Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1220 resultaten - Pagina 12 van 82

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Kijk, beste vriend uit de hemelen, de Heer alleen zij alle lof; maar naar het mij voorkomt heb ik de uitleg die jij mij gaf misschien wel veel beter begrepen dan jij het je aanvankelijk had voorgesteld tja, m'n beste Raphaël, weet je, zo helemaal op hun achterhoofd gevallen zijn de oude Romeinen toch niet, zoals zoveel mensen denken! Wel, wat vind je ervan, vriend? Heb ik je begrepen of niet?"
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Vergelijk het met een dof gloeiende kool die een van jullie in een geheel duistere kamer voor zich neerlegt. De kool zal nu nauwelijks zoveel licht in haar allernaaste omgeving verspreiden, dat men zien kan waar zij ligt. Blaast men de haar verduisterende as, als een soort zielestof, van haar oppervlakte weg, dan zal haar licht rondom reeds zo sterk en zo ver doordringen, dat men haar naaste omgeving al heel goed zal kunnen zien. Als men steeds harder blaast, zal vanuit haar reeds lichtgloeiende oppervlak zich zoveel licht gaan verspreiden, dat men desnoods reeds in de gehele kamer de voorwerpen, die zich daarin bevinden, goed duidelijk zal gaan zien. Komen er vervolgens witte vlammetjes op de gloeiende kool, dan zal het daardoor in de hele kamer goed licht worden, en men zal dan nu van alle voldoende verlichte zaken de kleuren ook zuiverder kunnen zien.
Hoofdstuk 261: De groei van de menselijke uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] En zo op die manier hebben die twee Romeinse priesters mij nog veel over hun P.M. voorgehouden. Een poosje dacht ik dat zij zich tegenover mij slechts een flauwe grap veroorloofden, maar ik overtuigde mij er helaas maar al te gauw van, dat de beide dwazen het heel ernstig meenden. Want toen ik hun daarop begon te vertellen over de enige, ware God van Abraham, Isaäk en Jacob, en over Zijn daden, begonnen zij mij hartelijk uit te lachen en deden hun uiterste best mij ervan te overtuigen dat ik het helemaal bij het verkeerde eind had; want zij hadden duizend tegen één bewijzen dat het zo was zoals zij mij verteld hadden.
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Nu vraag ik u echter, beste, geëerde Cyrenius, hoe zou het de Heer in Rome bij zulk oerdom volksfanatisme zijn vergaan? Zonder vuur en zwavelregen beslist meer dan slecht! O, de lieve Heer wist reeds van eeuwigheid waar het tijdens Zijn tijd op aarde nog steeds het beste en zinvolste zal zijn, en is daarom ook juist hier en nergens anders op de wereld temidden van Zijn mensen gekomen! Kijk, dat is nu mijn mening; wat denkt u ervan? Wat vindt u, of wat vindt de keizer in Rome dan van die omineuze PONTIFEX MAXIMUS?"
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar een mens die vanwege een beetje licht, dat hij zogezegd toevallig ergens heeft opgevangen, bij degenen die totaal geen licht hebben veel ophef maakt over het een of ander en doet alsof hijzelf uitvinder van de oerwijsheid is, terwijl hij alle anderen voor meer dan dom houdt, -zo'n mens blaast zich op en lijkt op een bol waarvan de oppervlakte zeer glad gepolijst is en daardoor een naar buiten gebogen spiegelvlak vormt.
Hoofdstuk 14: Het doen van wonderen door de mens, die geheel in Gods wil is opgegaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Maar wie zou in de grootste ordeloosheid ook nog een werkende ziel willen zien?! Een vervliegen en tenietgaan daarvan -ja, -maar geen nieuw of zelfs volmaakter ontstaan! Wel wordt door het vergane loof de bodem van de aarde vetter en ontvankelijker voor de vochtigheid uit de lucht en daardoor voedzamer voor de daarop groeiende planten; maar het afgevallen loof zal nooit daaruit als zodanig weer ontstaan, omdat de ziel ervan zo goed als niet meer bestaat.
