Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

590 resultaten - Pagina 11 van 40

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Ik voeg daar echter nog aan toe dat jullie ook moeite moeten doen om alle mensen reeds van kinds af aan behoorlijk lezen, schrijven en rekenen te leren -niet alleen maar de rijken -, anders hebben jullie weinig aan de geschreven boeken. Probeer vooral een goede ontwikkeling van de kennis en daardoor van het hart bij de mensen te bewerkstelligen, dan staat je in Mijn rijk een grote beloning te wachten, en daardoor zul je ook gemakkelijk met de mensen op aarde kunnen werken; want met echt ontwikkelde mensen kun je gemakkelijk praten en omgaan. Maar probeer de mensen een waarachtige, totale ontwikkeling bij te brengen; want een halve ontwikkeling is vaak slechter dan helemaal geen!
Hoofdstuk 124: Over de ontwikkeling van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Toen verscheen hun plotseling EEN LICHTENDE GESTALTE, die op heel ernstige toon tegen hen zei: 'jullie beschuldiging treft de verloren zoon niet terecht, want jullie eigen overmoed heeft dat jullie aangedaan. Klaag je daarom zelf aan, jullie zeer begenadigden, en laat hem met rust die ditmaal geen deel aan jullie domheid heeft!'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Dat wij met die paar mensen nu juist het grote geluk genieten, U, Heer en Meester, bij ons te hebben, Die ons door woorden en tekenen laat zien dat en hoe een mens tot een eeuwig en zuiver geestelijk leven geroepen en bestemd is, geldt echter nog lang niet voor alle mensen in de wereld, en zelfs voor ons slechts in zoverre wij van U moeten geloven dat het zo is omdat Uw zuiver goddelijke tekenen en daden ons geloof een vaste steun geven. Maar de werken van Mozes waren ook indrukwekkend, en dwongen vooral de mensen van zijn tijd volkomen te geloven; naderhand hielden al die buitengewone tekenen echter op, en de mensen werden zwakker en zwakker in het geloof, en staan zodoende nu merendeels op het punt een eeuwig niet-zijn als het grootste geluk te zien en dat reeds van te voren werkelijk te voelen. Want voor het totale vergaan van de dingen hebben zij dagelijks talloze bewijzen, maar voor het eeuwige voortbestaan zelfs niet één!
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Zeg eens waar Ik dan de grond vandaan heb gehaald waarmee Ik het meer heb opgevuld, of het materiaal waarmee Ik gisteravond de aardse bezittingen van de arme vissers heb verbeterd, en waar is de materie van de drie goden gebleven? Bij het meer en bij de vissers is Mijn gedachte door Mijn wil vastgelegd, en bij de beelden is Mijn vastgelegde wil losgelaten en Mijn oergedachte vrij en weer geestelijk gemaakt. En dat is ook de verklaring voor de tekenen die Ik hier voor jullie gedaan heb. Voor het feit dat Ik echter ook Heer van de geesten en al het leven ben, is deze zoon Jorab, die eergisteravond door Mij uit de totale dood weer tot leven werd gewekt, een duchtige getuige. Kan Ik jullie dan nog meer bewijzen geven voor het verder leven van de ziel na de scheiding van het lichaam?'
Hoofdstuk 107: Het verkeer met gene zijde. Bewijzen voor het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Deze priesters moeten naar Chotinodora gaan naar hun opperpriester; daar zullen zij wel te horen krijgen wat ze verder moeten doen. De tijd van het oude, inhoudsloze afgodendom en het domme bijgeloof enerzijds en het totale niet-geloven anderzijds, is voorbij; van nu af aan zullen de mensen volgens de volledige, overtuigende waarheid aan de enige, enig ware, levende en voor iedereen vindbare en begrijpelijke God beginnen te geloven, en zij zullen zichzelf in dat geloof vinden en de onsterflijkheid van hun ziel erkennen en haar eeuwige, zalige bestemming. Zodra deze tijd van het innerlijke licht en leven echter is aangebroken, is het uit met jullie domme bij elkaar gefantaseerde veelgodendom.
