Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1972 resultaten - Pagina 12 van 132

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] DISMAS zegt: "Kijk zo'n melkmuil eens aan! Hij praat als een rechter uit Rome! Jij zou me een mooie beschermer van het recht zijn! Jij kletst me nog mijn versleten mantel van 't lijf! -De zee is helemaal het werkterrein van de schipper. Wat het water hem geeft, of het nu in een bocht of buiten op de open zee is, dat behoort aan niemand anders dan aan hem alleen, en daarmee zijn al je ingestudeerde rechtsgronden de bodem ingeslagen! Want wij weten ook wel iets van het recht af! Dus drie zilvergroschen, - dan zijn die drie stukken van jou!"
Hoofdstuk 161: De schippersknecht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De HOOFDMAN zegt: "Dat is prima, deze kerels zullen aan ons Genezareth denken! Komen ze hier voorbij, of nemen ze de route door de bovenste kleine arm? Of gaan ze soms door de geul die bovenlangs de kleine arm, respectievelijk daarvan slechts door een hele smalle landtong gescheiden in de zee uitkomt, maar toch wel diep en breed genoeg is om een bark met een lading van een dertigtal mensen te dragen zonder de modder van de bodem te raken?"
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Ook Mij maken de mensen toornig en Mijn hart maken ze door hun onverbeterlijkheid treurig; maar toch verdraag Ik hen en kastijd hen steeds in liefde, opdat ze zich zullen verbeteren en in zouden mogen gaan in het rijk van het eeuwige leven, waarvoor zij geschapen zijn. Als je dus een goed rechter wilt zijn, dan moet je Mij in alles navolgen!
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De HOOFDMAN zegt: "Heer, ik zie de noodzaak van dit alles maar al te goed in, maar ook de verschrikkelijke moeilijkheid om streng daarnaar te leven. Kleine heuveltjes effenen is niet zo'n grote kunst, maar als we tegenover hele bergen moeilijkheden en hindernissen komen te staan, dan is het ook al helemaal onmogelijk om een rechte weg verder door te trekken. Dan, Heer, moet U ons helpen!"
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] De schippersknechten zijn het hier helemaal mee eens en wij gaan naar de stad en daar naar het huis van Ebahl waar de bedienden druk bezig zijn om een goed avondmaal voor ons klaar te maken, want de zon is al ondergegaan. De HOOFDMAN neemt de tweehonderd ponden zilver in ontvangst en geeft ze aan Ebahl met de woorden: "Neem dit aan als een kleine schadeloosstelling voor de vele honderden en nogmaals honderden armen en zieken die je verpleegd hebt en van wie je nooit ook maar een stater verlangd hebt! Jij bent echt de enige mens in de stad die de naam van mens verdient! Al het andere volk van deze stad verdient die erenaam niet; want het is morsdood, bekommert zich nergens om en voert ook niets uit! Denken jullie dat al de wonderen die hier in deze paar dagen gebeurd zijn, ook maar enige indruk op dit volk gemaakt hebben? Zeker niet! Deze bangeriken lopen rond alsof er niets aan de hand is! Ja, de zieken hebben zich wel laten genezen, maar hebben daar nauwelijks voor bedankt en denken er nu ook nauwelijks meer aan, dat ze ziek waren en dat zij van hun ziekte bijzonder wonderbaarlijk zijn genezen! Daarom is Ebahl ook de enige mens in deze stad; al het andere is echt meer dier dan mens!"
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Ook legde Ik tesamen met Mijn leerlingen voor Jarah een kleine moestuin aan, beplantte deze met allerlei nuttige planten, kruiden en wortelgewassen en raadde haar aan, deze tuin heel zorgvuldig te onderhouden. Onder veel vreugdetranen beloofde zij Mij dat en zodra Ik weer terug zou komen, zou ik de tuin al in volle groei en bloei aantreffen. En zodoende was alles in het huis van Ebahl keurig voor elkaar .
