Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 12 van 84

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Kijk naar de lucht, de aarde, de zee; kijk naar de maan, de zon de sterren; kijk naar de bloemen op de velden en de bomen en bekijk de vogel~,in de lucht, de vissen in het water en alle dieren op de uitgestrekte aarde; kijk naar de hoge bergen en al de wolken en de winden. En zie, dat alles verkondigt luid de eer van God en toch kijkt God er niet met menselijke ijdelheid naar. Hij kijkt slechts naar een mensenhart dat Hem erkent en lief heeft als de enig ware, goede, heilige Vader. Hoe zal Hij dan genoegen scheppen in een verkeerd hart of een zinloze ceremonie met allerlei lippendiensten, waarachter niets anders schuil gaat dan de schreeuwendste zelfzucht, eerzucht, heerszucht en allerlei hoererij en leugen en bedrog?!
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] O, hoe heerlijk is het de wil van de enig ware God te vernemen en met alle levenskrachten op te volgen, maar hoe bitter is het als men moet handelen volgens de wetten van de menselijke hoogmoed waaronder staat: Dit is Gods wil!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik vermoedde altijd al dat een echte God ook alleen maar een volmaakt ware wil kan hebben, die nooit in tegenspraak kan zijn met zichzelf zoals de menselijke wetten, waarvan vaak het ene fundamenteel in tegenspraak is met het andere. Als men zich aan het ene houdt is men strafbaar volgens een eerder bekrachtigde wet en houdt men het niet, dan straft de nieuwe wet! De vraag is dan: Wie kan zo mens zijn en leven?!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Als in de grote nacht het reine licht weer te voorschijn komt, zal alles wat ademt en leeft zich direkt naar het licht keren, zoals in de winter van de menselijke liefdeloosheid zich weldra alles om een warm hart zal scharen gelijk de door de winterse koude verkleumde, arme mensen om het ontstoken vuur van een open haard.
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] HELENA zegt: "O Heer, U Machtige, U alleen Heilige, daarbij schiet elke menselijke mening te kort! Want U bent zo eindeloos groot en wijs en wie kan de diepten van Uw almacht doorgronden?!
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Kijk bijvoorbeeld eens naar een hardnekkige, moedwillige overtreder van de goede menselijke rechtsorde, een echte uitgeworpene van iedere hogere beschaving, kortom, een kerel die best een broer van de satan zou kunnen zijn. Lange tijd voert die mens ongestraft zijn grove kwade streken uit. Niemand kan hem te pakken krijgen omdat zijn duivelse sluwheid hem daarvoor bewaart. Hoeveel mensen wensen dan niet hartstochtelijk dat de booswicht zo gauw mogelijk door de straffende arm van het gerecht gegrepen zal worden!
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Hoe weinig wordt daarbij aandacht geschonken aan de aard van de mensen en er wordt helemaal geen rekening mee gehouden of een mens naar aard en karakter wel in staat is een wet te houden! Hoe dwaas zou het zijn om te beweren dat één schoen voor iedereen past en hoeveel dwazer lijkt dan een wet die helemaal geen rekening houdt met de menselijke aard en eigenschappen!
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Veel menselijke misverstanden kunnen eenvoudig bestreden worden, maar het is een reuzenwerk om tegen het fanatisme van het bijgeloof te vechten dat diamanthard is geworden en dat het priesterdom met allerlei schijnwonderen aanmerkelijk heeft weten aan te wakkeren.
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] JARAH zegt: "Hoe dan? Uw tegenbewijzen liggen te vast verankerd in de bestaande, onveranderlijke, goddelijke orde, en ik kan u voor mijn werkelijke bezoek aan de vaste sterren geen ander bewijs geven dan te zeggen dat bij God alle dingen, die voor het menselijke verstand nóg zo onmogelijk lijken, tóch mogelijk zijn.
