Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

262 resultaten - Pagina 11 van 18

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18
[3] Jullie hebben de waarheid lange tijd gezocht en hebben haar nu ook gevonden. Jullie weten nu wat iemand moet doen om een echte leerling van de school van het innerlijke leven te worden, te zijn en te blijven; weten en kennen alleen is echter nog lang niet voldoende om zelf een leerling van deze innerlijke levensschool uit God in de mens te zijn, maar pas het openlijk en uit vrije wil handelen volgens de gekende waarheid maakt de mens tot een ware, echte leerling in zijn eigen innerlijke school des levens.'
Hoofdstuk 156: De gedachten van de Grieken over de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] In Mij is dus ook Diegene zichtbaar in deze wereld gekomen, die Jullie gezocht hebben en toch in geen enkele school en in geen enkele tempel konden vinden.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Hij is een mens met ongetwijfeld uitzonderlijke talenten en vermogens, die hij in een of andere vanouds beroemde school ontwikkeld heeft en nu presteert hij fabelachtige dingen die voor ons leken wonderbaarlijk zijn, en daarvoor komt hem ook alle eer toe; maar dat hij zich daarom tegenover ons mensen, evenals de wijzen uit de oude oertijd, als een god presenteert, dat gaat te ver, dat zal iemand met natuurlijk gezond verstand nooit helemaal goedkeuren. Ik zou mij heel graag door hem laten genezen en hem daarvoor ook de gewenste beloning geven; maar dat ik hem voor die genezing direct als de ene, enig ware God moet aannemen en vereren, dat gaat er bij mij niet in, vriend, ondanks zijn leer, die werkelijk heel zuiver is.
Hoofdstuk 3: De genezen Romeinse rechter bekeert zijn vrienden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Toen de commandant dat van Mij had gehoord, raakte hij in grote verlegenheid, en hij wist niet wat hij Mij eigenlijk moest vragen. Na een poosje nagedacht te hebben zei hij: 'Volmaakt machtige meester, op welke school, die ik vast en zeker niet ken, bent u eigenlijk opgeleid?'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik zei: 'Op Mijn hoogst eigen school, en wel sinds eeuwigheid; want voor er nog enig bestaan was in de eindeloze ruimte, was Ik er wat 'Mijn meest innerlijke geest betreft en vulde Ik de eeuwige oneindigheid!'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Wij hebben echter reeds in Bethlehem en ook in de omgeving van Jeruzalem veel over deze man gehoord en bij onszelf gedacht dat hij ofwel zelf een god zou kunnen zijn ofwel een zeldzaam grote magiër, zoals die bijvoorbeeld uit de school van de Essenen voortkomen. Maar wat wij hier nu zelf hebben meegemaakt, gaat veel verder dan onze eerdere vermoedens. Hier houdt alle magie op, en in de plaats daarvan treedt een onmiskenbaar goddelijke kracht en almacht!
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarbij komt nog ten eerste het getrouwe verhaal van zijn moeder, hoe hij lichamelijk op deze wereld is gekomen en over zijn leven, en dat hij nooit iets op een of andere school hoefde te leren, omdat hij reeds met de hoogste wijsheid toegerust in deze wereld is gekomen, en ten tweede wat hij nu over zichzelf beweerde. En ik voor mijzelf kan er echt niet omheen hem in volle ernst te beschouwen als wat hijzelf tegenover ons zegt te zijn, al is het ook op een voor ons Romeinen onbegrijpelijke manier, en wat ook de man, waar jij zojuist mee sprak, over hem getuigde. Dat is mijn mening, en ik denk dat ik mij niet vergist heb.'
