Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

7187 resultaten - Pagina 12 van 480

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[15] Laten we daarom ook maar ophouden over de drie tempeliers, ze hebben weliswaar heel slechte plannen, maar toch zijn het mensen. Alleen door de invloed van de satan en hun eigen onvervalste liefde voor de wereld en zichzelf zijn het mislukte kinderen geworden van dezelfde Vader, Die ook jullie Vader is. Je moet alleen het boze in hen verachten, maar zijzelf, als mensen en broeders, zijn alleen om over te huilen!
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar Ik antwoordde haar: 'Vrouw, maak je over Mij niet bezorgd, noch over Mijn gezelschap en over voldoende mondvoorraad! Want zie, Degene Die de hele grote aarde voedt en de zon, de maan en alle sterren met Zijn liefde verzadigt, Die weet alles van dit kleine huis en Hij weet heel precies, wat dit huis nodig heeft! Bemoeit u zich er daarom maar niet mee en maakt u zich geen zorgen; want waar u zich nu zorgen over maakt, daarvoor is van boven al gezorgd!
Hoofdstuk 108: Maria de moeder van de Heer. (8.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] En de schriftgeleerde begreep Mij, wendde zich af en ging naar huis. Want Ik gaf hem daarmee te verstaan, dat ook hij een sluwe vos was en daarom ook een hol (betaalde baan) had, en dat vogels van zijn pluimage, onder de hemel, d.w.z. ver beneden de zuiver goddelijke waarheid en liefde, hun nesten, d.w.z. hun voedings en rustplaats hebben waar ze hun prooi verteren; maar dat bij de Mensenzoon niets te vinden is van al de wereldse bedriegerijen, zelfs niet een zogeheten politieke kunstgreep (steen), waarop je zo nu en dan je geestelijke 'hoofd' kunt laten uitrusten! De schriftgeleerde begreep precies wat Ik bedoelde en ging, zoals gezegd, zonder nog een woord te zeggen, vlug naar Kapérnaum terug.
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Petrus, laat dat! Je zult doen, wat je opgedragen wordt; en over de uitwerking heb je je geen zorgen te maken! Wat komen zal en in alle diepte der wijsheid en liefde op de een of andere manier komen moet, daarvan weet alleen de Vader en ook degene, aan wie de Vader openbaren wil, hoe, wanneer en waarom alles toegelaten wordt, opdat het gebeurt!
Hoofdstuk 109: Korenschoppen in de hand van God. ( 11/ 12.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[28] Als je dus onze medeleerling wilt zijn, zet dan die overbodige moed van je maar aan de kant, en wees in plaats daarvan liever vol liefde, geduld en zachtmoedigheid, dan ben je een echte leerling van de Heer!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Maar Ik zeg: Als je eerst voor jezelf zorgt, ben je door God verlaten en zonder Zijn zegen en zonder Zijn hulp, die je anders ongetwijfeld zou krijgen! Want God heeft de mensen niet uit zelfzucht, maar uit zuivere liefde geschapen, en daarom moeten de mensen de liefde, die hen geschapen heeft, in alles volledig evenaren!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als je echter zonder liefde en vertrouwen op God leeft en handelt, dan verander je het hemelse in je vrijwillig in het helse, je wendt je van God af en wordt dienaren van de hel, die je dan tenslotte ook het verdiende loon niet zal onthouden, namelijk de dood in de toorn van God!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar nu vraag ik je, mijn lieve vader, of dit leven van mij dat hij mij nieuw heeft gegeven, niet aan hem toebehoort. Mijn hart is diep bewogen, en het lijkt me toe dat ik behalve aan hem geen andere man ooit mijn liefde zou kunnen geven. Mag ik hem boven alles liefhebben, -meer dan jou, mijn vader, en meer dan alles ter wereld?'
