Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1268 resultaten - Pagina 11 van 85

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Meteen werd de kist geopend en de knaap, die tot op het gebeente geheel vergaan was, werd voor alle aanwezigen zichtbaar gemaakt door de vaardige handen van Borus, die de doeken en banden verwijderde. Allen keken met zichtbare huiver naar het erbarmelijk uitziende skelet.
Hoofdstuk 70: De opwekking van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] CYRENIUS zegt: "Heer, nu zou ik toch met duizend bliksems alle tempels op aarde willen laten vernietigen! Maar het zou Uw beide engelen toch maar een oogwenk kosten om alle tempels te verwoesten!?"
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Nu stappen de twee engelen naar voren en zeggen: " Ja, lieve jongen, je sprak de waarheid! Dat hebben onze ogen nog nooit gezien, hoewel zij reeds lang door het eindeloze heelal tuurden, vóór de eerste zon zich met haar stralen ver door Gods eeuwige ruimte kenbaar maakte! Behoud daarom steeds die geest, die nu zo puur goddelijk verheven in je is, dan blijven wij eeuwig broeders!"
Hoofdstuk 79: Twee engelen bieden Josoë hun diensten aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De BEIDEN zeggen: "Beste broeder, in de geest zijn wij wel geheel datgene wat jij bent en nog steeds meer zult worden, maar vlees en bloed hebben wij nooit gedragen! Wij zijn engelen van de Heer en zijn hier om alleen Hem altijd te dienen. Als Hij ons echter uit genade toestaat om net als Hij de weg door het vlees te gaan, dan zullen wij ook in dat opzicht geheel op jou lijken. Nu ben je ons ver vooruit, maar de eeuwigheid is lang en eindeloos en daarin zullen eens alle verschillen wegvallen. Maar wij bieden nu ook jou onze diensten aan; als je iets nodig hebt, beveel dan en wij zullen je dienen!"
Hoofdstuk 79: Twee engelen bieden Josoë hun diensten aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Vervolgens richtte Ik Mij tot de beide nog aanwezige jongemannen en zei: "Ga naar de synagoge en breng Roban, de oudste hier, Ik moet hem spreken! Loop echter op je gemak, opdat je je door je plotselinge komst niet verraad!" -De beide engelen doen meteen wat Ik hen opgedragen heb; wij gaan echter opgewekt aan het ochtendmaal.
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als wij weer van tafel gaan, arriveert ROBAN met de beide engelen, buigt diep voor Mij en voor de nog aanwezige hoge Romeinen en zegt geestelijk totaal uitgeput: " Ach, Heer, hier is de hemel en daar in de synagoge woedt de hel op z'n ergst! Heer, ik hoef het U weliswaar niet te zeggen, omdat ik maar al te goed weet, dat niets in de hele wereld aan U onbekend kan zijn, maar het is nu al haast om wanhopig te worden zoals onze nieuwe overste te keer gaat!
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Bovendien heeft Hij, wat nog nooit op aarde gebeurde, steeds een paar engelen in Zijn gevolg, die ondanks al hun schijnbare zachtheid en jongensachtige kwetsbaarheid toch een macht en een kracht bezitten, waarvan onze geringe wijsheid nooit had kunnen dromen. En Die zou je willen grijpen en Hem oppakken? Ik verzoek je: wees alles, maar niet waanzinnig! Voor je met een slecht voornemen één stap tegen Hem doet, ben je al verlamd! Of meen je dat Hij niet zou weten, wat wij hier bespreken? Ik zeg je: dan vergis je je deerlijk! Zij allen hier kunnen getuigen, dat Hij een paar dagen geleden heel precies wist wat wij om middernacht over Hem gezegd en zo half en half besloten hadden!
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Anders zou op dezelfde manier iedere gelijkenis, die toch de verhevenste waarheid kan verbergen, een duidelijke leugen zijn. En toch hebben de meest wijze vaders en profeten hoofdzakelijk in zuivere gelijkenissen gesproken! En dat juist Borus hier als de algemeen bekende, beroemde dokter als zodanig in Uw plaats treedt, is in de aard der zaak toch ook niet anders dan toen ten tijde van Abraham de drie naar de aartsvader gekomen engelen Jehova's plaats hebben ingenomen, en helemaal niet anders dan de leugen van Jozef in Egypte tegen zijn koren zoekende broeders, die mij nog altijd heel onbarmhartig toeschijnt! Maar God heeft het zelf zo gewild en rekende Jozef dat gedrag tegenover zijn broeders zeker niet als zonde aan. En daarom denk ik, dat zo'n schijnbare leugen slechts een hemelse wijsheid is, terwijl de echte leugen thuishoort in het rijk van de ergste helse sluwheid!"
