Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 12 van 149

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] Toen CYRENIUS Mij zag, sprongen hem de tranen in de ogen van vreugde over het weerzien, en hij zei: "Ja, ja, U bent het, zoals ik al dacht! Oh, wat ben ik nu weer ontzettend blij en gelukkig omdat mij de onbeschrijflijke hemelse genade ten deel valt om U, die mijn alles bent, na het verstrijken van vele dagen weer een keer te zien en te spreken, en door de adem van Uw mond opnieuw gezegend en voor eeuwig levend gemaakt te worden! O Heer, mijn eerlijk en waarachtig boven alles geliefde Jezus, eeuwige Heer van de gehele wereld en van alle hemelen! Hoe diep sta ik toch bij U in de schuld. Ten eerste voor iedere minuut dat ik leef en ten tweede voor de buitengewone weldaad, die mij door Uw ondoorgrondelijke wijsheid in Kis ten deel viel, toen ik de geroofde belastinggelden weer terug kreeg! O Heer, hoe vaak denk ik er iedere dag nog aan, uit wat voor verschrikkelijke verlegenheid U mij door Uw wijsheid gered hebt in Kis! En als ik zo bij mijzelf daaraan denk, dan komen mij steeds tranen van dankbaarheid in de ogen, en dan moet ik U onder tranen aanbidden!"
Hoofdstuk 184: Weerzien met Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De zonen van Marcus hadden amper het net te drogen gehangen aan de voor dat doel op de oever verstevigde staken, of het grote Romeinse schip was al zo dicht bij de oever, dat men met de bemanning kon spreken. Zij verzochten de zonen van Marcus dringend om met een paar bootjes naar het grote schip te komen en de reizigers aan de oever te brengen, omdat het schip zelf door zijn grote diepgang niet helemaal aan de oever kon komen. De zonen deden dat meteen, en Mijn leerlingen verbaasden zich niet weinig toen zij tussen de vele Romeinse soldaten en andere burgers ook hoofdman Julius en vervolgens zelfs Ebahl met Jarah ontwaarden.
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Die laten we vandaag zevenvoudig smachten, vanwege de vele kwade geesten waardoor zij bezeten zijn, en niemand mag hen te eten of te drinken geven, omdat ze anders niet te genezen zijn! Broeder Julius, deel jij hen vandaag nog als oordeel mee, dat ze morgen een zeer pijnlijke dood zullen sterven door een langzame verbranding die de gehele dag zal duren! Pas morgen zullen ze dan begenadigd worden, en Ik zal zien of ze losgelaten kunnen worden. De uitzinnige angst zal hun kwade inwoners murw maken en zij zullen de een na de ander vertrekken. Bind hen echter wel vast aan de palen, anders zullen ze je nog veel moeite geven!
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JOSOË zegt: "Ja, ja, vragen zou niet zo moeilijk zijn, als men maar meteen iets wist! Als ongeschoold kind, zat je hart natuurlijk vol met allerlei vragen; maar als men zelf bijna alle vragen meerdere malen innerlijk heeft beantwoord, is een nieuwe vraag veel moeilijker te bedenken, dan een antwoord op wat voor vraag dan ook. Daarom zou ik je wel willen vragen of jij mij een vraag wilt stellen; want jij bent in vele zaken ingewijd en kunt mij dus ook veel vragen."
Hoofdstuk 200: Het gesprek tussen Jarah en Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Op dezelfde wijze hebben verschillende mensen ook een verschillende opvoeding nodig, afhankelijk van hoe het voorshands met hun harten en zielen gesteld is. Zoals het echter met de afzonderlijke mensen gaat, hoewel zij vaak kinderen van één en dezelfde vader zijn, zo gaat het ook met gehele gemeenten en met complete grote volksstammen. De ene volksstam heeft een zachte, dus lossere behandeling nodig, om tot grote zegen van de andere volken der aarde te bestaan. Een andere volksstam heeft een harde behandeling nodig, omdat hij anders al gauw tot vloek van de naburige volken zou ontaarden en verkommeren. Weer een andere volksstam heeft de uitgesproken neiging tot tiranniseren en heersen over haar medemensen. Voor de zielen van zulke mensen is er niets beters dan dat zij voor vele jaren in slavernij vervallen, zodat zij eens goed door en door gedeemoedigd worden. Zijn zij in de deemoediging verbeterd en verdragen zij hun lot tenslotte met alle geduld en zonder morren, dan worden zij weer vrije burgers van de aarde. Zij zullen dan als een veredelde vrucht op de beste en vetste grond zeker snel en weelderig groeien.
Hoofdstuk 205: Mensen en volken ontvangen een gerichte opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Als het lichaam de ziel prikkelt om alles te doen voor zijn zinnelijke bevrediging, is dat steeds afkomstig van de vele onzuivere natuur of onder het gericht vallende materiegeesten, die in de. aard der zaak .het wezen van het lichaam vormen. Als de ziel teveel luistert naar de eisen van het lichaam en daaraan gehoor geeft, stelt zij zich daarmee in verbinding en daalt zo af in haar persoonlijke hel en in ha.ar persoonlijke dood. En als de ziel dat doet, zondigt zij tegen Gods orde in haar.
