Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 12 van 724

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] In de toekomst kunnen jullie daarom ook zeggen tegen degenen die troost en hulp bij jullie gevonden hebben en naar oude zede en gewoonte aan jullie zullen vragen wat voor offer zij daarvoor moeten.betalen: Wij hebben dat gedaan vanuit Gods liefde, die ons een dergelijke macht die genade om niet verleend heeft! Als jullie nu ook de liefde van God !n je hebben, die jullie door ons hebben leren kennen, doe dan wat deze liefde jullie gebiedt; want er zijn vele armen om ons heen, die jullie liefde nodig hebben! Maar voor hetgeen wij in naam van de Heer voor jullie hebben gedaan bestaat geen tarief meer zoals vroeger, maar vanaf nu tot aan het einde der tijden doen wij dat voor niets; want ook wij hebben die uiterst kostbare genade om niet van God ontvangen voor het heil van ieder mens die werkelijk gelooft in de God die wij verkondigen, zich aan Zijn geboden houdt, Hem boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf ,
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] De rijken zeiden evenwel tegen het personeel: 'Luister! Wij zijn beschaafde en ontwikkelde mensen en kunnen en willen niet direct met de deur in huis vallen. Laat een van jullie toch naar binnen gaan en ons berichten of het toegestaan is dat wij nu bij de heilanden binnenkomen, dan zullen wij degene die een goed bericht brengt ook een goede beloning geven! Want wij weten al jaren dat men de heilanden van hier, en vooral hun overste, moeilijk te zien en nog moeilijker te spreken krijgt. Als wij nu onaangekondigd naar hen toe zouden gaan en de door hen bewoonde kamers zouden binnenkomen, zouden zij ons dat wellicht kwalijk nemen en dan zouden wij nog langer kunnen wachten voordat wij bij hen toegelaten worden. Daarom vragen wij jullie, omdat jullie hier in dienst zijn, om ons van tevoren aan te kondigen en ook, zoals gezegd tegen een goede beloning, te zorgen dat we bij hen binnen mogen komen.'
Hoofdstuk 203: De poging van de rijken (21.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Als jullie op weg naar huis mensen met dode kinderen tegen zullen komen, die jullie vragen hoe het hier toegaat, zeg hun dan openlijk wat Ik jullie gezegd heb met betrekking tot de wederopwekking van dode kinderen, die in de toekomst niet meer plaats zal vinden, dan zullen zij geen verdere en vergeefse reis hierheen maken!
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar nu vragen we u om ons van onze boeien te bevrijden; want wij hebben het echt niet verdiend die te moeten dragen. Werkelijk goede mensen zullen dat ook wel inzien, en een rechtvaardige rechter zou liever diegenen meedogenloos moeten tuchtigen die door hun onbarmhartige handelwijze de mensen tot misdadigers maken, en niet zozeer de misdadigers die alleen maar door nood, vertwijfeling en woede over de grenzeloze en onbeschaamde slechtheid van de mensen gedwongen werden tot handelingen, die op zichzelf weliswaar slecht zijn, maar bij mensen zoals wij zeer zeker verontschuldigd dienen te worden.
Hoofdstuk 17: De verontwaardiging en goede bedoeling van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar nu bespeur ik in mijzelf ook de diepe nacht in Jeruzalem, waarmee wij nog heel veel strijd zullen moeten doormaken om de algemene klaarlichte levensdag te doen aanbreken; want in het licht dat nu in mij ontwaakt is, zie ik pas de verschrikkelijke tegenstelling tussen Uw zuivere leer en de ten hemel schreiende, bedrieglijke en volkomen valse leerstellingen en armzalige wetten van de tempel. Hoe zal men die tegemoet kunnen treden? Want de tempeldienaren hebben nog altijd de aardse macht in handen en vervolgen iedereen die anders gelooft, denkt en handelt te vuur en te zwaard. Als ze hierheen komen en ons aantreffen, terwijl wij leven en handelen volgens Uw leer, en ons naar de reden vragen, dan zullen wij als in Uw waarheid staande mensen toch alleen de waarheid moeten zeggen, om niet voor leugenaar te staan tegenover hen en ook tegenover U, o Heer, Heer!
Hoofdstuk 38: De zorg van de jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ik zei tegen haar: 'Stuur je zoon naar buiten naar hen toe! Als ze zullen zien dat hij helemaal gezond en wel is, zal hijzelf het beste antwoord op al hun domme vragen zijn. De rabbi van dit dorp heeft hen zo bepraat, geërgerd als hij was omdat de Grieken hem gisteren hebben laten zien dat zij de profeet Jesaja beter begrijpen dan hij als oude schriftgeleerde. De rabbi heeft de vragenstellers die dingen dus verteld over de tovenaars, die hijzelf alleen maar van horen zeggen kent, maar waarvan hij er nooit een heeft gezien, zodat de mensen nu twijfelen; maar als ze je zoon zullen zien, zullen hun twijfels verdwijnen.
Hoofdstuk 42: De weduwe en haar uit de dood opgewekte zoon getuigen tegenover het volk. (20.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Wees echter op je hoede voor de rabbi en de Farizeeën; want om het geloof in hun beweringen en hun triomfbij het volk in stand te houden zullen ze, als ze je zoon nog steeds gezond in leven zien, hem naar het leven staan en proberen hem op een of andere manier te vergiftigen! Nodig ze daarom niet uit en laat je door hen ook nooit uitnodigen, en neem ook geen andere dingen van hen aan, dan zullen ze jullie niets kunnen doen! Neem dat in acht, dan zal Ik jullie tegen alle andere gevaren beschermen! Ga nu met je zoon naar buiten, zodat zij daardoor het meeste eenvoudige en beste antwoord op hun vele vragen krijgen!'
