realiteit kan verlenen.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Deze droom heb ik, zoals reeds opgemerkt, drie opeenvolgende dagen onveranderlijk hetzelfde gehad, en gisteren en vandaag het verschijnsel van het wonderbaarlijke lichtwolkje en bovendien de woorden die jullie vanuit het wolkje gehoord hebben, en er zal zich in de toekomst iets heel anders ontwikkelen dan wat wij in onze oude vroomheid nu geloven. Maar de nabije toekomst zal leren of ik nu juist of onjuist geoordeeld heb!'
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kado zei: 'Oude vriend! Je weet waarom ik in het eigenlijke Griekenland alles verkocht heb, met uitzondering van mijn bezittingen op Patmos, en je weet ook dat ik daar voornamelijk toe gebracht werd door die verschijnselen en de droom van onze oude priester. Wij hebben die bepaalde godsmensen dan ook met alle ijver gezocht, waarvan jij ook een trouwe getuige bent; we hebben ook wijd en zijd over hen horen praten, en speciaal over één -de goede heiland uit Nazareth in Galilea, wiens moeder en broers wij gezien en gesproken hebben. Kortom, wij hebben duizend en nog eens duizend getuigen gevonden -alleen hem zelf niet!'
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar hij (de genezen zoon) zei: 'Hoe kan ik dat nu weten? Ik was immers zo goed als dood, had geen gevoel en was mij ook van niets om mij heen bewust! Maar wel weet ik, dat ik mij voortdurend in een droom bevond en in een mooie omgeving met goede mensen sprak.'
Hoofdstuk 29: Waarom de bezetenheid van de zoon werd toegelaten (20.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Maar nu moet ik bij deze gelegenheid toch verslag doen van een opmerkelijke droom, die ik vorige week op dezelfde wijze drie dagen achter elkaar kreeg, en wel om zo te zeggen steeds op klaarlichte dag. Na mijn ochtendwaarnemingen van de sterren en de winden, de bewegingen van de wolken en van de zee, de vissen en ook de vogels in de lucht, die altijd enkele uren vóór zonsopgang moeten gebeuren, ben ik gewoon om na zonsopgang ook een paar uur op mijn goede rustbed te gaan liggen en, omdat ik al een oude man ben en sneller vermoeid, een poosje uit te rusten van mijn werk en inspanning. En toen ik mij, zoals gezegd, op de genoemde drie dagen 's ochtends ter rus te begaf, sliep ik dan ook direct in en had ik de volgende droom, die driemaal achtereen hetzelfde was:
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Daarop nam de priester afscheid, evenals allen die samen met hem naar ons toe gekomen waren, en wij hadden nu rust; en mijn oude dienaar zei: 'Het is eigenaardig dat die zeer vrome en actieve priester, die men wel op zijn woord kan geloven, zoiets drie keer achtereen gedroomd heeft! Zou het dan door een nieuw woord licht echt afgelopen zijn met onze oude goden? Hm -hm -hm! -Ja,ja -alles is mogelijk! Het is merkwaardig dat er nu juist in het rijk der joden dergelijke aan goden gelijke mensen opstaan; waarom niet ook bij ons, aangezien wij volgens de droom van de priester deze ene, ware God helemaal niet kennen en wij toch veel meer geneigd zijn te geloven dan de joden, waarvan men zegt dat hun geloof in hun ene God al uiterst zwak is geworden, terwijl wij nog min of meer in veel goden geloven en raad en troost en hulp bij hen zoeken?'
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Hij ging naast mij zitten en vertelde ons wat hij in de vroege ochtend gezien en waargenomen had, en trok daaruit de conclusie dat wij ook deze avond hetzelfde verschijnsel nog eens zouden zien, en hij was dan ook voornamelijk naar ons toegekomen om ons daar ten eerste op te wijzen, maar om er ten tweede ook zelf getuige van te zijn hoe het lichtwolkje zou ontstaan en van welke kant en langs welke weg het naar dit torenhuis zou komen. Hij had namelijk het plan opgevat, om afstand te doen van de veelgoderij en het geloof in één God in te voeren; in de eerste plaats werd hij daartoe genoodzaakt door zijn droom, die drie keer hetzelfde was, en ten tweede door het merkwaardige verschijnen van het lichtwolkje; en als het zich ook deze avond -voor de derde keer -zou vertonen, zou hij het voornemen waarover hij nu sprak des te vastbeslotener volledig ten uitvoer brengen.
Hoofdstuk 180: Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] De schriftgeleerde zei: 'Nou, nou, dat doet er niets toe; laten we toch maar gaan en rust nemen! Misschien staat ons een goede droom te wachten, die ons meer te zeggen heeft dan wij aan elkaar te vertellen hebben; want ik heb bij zulke opwindende gelegenheden altijd nog heel wonderlijke dromen gehad en zal daar ook deze keer zeker niet van verschoond blijven.'
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de zon 's morgens al boven de bergen uitkwam en Ik en de leerlingen zoals gewoonlijk reeds buiten waren, ontwaakten ook de Farizeeër en de schriftgeleerde; ze wasten zich volgens het strenge gebruik van de Joden en de Farizeeër vroeg toen aan de schriftgeleerde of hij soms een droom had gehad.
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Na deze zeer dreigende woorden van die grove mijnwerker, die toen direct van mij wegliep, bereikten mijn vrees en angst hun hoogtepunt, zodat ik daardoor totaal bewusteloos op de grond viel en in die kwalijke toestand in mijn droom andermaal in een nieuwe droom terechtkwam.
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Werkelijk, dat was toch wel een dwaze en slechte droom, en ik ben van het angstzweet nog helemaal nat over mijn hele lijf.
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Wat vind jij nu, vriend, van deze nare onzinnige droom?'
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23