Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3023 resultaten - Pagina 11 van 202

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[21] Als de genezenen de vijf Farizeeën tegen komen, vragen deze aan de jubelenden, wanneer en hoe ze genezen werden. Allen, ongeveer dertig mensen, vertellen hen in koor, hoe dat om zo en zo laat gebeurde, en dat ze een licht in hun lichaam hebben zien gaan.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar Ik heb de mogelijkheid om zulke ossen een heel andere preek vooraf te geven: Ik Iaat ze het ene ongeluk na het andere overkomen; daardoor krijgen ze allerlei zorgen en angst en vrees, beginnen na te denken, te zoeken en te vragen hoe dat toch komt dat ze nu van alle kanten belaagd worden, terwijl ze toch nooit iemand onrecht aangedaan hebben en altijd als nette, fatsoenlijke mensen hebben geleefd!
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De volgende morgen kwamen de vijf Farizeeën naar Mij toe, begroetten Mij en Mijn leerlingen op hun manier zeer hoffelijk en betoonden Mij nog een grote eer, door Mij te vragen, of Ik hen waardig vond om Mij de voeten te wassen.
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar dan komen de leerlingen naar Mij toe en vragen, waarom Ik toch in zulke bedekte termen met de Bethlehemieten heb gesproken.
Hoofdstuk 223: Een les in het geven van onderricht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Enigen weten echter niet hoe ze een begin moeten maken met de innerlijke zelfbeschouwing, en vragen dat aan Mij. Dan zeg Ik: 'Rust en denk in stilte actief na over jullie doen en laten, over de jullie welbekende wil van God, en of je deze hebt opgevolgd tijdens de verschillende periodes van je leven. Op deze manier heb je je innerlijk onderzocht en daardoor bemoeilijk je het binnendringen van de satan in jezelf steeds meer. Want deze probeert met al zijn energie om de innerlijke zelfbeschouwing van de mens, door middel van allerlei nietszeggende begoochelingen te verhinderen.
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar Ik zeg je: Als je niets begrijpt, leer dan eerst wat, en wees daarbij stil en heb een opmerkzame geest; en ga je daardoor iets begrijpen, dan kun je spreken en je broeders lastige vragen stellen!
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Maar weet je, het is met jou net als met alle menselijke domheid: heimelijk schamen ze zich er voor, maar ze willen het verbergen onder allerlei prachtige wijs lijkende vragen, ze beseffen echter niet, dat ze daardoor eigenlijk pas goed hun domheid ten toon spreiden! Laat daarom Mijn goedaardige woorden een les voor je zijn, want anders kon je nog wel eens hard ergens tegen op botsen, en Ik zal je dan niet zo vlug uit de modder halen!'
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Zij zouden wel graag meer aan Mij hebben willen vragen, maar Ik heb ze zo kort mogelijk te woord gestaan, en zij verdwenen en durfden geen verdere vragen meer te stellen; want zij zagen dat Ik volgens Mijn daden wel best een Esseen van de hoogste rang zou kunnen zijn, maar volgens de door Mij aan hen gerichte woorden toch weer niet. Maar terwijl ze onderweg aan niets anders dan aan dit verschijnsel denken, denken ze nu ook: 'Hebben de Essenen soms twee leren, een uiterlijke alleen voor het blinde wereldse volk, en een innerlijke voor zichzelf?' Het kon best zo zijn, dat Ik dus oprecht tegen hen geweest was, en dat Ik, als goede kenner van de schrift, hen zo maar enige zinnen van de innerlijke leer toegeworpen had, en het verdere zoeken aan hen zelf had overgelaten!
