Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

319 resultaten - Pagina 12 van 22

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22
[19] Wanneer vanaf nu het geloof in Mij -Mijn levenslicht in de mens zal uitdoven, zal daarmee ook de liefde - de levenswarmte - geheel en al verkillen, en dat zal dan een zodanige droeve ellende onder de mensen tot gevolg hebben, dat zij zich veelongelukkiger zullen voelen dan een vertrapte worm, die in het stof draait en kronkelt. En velen zullen luid roepen: 'Wat zijn de dieren toch gelukkig, vergeleken bij ons mensen! Zij leven en kennen de dood niet; maar wij moeten leven, om de dood en zijn verschrikking steeds voor ogen te hebben!'
Hoofdstuk 213: De vrouw van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Toen Ik dat tegen de daar aanwezige heidenen gezegd had, werden ze door een huivering van diep ontzag aangegrepen, en niemand durfde een woord te zeggen.
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Vriend, van datgene wat jullie nodig hadden heb Ik jullie wel voorzien! Blijf nu in Mijn leer en handel en leef daarnaar, dan zal Ik met Mijn geest ook in jullie blijven; maar met Mijn lichaam moet Ik vanwege de vele armen, blinden en doden nu van hier vertrekken. Bovendien zal Ik, als Ik nu overdag door Jericho trek, toch al door veel mensen herkend worden die Mij bij Mijn vertrek vooruit en achterna zullen lopen, wat veelopzien zal baren. Als Ik eerst nog vanmiddag hier zou blijven, terwijl er hier veel gasten zullen arriveren, zou dat Mijn aanwezigheid nog meer bekend maken. En dat wil Ik niet, vanwege de aanwezige tempeldienaren! Daarom zal Ik Mij met Mijn leerlingen nu dan ook direct hiervandaan in de richting van Nahim begeven.'
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Toen wij echt het dorp inkwamen, vroegen de leerlingen aan enkele aanwezige dorpelingen, of ze wat van de vruchten mochten pakken.
Hoofdstuk 59: Vruchtbare zegen in een klein dorp in Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Na deze woorden van Mij wierpen alle aanwezige bewoners van dit kleine bergdorp zich voor Mij op de knieën en dankten Mij voor de genade die Ik hun had bewezen. De oude man en de man die volledig genezen was konden door hun tranen van louter dankbaarheid nauwelijks spreken. Maar Ik beval hen op te staan en nu opgewekt aan het werk te gaan, wat ze dan ook deden; alleen de oude en de genezene bleven nog en keken met gelukzalige blikken naar Mij en Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 62: De belofte en de zegen van de Heer voor dorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De schriftgeleerde zei: 'Ja, Heer en Meester, voor mijzelf begrijp ik dat nu wel, en ik zie wel in dat het ook inderdaad niet anders kan zijn; maar het zal niet zo gemakkelijk zijn om de andere mensen die waarheid te laten begrijpen, omdat ze al teveel vastzitten in allerlei dwalingen en de leugen voor een waarheid houden. Daar komt ook nog eens de tempel bij, die ons voorschrijft wat en hoe we tegen het volk moeten spreken. En het zal dus wel moeilijk worden om voortaan een goede leraar van het volk te zijn. Maar aan iedere overwinning moet strijd voorafgaan! U, de Heer Zelf, hebt ons de waarheid onthuld, en U zult ons ook ondersteunen in onze strijd tegen de vijanden van de waarheid -daar vragen wij U nu om en zullen U daar ook altijd om vragen; want zonder Uw steeds aanwezige hulp zullen wij niets kunnen doen.
Hoofdstuk 86: Over het ware vrezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] God, die in Zichzelf de liefde, het licht en het leven is, is de ware zon van al het leven. Wie God steeds inniger liefheeft door in alles volgens Zijn geopenbaarde wil te handelen, dringt door in zijn innerlijk en gaat zo over in de ware zomer van de geest uit God, waar hij in het levenslicht van de liefde en de levenswarmte daarvan tot de ware levensrijpheid komt.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar enkelen van zijn aanwezige bedienden en knechten zeiden: 'Vandaag zal het overdag niet zo goed lukken met vissen; want ten eerste zijn de meeste vissersbarken en boten die nog in bruikbare staat zijn, reeds drie dagen geleden vanwege de vissen ergens over het meer uitgevaren, hebben bijna al het tuig dat voor het vissen nodig is meegenomen en zijn tot op dit moment nog niet teruggekeerd, wat wel te begrijpen is, aangezien het een slechte tijd is om te vissen, en ten tweede is het meer nu te wild en dan gaan de vissen naar de diepte en vermijden de ondiepe plaatsen langs de oever. Waar moeten we nu bruikbare schepen vandaan halen, waarmee we ons op het wild golvende water kunnen wagen?'