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zei: 'Nu waren je woorden goed; maar als je nog eens 'Heil de hoge goden van Rome!' zult roepen, zal de dood niet ver van je zijn! Voor alle mensen, of ze nu Joden zijn of heidenen, naar waarheid een vriend te zijn is goed en juist, en is ook Mijn wil - want ook Ik laat Mijn zon in gelijke mate over joden en heidenen schijnen en stralen. Maar mensen die in hun oude blindheid naar licht smachten, nog in hun dwaling te versterken in plaats van hen uit ware, zuivere en belangeloze naastenliefde naar de weg van het oerlicht te leiden, is slechter dan een dief en een straatrover te zijn. Onthoud dat, oude dubbelzinnige leraar, die de joden de God van Abraham, Isaak en Jacob vaak met vurige ijver hebt onderwezen, maar direct daarna naar de school van de heidenen ging en tegenover hen laatdunkend deed over de God van Abraham, Isaak en Jacob en Hem belachelijk maakte! Wees ofwel een volmaakte jood, of word een heiden, als je in het heidendom een grotere bevrediging vindt voor je kameleonachtige ziel!'
Hoofdstuk 38: De Heer waarschuwt de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Welnu, zo'n misdadiger is toch ook onze medemens en die zou zijn leven mettertijd misschien ook nog kunnen beteren, als men hem het leven liet en hem onderwees in datgene wat als enige goed, waar en juist is, en als men ook de kleinere misdadigers naar een goede school zou sturen en hen de waarheid leerde, in plaats van hen langdurig in kerkers gevangen te zetten.
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Of wat zouden jullie ervan vinden, als er op een school voor kinderen een zeer wijze schriftgeleerde zou komen en voordrachten over de meest verhulde tekstgedeelten van de profeten zou gaan houden voor zijn jonge en zwakke toehoorders -wat natuurlijk geen van de toehoorders zou kunnen begrijpen? Zou die zeer wijze schriftgeleerde het zich uiteindelijk niet moeten laten welgevallen dat zijn toehoorders hem toeroepen: 'Hooggeleerde en wijze vriend, leer ons toch liever eerst lezen, desnoods schrijven en rekenen; en kijk dan pas of wij al dan niet iets van je hoge wijsheid kunnen begrijpen!'?
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] De Farizeeën herkenden Mij en zeiden tegen de Joden: 'Kijk, daar komt vast die man uit Nazareth met zijn leerlingen, die op het laatste feest verschillende zogenaamde wonderen heeft gedaan, die hij waarschijnlijk in de school van de Essenen heeft geleerd, waarna hij het volk onderwees en beweerde dat hij ouder is dan Abraham en nog meer van die dingen!
Hoofdstuk 163: De Heer en de Farizeeën voor de stadspoort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Er kwamen ook van alle kanten vreemdelingen naar Egypte, die in de wijsheid van de Egyptenaren ingewijd wensten te worden. Maar de Egyptenaren, dat wil zeggen de priesters, voerden hen wel van tempel naar tempel en van school naar school, maar onderwezen hen alleen maar via de afbeeldingen in de tempels, welke afbeeldingen gerelateerd waren aan de ene Hoofdgod. De vreemdelingen namen behalve enkele leringen ook de vele beelden mee naar hun eigen land, die ze voor geld konden kopen, en bouwden daar ook tempels en scholen voor, waar ze leraren en priesters aanstelden.
Hoofdstuk 192: Het ontstaan van het afgodendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] God de Heer heeft er echter voor gezorgd dat de aarde niet verwoest zou worden, opdat de mensen hun school niet zouden kwijtraken, waar ze geschoold worden voor het eeuwige leven -want wie niet op deze aarde in het vlees de school des levens heeft doorlopen kan het kindschap van God niet bereiken, maar blijft eeuwig op het scheppingsniveau van de dieren.
Hoofdstuk 236: Het ontstaan van de Kaspische Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarom is vanzelfsprekend het in stand houden van deze aarde als school voor het verwerven van het kindschap Gods uiterst noodzakelijk. je zult dat weliswaar nu nog niet helemaal begrijpen, maar we zullen morgen op dit onderwerp terugkomen, en dan zul je het begrijpen!'
Hoofdstuk 236: Het ontstaan van de Kaspische Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Dan ontstaat er een geweldig dringen van degenen die eveneens het voornemen hebben de weg te voltooien, en een soort zorg van hen die de weg reeds achter de rug hebben. Hand in hand met dat gedrang zal en moet er ook een toename van het menselijke geslacht plaatsvinden; want het aantal leerlingen neemt steeds meer toe, en een andere school dan deze aarde is er niet.
Hoofdstuk 28: De ontwikkeling van het joodse volk - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18