Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 11 van 215

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Ik zeg: 'Maar het is toch ook helemaal niet nodig, dat de sabbat geheel opgeheven wordt; alleen maar het dwaze van de sabbat! God de Heer heeft onze dienst en onze eer niet nodig, want Hij heeft de wereld en de mensen zonder enige vreemde hulp geschapen en verlangt van de mensen slechts, dat ze Hem erkennen en met al hun krachten zullen liefhebben, en dat niet alleen op de sabbat, maar dag in dag uit zonder onderbreking!
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] God neemt Zelf geen ogenblik rust, maar is altijd door voor de mensen bezig en nooit voor Zichzelf, want Hij heeft voor Zichzelf noch een aarde, noch een zon, een maan en al de sterren nodig en alles wat daarin is en daaruit voortkomt. Dat heeft God allemaal niet nodig; maar al de geschapen geesten en mensen hebben dat nodig, en de Heer is dus alleen voor hen, altijd maar door onafgebroken bezig.
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: ' Amen! Ja, beste vriend en broeder, zo is het waar en goed! Want alleen zo zullen jullie volmaakt kunnen worden, zoals de Vader in de hemel volmaakt is. Als jullie echter zo volmaakt zijn, dan zijn jullie ook waarachtige kinderen van God en kunnen jullie Hem altijd aanroepen met: 'Abba, onze Vader!' En waar je Hem als Zijn echte kinderen om zult vragen, dat zal Hij je geven, want de Vader is zeer goed en geeft Zijn kinderen alles wat Hij heeft! Eet en drinkt nu, want het eten hier is niet van deze aarde, maar de Vader zendt het je uit de hemel en Hij is Zelf nu bij je!'
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het hele grote gezelschap was nu goed geluimd en de gesprekken gingen al gauw over Mij, over Mijn leer en over deze maaltijd uit de hemel, en de jongemannen bespraken ook veel dingen met de gasten.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Twee dagen daarna ging ik echter vrij vroeg aan mijn dagelijkse werk, ik zat onder een boom en repareerde mijn visgerei. Toen kwam Dezelfde, waarover Johannes dat tedere getuigenis had gegeven, in gezelschap van enigen die Hem volgden, naar mij toe, riep mij bij mijn naam en zei dat ik Hem moest volgen. En toen ik mij afvroeg, hoe Hij mij kende, omdat ik Hem nog nooit eerder had gezien, zei Hij: 'Verbaas je daar maar niet al te veel over , want je zult nog verbazingwekkender dingen beleven! Vanaf nu zul je de hemel geopend zien en de engelen boven de Zoon des mensen zien opstijgen en neerdalen!'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Al het volk dat geloofde, at mee; slechts een nog ongelovig deel ging naar huis, want dat dacht, dat het een valstrik was. Dat kwam, omdat het merendeels geïmmigreerde Galileeërs waren, waaronder velen uit Nazareth, die Mij kenden en ook Mijn leerlingen, die ze vaak op de vismarkt hadden gezien. Zij zeiden ook tegen de inheemse Samaritanen: 'Wij kennen hem en zijn leerlingen; hij is timmerman van beroep en zijn leerlingen zijn vissers. Hij was bij de Essenen in de leer, en die zijn goed bedreven in allerlei kunsten, in de heelkunde en in buitengewone toverij. Dat heeft hij daar geleerd, en nu oefent hij zijn perfect geleerde kunst uit om de Essenen een grote aanhang en veel inkomen te verschaffen. Deze jongemannen zijn verklede en door dezelfde Essenen in de Kaukasus gekochte en welopgevoede meisjes; die konden wel eens de grootste aantrekkingskracht uitoefenen! Wij laten ons echter niet zo gemakkelijk verlokken, want we weten dat met de God van Abraham, Isaäk en Jacob volstrekt niet te spotten is. Maar voor de Essenen, die zo ongeveer van mening zijn dat hun voorvaderen de wereld geschapen hebben, is het gemakkelijk te spotten met wat voor hen niet bestaat. Zolang wij aan een God van Abraham, Isaäk en Jacob geloven, hebben we die Esseense goocheltrucs niet nodig; en mocht het zijn, dat we ooit ons geloof verliezen, dan zullen de Essenen met hun slimme afgezanten zeker niet in staat zijn om dat te vervangen, maar dan zouden ze maken dat we pure Sadduceeën werden, die in geen opstanding en eeuwig leven geloven. Daarvoor behoede ons Jehova!' Met zulke opmerkingen gaan ze naar huis terug.
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar weinigen van degenen die aan tafel zaten, wisten, dat ze door engelen met voedsel uit de hemel bediend werden. Ze dachten echt, dat Ik zulke bedienden in Mijn gevolg had, en deze in Klein-Azië voor geld gekocht had. Alleen begrepen ze hun grote opgewektheid en vriendelijkheid en fijne beschaving niet; want zulke lijfeigenen trokken gewoonlijk zure gezichten en verrichtten hun diensten zuiver slaafs als machines, en van beschaving en menselijkheid was bij hen gewoonlijk geen sprake. Kortom, de gasten hadden het zeer naar hun zin en de opperpriester, die nu steeds meer inzag, dat deze vele dienaars bovenaardse wezens waren, begon steeds meer, zoals men wel zegt op hete kolen te zitten, omdat hij er zich voor schaamde, dat het volk zich wel keurig, maar toch te amicaal, met deze heerlijke dienaren onderhield.
