Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

26524 resultaten - Pagina 11 van 1769

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] De beide leerlingen wisten wel dat Ik al enige tijd in deze omgeving woonde, want ze konden Mij al wel ettelijke malen daar gezien hebben, zonder echter te vermoeden wie Ik was. Daarom vroegen ze ook niet direct naar Mijn eigenlijke geboorteplaats, maar slechts naar het onderkomen in het plaatsje Bethabara, dat voor het merendeel uit schamele vissershutten bestond, die uit leem en biezen opgetrokken waren en vaak nauwelijks zo hoog waren, dat een man er rechtop in kon staan.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Andréas zwicht voor deze aandrang en brengt hem naar Mij toe. Als ze al tamelijk Iaat in de nacht Mijn onderkomen naderen, blijft Petrus in zoete verrukking op dertig pas afstand staan en zegt tegen Andréas: 'Het wordt me zo vreemd te moede! Ik voel een verheven zoete angst; ik durf nauwelijks nog een stap vooruitte doen en toch heb ik zo'n groot verlangen in mij om Hem te zien!'
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Op dit moment kom Ik uit Mijn hut en ga de beide broers tegemoet, hetgeen wordt weergegeven met 'dat Ik hem zag'. Het spreekt vanzelf, dat met dit 'zien' Mijn geestelijk tegemoetkomen bedoeld wordt wanneer iemand, net als Simon, voornamelijk in zijn hart tot Mij komt. Ik herken hem dan ook meteen, dat betekent, Ik neem hem direct aan, en een nieuwe naam is voor hem het begin van zijn deelname aan Mijn rijk. Simon krijgt de naam Céphas ofwel een rots in het geloof aan Mij, want Ik had al veel eerder gezien welke geest in Petrus leeft en leefde.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Dit alles gebeurde niet omstreeks de tijd, waarop de tegenwoordige christelijke kerken gewoonlijk aannemen dat de veertig dagen vasten plaatsvonden, maar twee maanden later. Toen wij het onderkomen bereikten, was het volgens de toenmalige tijdrekening ongeveer tien uur; dat is volgens de huidige tijdrekening ongeveer drie uur 's.middags, want in die tijd bepaalde het opgaan van de zon het eerste uur van de dag. Omdat de zonsopgang echter steeds verschuift, kunnen de toenmalig aangegeven dagtijden, uren genoemd, niet exact, maar slechts benaderend met de tegenwoordige dagindeling vergeleken worden; daarom zei Ik hierboven: Het was ongeveer drie uur 's middags toen Ik met de beide leerlingen het onderkomen bereikte. -Omdat de beide leerlingen deze dag tot zonsondergang bij Mij doorbrachten, zal zeker bij onderzoekende lezers de vraag opkomen, wat wij drieën gedurende die tijd van drie tot ongeveer acht uur in en bij Mijn onderkomen gedaan hebben, want daarover staat niets geschreven. Nu, dat laat zich haast vanzelf raden: Ik onderwees deze beiden over hun toekomstige bestemming en vertelde hen ook, hoe en waar Ik het eerst met Mijn onderwijzingen zou beginnen en hoe Ik in deze omgeving nog meer mensen, die wat geest en wil betreft gelijk waren aan hen, tot Mijn leerlingen zou op en aannemen. Tevens gaf Ik hen de opdracht om onder hun collega's, die merendeels ook vissers waren, na te vragen en te overleggen, of er nog bij waren die zich bij Mij wilden aansluiten. Dat bespraken wij gedurende die tijd. Toen echter de avond viel, liet Ik de beiden gaan en ze begaven zich, ten dele zeer opgewekt, ten dele echter ook zeer nadenkend, naar de hunnen terug, want ze hadden vrouwen en kinderen en ze wisten niet wat ze daarmee aan zouden vangen.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Voor Petrus of Simon bewees hetgeen Ik zei voldoende dat Ik stellig de beloofde Messias was; vanaf dat moment twijfelde hij daar niet aan, en hij vroeg Mij ook nooit met één enkel woord of Ik wel de Echte was, want hij vertrouwde volkomen op wat zijn hart hem ingaf. Beiden bleven ze nu tot aan de ochtend bij Mij en later verlieten ze Mij niet meer.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (De volgende dag wilde Jezus weer naar Galiléa gaan en Hij vindt Philippus en zegt tegen hem: 'Volg Mij" Joh.l:43) 's Morgens zeg Ik tegen hen: 'Mijn tijd in deze woestijn is voorbij, Ik zal naar Galiléa gaan, waar Ik vandaan ben gekomen. Willen jullie meetrekken? Ik laat jullie daarin geheel vrij, want Ik weet dat jullie vrouw en kind hebben en deze niet gemakkelijk verlaten. Maar niemand, die voor Mij iets verlaat, zal het verlatene verliezen, maar het veelvoudig terug winnen.'
