Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2737 resultaten - Pagina 12 van 183

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Pas in huis, toen zijn familieleden hem vroegen om hen te vertellen waar hij geweest was, zei hij: "Ik had gehoord, dat de nu wereldberoemde heiland Jezus zich weer in Nazareth ophield, en ik maakte mij gereed en ging er heen, -en zie, hij verhoorde mij en zei slechts: ' Jou geschiede naar wat je hebt geloofd!' En jullie zijn door dit woord van hem ogenblikkelijk gezond geworden! Zeg nu zelf eens, of zoiets in heel Israël ooit is gebeurd!"
Hoofdstuk 33: Genezing van de zieke familieleden van een oude Jood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] Een ANDER zegt: "Ik begrijp deze zaak beter dan jullie allemaal! Vriend Roban werd gedwongen om die psalm te lezen; dat heeft die timmermanszoon met zijn onbegrijpelijke tovermacht gedaan! Want als hij in staat is om de gehele familie, waar wij zoëven tevergeefs ons gouden en zilveren heil zochten, met één woord te genezen, dan is hij net zo goed in staat om ons te dwingen alleen die psalmen te lezen, die heel duidelijk net zo tegen ons gericht zijn, als eenmaal tegen de vijanden van David.
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Weliswaar staat er geschreven, dat er uit Galiléa nooit een profeet zal voortkomen; maar daar houd ik mij nu niet meer aan, - want bij mij geldt de zichtbare daad meer dan het raadselachtige woord van de schrift, dat niemand naar waarheid kan schatten. Bovendien bent u bij mijn weten niet eens geboortig uit Galiléa, maar uit Bethlehem, en dus kunt u uit het oogpunt van geboorte heel goed een profeet zijn! Ik voel mij erg tot u aangetrokken, en uw nabijheid doet mij goed, dus blijf ik. Ik heb weliswaar geen groot vermogen, maar wat ik heb is voor ons allen voldoende om dertig jaar van te leven! Als u leergeld vraagt, staat mijn halve vermogen u ten dienste!"
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar ook als je ze niet ziet, kun je met hen spreken en van alles aan hen vragen, en dan zullen ze hun antwoord in je hart kenbaar maken, wat je altijd in je hart zult horen als een duidelijk uitgesproken gedachte. En dat is beter dan het uiterlijke gesproken woord! Ik zeg je: Eén woord dat een engel in je eigen hart heeft gegeven, is voor je ziel heilzamer dan duizend woorden, die het oor van buitenaf heeft gehoord! Want wat je in het hart hoort is al van jou; wat je echter van buitenaf hoort, moet je je eerst nog eigen maken door het waarmaken van de gehoorde woorden.
Hoofdstuk 39: Engelenwoorden in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Want als je het woord in je hart hebt, terwijl je uitwendig toch nog zo nu en dan zondigt, doet je hart daaraan niet mee en dwingt je weldra tot het besef van de zonde en het berouw daarover, en daardoor ben je al geen zondaar meer. Als je echter het woord niet in het hart, maar slechts in het hoofd hebt, waar het door het oor is ingebracht, en je zondigt dan, dan zondigt het lege hart mee en dwingt je niet tot het besef van de zonde of het berouw daarover, en de zonde blijft in je, en je maakt je schuldig voor God en de mensen!
Hoofdstuk 39: Engelenwoorden in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[24] De EERSTE zegt: " Je zult hem moeilijk de voet dwars kunnen zetten. Met zijn tovenaarsblik ziet hij alles, hoe verborgen je het ook denkt! Wie anders dan hij heeft ons op de terugweg met die donderende knal laten schrikken, omdat hij vast en zeker hoorde wat wij onder elkaar over hem zeiden?! En wie anders dan hij heeft ons die tegen ons gerichte psalm laten lezen? En waarom? Omdat hij zeker heeft geweten wat wij tegen hem wilden afspreken! Vooruit, ga aan je schrijftafel zitten en probeer maar eens een geheime brief aan de keizer te schrijven -en ik sta er voor in, dat je niet in staat zult zijn om ook maar één woord te schrijven, of je zult door zijn onbegrijpelijke verborgen tovermacht gedwongen worden om een verschrikkelijk getuigenis tegen jezelf te ondertekenen!
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan richt Cyrenius zich tot de beide ENGELEN en vraagt hen hoe dat nu mogelijk was. Maar zij wijzen met hun hemels mooie handen zeer eerbiedig naar Mij en zeggen met heldere en welluidende stem: "Zijn wil is ons bestaan, onze kracht en onze snelheid! Uit ons zelf kunnen wij niets; als Hij wil, nemen wij Zijn wil in ons op, en kunnen daardoor dan alles. Onze schoonheid, die nu al uw aandacht opeist, is onze liefde tot Hem, en deze liefde is niets anders dan Zijn wil in ons! Als u echter net als wij wilt worden, neem dan Zijn levend woord in uw hart op en volg dat vrijwillig, dan zult u daardoor ook net als wij de almachtige kracht en sterkte van Zijn woord in u hebben. Als Hij u dan zal roepen om naar Zijn wil te handelen, dan zullen u alle dingen mogelijk zijn, en u zult meer kunnen doen dan wij, omdat u geheel uit Zijn liefde bent ontstaan, terwijl wij alleen nog maar uit Zijn wijsheid voortkomen. Nu weet u hoe gemakkelijk wij dat, wat u zo verbaasde, kunnen doen. Handel in de toekomst geheel naar Zijn woord, dan zullen ook u heel wonderbaarlijke dingen mogelijk zijn!"
