Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 11 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[5] Maar ik had die wens nog maar nauwelijks met het volste vertrouwen in de wonderbaarlijke macht van die Godmens tegenover deze plaats en lotgenoten van mij hardop uitgesproken, of er schoot als het ware een bliksem door alle vezels van mijn lichaam -en kijk, op hetzelfde ogenblik werd ik zo volkomen gezond als ik nooit tevoren geweest ben!
Hoofdstuk 162: Het gesprek tussen de Romeinse opperrechter en de Griekse arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de rechter dit echt gemeend en vervuld van een vast, onwankelbaar vertrouwen van binnen en ook openlijk met zijn mond had uitgesproken, voer er onmiddellijk als het ware een bliksem door zijn borst, en hij werd direct zo volkomen gezond als hij voordien in zijn hele leven nog nooit was geweest; want hij was al vanaf zijn geboorte zwak geweest en daarom had hij, hoewel hij de zoon van een hoofdman was, zich niet aan de krijgsdienst gewijd, maar de wetten van Rome bestudeerd en was rechter geworden.
Hoofdstuk 164: De genezing door het geloof van de bekeerde rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar stel in het vervolg niet meer zo'n onnozele vraag aan Mij; want dergelijke vragen zouden er blijk van geven dat jij nog geen geschikt zout zou zijn om de spijzen voor ziel en geest van de mensen te kruiden!'
Hoofdstuk 186: De genezing van de zieken uit Joppe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Datgene wat van tijd tot tijd snel moet ontstaan heeft vanaf het allereerste begin van het ontstaan tot aan de volle, feitelijke uitwerking echt geen half jaar nodig, zoals bijvoorbeeld wind, bliksem, regen en nog allerlei soortgelijke verschijnselen die er, indien noodzakelijk, overeenkomstig Gods wil ook direct moeten zijn; maar andere dingen, waar de mensen zich mee bezig moeten houden, hebben net als de mens hun bepaalde tijd. En zo is het ook met het verbreiden van Mijn leer, die uitsluitend en alleen voor de mensen in deze tijd en ook in de toekomst door Mij naar deze wereld wordt gebracht en hun wordt gegeven.'
Hoofdstuk 2: De beperkingen van een wetmatige verbreiding van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Wat heeft men zich verzet tegen het licht van Mijn heldere bliksem der wetenschap, die overal van het oosten naar het westen, alles wat er op aarde is opnieuw helder begon te verlichten, en wel reeds driehonderd jaar geleden! En het licht ervan schijnt nu steeds helderder, en wel zodanig dat in deze tijd zelfs de meest geheime en verborgen vertrekken van de vroeger zo grote en machtige hoer van Babel als bij klaarlichte dag open liggen!
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Dan zeg Ik: wat een kleingeestige vraag! Kijk naar het licht van Mijn bliksem, dat van dag tot dag steeds lichter en machtiger wordt! Hoe kan de oude duistere, heidense Babylonische wonderonzin, waarvan het bedrog tot in alle hoeken en gaten aan het licht is gebracht, zich nog staande houden naast de duizenden, nu geheel mathematisch bewezen waarheden, die voor alle mensen vrij te gebruiken zijn en open staan, uit alle vakgebieden van de wetenschappen en techniek?
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Tot de zwijnen behoren alle ultramontaanse dienaren van de hoer van Babel, door hun oneerlijke, hebzuchtige en heerszuchtige strevingen, waarvan ze maar al te openlijk en luid blijk gaven door hun concordaten en missies, breven* (* Concordaat: overeenkomst tussen kerk en staat. Breve: pauselijk schrijven.) en banvloeken. En al sinds de tijd dat de hoer van Babel over de volkeren en hun koningen heerste, voeren de legioenen kwade geesten in de bovengenoemde zwijnen, die zich vervolgens in zee begonnen te storten; en in deze tijd ook het meest, vandaar dat hun ondergang zeker is.
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De commandant zei: 'O bevallige jongeman, onze zeker wel te verontschuldigen vrees voor jou is absoluut niet zo ijdel en dwaas als jij denkt! Want als jij in enkele ogenblikken naar ons toe was gekomen door heel hard te lopen, zou dat echt niets verrassends zijn geweest; want een kerngezonde jongeman kan net als een opgejaagd hert snelle sprongen maken. Maar als een bliksem daar én hier aanwezig zijn, zonder enig geluid, dat is toch wel duidelijk een beetje veel! Ik moet nu maar bedenken dat voor jouw -en nu ook onze - Heer en Meester niets onmogelijk is, en dan is jouw meer dan snelle komst hierheen wel begrijpelijk voor ons; alleen zouden we nu eerst van jou willen horen, om welke uiterst belangrijke reden de grote Heer en Meester jou zo bliksemsnel naar ons toe heeft gestuurd!'