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Toen Ik dat zei, stonden we allemaal op en gingen onmiddellijk naar Kisjonah's schepen, en hij instrueerde zijn aanwezige schippers wat ze moesten doen. Toen ze hoorden dat ze de baai met het riet moesten binnenvaren, haalden ze hun schouders op en gaven daarmee te kennen dat dat niet zou lukken.
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei:'Ik ben ook naar je toegekomen omdat Ik een paar dagen in jouw huis wil blijven. Maar maak Mij vandaag en morgen niet bekend bij de hier aanwezige gasten; als iemand Mij buiten jullie toedoen herkent, zal Ik hem wel te woord staan!
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Deze ene en enig ware God heeft Zichzelf en het feit dat Hij bestaat geopenbaard door Mozes op de berg Sinaï, en niet alleen onder grote, voor alle aanwezige Israëlieten zichtbare tekenen, maar Hij heeft hun ook buitengewoon wijze geboden en voorschriften gegeven waarmee ze een heel gelukkig volk konden zijn als ze die nauwkeurig in acht namen; want daarmee zouden ze God niet alleen volledig zichtbaar voor zich hebben gehad, met Wie ze als echte kinderen tot hun Vader over al hun vragen en noden vrijuit en openlijk konden en mochten spreken. Maar Hij heeft ook steeds de weg naar het eeuwige leven van de ziel helder voor hen verlicht en de grote wereld aan gene zijde met de zalige bewoners daarvan aanschouwelijk opengehouden, w.at duizenden mensen zelfs in deze zeer verduisterde tijd nog kunnen getuigen en waar heel veeloude profeten en zieners over hebben gesproken en geschreven.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De arts zei: 'Nog sterker en ernstiger dan nu; want Zijn lichaam is immers vast niet Zijn machtigst werkzame wezen, maar dat is alleen Zijn als het ware overal aanwezige werkzame geest, die eeuwig moet leven! Want als Hij niet eeuwig in dezelfde macht en kracht zou leven, wie zou dan een geschikt lichaam voor Hem hebben geschapen, waardoor Hij nu zichtbaar voor ons blinde mensen net zo kan werken als Hij als pure geest sinds eeuwigheid heeft gewerkt?
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Dat echter niet Zijn voor ons zichtbare lichaam, maar alleen Zijn geest werkzaam is, wordt vanzelf duidelijk door de omstandigheid dat Hij mij vanuit de verte heeft geholpen, zonder dat Zijn lichaam aanwezig was. Zijn werkzame kracht en macht gaan dus zeker niet uit van Zijn lichaam, maar van Zijn eeuwige en overal volkomen aanwezige geest.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ook de nog steeds aanwezige waard uit Jesaïra, de bootsman en de leider van het bekende vissersdorpje werden door het zeer plotselinge verschijnen van Rafaël in hoge mate verrast, en ook zij wisten niet wat ze in zo'n verrassend korte tijd met hem aan moesten. Want ten eerste verraste zijn zeer plotselinge tevoorschijn komen hen en ten tweede zijn bevalligheid, die alle denkbeelden en voorstellingen die zij ooit over de grootste schoonheid van een menselijke gestalte hadden gehad, hemelhoog te boven ging.
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het licht van de geheel gevulde levenslamp in zijn aardse leven is een volkomen, levend geloof, dat de dingen van het rijk Gods meer dan voldoende voor hem verlicht. Wie in dat licht volhardt en zich niet meer dan voor zijn lichamelijke leven nodig is om de dingen van deze wereld bekommert, komt vroegtijdig tot het eeuwige levenslicht in zichzelf en op die manier ook reeds aan deze zijde tot het duidelijk aanwezige rijk Gods en de kracht en macht daarvan; want wie één is met de wil van God de Heer, is ook één met Diens eeuwig volmaakte wijsheid, vrijheid, zelfstandigheid, macht en kracht en is daardoor dan ook voor eeuwig een waar Godskind.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22