Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 12 van 215

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Ik zeg: 'Laat het echte beheer maar aan God de Heer over, en geef aan degenen, die de Heer naar je toestuurt, en dan zal je vermogen niet kleiner worden! Heb je dan niet vele en grote akkers en weiden, en tuinen volooft en druiven, en zijn je uitgebreide stallen niet volossen, koeien, kalveren en schapen? Kijk, als je daarmee handel drijft, dan zal de zegen van God je steeds datgene volledig vergoeden, wat je in de loop van het jaar aan de werkelijk armen hebt gegeven; maar wat je op de rentegevende rekening van de rijken wegzet, zal je van bovenaf nooit worden vergoed, en je zult veel zorgen hebben en je steeds afvragen, of ze je geld wel goed beheren. Doe daarom, zoals Ik je nu gezegd heb, dan zul je een goed en zorgeloos leven hebben, en alle armen zullen je liefhebben en overal waar het maar mogelijk is zegenend van dienst zijn, en de Vader in de hemel zal je doen en laten steeds zegenen; en zie, dat zal beter zijn dan de steeds grotere zorgen die de rentegevende rekeningen je zullen geven!'
Hoofdstuk 58: Het vlees heeft een aards einde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De koopman zegt terwijl wij het kasteel ingaan: 'Mijn Heer en mijn vriend, volgens mij predikt u een zuiver goddelijk vrome wijsheid, die zachter is dan ik ooi( uit een menselijke mond gehoord heb; maar bij het volgen van die leer van u behoort een sterk vertrouwen in Jehova, en ondanks mijn vaste geloof heb ik dat niet. Ik weet, dat Hij het is, Die alles geschapen heeft, en Die alles nu leidt, regeert en onderhoudt, maar ik kan mij niet levendig genoeg voorstellen dat Hij als allerhoogste geest Zich met privé aangelegenheden kan en wil inlaten! Want Hij is voor mij zo buitengewoon heilig dat ik het nauwelijks waag om Zijn allerheiligste naam uit te spreken, laat staan dat ik van Hem zou verwachten dat Hij mij bij mijn smerige geldzaken Zijn almachtige hand zou geven om mij te helpen!
Hoofdstuk 59: Ezau's slot. Vrees voor Wie hij lief moest hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Tot op heden is nog geen enkele ziel, die het lichaam verliet, losgekomen van de aarde; tallozen, te beginnen bij Adam en verder allen na hem tot op dit uur, smachten nog in de aardse nacht. Maar pas vanaf nu worden ze vrij! En wanneer Ik naar de hemel op zal varen, zal Ik voor allen de weg van de aarde naar de hemel openen en ze zullen allen over deze weg het eeuwige leven binnengaan.
Hoofdstuk 62: De Heer opent voor allen de weg naar de hemel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Hierna kies Ik meteen twee jongemannen uit, stel ze aan Jaïruth voor en zeg: 'Vind je deze beiden geschikt?' Jaïruth, die alleen al vanwege hun aanblik in de zevende hemel is, zegt: 'Heer, als U vindt dat ik de genade waard ben, dan ben ik daar tot in het diepst van mijn hart mee tevreden; ik ben mij echter erg bewust van mijn onwaardigheid voor het bezit van zo'n hemelse genade. Maar ik zal van nu aan mijn uiterste best doen, om die genade meer en meer waard te worden; en op die manier onderga ik dan Uw voor mij steeds heiliger wordende wil!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Jonaël zegt: 'Ook jij hebt op jouw manier gelijk, maar je moet nu wel bedenken, dat de Heer in vroeger tijden de satan toestond om op een bepaalde manier dingen te doen; want de eerstgeschapen geest (Lucifer) moest veel tijd worden gelaten bij het uitproberen van zijn vrijheid, omdat hij niet alleen de eerste, maar ook de belangrijkste was van de geschapen geesten.
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] God zag echter dat de mensen de wet der wijsheid nooit zouden kunnen opvolgen, en Hij kwam toen Zelf in de wereld om hen een nieuwe wet van de liefde te geven, die ze gemakkelijk zullen kunnen gehoorzamen. Want in de wet van de wijsheid liet Jehova alleen Zijn licht onder de mensen schijnen; dat licht was Hij echter Zelf niet, maar het straalde slechts uit Hem onder de mensen, zoals ook de mensen uit Hem geschapen zijn, maar daarom nog niet Jehova Zelf zijn. Maar door en in de liefde komt Jehova Zelf naar de mens en gaat in volle werkelijkheid geestelijk in de mens wonen en maakt de geschapen mens daardoor volledig gelijk aan Zichzelf. En dan is het voor de satan niet meer mogelijk, de zo gewapende mens met zijn sluwe streken aan te grijpen, want de geest van Jehova in de mens doorziet altijd de nog zo verborgen gehouden trucs van de satan, en heeft altijd macht in overvloed om de totale onmacht van de satan aan de kaak te stellen.
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Laat u daarom niet te veel beïnvloeden door de tekenen, die Ik ten aanschouwe van u doe, want anders komt u in een onnut dood veroordeeld geloof. Maar leef en doe datgene wat Ik u leer, dan zult u in uzelf zien gebeuren, waarover u zich nu bij Mij zo uitermate verwondert. Want u zijt allen geroepen om net zo volmaakt te zijn als de Vader in de hemel Zelf volmaakt is! Nu weet u alles; leef daarnaar en dan zult u in u zelf gewaar worden of Ik u de waarheid verteld heb of niet! Onderzoek Mijn leer dus door de daad, maar doe het wel met veel vuur, en vermijd iedere vorm van lauwheid, en pas op die manier zult u ervaren of dit een menselijke of een goddelijke leer is!'
