Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1309 resultaten - Pagina 12 van 88

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Een woekeraar is een echte helse machine, gemaakt om alle mensen te gronde te richten en als zodanig zal hij ook voor eeuwig volledig eigendom blijven van de hel!
Hoofdstuk 192: Zegen en vloek van de rijkdom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Pas wanneer hij dat doet, en daar heeft hij alle middelen voor, zal hij een waar mens in de echte, eeuwige orde van God worden. Doet hij dat echter niet, dan blijft hij een dier, dat als zodanig geen leven in zich heeft en ook geen leven door goede en liefderijke werken aan een naaste kan overdragen.
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Terzijde zegt CYRENIUS dan weer tegen Mij: " Ah, dat is toch wel vreemd bij deze mensen! Nu gaan ze de zaken zelfs op een speciale manier anders voorstellen! Wie had dat nu achter deze mensen gezocht?! Maar nu zijn ze pas echt geïsoleerd en gebarricadeerd en wel zo, dat zij nu van geen kant meer zijn te benaderen! Wat moeten we nu met deze mensen?! Zij maken zich van ons een gefixeerde, totaal verkeerde voorstelling, die zich bij hen jammer genoeg zodanig heeft vastgezet dat wij daar eigenlijk helemaal niets aan veranderen kunnen. Het is nu erg de vraag wat daar aan te doen is!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] De valse profeet denkt alleen aan zichzelf. God en Zijn orde zijn voor hem lastige en belachelijke zaken, waarvan hij zelf niets gelooft. Daarom kan hij ook met een onbezwaard geweten een God uit hout en steen maken, als hem dat uitkomt. Dat dan zo'n God voor de ten enenmale door en door blind gemaakte mensen gemakkelijk via de handen van de valse profeet wonderen kan doen, zal toch wel heel begrijpelijk zijn!"
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] O, hoe blind en dom zijn toch alle mensen! Zij brengen het niet eens zo ver, om in te kunnen zien dat zij helemaal niets zijn en helemaal niet inzien en begrijpen, dat zij niets zijn en helemaal niets inzien. - Het gras groeit en de ziende en voelende mens verheugt zich daarover. Maar wat er voor nodig is het gras te doen ontstaan en te laten groeien en het op dezelfde wijze maar steeds voort te laten bestaan -welke sterveling ziet dat in?!
Hoofdstuk 205: De uitdaging van het niet begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar als de belofte van Mozes zodanig beperkt is dat slechts zij een lang leven en welzijn op aarde kunnen verwachten, die hun lichamelijke ouders eren, dan ziet het er kennelijk slecht uit voor diegenen die niet zelden hun ouders reeds in de wieg hebben verloren en daarna door vreemde mensen zijn opgevoed! Hoe moeten zij hun ware ouders eren die zij nooit hebben gekend?!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar degenen, die op de genoemde stoelen zaten, wisten hun werken zeer te verdoezelen. Er zaten en zitten nog, inplaats van waardige opvolgers van Mozes en Aäron, slechts verscheurende wolven in schaapskleren op de heilige stoelen en als zodanig hebben zij, onder het mom van Gods wil, wetten temidden van het volk geslingerd, waarvan zelfs de wereld moet huiveren!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[26] STAHAR zegt: "Goed dan, als je dat beseft, vraag dan niet naar de reden van die dingen en verschijnselen die Gods wijsheid al van eeuwigheid heeft geregeld! Wij mensen begrijpen oneindig veel niet, ja, wij begrijpen eigenlijk helemaal niets. Want al ons verstand is vergeleken met de goddelijke wijsheid nauwelijks een zonnestofje, en kan de mens dan rekenschap van God vragen waarom Hij dit of dat beschikt en bepaald heeft?! Wij zijn nog lang niet bij de eerste aanzet tot de ALPHA gekomen en vragen reeds naar de essentie van de OMEGA! O, hoe blind en dom moeten wij nog zijn!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat was geen toverij en geen wondergenezing op de manier van onze magiërs en priesters die kerngezonde mensen, voor geld en beloften van ander voordeel, laten simuleren dat ze doof, lam en blind zijn en hen zo een pelgrimage naar een afgod in een morsige tempel laten maken om dan daar op een afgesproken teken, ziende, horend en recht van lijf en leden te worden. Daardoor wordt er een aantal onnozelen overtuigd en als er dan echte lammen, blinden en doven komen om te bidden en te offeren, wordt niemand van hen beter. Dan wordt er steeds gezegd: 'Uw geloof is te zwak en uw te kleine offer is god niet welgevallig!' Ja, je weet dat onze magiërs zelfs de dode kinderen van rijke ouders weer tot leven brengen, maar wij weten allang op wat voor manier en wij weten ook, dat zulke uit de dood opgewekte kinderen geen bloedverwanten zijn. Maar deze hier zal zeker ook minstens de schijndoden tot leven kunnen brengen!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar een fervente TEGENSTANDER zei toch: "Vriend, wij weten eigenlijk helemaal niets, maar men mag toch zeker veronderstellen dat in de natuur nog heel veel geheime en onontdekte krachten zijn, waarvan wij nog nooit ook maar hebben gedroomd. Zij hebben zich in Egypte daarmee vertrouwd gemaakt en zijn in staat om op een wijze, die ons geheelonbekend is, de geheime natuurkrachten zodanig te beheersen, dat ons, leken, die beheersing van de stomme natuur zeker als een zuiver wonder voor moet komen. Als die jonge man ons de beginselen zou uitleggen en de juiste handgrepen en middelen zou tonen, zouden ook wij ongetwijfeld wonderen kunnen verrichten. O, de mensen kunnen heel merkwaardige dingen doen en de gehele natuur aan zich onderwerpen, maar uit niets kunnen zij toch niet iets maken, dat kan God alleen! En dat is ook het grote verschil tussen de almacht van God en de wonderkracht van veel pientere mensen.
