Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 11 van 1490

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (Want zo heeft God de wereld liefgehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf, opdat allen, die in Hem geloven, niet verloren zullen gaan, maar het eeuwige leven zullen hebben! Joh. 3:16) 'Ik zeg u: God is de liefde en de Zoon is diens wijsheid. God had de wereld zo lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon, d.w.z. Zijn uit Hemzelf alle eeuwigheden door uitgaande wijsheid, aan deze wereld afstond, opdat allen die in Hem geloven niet verloren gaan, maar het eeuwige leven zullen hebben! -Zeg Mij, begrijpt u ook dit niet?!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wat U echter met de verhoging van de Mensenzoon bedoelt, die zou lijken op die van de toenmalige slang van Mozes in de woestijn, en hoe en waarom allen het eeuwige leven zullen hebben, die in deze op de manier van de slang verhoogde Mensenzoon geloven, dat zweemt al naar het parabolische, ofwel naar iets dat op zichzelf pure onzin is! Wie is deze Mensenzoon? -Waar is Hij nu? -Wat doet Hij? -Komt Hij ook net als Henoch en Elia uit de hemel? -Moet Hij nog geboren worden? Wat moeten de mensen, die Hem zeker net zo min als ik ooit gezien hebben, van deze Mensenzoon geloven? -Hoe kan Hij op de aarde komen, als Hij voortdurend in de hemel is? -Waar zal Hij verhoogd worden en wanneer? -Wordt Hij daardoor een van de onoverwinnelijkste en machtigste koningen van de Joden?
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Let op! Ik heb een hoofd, een lichaam en handen en voeten. Het hoofd, het lichaam, de handen en de voeten zijn gemaakt van vlees, en dit vlees is een zoon van de mensen, want wat vlees is ontstaat ook uit het vlees. Maar in deze Mensenzoon, die van vlees is, woont Gods wijsheid, en dat is de eniggeboren Zoon van God. Maar niet de eniggeboren Zoon van God, maar alleen de Mensenzoon zal net als de vroegere slang van Mozes in de woestijn verhoogd worden, en daaraan zullen velen zich ergeren. Zij, die zich niet zullen ergeren, maar aan Zijn naam geloven en zich daaraan zullen houden, die zullen de macht krijgen om Kinderen Gods te heten, en aan hun leven en hun Rijk zal voor eeuwig geen eind zijn.
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij deze zou oordelen, maar opdat ze door Hem behouden zou worden. Joh. 3: 17) Nu moet u echter niet een soort wereldgericht verwachten, zoals oorlogen of overstromingen en zeker geen verterend vuur uit de hemel dat alle heidenen verteert; want zie, God heeft Zijn eniggeboren Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij deze wereld zou oordelen, maar opdat ze door Hem geheel en al zalig zou worden; wat betekent dat ook al het vlees niet te gronde gericht zou worden, maar met de geest zou opstaan tot het eeuwige leven. Maar om dat te bereiken moet de stoffelijke hoogmoed in het vlees vernietigd worden door het geloof, en wel het geloof dat de Mensenzoon, Deze altijd al uit God geborene, in deze wereld gekomen is, opdat allen het eeuwige leven zullen hebben, die in Zijn naam zullen geloven en zich daaraan zullen vasthouden!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nicodémus zegt: 'Op één punt na is me nu alles duidelijk; maar dat éne mankeert nog steeds, en dat éne is nu juist de buitengewone Mensenzoon Zelf, zonder Wie natuurlijk al Uw wijze taal met al de heerlijke beloftes in het bodemloze niets valt! Wat heb ik aan het geloof of aan de beste en vaste wil om aan de Mensenzoon te geloven als de Mensenzoon Zelf er niet is? Uit de lucht of uit een enkel idee kan men geen Mensenzoon te voorschijn toveren. Zeg me daarom waar ik deze eeuwige Godszoon aantref en wees er dan van overtuigd, dat ik Hem met alle geloof tegemoet zal treden!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Als Ik dat niet in u had gezien, dan zou u van Mij deze uitleg niet hebben gekregen! Maar u kwam 's nachts en niet bij dag naar Mij toe, hoewel u veel van Mijn daden gehoord en gezien hebt! Omdat u zowel in de nacht der natuur, als ook in de daarmee vergelijkbare nacht van uw ziel naar Mij toekwam, is het heel begrijpelijk dat u nog geen weet hebt van de Mensenzoon!