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Daarop verdween de gestalte en DE LEERLINGEN zeiden: 'Heer, wees ons arme zondaars genadig en barmhartig!'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar zoals God alleen maar ter wille van de mensen op deze aarde zo'n buitengewone verscheidenheid van alles wat maar mogelijk is in alle rijken der natuur heeft doen ontstaan, zo heeft Hij ook de mensen zelf in zo'n buitengewone, onafzienbare verscheidenheid zowel naar gestalte als karakter, laten ontstaan, dat je op de duizendmaal duizend mensen er moeilijk ooit twee zult kunnen vinden die als twee druppels water op elkaar lijken. Dat deed God echter ook om de mensen zich in alles en veel van elkaar te laten onderscheiden, zodat zij juist daardoor elkaar wederzijds met meer liefde tegemoet zouden komen. En om te maken dat zij elkaar steeds meer liefde zullen schenken, zijn zij ook met heel verschillende bekwaamheden toegerust.
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei:'Absoluut, want je kunt er niets aan veranderen, en daarom is het voor jou beter van de plaats weg te blijven waar je niets goeds en waars kunt beleven en je je als een Jood van de oude stempel moet ergeren. Maar Ik ben gekomen om alles wat krom is, recht, en wat blind en doof is, ziende en horende te maken. Laten we nu echter over de tempel ophouden, want de totale onbruikbaarheid ervan is jullie maar al te bekend!
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Wij zijn echter volledig werkelijkheid omdat wij geen veranderlijk lichaam hebben maar de totale levenskracht zelf zijn die nooit veranderd of op enige wijze vernietigd kan worden. Alles wat jullie als lichamelijke mensen op de wereld ook maar waarnemen of zien, kan jullie lichaam verwoesten en veranderen. Als een steen op je hoofd valt, doodt hij je. Als je in het water of in het vuur valt, ben je dood. Kort en goed, je lichaam kan in alle elementen een zekere dood vinden. Maar bij ons is dat nooit mogelijk, want wij zijn zelf volledig uit God, de levenskracht zelf, en doordringen alles, en geen enkel stoffelijk element kan ons ooit deren. In ons hebben wij de onoverwinnelijke macht en kracht om alle stoffelijke elementen in een oogwenk te vernietigen, of een wereld te scheppen uit de elementen. Wij beheersen alles; maar wijzelf kunnen eeuwig nooit door iets anders beheerst worden dan alleen door ons zelf, omdat wij de volmaakte uitdrukking van Gods wil zijn.
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarop verdween de gestalte en wij werden allen door een onheilspellende huivering bevangen. Wij renden bepakt en bezakt naar buiten en wekten door ons lawaai de mensen in huis, die ook naar buiten renden en nog veel andere mensen wakker riepen, die ook zo snel mogelijk uit hun huizen vluchtten; want deze mensen waren zeer lichtgelovig en geloofden in ons visioen, vluchtten en redden zich daardoor het leven.
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Het gevolg daarvan is echter de huidige bijna totale goddeloosheid onder de mensen, die als de wereldse wetten van Rome hen niet met het zwaard ervan afgehouden zouden hebben, allang in grote woede tegen de heersersnaturen opgestaan zouden zijn en hun metterdaad gevraagd zouden hebben waarom zij hen zouden moeten dienen en hen onderdanig zouden moeten zijn.
Hoofdstuk 243: De gevolgen van de verkeerde voorstelling van het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Het zou dus een groot misverstand zijn om aan te nemen dat God al van eeuwigheid voorbestemd zou hebben dat dit alles, wat Ik jullie nu door de verschijnselen getoond en mondeling voorspeld heb, zo zou moeten gebeuren. O nee, dat is geenszins het geval! Maar toch zal alles zo gebeuren, omdat de mensen het zo willen, omdat het allergrootste en invloedrijkste deel van hen zich heel welbehaaglijk en met enorme hardnekkigheid vrijwillig in de totale nacht van de hel bevindt, en nu zelfs na Mijn geweldig machtige oproep deze nacht van de dood niet wil verlaten.