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Ik zeg: 'Goed zo, Mijn vriend; als u echter op deze manier tot het licht zult komen, laat uw licht dan ook voor uw broeders schijnen, dan zal de hemel u daarvoor belonen! - Nu gaan we echter naar Sichar; want Ik heb daar ook nog wat te doen. Laten we dus verder gaan!'
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Gebeurt het eerste, dan zal het inwendige van de aarde veranderd worden in een eeuwige kerker; maar de buitenkant zal een paradijs blijven. In het tweede geval zou de aarde echter veranderd worden in een hemel, en de vleselijke en de zieledood zou voor altijd verdwijnen! -Hoe en of het zal gebeuren?! - Dat mag zelfs de eerste engel in de hemel niet van te voren weten; dat weet alleen de Vader. Wat Ik jullie nu echter geopenbaard heb, dat mag je aan niemand vertellen voordat je over een paar aardse jaren gehoord zult hebben, dat Ik boven de aarde verhoogd ben!'
Hoofdstuk 72: Het einde der wereld en het oordeel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De overste zegt, geheel doordrongen van de waarheid van Mijn toespraak: 'Vriend, het is me uit uw toespraak duidelijk geworden, dat u een van de wijste mensen van deze aarde bent, en ik zal daarom ook alles doen, wat u mij aangeraden hebt; maar alleen zou ik nu graag van u zelf horen, wie u eigenlijk bent! Want u hebt me door de u begeleidende jongemannen een zeer smadelijke totale nederlaag toegebracht, die ik slechts kan verklaren door aan te nemen dat deze jongemannen goden of beschermgeesten uit de hemel zijn, die me daardoor op wonderbare wijze op de vlucht hebben doen slaan. Afgezien daarvan is het mij echt wel duidelijk, alleen al door uw buitengewoon grote wijsheid, dat u beslist méér bent dan zo maar een heel eenvoudig mens! Aan veel van uw leerlingen heeft u waarschijnlijk al verteld en laten zien wie u bent; u ziet echter dat het mij nu volkomen ernst is om in ieder geval naar de geest een leerling van u te worden! Vertel mij daarom ook, wie u bent! Wie en wat en waarvandaan bent u nu eigenlijk?
Hoofdstuk 70: De waarheid die alles doordringt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg tegen hen: 'Beste dochters! Zoals het in Noach's tijd was, zo zal het ook dan zijn; de liefde zal verkoelen en helemaal verkillen, het geloof aan een uit de hemel aan de mensen geopenbaarde zuivere levensleer, en het geloof in God, zal veranderen in een duister en doods bijgeloof vol leugens en bedrog. De machthebbers zullen de mensen weer als dieren voor zich laten werken en ze zullen ze koelbloedig en gewetenloos laten afmaken als ze niet zonder enige tegenspraak doen wat de pralerige machthebbers willen! De machtigen zullen de armen door allerlei lasten kwellen en ze zullen iedere vrije geest met alle middelen vervolgen en onderdrukken, en daardoor zal er een ellende over de mensen komen, zoals er op aarde nog nooit een is geweest! Maar terwille van de vele uitverkorenen, die zich onder de armen zullen bevinden, zal deze tijd niet zo lang duren, want anders zouden zelfs de uitverkorenen verloren kunnen gaan!
Hoofdstuk 72: Het einde der wereld en het oordeel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Joram wordt nu helemaal dol van woede over deze schandelijke laster. Hij loopt snel op Mij toe en ook Jacobus en Johannes komen er bij en zeggen gezamenlijk: 'Heer Heer,Heer! Laat nu toch gauw vuur van de hemel op deze kerels vallen, zodat ze verteerd worden! Het is toch ten hemel schreiend, wat voor ontzettend brutale leugens ze tegen ons durven uit te spreken!'
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] In de hel zijn beslist de strengste wetten nodig, met daaraan verbonden de pijnlijkste straffen; maar in Mijn Rijk, dat de hemel is, heeft men geen behoefte aan een wet en nog minder aan een straf!
Hoofdstuk 75: Behandeling van dieven, rovers en moordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik ben niet gekomen, om jullie door de harde straffen van de wetten der hel op te voeden, maar alleen om jullie door liefde, zachtmoedigheid en waarheid voor de hemel klaar te maken. Als Ik jullie nu door Mijn nieuwe leer uit de hemel bevrijd van de wet en als Ik jullie de nieuwe weg door het hart naar het ware eeuwige vrije leven wijs, waarom wil je dan toch nog steeds veroordeeld en verdoemd onder de wet leven, en waarom bedenk je dan niet, dat het beter is lichamelijk duizendmaal te sterven in de vrijheid der liefde, dan één dag te leven onder de dood van wet?!
Hoofdstuk 75: Behandeling van dieven, rovers en moordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het spreekt vanzelf, dat men de dieven, rovers en moordenaars moet pakken en opsluiten; want zij zijn net als de wilde verscheurende beesten, die als spiegelbeelden van de hel in holen van de aarde leven en dag en nacht op de loer liggen om te roven. Het is zelfs een plicht van de engelen in de hemel om daarop een rechtvaardige jacht te maken; maar niemand mag ze vernietigen, men moet ze in de gevangenis onderbrengen en daar kalmeren en temmen! Alleen in geval van gewelddadige weerstand moeten ze gekortwiekt en bij hardnekkige weerstand ook lichamelijk gedood worden! Want dan is een dode hel beter dan een hel, waarin leven is.
Hoofdstuk 75: Behandeling van dieven, rovers en moordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...