Hoofdstuk 22: Roclus bewijst zijn atheïsme - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] O wee, wee, wee degene, die het zou wagen ook maar een van de geringste houten godheden een klap te verkopen! Die zou als een Sacrilegus maledictus* (*schandelijke tempelschender) heel kwalijk door de plaatsvervangers van god behandeld worden! Ook het vernielen of het beledigen van een uit hout gesneden leugen wordt nu nog steeds als de meest onvergeeflijke misdaad met het zwaard zwaar bestraft. Maar als duizenden arbeidsschuwe volksbedriegers iedere pure waarheid en de ware eer van de mensheid met voeten treden en deze overal vervolgen en al het goede dat mogelijkerwijs opkomt met alle geweld en met de gruwelijkste middelen onderdrukken, dan is dat volkomen juist en dico** (** ik zeg) de wijze, almachtige goden zeer welgevallig. Ah, dan bedankt de ware mensheid toch welonderdanig voor al die goden en godheden! Kunt u als heer en volksregent, die bekend staat als waarachtig en wijs, het mij kwalijk nemen dat ik ervan walg wanneer ergens, ook al is het in nog zo geringe mate, sprake is van een god?!
Hoofdstuk 24: Roclus' probeert zijn atheïsme als juiste wereldbeschouwing te bewijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS is na alles wat hij nu van Roclus heeft gehoord, zeer nadenkend geworden en weet absoluut niet wat voor antwoord hij hem daarop moet geven. Hij wendt zich daarom tot Mij en zegt met halfluide stem: 'Heer, over het geheel genomen heeft deze man geen ongelijk en het komt mij voor, dat hij ondanks zijn atheïsme de mensheid een heel goed hart toedraagt. Als hij tot het ware theïsme te brengen zou zijn, zou hij met zijn enorm scherpe verstand en zijn veelzijdige ervaringen bepaald een gouden parel zijn voor Uw Goddelijke zaak. Maar juist omdat hij zoveel ervaring heeft en daarbij een oordeel zo scherp als een adelaarsblik, is het in ieder geval voor mij moeilijk hem nu een antwoord te geven waarvan bij hem een goed resultaat te verwachten zou zijn. Wat denkt U ervan om hem nu Zelf onder handen te nemen? U zou hem met weinig woorden beslist meer kunnen zeggen dan ik. Heer, doe dat voor deze man, want zijn inzichten lijken mij kerngezond!"
Hoofdstuk 25: Het karakter van Roclus, zoals de Heer hem ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Het volmaakte niet-bestaan ondervindt noch de genietingen van het geluk, noch het van tevoren betreuren van het verlies ervan, dat zeker komt. Een waar filosoof van mijn soort zal daarom door geen natuurlijke dood afgeschrikt worden, maar wel door een marteldood! Want de lieve natuur heeft de mens toch niet uit een in haar aardhumus geproduceerde stof voortgebracht, om zich door zijn medemensen te laten martelen?! Kortom, ik vind de werken van de natuur erg wijs, hoewel Ik nu juist ook niet iedere werking van de ruwe natuurkracht voor volstrekt wijs en doelmatig houd; maar ik zal daarover nooit klagen:'
Hoofdstuk 31: Roclus prijst de goddeloosheid en het niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Het tweede en dus nog grotere was vervolgens noodzakelijkerwijs, dat ik het bekende middel een andere naam gaf, het vermengde met iets neutraals en daardoor de vorm, kleur en ook een beetje de smaak ervan veranderde en de prijs ervan ook flink verhoogde. Drie pond goud veranderden de zaak enorm. De vrouw nam het geneesmiddel met veel plezier in en werd enkele uren later niet alleen volkomen gered, maar ook meteen fris, monter en ook volkomen gezond! Ik zelf kon amper mijn lachen inhouden om dit geslaagde bedrog, en tot op dit uur heeft noch de vrouw noch de man van dit voor beiden heilzame bedrog ook maar iets vernomen!