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Waar men ook komt, in welke school men zich ook maar laat inwijden, overal vindt men in plaats van een duidelijk vooruitzicht een blind geloof vergezeld van een totaalongegronde hoop. Zo hebben de mensen -: zeg maar voor de eventuele verwerkelijking van de hoop die uit hun eigengemaakte geloof voortkomt -overal wetten gemaakt waarmee zij zichzelf en hun medemensen zonder enige reden vaak ondragelijk kwellen.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De ziel zal iedere herinnering aan de vroegere prettige toestand zodanig ontnomen worden dat zij op de nieuwe wereld, uit een vrouw ter wereld gekomen in een onvolmaakt lichaam, zich bijna in de geheel bewusteloze, laagste dierlijke toestand bevindt en zich zelfs van het nieuwe bestaan niet het minste kan voorstellen. Pas geleidelijk aan, zo ongeveer na een jaar, begint zich een geheel nieuw bewustzijn te ontwikkelen uit de door de zintuigen waargenomen beelden, verschijnselen en waarnemingen. Het geheugen en de verse herinnering aan hetgeen beleefd wordt, zijn dan de enige wegwijzers en hulpmiddelen op de nieuwe levensweg op deze aarde. Er komen geen hogere geesten, door God gezonden, om het kind een hogere en diepere kennis bij te brengen, maar de ouders met hun opgedane ervaringen moeten hun best doen het kind op een betere weg te brengen. Het kind moet dan veel Ieren, moet zelf zijn weg bepalen, moet zoeken en vragen, moet angst, honger, dorst, allerlei pijn en ontberingen verdragen, moet zich door en door laten deemoedigen en aan het eind van zo'n leven komt dan meestal een pijnlijke en zware ziekte om de vleselijke mens het leven te benemen.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Mettertijd zullen er evengoed wolken voor onze geestelijke zon komen, als er vaak duistere wolken op klaarlichte dag voor onze natuurlijke zon komen en deze zodanig verduisteren, dat men geen idee heeft op welke plek aan de hemel de moeder van de dag staat, en het bovendien zo donker wordt dat men op de middag een licht moet ontsteken om iets te kunnen zien. Maar de wolken brengen daarna een vruchtbare regen en op de volgende, zonnige dag lachen en blaken de geurende akkers van hemelse zegen.
Hoofdstuk 230: De Heer zorgt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] In de hel van de geesten en zielen van deze aarde moest jij, net als de zielen van de kinderen van deze wereld, een zekere rijping doormaken. Zodoende moest je door de nauwste doorgang gaan om als een veredeld levenssap naar de hogere regionen van het leven op te kunnen stijgen. Als zodanig sta je daarom nu reeds voor God, de Heer van al het leven."
Hoofdstuk 237: De oorzaak van het lijden van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De hoogste wijsheid is daarin gelegen, dat jullie wijs worden door de vurigste liefde. Alle kennis heeft geen zin zonder de liefde! Doe daarom niet zoveel moeite om veel kennis te vergaren, maar om veelliefde te geven, dan zal de liefde je geven wat geen kennis je ooit kan geven! Het is goed dat jullie drieën die drie uur zo ijverig hebben besteed aan de veelzijdige verrijking van jullie kennis en ervaring, maar als zodanig zou je ziel daar weinig aan hebben. Maar als jullie in het vervolg net zo ijverig je tijd zullen offeren aan de liefde voor je naaste, zal één dag al van groot nut zijn voor jullie zielen!
Hoofdstuk 1: De ware wijsheid en het levende eerbetoon aan God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...