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] RAPHAËL zegt: Maar begrijp je nu, dat het bestaan van een engel van God niet zo gemakkelijk is als jij je hebt voorgesteld, en dat ik best enig besef heb van het strikt menselijke en dat ook ken en er daarom met jullie ook over kan praten?!"
Hoofdstuk 130: Het werken der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] CYRENIUS zegt: "Goed, dan gebruik ik mijn onbeperkte macht om al die Schriftgedeelten, die tegen het gezonde, menselijke verstand ingaan, ongeldig te verklaren en dan zitten ze in de val!"
Hoofdstuk 137: Onderlinge beraadslagingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] MATHAËL zegt: "Dat zal niet baten, want dan kan hij zeggen: 'Het gezonde mensenverstand eist echter ook, dat een wet eerst gegeven en bekrachtigd moet zijn, vóór men iemand aan de hand daarvan kan veroordelen.' Wat kunt u dan dáár tegenin brengen? We moeten de zaak uitzonderlijk goed overdenken, voor we van menselijke kant iets tegen deze kerels kunnen uitrichten! Cornelius, Faustus, Kisjonah uit Kis en een zekere Philopold uit dezelfde streek kunnen nu gauw hier zijn, die zullen ons zeker heel goed van dienst zijn! Ik verheug me zeer op hun komst!"
Hoofdstuk 137: Onderlinge beraadslagingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt glimlachend: "Helemaal mets; denk Ik, want deze orthodoxe zijn te veel door de wol geverfd en vinden overal wel een gaatje om te ontsnappen! Kortom, als men deze mensen in een hoek wil drijven, heeft men méér dan alleen menselijke kracht en menselijk verstand nodig! Ik acht mijzelf in staat om honderden Grieken en Romeinen in één dag te genezen van hun domheld, want wat Ik hun bij zal brengen zal nieuw voor hen zijn en zij zullen het zelfs heel dankbaar en graag aanvaarden. Maar déze mensen kun je niets nieuws vertellen. Meestal zijn zij ingewijd in alle kennis en weten hun verhaal zo geraffineerd te brengen, dat daar heel moeilijk wat tegen in te brengen valt.
Hoofdstuk 140: Alarmerende berichten uit Caesarea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Je bent een heel ander wezen dan wij, die lichamelijk nog. steeds sterfelijke mensen van deze aarde zijn. Je bent nooit geboren, je hebt buiten God de Heer nooit zoals wij een vader en een moeder gehad waardoor je verwekt bent. Jij kent sinds ondenkbare tijden alleen maar onmetelijke zaligheid. Smart, leed en droefheid en het bittere berouw ken jij alleen maar van naam, maar niet uit de eigen ervaring. van je wezen en met mensen kun je daarom in alle waarheid helemaal met over aardse, menselijke zaken spreken. Je kunt met ons alleen maar over zuiver geestelijke dingen spreken, die wij van jou ook heel dankbaar zullen aanvaarden, want jij bent daarin thuis, maar over lichamelijke dingen kun jij niet spreken, omdat je nog nooit in een lichaam gejammerd hebt!"
Hoofdstuk 130: Het werken der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Neem nou eens een willekeurige, menselijke betrekking, bijvoorbeeld die van een veldheer of een andere hoge, keizerlijke dienaar! Zolang iemand die waardigheid bekleedt, zal hij ook aanspraak maken op de hem verschuldigde achting en eer, en hij krijgt die ook. Na verloop van tijd kan hij echter ongeschikt voor de dienst en gepensioneerd worden en dan is hij de facto (feitelijk) niets meer en hij maakt zich ook helemaal niet meer druk over zijn vroegere, zware ambt! Maar de hogepriester behoudt zijn aanzien tot aan het graf, en na zijn dood laten de levende priesters ten behoeve hun eigen eer en aanzien een op een tempel gelijkend gedenkteken op het graf zetten en hem goddelijke eer bewijzen! Het priesterdom weet op die wijze de waardigheid lange tijd onaantastbaar hoog te houden en in alle denkbare levensomstandigheden te bewaren.
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...