Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

290 resultaten - Pagina 11 van 20

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20
[9] Ja jij, vader Enos, jij stond op de derde zuil en sprak met vlammende woorden tot de stil luisterende baren: 'O luister, al jullie wateren van de aarde; verneem de woorden uit de hoge en hoor de tonen van de heilige spraak! Je kunt zes dagen en nachten in vrolijke reeksen stromen en wiegen; maar, als de zevende dag gekomen is, gezegend met de heilige rust, de sabbat van de Heer, een heilige dag, luister, dan moet je die ook altijd vieren vanwege de verschuldigde lof en prijs aan de heilige Vader! Want het is overeenkomstig de eeuwige ordening, dat alles wat de levende adem uit God ademt en de liefde van de eeuwige, heilige Vader in zijn liefhebbende, denkende hart ondervindt, de rust en de plechtigheid van de heilige dag gedenkt; want dat is te allen tijde de meest heilige wil van de heilige Vader: zes dagen kunnen alle wateren arbeiden, kunnen zij met ruisende teugen stromen en wiegen; maar de heilige rust moet op de heilige sabbat zweven als vurige wolken over de zwijgende, luisterende baren, uitnodigend tot het feest!'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Tenslotte lieten zijn ogen de steile flanken van de steenberg los en stil overzag hij de toegesnelde scharen van zijn kinderen en eindelijk zei hij vol ontroering:
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Wanneer wij onze lijfelijke ogen beschouwen en gewaarworden welke grote afstanden wij met ze kunnen bereiken, dan is het toch duidelijk dat ons zo'n licht niet gegeven werd om stil te staan, maar om te lopen en bezig te zijn. Maar wie zou er aan kunnen twijfelen dat iemand het aanschouwde doel zou kunnen bereiken, terwijl hij daartoe ook nog voorzien is van twee voeten die hem bij het aanschouwde doel kunnen brengen?!
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Degene die uit de mond van een broeder het woord des Heren verneemt, laat hem de Heer voor die onuitsprekelijke genade danken; maar laat de prediker bij zichzelf bedenken dat hij de minst waardige is en laat hem ieder van zijn broeders voor beter houden dan zichzelf, dan zal hij zijn hart behoeden voor hoogmoed, die de vader van de dood is, dan zal hij voor de Heer een stil huis zijn en alleen dat is Hem welgevallig!
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En zie, Seth sprak moeder Eva dus aan en zei: "Geliefde moeder, je schijnt treurig te zijn! O zeg me, of een mogelijk stil verdriet aan je hart knaagt!
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Maar wees nu stil; want hij schijnt ons gefluister op te merken! Zie, hij zet het dier aan en dat draagt hem recht op ons af; houd je daarom stil, beste Henoch, stil! Amen."
Hoofdstuk 101: Henoch spreekt met J ared over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] De stoet trok nu het bos in en alles was stil; alleen Jared kon niet zwijgen en vroeg aan Henoch: "Luister, mijn zoon, hebben wij een gebod om onderweg te zwijgen?"
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Wees daarom rustig en stil tot aan de veelbelovende dag van morgen! Amen: luister, amen."
Hoofdstuk 114: Het ongeduld van Lamech. Het antwoord van Methusalah - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Kijk, nu ben je zo stil als een muis die een kat bespeurt, en toch wilde je hiervoor als eerste kind van de hoofdstam tot op een haar na dezelfde tegenwerping tegen Mij uiten!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] O Seth, zie, opende ik ooit mijn mond, dan was jij de eerste die vol vreugde ieder woord van mij in je opnam als verwarmende zonnestralen in de winter en ook ieder woord heel goed in je hart vasthield en dan meteen ook je leven daarnaar inrichtte; maar nu, waar de Heer Zelf te midden van ons vertoeft en ons Zijn woord leert en met zo' n liefde spreekt, dat de hardste stenen daardoor in olie zouden kunnen veranderen en ieder grassprietje, iedere struik en iedere boom siddert van de grootste verrukking en zaligheid voor Hem die in ons midden wandelt en ons zulke verheven dingen leert, zie, nu ben je zo stil alsof de hele zaak je helemaal niets aanging, maar vol nieuwsgierigheid sta je slechts de steeds nieuwe en grotere wonderen aan te gapen om je daarmee te vermaken! Maar dat je de Heer in je hart een zuiver liefdesoffer brengen zou, zie, daarvoor ben je te traag geworden; maar daarmee kan de Heer je niet prijzen. Sta daarom op en bereid je hart voor en rep je dan naar de Heer, opdat Hij je weer aan zal nemen, zoals Hij Adam, Lamech, Abedam, Jura, Bhusin en Ohorion en zeer vele anderen aangenomen heeft en - Hem zij eeuwig dank daarvoor! - tenslotte ook mij!
Hoofdstuk 141: Henoch wekt de vaderen op tot liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Maar zoveel kan ik je nu nog wel zeggen dat mijn oneindige domheid uiteindelijk toch ontdekt heeft, hetgeen zij vroeger niet wist, hoe laat of welke tijd van de nacht het is, ook al meende zij het te weten. Nu herken ik haarfijn, zeg ik je, het hoeveelste uur het nu is! Maar nu weet jij ook dat wij tot morgen moeten zwijgen! Zie, ik ben al stil!"
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Beste Seth! De tijd van de beproeving is afgelopen. Deze vuurstorm, die diende om de aarde overeenkomstig de goede ordening te versterken, is uitgewoed en daarom kun je hem nu door de aan jou verleende macht bevelen geheel te gaan liggen en stil te zijn en dat de hemel ook dadelijk zal opklaren. Laat alleen de verder gelegen ons omringende bergen die nog branden hun noodzakelijke en geheel onschadelijke werkzaamheid voortzetten! Amen."
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Wij hangen weliswaar aan het oude, omdat het oud is, maar staan er niet bij stil dat er in de grond van de zaak toch niets ouds bestaat. Ja, wanneer wij een ding beschouwen, hoe het naast ons is gegroeid en verouderd, dan kunnen wij weliswaar zeggen: het ding is oud omdat het samen met ons oud geworden is!
Hoofdstuk 175: Sethlahem en de zeven morrende mannen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Na deze woorden werd hij stil en viel wenend neer op de grond - en al zijn broeders eveneens.
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[744] Maar dan gaat ook "de andere discipel", die de reine, hemelse liefde vertegenwoordigt en stil hield voor het graf, naar binnen, ziet "het" ook en - gelooft! Hij gelooft dat de Heer door eigen Godskracht uit de dood is opgestaan en nu eeuwig leeft! Terwijl het verstand nog draalt en over­weegt, heeft de zuivere liefde reeds het doel van de waar­heid bereikt.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20