Hoofdstuk 211: Rafaël bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Toen ten tijde van Mozes het Israëlitische volk op de Sinaï in de woestijn onder bliksem, donder en vuur weer opnieuw wetten van Mij kreeg, luisterde het aanvankelijk onder vrees en beven wel naar Mijn van verre goed hoorbare woorden -maar toen de verkondiging langere tijd duurde, raakte het volk er voor een deel aan gewend en trok het zich er niet veel meer van aan. Voor een ander deel kreeg het echter genoeg van Mijn aanhoudende onderricht en vroeg Mij om in plaats van aan het hele volk alleen aan Mozes Mijn wil te openbaren -het zou die wil dan wel van hem horen en opvolgen; het volk wilde zich intussen echter verwijderen van de berg Sinaï, omdat het daar al te hevig toeging, en in een ver daarvandaan gelegen dal zijn woonhutten bouwen.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Op deze aarde hebben ook zij een vrije wil en kunnen tot een bepaalde tijd ook doen wat ze willen; maar als ze het op deze aarde eenmaal te bont gaan maken, zal Ikzelf als een felle bliksem Mijn licht der eeuwige waarheid in alle dingen over de mensen op aarde uitgieten, zoals Ik dat nu Zelf aan jullie heb getoond en geleerd. Dan zullen alle valse leraren, priesters en profeten beginnen te weeklagen en zich voor Mijn verlichte mensen en voor de macht van Mijn licht proberen te verbergen. Maar hun moeite en grote inspanning zal helemaal tevergeefs zijn; want ze zullen door de verlichte volkeren van het ene einde der aarde naar het andere als wilde, verscheurende dieren met vurige gesels worden opgejaagd en nergens meer een veilige plaats vinden waar ze opgenomen worden en veilig onderdak hebben, en hun rijk en duistere heerschappij zal voor altijd volkomen ten einde zijn.
Hoofdstuk 23: Over het verval van de zuivere leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Denk je dat er op de huidige omstandigheden grote godsdienstoorlogen zullen volgen? Dat zou wel het geval zijn, als de man in Babel nog zijn vroegere macht over koningen en volkeren bezat en het grootste deel van de mensen nog even dom en verduisterd zou zijn als driehonderd jaar geleden; maar de tegenwoordige aanhang van het oude, eens zo machtige Babel is heel klein geworden, en de mensen zijn door Mijn bliksem al teveel verlicht geraakt. Zelfs de meest eenvoudige landman met zijn hele gezin gelooft niet meer dat de duivel de stoommachines op zee en op het land in beweging zet ter wille van een aan hem verkochte ziel, of dat de duivel via de draden van de telegrafen heen en weer springt en huppelt en aan groten en kleinen de verlangde berichten uit verre landen en plaatsen brengt.
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Laat de mensen die op een of andere wijze macht bezitten maar eens proberen om in het voorjaar het gras en alle kruiden, struiken en bomen te verbieden om opnieuw uit te groeien, nieuwe scheuten te maken, groen te worden en te bloeien en dat allemaal proberen te verhinderen, de wind te bevelen en de vrije bliksem de weg voor te schrijven, dan zullen ze er weldra van overtuigd raken hoe groot hun machteloosheid als gevolg van hun onnozelheid is.
Hoofdstuk 29: De toekomst van de staten van Europa en Amerika - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Het licht van Mijn bliksem is machtig geworden en zal nooit meer door de heidense nacht verdrongen worden. Hoe, dat heb Ik in dit 'nota bene' duidelijk laten zien.
Hoofdstuk 30: De orde der ontwikkeling De Heer in de omgeving van Caesarea Philippi (vervolg) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Na deze korte toespraak van Mij dankten allen Mij, Ik zegende hen nogmaals en liet de nog altijd zichtbare Rafaël gaan, die als een machtige bliksem omhoogschoot, de eeuwige ruimte in; de Romeinen schrokken daarvan en keken lange tijd naar boven, of ze zijn gestalte misschien in het oog konden krijgen, wat nu echter niet meer mogelijk was.
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Als er echter nog een of andere hogere God zou zijn, tegen wie ik nu misschien door deze openlijke belijdenis van mij heb gezondigd, laat hij dan een bliksem uit de hemelen naar mij slingeren en mij doden!
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23