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Daarna kwam Jezus met Zijn leerlingen in het Joodse land en hield zich daar met hen op en doopte. Joh.3:22) Toen het helemaal dag was braken we op en gingen het Joodse land in, dat in zekere zin tot Jeruzalem behorend, net zo om Jeruzalem lag als in deze tijd een district om de hoofdplaats van het district ligt. In een paar dagen kon men zonder moeite het hele land door trekken.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik wees hen op al hun gebreken, spoorde de zondaars ernstig aan om boete te doen, waarschuwde allen, die Mijn leer aannamen, voor de terugval in het oude zuurdeeg van de Farizeeën en deed wonderen om daarmee Mijn lichte leer de nodige kracht bij te zetten in deze barre materialistische tijd; Ik genas veel zieken, verloste bezetenen van de onreine geesten en nam steeds meer leerlingen aan
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nicodémus zegt: ' Ach, ach, beste Meester, dat zal moeilijk gaan! Want ik heb iedere dag zaken die direct afgehandeld moeten worden, en daar kan ik niet gemakkelijk onderuit! Denk U eens in dat er in de stad en naaste omgeving met de vreemden erbij geteld, meer dan achthonderdduizend mensen leven, waarvoor ik als overste heel veel te doen heb; daarnaast wachten er nog dagelijkse tempelzaken, die ik beslist af moet handelen. Als de genade mij daarom niet hier in Jeruzalem ten deel kan vallen, dan zal ik daar tot mijn spijt van af moeten zien! Kijk, op z'n allerminst zou ik voor deze onderneming drie volle dagen nodig hebben en dat zou dan voor mijn werk net zoveel achterstand opleveren als drie jaar bij iemand anders.
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Want weet U, er heeft een grote verandering in mij plaats gevonden! Goede Meester, ik houd meer van U dan van alles waar ik ooit van hield en deze liefde zegt me op een bepaalde manier: Dat U Zelf Diegene bent waarvoor U mij daarnet naar Johannes in Enon verwezen hebt!? Dat gevoel kan misschien ook wel niet juist zijn; maar wat het dan ook zijn mag, ik houd met geheel mijn hart van U, omdat ik in U een groot Meester van de echte goddelijke wijsheid herken. Als Uw daden, die beslist niemand voor U nog ooit gedaan heeft, mij al met diepe verwondering vervuld hebben, dan heeft Uw grote wijsheid mij in mijn hart nog meer voor U ingenomen, goede Meester! Ik houd van U! Zeg mij toch, heeft mijn hart gelijk?!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Onder hen waren er ook veel die Mijn leer al aangenomen hadden, maar voordien nog niet door Johannes gedoopt waren. Deze vroegen Mij of het nodig was om zich eerst door Johannes te laten dopen. En Ik zei tegen hen: 'Eén ding is noodzakelijk, en dat is het daadwerkelijk uitvoeren van Mijn leer! Wie zich echter eerst door Johannes wil laten reinigen, zolang hij nog vrij zijn werk doet, die zal zo'n reiniging goed van pas komen.' Naar aanleiding van dit gezegde van Mij gingen toen velen daarheen en lieten zich door Johannes dopen
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (En zij kwamen naar Johannes toe en zeiden: 'Meester, Hij Die bij u was aan de overkant van de Jordaan, van Wie u hebt getuigd, zie, Hij doopt nu ook en allen komen naar Hem toe. Joh 3:26) Naar aanleiding van zulke uitlatingen gingen de leerlingen van Johannes samen met de Joden naar Johannes en zeiden: 'Luister naar ons Meester! -Zie, dezelfde man, Die bij u was aan de overzijde van de Jordaan, en Waarvan u dat getuigenis gaf dat Hij met de heilige geest zou dopen, doopt nu ook hier in de buurt net als u met water! Hoe moeten wij dat opvatten en begrijpen? Is deze doper wel Diegene, van Wie u het grote getuigenis gaf?'
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] ('Wie de bruid heeft, die is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom staat en luistert naar hem en verblijdt zich zeer over de stem van de bruidegom.Deze blijdschap van mij is nu vervuld.' (Joh. 3:29) Hij, die de bruid heeft, is de echte bruidegom; de vriend van de bruidegom staat echter naast hem en luistert en verheugt zich zeer over de stem van de bruidegom! En zie deze vreugde is mij nu te beurt gevallen! Als de Heer Zelf komt, dan is de taak van de aankondiger afgelopen! Want de aankondiger heeft niets anders te doen dan de aankomst des Heren aan te kondigen; als de Heer er is, dan heeft dc aankondiger geen nut meer!'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Hij moet méér, maar ik minder worden.' Joh. 3:30) Daarom moet ik nu minder worden; Hij als Heer moet echter méér worden bij de mensen van deze aarde! Jullie waren steeds mijn leerlingen sinds ik als afgezant tot je kwam; wie van jullie heeft ooit uit mijn mond gehoord dat ik mij daarop heb laten voorstaan?! Altijd bewaarde ik de werkelijke eer voor Degene, Die deze toekomt. Toen ik getuigde, dat ik niet waard was Zijn schoenriemen los te maken, was dat beslist geen zelfverheffing, maar ik gaf Hem alleen alle eer, die ik zelf, omdat de mensen zo blind zijn, had kunnen krijgen. En daarom zeg ik nogmaals: Nu is mijn taak ten einde! Als de Heer zelf komt, dan heeft de voorloper geen nut meer; daarom moet de afgezant nu minder worden en Hij, de Heer, moet boven al het vleselijke uitgroeien! Er is een groot verschil tussen de afgezant en Degene, Die macht heeft om de afgezant te zenden waar Hij maar wil.'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] ('En getuigt, wat hij gezien en gehoord heeft; en toch wil bijna niemand zijn getuigenis aannemen.' Joh. 3:32) Het water getuigt alleen over het water en reinigt de huid van het vuil van de aarde. De Geest van God, waarmee alleen de Heer dopen kan omdat deze Geest Zijn geest is, getuigt echter van wat Hij alleen altijd in God ziet en hoort.
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...