Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3231 resultaten - Pagina 12 van 216

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] Ongeveer twee duizend passen hiervandaan het dal in naar Kana zullen ze het dal inkomen op de plaats, waar een door ons gebouwde brug over de beek voert, en waar de weg, die nog lang over uw grond doorloopt, over de beek gaat en aan de linker kant van het dal omhoog naar Kana gaat; we hebben echter vroegtijdig tegen de tweehonderd goed bewapende opzieners, wachters en gerechtsdienaars op de beste punten opgesteld. Ik beloof u, vader en heer, dat er geen muis doorheen komt! We zullen deze oerslechte booswichten wel eens kennis laten maken met Jehova, zodat ze hun leven lang aan Hem zullen denken!'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Kisjonah zegt: 'Dat hebben jullie goed en degelijk georganiseerd; jullie loon zal je niet ontgaan! Het geld, dat de verkopers bij zich hebben, wordt als buit in beslag genomen, en alle vee, koren, meel en gereedschappen blijven zo lang hier, tot de overtreders al degenen waarvan ze het met geweld afgenomen hebben, precies omschreven hebben en wij het hen dan nauwgezet weer terug geven.
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen deze drukte voorbij was en de wachters overal verdeeld op wacht stonden, gingen Kisjonah en zijn vier begeleiders ook eindelijk slapen, maar dat duurde echter niet zo lang, omdat het al Iaat was en de komende dag veel en belangrijke zaken beloofde.
Hoofdstuk 232: Voorbereiding voor de rechtszaak. (12.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] De voornaamste Farizeeër antwoordt: 'Weet u dan niet, dat de aarde van God is en dat wij zijn kinderen zijn waaraan Hij zijn aarde persoonlijk gegeven heeft? Zoals God Zelf het recht heeft om met de aarde te doen wat Hij wil, hebben wij als Zijn kinderen ook dat recht en kunnen wij met de aarde doen wat wij willen. Ook al heeft de een of andere heidense macht ons dit recht voor een, tijdje ontroofd, dan zal ze het toch niet zo lang behouden; God zal het hen afnemen en weer aan ons, Zijn kinderen, geven.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar pas een maand geleden heeft men mij, net als alle hoge gerechtshoven, het volgende meegedeeld: Men wacht al een half jaar op belastinggelden uit Klein-Azië en een deel van de plaatsen aan de Pontus; deze zijn reeds lang geïnd en verzonden, en bestaan uit goud en zilver en edelstenen en parels - goud en zilver merendeels in ongemunte toestand. De opgegeven waarde zou zijn, enkel goud twintig duizend pond, zilver zeshonderdduizend pond en ongeveer net zo'n waarde aan edelstenen en parels.
Hoofdstuk 234: Een goede vangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Terwijl de opperrechter alles precies bekijkt, zegt hij: 'Ik geloof dat het nu wel duidelijk is, waar de belasting en schatting bleef, die van Pontus en Klein-Azië naar 'Rome is gezonden! Ondanks jullie geslepenheid zal het je erg moeilijk vallen, te bewijzen dat dit jullie rechtmatig bezit is; maar ik durf bij alle goden en hun hemelen te zweren, dat ik hier voor mij de zichtbare, en in Rome reeds lang verwachte, belastinggelden en andere schatten al zo goed als in handen heb. Blijven jullie dus nog maar netjes hier; als het gerechtshof bijeen is, zal ik met een grote ondervraging beginnen!'
Hoofdstuk 234: Een goede vangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Dan zegt de rechter: 'Ah, is het dat! Nu, zorg er maar voor, dat jullie de zwarte booswichten vangt! We zullen ze dan hier enige duidelijke lessen geven over de Romeinse zeden en wetten! De lust zal hen voor altijd vergaan, om Romeinse onderdanen tot de bedelstaf te brengen zodat zij niet in staat zijn om aan de keizer de hem toekomende belasting te betalen, terwijl van die zwarte booswichten nooit een stater los te branden is! Die kerels houden zich eeuwig arm en begraven goud, zilver, parels en edelstenen in massa's. En die van Kapérnaum zijn net de goede, net als die van Chorazin! Nou, reken maar, jullie spitsboeven, jullie zullen je streken zo thuis krijgen, dat je je leven lang er nog aan zult denken!'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik, dezelfde Christus die voor tweeduizend jaar als God en mens op deze aarde leerde en werkte, geef in deze tijd dit gebeurde van lang geleden door een daarvoor uitgekozen knecht opnieuw aan de mensen. Nu zou iemand wel eens kunnen vragen:
Hoofdstuk 241: Een woord voor onze tijd. (26.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] IK zeg: "Vriend, maak je dáár nu maar niet meer druk over! Het loont ook echt verder de moeite niet nog meer woorden te verspillen aan dit satansvuil. Dat er echter geen enkele eerlijk verdiende stater bij zit, daar kun je volledig van overtuigd zijn. Maar als je precies zou willen nagaan op wat voor duizendvoudig schandalige manieren dit addergebroed, dit slangenbroedsel, alles bij elkaar geraapt en geroofd heeft, zou dat toch te lang gaan duren.