Hoofdstuk 38: Het menselijke en goddelijke van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De ENGELEN zeggen: "U heeft wel gelijk, maar zeg dat niet zo luid! En als u Hem menselijk vindt, erger u dan niet; want al het menselijke zou niet menselijk zijn, als het niet in alle eeuwigheden voordien, goddelijk zou zijn geweest. Als Hij Zich daarom bij tijd en wijle volgens uw bekende en gewende manieren gedraagt, dan gedraagt Hij Zich niet op een voor Hem onwaardige manier; want iedere vorm, iedere gedachte was eerst in Hem voordat zij door Zijn wil een buiten Hem bestaande, vrije wil begon aan te nemen en te vormen. Er is in de oneindigheid geen voorwerp en geen wezen dat niet uit Hem zou zijn voortgekomen. Deze aarde en alles wat in en op haar leeft, is niets anders dan Zijn eeuwig onveranderlijke vastgehouden gedachte, die door Zijn woord werkelijkheid werd. Als Hij deze werkelijke gedachte nu in Zijn gemoed en wil zou laten vallen, iets wat Hem helemaal geen moeite zou kosten, dan zou er op hetzelfde ogenblik ook geen aarde meer zijn, en alles daarin en daarop zou haar vernietigende lot delen.
Hoofdstuk 38: Het menselijke en goddelijke van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Want Ik zeg je: Het is waarlijk een grote en unieke kunst in deze wereld, die geen wereldling ooit kan Ieren: door het woord, door de wil en soms door het opleggen der handen alle ziekten, vanaf de ergste bezetenheid - alle soorten pest daarbij inbegrepen - tot een lichte verkoudheid in één ogenblik te genezen, en alle melaatsen te reinigen, de blinden ziende, de doven horend, de lammen lopend en de kreupelen recht te maken - en daarbij de armen nog het rijk van God te verkondigen! Vriend, ga heen in de gehele wereld en zoek of je er één vindt die net eender is als jij! Ik zeg je, buiten jou en Mij is er niet één!
Hoofdstuk 46: Opdracht aan Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Maar Ik geef je ook nog deze raad: Als een zieke bij je komt of als jij bij hem geroepen wordt, vraag hem dan steeds nadrukkelijk: 'Geloof je dat ik je in de naam van Jezus, de heiland uit de hemelen, kan helpen?' Antwoordt de zieke daarop serieus: ' Ja, ik geloof!', genees hem dan; twijfelt hij echter, genees hem dan niet voordat hij gelooft dat jij hem in Mijn naam kunt genezen! - Nu nog even een woord tot jou, Jaïrus!"
Hoofdstuk 46: Opdracht aan Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na het avondeten, dat ruim een uur duurde, vroeg CORNELIUS aan Cyrenius: "Verheven broeder, wat vind u ervan?! Zullen wij vandaag nog hier blijven of zullen wij soms -in verband met eventueel belangrijke zaken die op ons liggen te wachten -weggaan? Ik ben geheel uw dienaar en voeg mij naar uw woord."
Hoofdstuk 48: Jeruzalem, de 'Godsstad'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Met vuur, zwaard en veel bloedvergieten heeft het kwade bijgeloof zich nog altijd de weg en de toegang tot de wereld verschaft, maar als het zuivere woord van God zich nu ook op die manier toegang zou verschaffen, zou dan ooit een mens, die met een beetje geest begenadigd is, het als een woord van vrede van God uit de hemel kunnen herkennen? Zou hij niet moeten zeggen: 'God, is het voor U dan niet voldoende dat de mensheid vreselijk door de satan geplaagd wordt en moet U, Almachtige, nu óók nog op satanische manier de arme en zwakke mensen benaderen?'
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De beide ENGELEN zeggen: "Nu gaat jouw veronderstelling al ver over de horizon van onze wijsheid! Maar jij, als een kind van de Heer staat blijkbaar dichter bij je Vader dan wij die zijn pure schepsels zijn: en daarom kun Je ook eerder een zuivere goddelijke behoefte in het hart waarnemen dan wij; maar zoveel weten wij ook, dat niets bij God onmogelijk is. Verder kunnen wij je daarover ook geen woord meer zeggen.
Hoofdstuk 61: De waarde van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Kijk eens naar ons, Zijn eerste leerlingen en getuigen, of wij zichtbaar veel met Hem spreken! Toch spreken wij meer met Hem dan U en veel anderen, want wij spreken zuiver en alleen in ons hart met Hem en vragen Hem honderd uit, en Hij antwoordt ons in heldere goed verstaanbare gedachten, en zo hebben wij dubbele winst. Want een antwoord van de Heer in het hart van de mens is in zekere zin al een deel van zijn leven, terwijl het uiterlijke woord pas een deel van het leven moet worden door de uitgevoerde daad, terwille van het oefenen van de ziel.
Hoofdstuk 62: Het denken in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] CYRENIUS zegt: "Ja, nu begrijp ik waarom jullie - wat me al een paar maal zeer verbaasd heeft - haast nooit met de Heer spreken! Wel, ik zal het proberen. Als de Heer jullie in het verborgene zo genadig is, dan zal hij het mij ook wel kunnen zijn! Want dat ik Hem boven alles liefheb, blijkt wel daaruit dat ik mijn uitgebreide en belangrijke regeringszaken intussen opgeschort heb, en bij Hem ben en mijn ziel voed met ieder woord uit Zijn heilige mond!
Hoofdstuk 62: Het denken in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...