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: ' Je hebt gelijk, want je zit vol eten en kostelijke wijn uit de hemel. Maar er zijn er hier nog veel, die niet durfden te eten of te drinken, want Mijn naam en Mijn woord zei hen nog niets, en ze waren bang dat er hekserij in het spel was. Maar nadat ze ons gesprek aangehoord hadden en daaruit het volle licht der waarheid zagen schijnen, verdween hun dwaze angst, en honger en dorst kwamen daarvoor in de plaats. Nu willen ze graag eten, maar durven niet van louter ontzag. Denk je, dat we ze nu zo moeten laten gaan? Beslist niet! Ze moeten nu echt naar hartelust eten en drinken! Want hierna zullen ze pas weer uit deze keuken eten en drinken, als ze in Mijn rijk in de hemel zijn!'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En zo zijn er op de aarde, waarop mensen en dieren en duivels meer dan eens onder een dak wonen en daar ieder op hun manier werken, niet zelden allerlei daden, werken en vruchten, die in hun aard en wezen slecht en onrein zijn. De mensen kunnen zich hier beter afzijdig van houden, als ze verschoond willen blijven van al het mogelijke kwade van de aarde. De Heer heeft daarom door Zijn knecht Mozes vast laten stellen, wat rein en goed is, en de Heer heeft de mensen het gebruik van onreine dingen, waaraan ook boze geesten werken, ontraden, - en dat is een voortreffelijk voorschrift. Maar alles wat u hier wordt aangeboden om van te genieten, is rein, omdat het voor u op zo'n wonderbare manier uit de hemel hierheen werd gebracht, daarom kunt u zonder bezwaar van alles genieten! Want wat de Vader uit Zijn hemel geeft is rein en goed, en helpt het leven van de ziel en de geest eeuwig vooruit.'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De burger zegt: 'O jij domme blinde Galileeër! Weet je dan niet, dat een echte magiër uit ieder stuk hout een vis of een slang kan maken?! Nog maar kort geleden was er hier een uit Egypte, die stokken in het water wierp en het werden direct vissen; als hij de stokken op het land wierp, werden het slangen en adders; blies hij in de lucht, dan waren er ineens sprinkhanen en ander vliegend ongedierte; hij nam een paar witte stenen, wierp ze in de lucht, en het werden duiven die wegvlogen; dan weer nam hij van de straat een handvol stof en verspreidde dat in de wind, en een ogenblik later was de lucht vol muggen, zodat men de zon er nauwelijks doorheen kon zien; toen hij daarna in deze muggen blies, kwam er een sterke wind en deze wind dreef de muggen als een wolk weg! Hij bracht ons daarna naar een poel achter de beek waar hij eerder vissen uit stokken maakte, daar raakte hij met een staf het water aan en het veranderde in bloed, en hij raakte het nogmaals aan en het werd weer water! 's Avonds riep hij naar de sterren en ze vlogen als tamme duiven in zijn handen! En hij beval hen en ze vlogen weer terug naar het hoge firmament! En zeg jij nu: 'Waar is een mens wiens handen tot in de hemel reiken?' Dat dit hier allemaal gebeurd is, kan ik door honderd getuigen laten bevestigen. - Wat zeg je nu over je Zoon van God uit Nazareth, waarvan ik wel weet wiens zoon hij is, en waar hij dat allemaal geleerd heeft?'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Petrus zegt: 'Heer, heb geduld met onze grote dwaasheid! U weet toch dat wij niet in de hemel, maar op deze wereld opgevoed zijn. Het zal allemaal wel weer goed komen, want we hebben U toch ook boven alles lief, anders zouden we U niet gevolgd zijn!'
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Nu blijf dan in de liefde en let niet op deze wereld, maar wel, door Mij, op de hemel!' De leerlingen zijn daarmee tevreden en prijzen Mij in hun harten.
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Als er echter iemand tot je komt, aan wien je kunt zien dat hij arm is en niet in staat zal zijn om jou ooit je geld terug te betalen, leen hem dan, en de Vader in de hemel zal het je honderdvoudig op een andere manier hier op aarde al vergoeden, en zal het geld, wat je aan de armen geleend hebt, voor jou in de hemel omvormen tot een grote schat, die na dit aardse leven in het hiernamaals hoog boven het graf op je wacht.
Hoofdstuk 58: Het vlees heeft een aards einde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg je: Wat de liefde op aarde doet, dat is ook in de hemel gedaan en blijft eeuwig; wat echter gedaan wordt uit pure aardse slimmigheid, dat verzwelgt de aardbodem en voor de eeuwige hemel blijft niets over. Wat kan al het aardse bezit voor de mens van nut zijn, als daarbij zijn ziel schade lijdt?!
Hoofdstuk 58: Het vlees heeft een aards einde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg je echter, dat ieder mens die zijn lichaam verliest, ook tegelijkertijd voor eeuwig de aarde verliest. En als hij niet door de liefde in zijn hart een nieuwe aarde voor zichzelf geschapen heeft, dan zal zijn ziel zich over moeten geven aan de wind en de wolken en de nevels, en wordt heen en weer gedreven in de eeuwige oneindigheid. Zij zal nooit ergens rust en stilte vinden behalve in het valse en waardeloze voortbrengsel van de eigen fantasie, en hoe langer deze rust duurt, des te zwakker, duisterder zij wordt en tenslotte gaat zij over in pikzwarte nacht en duisternis, waaruit de ziel vrijwel nooit zelf een uitweg vindt! Daarom kun je in de toekomst ook maar beter zo doen als Ik het je nu gezegd heb; maar doe voor dit ogenblik, wat je zelf wilt en kunt!'
Hoofdstuk 58: Het vlees heeft een aards einde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...