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Ook al wist je alles, dan zou je ze daarvoor toch onmogelijk meer dan één keer kunnen doden. Je kunt wel de marteling verzwaren, maar Waarvoor? De marteling in de hoogste graad -om in jullie rechtbanktaal te spreken -is ook direkt dodelijk, en als ze gematigder is maar des te langer duurt, merkt de gestrafte daar echt niet veel méér van dan jij van een lastige vlieg. Want de ziel, die te zeer vreest voor de zekere dood van haar lichaam, mag nog zo materialistisch zijn, ze trekt zich dan toch direkt terug in haar innerlijkste vertrekken en begint zich vrijwillig los te maken van haar lichaam, waarin het niet om uit te houden is. Het lichaam wordt bij zulke gelegenheden totaalongevoelig. Zo'n lichaam kun je dan kwellen zoveel je maar wilt, het merkt daar weinig of helemaal niets van. Als je het zielelichaam echter zeer veel pijn tegelijk laat lijden, zal de ziel dat niet lang vol houden, maar zich uit alle kracht losscheuren, en dan kun je een geheel dood lichaam koken en braden zonder dat het iets van de straf voelt.
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Met deze vermaning gaat Judas rood van schaamte de eetzaal uit naar zijn slaapvertrek en gaat liggen, en denkt ongeveer twee uur lang erover na hoe hij datgene, wat Ik hem heb voorspeld, zou kunnen ontlopen. Maar hij vindt in zijn hart geen oplossing omdat door het denken zijn gouddorst opnieuw oplaait, en zo slaapt hij in. - Wij gaan ook slapen omdat de twee voorgaande nachten zeer vermoeiend waren. De ochtend liet echter niet lang op zich wachten.
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Vriend! - Ik zeg je: Juich niet te vroeg! De ene kraai pikt de andere de ogen niet uit! Het zal de elf binnen de muren zeker niet naar wens gaan! Zij worden weliswaar niet gedood, maar in plaats daarvan levenslang in de eeuwige altijd aanwezige boetedoeningcel opgesloten! Maar in de openbare verontschuldiging aan Rome zullen ze als wol zo wit gewassen worden, en dan zal men eerst van jou verdere uitleg eisen, en je zult erg veel moeite hebben om alle vragen uit Rome naar tevredenheid te beantwoorden. Er zal je weliswaar geen haar gekrenkt worden, maar je zult een zekere overlast nauwelijks kunnen voorkomen als je niet met de vereiste getuigen en andere aanwijzingen op de proppen komt. Daarom laat Ik Pilah bij jou; hij zal je bij alles goed van dienst zijn. Laat hem echter zo snel mogelijk Romeinse kleren aantrekken, zodat hij door de in Kapérnaum gestationeerde collega's niet wordt herkend! Want Ik kan je wel zeggen: satan heeft zijn regiment lang zo listig niet georganiseerd als dit slangenbroed. Wees jij dan ook behalve zoals altijd zachtmoedig als een duif, sluw als een slang, anders speel je het niet klaar met dit geslacht!"
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] KISJONAH komt al gauw, groet ons allen liefdevol en vriendelijk en zegt vervolgens: "Oneindig geliefde Vriend Jezus! -Zo noem ik U slechts als ik U aanspreek; want U weet, Wat en Wie U in mijn hart bent. - Aan U alleen heb ik alles te danken! Ik heb slechts een gering totaal bedrag van vijfduizend pond met veel genoegen doorgestreept in het schuldenboek van de arme bewoners van Kana, en U heeft mij daarvoor vijftigduizend pond teruggegeven, niet meegerekend de niet te schatten waarde van de andere kostbaarheden, die misschien het dubbele waard zijn! Ik beloof U echter bij mijn mateloze liefde voor U, dat ik dit alles ten goede van de armen en verdrukten zal laten komen, en zo zal dan het duivelsvuil tenslotte toch nog goud voor Gods hemelen worden!
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Ook is de hemel te vergelijken met een vruchtboom, die een goede zoete oogst draagt. Als onder zijn rijk gezegende takken mensen komen, die die vruchten willen eten, zijn er een aantal matig; zij eten onder dankzegging slechts zoveel als zij nodig hebben. Anderen echter, die de vrucht goed smaakt, willen niets aan de boom laten zitten, maar eten alles op uit naijver, opdat de matigen niet nogmaals iets zouden vinden, en zij eten zo lang door, tot de laatste appel op is. Daarop worden zij echter ziek en moeten sterven, terwijl de matigen door het matige gebruik van de vruchten van de boom zich heel goed en verzadigd voelen! En toch hebben beide partijen van dezelfde boom gegeten!
Hoofdstuk 9: De Heer geeft voorbeelden van hemel en hel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Jaïrus verontschuldigde zich ervoor dat hij zo lang met het gevraagde licht was weggebleven.
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...