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] IK zei: 'Laten we daar nu over ophouden; want Ik heb immers zojuist de Romeinen uitgelegd hoe de hele mensheid door Mij voor het leven opgevoed wordt, en die priesters zijn toch ook mensen. Maar hoe erg hun vrijwillige koppigheid ook is om in alle zonden te volharden, dat geeft jullie toch tevens een duidelijk bewijs hoe zeer de menselijke vrije wil als de enige kiem tot verkrijging van het zelfstandige, vrije, eeuwige leven der ziel door God geëerbiedigd en beschermd wordt. En omdat deze zo geëerbiedigd en beschermd wordt, bewijst dit ook uitdrukkelijk dat God de mensen niet alleen voor deze aarde en voor hun korte levenstijd geschapen heeft, maar voor een eeuwig, geestelijk leven, dat echter alleen juist door de totale wilsvrijheid van de ziel tijdens dit korte lichamelijke leven volkomen bereikt kan worden, -dat echter ook verloren kan gaan als een mens tot aan het eind vrijwillig in zijn verstoktheid volhardt. Dat wil zeggen: de ziel zal nooit volledig ophouden ziel te zijn; maar wat voor een, is een heel andere vraag. Want in het hiernamaals kan niet die volmaaktheid bereikt worden als in dit leven. De reden daarvan heb Ik jullie al vaak aangegeven. Wanneer wij ons nu gesterkt zullen hebben, zullen wij er verder over nadenken en over de grote barmhartigheid van God spreken.'
Hoofdstuk 205: De wilsvrijheid en de geestelijke opdracht van de mens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Kijk, in Opper-Egypte bestaat, nog heel goed bewaard, een in een granietberg uitgehouwen tempel van God! Zijn naam is ja-bu-sim-bil. Deze tempel -heel iets anders dan de tempel in Jeruzalem! - is door de oerbewoners van het gedenkwaardigste land van de hele wereld, dus door de toenmalige kenners van God, met de onbeschrijflijkste moeite van de wereld tot stand gebracht. Voor de toegangsdeur zijn in zittende, dus in eeuwig rustende houding, de vier elementen van deze aarde gepersonifieerd weergegeven. Hun kolossale weergave moet de geweldige kracht van God in de wetten van de totale natuur voorstellen, en hun rust de onveranderlijke orde van de goddelijke geest. Het binnenste van deze tempel, een zeer ruime hal, bestaat uit drie afdelingen. In de eerste staan gigantische mensengestalten, in de tweede mensen van ons slag, en in de derde zijn met verschillende tekens helemaal op de achtergrond, weliswaar sterk verweerd, de woordsymbolen ja-bu-sim-bil te lezen. -Hoe zou jij, als schriftgeleerde, mij het inwendige van deze gedenkwaardige aardse tempel kunnen uitleggen? Want ik hoop datje dat niet onbekend zal zijn.'
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Toen kwamen zichtbare engelen, die eerst Abraham bezochten, en Jehova was onder hen en vertelde Abraham precies hoe het Sodom en de andere steden zou vergaan. En de beide engelen in de gestalte van twee sterke jongemannen werden er naartoe gezonden om Lot nog te redden. Het volk luisterde helemaal niet naar de jongemannen, maar wilde met hen nog de meest onnatuurlijke ontucht plegen. Lot ontkwam door de waarschuwing van de beide jongemannen. Alleen zijn vrouw werd slachtoffer omdat zij talmde uit nieuwsgierigheid; zij werd lichamelijk een zoutpilaar, zoals de jongemannen voorspeld hadden. Want zij zeiden: 'Wij moeten nu meteen vluchten en ons niet eens de tijd gunnen om om te kijken; want het onderaardse vuur grijpt snel om zich heen, en de overal vrijkomende dampen verstikken direct al het natuurlijke leven en veranderen alles in een steenachtig zout! ' Maar Lots vrouw bleef toch een paar ogenblikken staan en werd door de dampen achterhaald en daardoor een slachtoffer .
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...