Hoofdstuk 223: Een les in het geven van onderricht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik zeg: 'Daarom, om ook jou op de jongste dag te vangen omdat je je zo over hem ontfermt! Het zal nog lang duren voor je heel vaag zult zien wie je zelf bent, laat staan dan wat de grote orde van God is, die om heel wijze redenen naast de dag ook een nacht op aarde geschapen heeft. Begrijp je de werkelijke reden van de aardse nacht der aarde, en begrijp je de eeuwige dag van iedere zon, die elk op zichzelf ook een aarde is, net als degene die jou draagt en voedt? Als je dit echter niet begrijpt, dan vraag Ik aan jou, hoe jij hier een vraag kunt stellen die niet betamelijk is voor een mens tegenover zijn Heer, God en Schepper! Zou je ook nog niet willen vragen waarom een steen hard en waarom het water zacht is, of waarom het vuur pijn doet en het koele water niet?
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De lust om wat te vragen was door deze woorden behoorlijk bekoeld bij Judas, en hij wierp daarop ook onderzoekende blikken naar Thomas; maar deze was verstandig, en deed alsof hij niets van de terechtwijzing gemerkt had en alle andere leerlingen deden dat ook, en daardoor was Judas gerustgesteld, en hij trok zich wijselijk terug.
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Binnen een kwartier zijn de schippers van het Kapérnaumse schip bij ons en vragen aan Baram, of Ik Mij op het schip bevond; want in Kapérnaum hadden ze gehoord, dat Ik in Kis was. Ze waren door de overste Jaïrus gezonden om Mij te vragen naar Kapérnaum te komen; want het dochtertje van Jaïrus, dat Ik pas een paar weken geleden uit de dood opgewekt had, was weer zo ziek geworden, dat geen dokter haar meer kon helpen. 'De overste is bang dat ze dood gaat. Jullie zullen een grote beloning krijgen, als je ons naar Jezus van Nazareth kunt brengen!', zeiden de schippers ten slot te tegen Baram en zijn schepelingen.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Borus zegt: 'Wat dan, wat dan? - Zo heeft de wereld altijd al terwille van haar hang naar een goed leventje, futloze vragen gesteld aan de een of andere vriend die meer gaf om de zuivere waarheld dan om alle koninkrijken van de met vloek beladen wereld; en daarom vindt de heilige waarheid ook altijd haar graf in de huid en de buik van de mens, die van een goed leventje houdt!
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wie meer geeft om het goede leven en een schitterende reputatie in de wereld dan om de goddelijke waarheid, die raakt, al heeft hij nog zo'n goede inborst, in zulke vragen en overwegingen verzeild, trekt zich dan uit het goddelijke licht in de duisternis van de wereld terug en verloochent op die manier God en al Zijn licht, -en als men vraagt: Waarom? - Wat noodzaakt zijn hart daartoe? Wel, niets anders dan zijn hang naar alle soorten van luxe! Gulzig grijpt hij daarom naar alles waarmee hij zich een goed leventje kan verzekeren; en als hij dan vaak met veel moeite en inspanning datgene bereikt, waar hij zijn wereldse zinnen op heeft gezet, gooit hij alle waarheid over boord; en bij het geringste teken dat hij door haar iets af zou moeten staan van zijn prachtige vaste welvaart, tiranniseert hij alles, wat ook maar een vonkje echte waarheid in zich heeft.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Er worden nu vlug vooronderzoeken ingesteld, en nadat deze spoedig beëindigd zijn, worden de twaalf voorgeleid. Als de opperrechter hen ondervraagt, zeggen ze: 'Wij zijn eigen baas en wij hebben onze rechtbank in de tempel in Jeruzalem; buiten God en die rechtbank zijn wij over al ons doen en laten niemand wat voor antwoord dan ook schuldig, en u kunt ons dus vragen wat u maar wilt, u krijgt toch geen antwoord meer van ons; want wij staan op wettelijke grond, en die is heel stevig, en u kunt ons niets maken.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Jij bent een Romein, en zij is een Griekse en geen Joodse, en dus is er van nature niets wat je hindert om haar aan Kisjonah ten huwelijk te vragen, die haar ook zeker aan jou zal geven. Dat ze echter geestelijk, net als het hele huis, volgens Mijn aan jou niet onbekende leer toch Jodin is, dat zal voor jou toch wel geen steen des aanstoots zijn?!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...