Hoofdstuk 167: Vertrek uit Genezareth. Naar Tyrus en Sidon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De volgende dag zond Ik enige leerlingen vooruit naar Caesarea Philippi, dat ook een kleine wat versterkte stad in het Grieks-Galilese gebiedsdeel was en wat landinwaarts vanaf de Galilese zee lag. Zij moesten in opdracht van Mij vooraf in deze omgeving navraag doen naar wat de mensen daar van Mij dachten, en of ze eigenlijk al iets over Mij hadden gehoord.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Om U eens kennis te laten nemen van zo'n kleine heimelijke actie, die de heiligheid van de tempelmest wel minstens duizendvoudig overtreft, zal ik U in 't kort vertellen, wat ik pas geleden zelf heb beleefd. Wie deze duisterlingen op zo'n meer dan satanische gedachte gebracht heeft, weet ik niet. De satan zeker niet, -want zo ver kan zijn boosaardigheid niet reiken!"
Hoofdstuk 177: Marcus, de eigenaar van de hut. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Kijk, Heer, dat zijn dan toch zaken die wij onmogelijk kunnen begrijpen, en Marcus heeft niet helemaal ongelijk als hij zo denkt over God, als hij zich gisteren heel argeloos heeft uitgedrukt. Het staat wel vast, dat U, o Heer, al zulke martelaren in het hiernamaals voor het minutenlange lijden dat zij op de aarde ondergingen, meer dan voldoende schadeloos kunt en zult stellen - maar ondanks dat is het toch een vertwijfeld erge en heel bittere zaak om door de opzettelijk slechte mensen vaak uitzinnig pijnlijk gemarteld te worden! En Heer, een paar zeer kwellende ogenblikken duren voor de gekwelde ook een kleine eeuwigheid!"
Hoofdstuk 179: Opwinding over het verhaal van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] MARCUS kijkt wat scherper naar de kleine karavaan die zijn woonstee nadert en ontdekt dan zonder veel moeite dat, waarop ik hem opmerkzaam heb gemaakt, en zegt: "Heer, het is zoals U gezegd heeft! Ik ga nu snel naar beneden, dan staan die honderd vissen in de grote bak al voor hen klaar, waarover ze zich zeker wel wat zullen verbazen!"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Zo drink je ook graag een kleine beker goede wijn; drink je echter in één keer een hele volle zak leeg, dan zal de wijn je doden en zo ook weer een hel voor je worden!
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Zolang wij geen goden zijn, moeten wij in het zweet des aanschijns ons brood verdienen, - de een op deze en de andere op die wijze, een ieder heeft genoeg te doen en mag de handen niet in de schoot leggen. Maar wie zoals jij al voldoende gewerkt heeft, die kan op zijn oude dag het zich wel wat gemakkelijker maken. Ga dus en neem de kleine gave in ontvangst, en de Heer zegene je daarmee!"
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "Laten we dan gaan en ons inschepen op de kleine schepen, die elk, zonder gevaar, makkelijk twaalf personen kunnen vervoeren!" - iedereen stond toen op en volgde Mij.
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] In Noach's tijd moest de gehele mensheid ten onder gaan, behalve Noach en zijn kleine familie; en toch waren toen de mensen lang zo slecht niet als ze nu over 't algemeen zijn. En omdat het merendeel van de mensen nu al zo slecht en verdorven is dat het haast niet erger kan, wil Hij Zich door hen nu Zelf ook nog laten mishandelen, in plaats van dat Hij hen, harder dan ten tijde van Sodom en Noach, zou kastijden! Kortom veel van wat Hij in goddelijk opzicht doet is nog onbegrijpelijker dan het grote onbekende!"
Hoofdstuk 187: Pleziervaart op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Ja, ja Simon, die indruk geeft het, maar wat voor het mensenverstand onmogelijk lijkt, kan bij God nog heel goed mogelijk zijn! Neem het kleine net dat bij je voeten ligt en werp het uit in de zee! (Simon doet dat.) - Haal het nu weer terug en zeg hoeveel vissen erin zitten!"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...