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Petrus zegt daarop: 'Heer! Voor U verlaat ik mijn leven, dus zeker mijn vrouwen kind! Die zullen ook zonder mij wel in leven blijven, want ik ben een bedelaar en kan hen maar weinig brood geven; onze visserij brengt nauwelijks voldoende op voor een halve mensenmond, laat staan dat je er een familie voldoende mee kunt voeden! Mijn broer Andréas kan dat getuigen. In Bethsaïda zijn wij geboren, maar het levensonderhoud moesten wij hier aan deze woeste, maar toch nog tamelijk visrijke oevers van de Jordaan zoeken, waar wij nu ook door Johannes zijn gedoopt. Onze vader Jona is nog sterk genoeg en onze vrouwen en zusters ook; daarbij nog de zegen van boven en ze komen er wel door!' Ik prijs hen voor dit vertrouwen en we gaan op weg.
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (En Nathánaël zei tegen hem: 'Wat voor goeds kan er uit Nazareth komen? Philippus zei daarop: 'Kom en zie het zelf!' Joh. 1:46) Nathánaël reageert wat onwillig en zegt: 'Wie kent het slechte nest Nazareth niet?! -Wat voor goeds kan er dan wel uit dit nest komen?! En de Messias wel het allerminst!' Philippus zegt echter: 'Ik weet wel, dat je het in dit opzicht altijd met mij oneens was, hoewel ik je wel honderdmaal mijn redenen verklaard heb, maar kom nu en overtuig je zelf, en je zult beamen, dat ik volkomen gelijk heb gehad!'
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] (Nathánaël zei tot hem: Hem: 'Vanwaar kent U mij dan? Jezus antwoordt en zegt tot hem: 'Eer Philippus je riep, toen je onder de vijgenboom was, zag Ik je'. Joh. 1 :48) Nathánaël verwondert zich hogelijk over deze rake beschrijving, die hij Mij zo luid hoort uitspreken, en vraagt meteen: 'Waarvan kent u mij dan, dat u zoiets over mij zeggen kunt? Want mijn innerlijk is alleen aan God en mij bekend; en ik was nooit opschepperig en heb mij nooit op mijn deugden voor laten staan. Waarvandaan weet u dan, hoe ik ben?' Terwijl Ik hem aanzie, zeg Ik tegen hem: 'Daarnet, toen Philippus je riep toen je onder de vijgenboom was, zag Ik je!'
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Omdat dus Mijn eigen huis, te beginnen met Maria, zulke verwachtingen van de toekomstige Messias had, is het niet te verwonderen, dat andere bevriende families er net eender over dachten.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Daarom hadden veel families de grootste belangstelling voor Mij en natuurlijk ook voor degenen, die Ik Mijn leerlingen noemde, en daarom besloten Jacobus en Johannes ook om leerlingen van Mij te worden, om dan samen met Mij de volkeren der aarde te beheersen! Want ook zij waren al veel vergeten van wat Ik hen vaak als kind reeds behoorlijk duidelijk voorspeld had.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] (En omdat er gebrek aan wijn kwam, zei Maria tot Jezus: 'Zij hebben geen wijn!' Joh. 2:3) Volgens het toenmalige gebruik moest een binnenkomende gast met een beker wijn verwelkomd worden. Maria had echter al een tijdje gemerkt dat de wijnvoorraad op was, en ze zag dat men de nieuw aangekomen gast niet geheel volgens het gebruik verwelkomen kon; daarom zei ze zachtjes tegen Mij: 'Maar m'n lieve zoon, dat zal me wat worden! Ze hebben geen wijn meer! Zou Jij daar niet voor kunnen zorgen?'