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Met deze mededeling is Chiwar helemaal content en hij vraagt alleen nog wat er met de beide engelen gebeurd is, omdat die ook nergens meer te zien zijn.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Chiwar kijkt naar boven. Hij ziet in het stralende licht de twee aartsengelen en om hen heen talloze myriaden engelen, die ieder ogenblik gereed staan om Mij te dienen.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar de meesterknecht zal dan glimlachen en ons ongetwijfeld zo toespreken: 'Beste vrienden, dat kan wel zijn, -maar het is toch niet mogelijk, want de machine houdt rekening met veel belangrijke punten! De opdrachtgever heeft haar naar zijn behoefte besteld; voor deze behoefte is alleen de huidige zichtbare inrichting juist, en iedere toevoeging zou de machine duidelijk benadelen! De machine behoeft slechts een bepaalde kracht te overwinnen en moet daarom geen grotere kracht hebben dan die zij voor het bepaalde doel nodig heeft. Zou men haar krachtiger maken dan zou de wever daarmee met iedere slag zijn draden breken en zo ook maar geen el produkt per dag produceren. Daarom moet de machine voor het doel waarvoor zij gebouwd is, precies de vorm hebben die ze heeft, en alles wat meer of minder is, is fout aan die machine! Ah, als de machine eens door langdurig gebruik versleten zal zijn, dan wordt het pas tijd om haar weer in de oorspronkelijke staat te brengen, zodat zij weer aan haar doel beantwoordt.'
Hoofdstuk 93: De ideeën van Borus over de aard van de mens.(29.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Oh, nu bent U er en Ik heb U en -o wat een onbeschrijfelijke hemelse vreugde! - ik mag U liefhebben en U heeft mij ook lief. Oh, nu zouden zelfs de volmaaktste engelen in de hemel niet gelukkiger kunnen zijn dan ik ben! -Maar U mag ons nu ook nooit meer verlaten, want dan zou ik zeker van te groot verdriet moeten sterven!"
Hoofdstuk 114: De gebeden van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Nee, nee Mijn hartendief! Ik verlaat je nooit in der eeuwigheid, en Ik zeg je ook dat je de dood niet zult smaken of voelen. Eens zullen Mijn engelen je van deze wereld halen en je bij Mij, je eeuwige Vader, brengen! Want weet, allerliefste Jarah, Degene tot Wie je zo van harte gebeden hebt om Mij hierheen te krijgen, zit nu in Mijn persoon bij je en houdt van je met al het zuiver goddelijke vuur van alle hemelen, en je had gelijk toen je zei dat je gelukkiger bent dan de volmaaktste engelen uit alle hemelen! - Kijk omhoog, dan zul je zien dat het is zoals Ik je nu gezegd heb!"
Hoofdstuk 114: De gebeden van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JARAH kijkt nu met haar mooie hemelsblauwe ogen naar boven en ziet stralend van verrukking en vervoering de diepten van de voor haar ogen geopende hemel. Pas na een tamelijk lange pauze begint ze met een hemels zuivere en zachte stem meer stamelend dan sprekend het volgende te uiten: " Ah, ah, ah, o grote heilige God! Wat zie ik nu eindeloos onbeschrijfelijk betoverende dingen! De onafzienbaar grote hemelen zijn vol heilige engelen! O hoe gelukkig moeten zij zijn! Maar de arme Jarah is toch gelukkiger! Want de eeuwige troon in het grote midden van de oneindige ruime hemelen is leeg en de talloze scharen engelen op zonlichte wolken knielen en roepen voortdurend: 'Heilig is Hij, wiens troon hier staat! O verheugt u gij eeuwigheden, weldra zal Hij op de aarde het nooit te beschrijven grote werk volbracht hebben en komen en deze troon van de heerlijkheid Gods in bezit nemen!'. Hij, Die alleen het eeuwige recht heeft om daarop te zitten, zit nu als mens hier bij de arme Jarah! Oh, loof en prijs Hem daarom, want de eeuwige troon van alle goddelijke macht en heerlijkheid is van Hem!"
Hoofdstuk 115: Jarah ziet de geopende hemel.(17.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar Mijn zichtbare persoon is niet belangrijk, alles gebeurt door Mijn geest! Wat Ik doe, dat doet Mijn persoon niet, maar alleen Mijn geest, maar voor jou zal Ik toch een paar dagen hier blijven, -want morgen is het sabbat en overmorgen een na sabbat! Die beide dagen zal Ik hier nog blijven, dan zal Ik verder trekken, en wel naar Sidon en Tyrus, - Ik zal daarna weer terugkomen en misschien de halve winter bij jullie doorbrengen. "
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...