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Kijk hier eens naar het onmiskenbare wonder dat is voortgekomen uit de ware kracht van God! - Jij bent een Esseen en ook nog een vooraanstaand magiër van deze orde. Jij maakt doden levend, de maan haal je bijna pal voor de neus van de geestelijk blinde, verbaasde toeschouwers naar beneden, je laat bomen, gras, water, rotsen en muren praten. Wat zou je ervan vinden als deze mensenmussen van alle rassen en klassen je nu heel luid gingen vertellen hoe jij en je handlangers, wanneer jullie diensttijd je naar het klooster roept, jullie doden opwekken en jullie bomen, gras, water, rotsen.en muren laten spreken, en als ze dan een dode naar je toe brachten en je dringend zouden verzoeken hem in het leven terug te roepen? Wat zou je zuivere rede en je scherpe verstand daarop te zeggen hebben?"
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Je hebt je immers al tegenover Cyrenius behoorlijk negatief uitgelaten over alle priesters, en uit de doeken gedaan hoe ze als plaatsvervangers van een god de geestelijk arme mensheid maar al te vaak op de meest onmenselijke manier kwellen, hen voor zich laten werken en zelf niets anders doen dan zich overgeven aan de allerergste ledigheid, terwijl ze intussen wel de blinde mensheid met geestelijke en lichamelijke folteringen dwingen om voor hen te leven, te werken en te sterven! Je hebt deze levensomstandigheden flink onder de aandacht gebracht en de schandelijkheid ervan duidelijk aan het licht gebracht.
Hoofdstuk 49: Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] En zo is ook jullie bedrieglijke wonderinstituut voor het heil van de mensheid een tot in de kern slecht middel, omdat jullie bij het oprichten ervan helemaal niet hebben overzien welke onuitsprekelijk grote nadelen hieruit voor de mensheid moeten ontstaan. Wat voor zin heeft het dat jij de dochter van je vriend zogenaamd tot leven hebt gewekt, als hij van iemand die hij volledig vertrouwt te horen zou krijgen, dat zijn eigen dochter netjes begraven is en een totaal vreemd kind als zijn zogenaamd weer levend gemaakte dochter aan zijn zorg werd toevertrouwd? Denk je soms dat jouw vriend zich ook hierna met zo'n bedrog tevreden zal stellen? Of kun je je niet voorstellen, dat een dergelijk verraad een uitzonderlijk vernietigend licht op jullie hele instituut zou werpen en het hierdoor alle geloofwaardigheid en al het vertrouwen zou verliezen?!
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Gesteld, dat ik een volstrekte waarheid, die mij verteld is, moet geloven zonder mij ook maar in het minst ervan te kunnen overtuigen dat het werkelijk een waarheid is, omdat het verstand en de ervaring die daarvoor nodig zijn ontbreken. Wat is zo'n geloof dan anders dan het blindste bijgeloof? Want wat voor nut heeft de geloofde waarheid voor mij als ik die niet begrijp, ja mij helemaal niet overtuigen kan of het een waarheid is? Waar zou goud nu goed voor zijn, als het verstand van een mens het niet zou kunnen onderscheiden van ander, gewoon, waardeloos metaal? Als een mens dus iets gelooft dan moet hij het toch met een beetje verstand geloven, anders maakt het voor hem immers niet uit of iets leugen of waarheid is!
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Van de maan beweer je het volslagen tegendeel, omdat je van deze planeet nog nooit enige warmte hebt gevoeld. Van de andere sterren beweer je helemaal niets, omdat je van hun invloed nog nooit iets anders dan alleen het schaarse licht ervan hebt ondervonden.
Hoofdstuk 60: Het wezen van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...