Hoofdstuk 42: De weduwe en haar uit de dood opgewekte zoon getuigen tegenover het volk. (20.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Een derde teken van Mijn aanwezigheid bij, in en temidden van jullie zal ook zijn, dat jullie altijd alles gegeven wordt waar jullie de Vader in Mij in Mijn naam en in alle ernst om zullen vragen. Maar het spreekt vanzelf dat jullie Mij niet om domme en onbelangrijke dingen van deze wereld moeten vragen; want als jullie dat zouden doen, zouden jullie immers duidelijk tonen dat jullie dergelijke dingen meer liefhebben dan Mij, en dat zou dan echt geen teken zijn van Mijn aanwezigheid bij, in en temidden van jullie.
Hoofdstuk 43: De tekenen van de geestelijke aanwezigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Maar Ik zei tegen hem: 'Maak nu niet zoveel ophef, opdat je huispersoneel niet voortijdig op Mij opmerkzaam wordt gemaakt! Als je vrouw, je andere kinderen en je personeel zien dat Jorab kan zien en jou en hem zullen vragen hoe hij ziende is geworden, zeg dan: de gasten die hier zijn gekomen, konden dat; want de grote Heer is meer met hen dan met degenen aan wie het niet is gelukt om in Zijn naam het blinde oog van Jorab te genezen. Maar ga nu en laat een slaapplaats voor ons klaarmaken!'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als men jullie daarnaar zal vragen, wordt dan niet angstig en denk ook niet na over wat jullie de vragenstellers en verzoekers ten antwoord moeten geven! Op het moment dat jullie het nodig hebben zal het juiste antwoord jullie wel in de mond worden gelegd, en dan zullen jullie verzoekers absoluut niet in staat zijn jullie van repliek te dienen. Ook daar kan Ik jullie volledig van verzekeren.'
Hoofdstuk 62: De belofte en de zegen van de Heer voor dorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zeg jullie: de tijd zal komen dat jullie in degenen die in geloofsopzicht jullie nakomelingen zullen zijn, net als nu hier zullen vragen wanneer de dag van de Mensenzoon zal komen, en zullen verlangen die dag te zien en hem toch niet zien zoals jullie verlangen. In die tijd zullen er velen opstaan en op de voorgrond treden en met een wijs gezicht zeggen: ' Zie, die dag is hier, of daar en dan! ' Maar ga daar niet heen en volg zulke profeten niet.
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Het is. echt verbazingwekkend hoe weinig jullie de dingen nog begrijpen. Ik heb jullie toch al vaak genoeg uitgelegd waarom het aardse tijdstip nog niet - zoals jullie denken - tot op de dag nauwkeurig vast te stellen is, terwijl Ik jullie wel precies met zekerheid het ogenblik zou kunnen noemen waarop deze of gene berg met zijn rotsige toppen door een bliksem vernietigd wordt! Want in dat geval hebben we met gerichte materie te maken, die in alles helemaal afhankelijk is van de macht van Mijn wil; maar bij de mensen, die een vrije, zichzelf bepalende wil hebben, gaat dat niet op dezelfde name. De. reden daarvan heb Ik jullie al vaak getoond en jullie zullen die toch eindelijk eens begrijpen, en jullie moeten daarom ook niet voortdurend met dezelfde vragen bij Mij aankomen!
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Tóen vroegen jullie je af, evenals nu, waarom dat eigenlijk op die manier door God toegelaten wordt. Ik heb jullie echter ook al vaak, zoals ook deze keer, laten zien dat Ik de mensen, aan wie een volkomen vrije wil, een vrije zelfbeschikking is gegeven, met Mijn almachtige wil niet zo kan en mag leiden als al het overige geschapene, klein en groot, in de hele oneindigheid; want als Ik dat zou doen, zou de mens geen mens zijn, maar net als een dier of plant of steen, die door Mijn almacht gericht is. Hopelijk zullen jullie dat nu wel inzien en begrijpen en Mij niet zo gemakkelijk meer dingen vragen, die voor iedereen die ook maar enigszins helderder denkt toch voor de hand liggen.
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'Waarlijk, waarlijk Ik zeg jullie: datgene waar jullie de Vader in Mijn naam om zullen vragen, zal jullie ook gegeven worden! Waar is er een vader onder de mensen, die toch meestal alleen maar slecht zijn, die een kind dat hem om een stuk brood vraagt, een steen, of een dochter die hem een vis vraagt, een slang zou geven?
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar de waard, die zelf bang werd vanwege de zo plotseling opgestoken storm, zei: 'Hoe kunnen jullie, dienaren van God, dat aan mij vragen? Anders weten jullie toch altijd alles en zeggen dat God zonder jullie, die Zijn enige plaatsvervangers en Zijn dienaren en knechten zijn, niets op deze wereld kan doen. Dan zullen jullie nu ook wel het best weten waarom God deze geweldige storm zo plotseling heeft laten ontstaan en hoe het af zal lopen. Wat moet Ik, die door jullie nog steeds als een halve Samaritaan word beschouwd, dan weten, als jullie, die zo dicht bij God staan, zelf vol vrees en angst vragen beginnen te stellen?'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...