Hoofdstuk 210: Wat is het lichaam, wat is de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Kijk, dat is de reden waarom nu vele duizend maal duizenden mensen over een leven van de ziel na de dood van hun lichaam net zo veel weten als een langs de weg liggende steen. Maar als men hen er iets over verteld, lachen zij hoogstens of worden zelfs boos, jagen de wijze de deur uit en raden hem aan om zulke dwaasheden, die alleen maar leugens zijn, aan de wilde zwijnen te vertellen!
Hoofdstuk 210: Wat is het lichaam, wat is de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] En toch moeten er middelen en wegen zijn, waardoor de mens zichzelf beter moet leren kennen; want als de mens van zichzelf niet kan ontdekken wat hij is en waarvoor hij er is, en wat hij volgens zijn geaardheid en bestemming te doen heeft om het doel te bereiken waarvoor hij door de Schepper bestemd is, dan heeft hij niets aan alle lessen en alle wetten! Zoals men aan talloos vele mensen maar al te duidelijk ziet, zal zijn ziel zich steeds meer in haar omhulsel terugtrekken door de helaas pijnlijk voelbare menigvuldige behoeften van het lichaam; want de honger knaagt, de dorst brandt, de koude doet ook pijn, en dan biedt een goed lichamelijk verzorgd zijn het lichaam niet alleen het noodzakelijke, maar zelfs een waar luxueus genot!
Hoofdstuk 211: Moet de mens lichamelijk eerst goed verzorgd zijn? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Pas toen de bodem van de aarde helemaal rijp was, werd een zeer sterke ziel uit haar vrije luchtbestaan geroepen om voor zichzelf uit de vetste leemhoudende humus een lichaam te maken volgens de orde van de in de ziel aanwezige oervorm van God. En de eerste gerijptste en sterkste ziel deed waartoe zij van binnen uit door de goddelijke kracht werd aangezet. Zo stapte de eerste ziel in een door haar zelf goedgeorganiseerd, nieuw en krachtig lichaam en kon toen de gehele zintuiglijke wereld en vele schepsels, die er allen al vóór haar waren, volledig bekijken.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dus zou Ik voor jullie eerst de gehele materiële, zielkundige en geestelijke bouw van de mens haarfijn moeten ontleden en tonen hoe het zielkundige zich eerst uit het geestelijke, en het materiële zich uit het zielkundige ontwikkeld en gevormd heeft, en met welke talloos vele overeenkomstige zaken zij corresponderen, zoals de oneindig vele tinten van het licht corresponderen met de net zo vele tinten zonder licht.
Hoofdstuk 219: De schepping van hemel en aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] En Ik zal het ook uitwissen; maar dat zal gebeuren door de vele wonden, die in Mijn lichaam geslagen worden. Dat kunnen jullie echter nu niet begrijpen. Als het zover is, zullen jullie het óók begrijpen, en de heilige geest van alle waarheid zal jullie dan daarbij in alle wijsheid leiden.
Hoofdstuk 225: De macht van de erfelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Jullie tempeleed is volgens mij zeker de grootste hinderpaal. Hoe kun je die omzeilen? Als ik deze terwille van jullie God niet zou achten, kostte het mij maar één woord, en dan zouden jullie voor God en de gehele wereld vrij zijn van het juk van de tempel. Maar jullie plechtig aan de tempel gezworen eed verhindert mij dat, en ik moet mij daarover beraden met de vele wijzen, die aan mijn tafel zitten. Dan zullen wij wel zien hoe wij ons uit dit echte Scylla en Charybdis kunnen bevrijden."
Hoofdstuk 238: Een verwijzing naar de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Daarom beweren wij dat de heiland uit Nazareth zich beslist nooit zou inlaten met de vele slechtheden, en dus in ieder geval een offer van de tempel zou worden.
Hoofdstuk 241: Het oogmerk van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Wel, als men dat weet, deels uit de historie en deels uit persoonlijke ervaring, dan komt je zo'n verschijning, zoals jullie die hier hebben ontmoet, toch niet zo onmogelijk voor. Kortom, wij weten uit de vele overleveringen en uit hedendaagse ervaringen, dat hogere wezens helemaal niet zo zelden als velen menen bij ons mensen komen, zich op allerlei wijzen kenbaar maken en ons nu eens hierover en dan weer daarover opheldering geven. Onder die omstandigheden is onze engel beslist niet zo'n ongewone verschijning als men op het eerste gezicht geneigd is te denken!
Hoofdstuk 2: Over verschijningen van hogere hemelse wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar dat wij in ons geestelijk deel in staat zijn tot een volmaaktheid die onbegrensd is, bewijzen ons vele voorbeelden. En aan deze tafel zitten mensen die misschien wel haast op dezelfde hoogte als de engel staan, en één van hen zou zelfs de engel al veruit de baas kunnen zijn, zoals jullie al eerder van de arts uit Nazareth hebben gehoord.
Hoofdstuk 2: Over verschijningen van hogere hemelse wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...