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Er waren daar zes stenen watervaten neergezet volgens het reinigingsgebruik der Joden, elk met een inhoud van twee of vier metréten. Joh. 2:6) Nadat Maria tegen de dienaars gezegd had: 'Wat Hij jullie zeggen zal, doe dat!', zei Ik dan ook tegen de dienaars, dat ze de zes stenen waterkruiken met water moesten vullen. Deze kruiken, die voor de reiniging van de Joden bestemd waren, maar waar de Nazareeërs en Kanaänieten niet veel meer om gaven, stonden er meer voor de sier, dan voor het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk bestemd waren en ze hadden een inhoud van twee of vier metréten.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] (Jezus zegt tot haar: 'Vrouw, waarom meng je je in Mijn zaken? Mijn uur is nog niet gekomen.' Joh. 2:4) Daarop geef Ik Maria heel zachtjes temidden van alle gasten een tweeduidig antwoord en zeg, rekening houdend met de toen rond Nazareth gebruikelijke gewoonte: 'Vrouw, waar maak je je druk over? - Ik, als uitgenodigde gast, ben nog niet aan de beurt om voor de wijn te zorgen, Mijn tijd is nog niet gekomen!' - (In deze tijd en omgeving moest namelijk iedere op de bruiloft genodigde mannelijke gast een vrijwillige gift, in de vorm van wijn, als bijdrage meebrengen. Daarbij moest men met een zekere volgorde rekening houden, zodanig dat de gaven van de naaste familie het eerst gebruikt werden en pas als deze op waren, op volgorde van belangrijkheid, de gaven van de gasten die geen familie waren) Maria wist echter dat de wijnvoorraad van allen reeds verbruikt was; daarom richtte ze zich tot Mij en vroeg Mij als het ware om dit keer de gebruikelijke volgorde niet in acht te nemen, vooral omdat er juist een nieuwe gast aankwam en er voor diens verwelkoming geen druppel wijn meer was! Dat was een ongewone vraag voor haar, maar dat kwam omdat ze er zo op gesteld was, dat bij zo'n gelegenheid alles volgens het oude gebruik verliep. Ofschoon Ik Mij niet erg toeschietelijk toonde, kende ze Mij wel zo goed, dat ze wist dat Ik haar nooit iets weigeren zou wat ze graag wilde.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] (Jezus zegt 'Vul de vaten met water! En zij vulden ze tot de rand. Joh.:2:7) De dienaren deden dat meteen, omdat ze dachten dat de nieuw aangekomen gast zich volgens het oude gebruik wassen en reinigen zou. De gast kwam binnen en kreeg, zonder zich eerst de handen gereinigd te hebben, een plaats aan tafel. Dat viel de dienaars op en ze zeiden onder elkaar: 'Waarom hebben we dan die zware kruiken met water moeten vullen? Deze gast gebruikt het niet en het was dus moeite voor niets!' Daarop zeg Ik tegen hen: 'Waarom vroeg je daarnet dan niet waarvoor het was, in plaats van nu daarover te mopperen? Hebben jullie dan zoëven niet gehoord wat Maria tegen Mij heeft gezegd, namelijk dat de gasten geen wijn meer hebben? Hoewel Mijn tijd, zowel naar het gebruik als naar de geest gezien, nog niet is gekomen, heb Ik toch het water in de kruiken veranderd in wijn, om de heerlijkheid te openbaren van Degene, van Wie gezegd wordt dat Hij hun God is, maar die als zodanig door hen nog nooit herkend is; en dit is geen toverij, maar gedaan door de kracht Gods, die in Mij is.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...