Hoofdstuk 129: Belevenissen in het hiernamaals. (9/10.12.1851) Onderweg naar Nazareth en in Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Wie Mij liefheeft, heeft ook Degene lief Die in Mij is, en Deze is het eeuwige leven. AI stierf hij dan ook duizendmaal in de liefde voor Mij, dan zal hij toch in eeuwigheid leven.' Bij de omstanders waren er velen, die bij het horen van deze woorden bij zichzelf dachten: 'Wat betekent dat? Kan een mens dat wel zeggen? Maar kan een mens wel doen wat hij doet?!'
Hoofdstuk 129: Belevenissen in het hiernamaals. (9/10.12.1851) Onderweg naar Nazareth en in Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zei echter tegen hen: 'Het is een goede zaak dat je nu je broeders wilt dienen en je handen uit de mouwen wilt steken om in je onderhoud te voorzien, want wie kan zien en kan werken, moet niet stil zitten en ten laste komen van zijn broeders, maar die moet hen dienen en overal bij helpen opdat de liefde toe zal nemen onder de mensen.
Hoofdstuk 130: Nazareth. De twee blinde bedelaars. (11.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Nu ga Ik naar de oude man en zeg: 'Vriend! Dit heb je niet te wijten aan jullie zonden, die zijn voor God de geringste van geheel Israël, maar dit heeft de liefde van God voor jullie gedaan!
Hoofdstuk 132: De hebzucht en hardheid van pachtkoning Herodes. (20.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Dan zegt de oude man, die ook tot deze familie behoorde en bij wie altijd het hele dorp zich verzamelde om naar zijn wijze woorden te luisteren, want hij kende de Schrift zeer goed: 'Mijn kinderen, vrienden en broeders! Er staat toch in de Schrift: 'Uit de mond van kinderen en onmondigen verzamel Ik Mijn lofuitingen!' En zie, dat gebeurt hier in ons bijzijn! Onze lieve Vader heeft in Zijn grote barmhartigheid aan ons gedacht en heeft dit voor ons gedaan! Hem zij daarom al onze liefde en alle lof uit de monden van onze zuigelingen! Want de lof uit ónze monden is niet zuiver genoeg om welgevallig te zijn aan de Allerheiligste; daarom heeft Hij Zelf al de mond van onze zuigelingen geheiligd. Maar nu gaan we naar buiten naar de jonge man, die zei dat we naar binnen moesten gaan, en beslist wel wist, wat God voor ons heeft gedaan! Hij moet een groot profeet zijn, -misschien zelfs Elia, die nog eenmaal vóór de verwachte en al sinds lang beloofde Messias zal komen!'
Hoofdstuk 133: Een voedsel en kledingwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Maar zonder dat zal er toch al veel te gauw een tijd komen, waarin het goud, het zilver en het geld de mensen zal regeren en zal bepalen hoeveel men voor de wereld waard is. Dat zal echter een kwade tijd zijn; het licht van het geloof zal uitdoven, en de naastenliefde zal net zo hard en koud worden als het geld!
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het spreekt echter wel vanzelf, dat je het huis waar je intrekt, eerst begroet (Matth. 10: 12); want de echte liefde gedraagt zich altijd welgemanierd in een vreemd huis. Als een huis, d.w.z. diens bewoners, jullie waard is, dan zal jullie vrede over hen komen; is het huis jullie echter niet waard, dan zal je vrede weer tot je terugkeren. (Matth. 10: 13)
Hoofdstuk 136: De tegenwerpingen van Judas. (1.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar nu is de tijd gekomen, die aan Elia getoond werd toen hij verborgen lag in de grot op de berg. Niet in de storm, ook niet in het vuur, maar in het fluisteren van de wind kwam Jehova voorbij! En deze tijd van het zachte fluisteren van Jehova voor de grot van deze wereld is nu aangebroken! Daarom willen en mogen we ook nu noch met stormgeweld, noch met vuur er op uittrekken, maar volgens de eeuwige ordening van God slechts met alle liefde, zachtmoedigheid en geduld! Maar je moet de voorzichtigheid niet uit het oog verliezen! Want Ik zie wel dat jullie nu als lammeren onder de verscheurende wolven komen; maar als je voorzichtig bent, dan zul je toch veel tot stand brengen!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...