Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

182 resultaten - Pagina 12 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[28] Zoals nu de Goddelijke Drie-eenheid is als een Enig Wezen, terwijl de drie persoonlijkheden der Drie-eenheid met elkander verbonden zijn, evenzo als de verschillende delen van het menselijk lichaam, en zoals de ene plaats is als alle andere plaatsen, hoewel de een een andere bestem­ming heeft dan de andere, zoals het ook is met de verschillende delen van het menselijk lichaam, zo zijn ook de drie koninkrijken der Engelen met elkander verbonden en geen der drie bestaat afzonderlijk. Geen Engelenkoning mag zeggen: “Dit is mijn rijk” en een andere mag in mijn rijk niet komen. Al is het ook zijn oorspronkelijk, van nature geërfd rijk, en al zal het dat ook blijven, zo zijn toch alle andere koningen en Engelen zijn broeders, naar de natuur uit denzelfden Vader als hij en alle zijn zij de erfgenamen van het rijk huns Vaders. Zoals de Oergeesten Gods elk hun eigen plaats hebben en bestemming en toch met de andere geesten tezamen den enigen God uitmaken, (wanneer de andere er niet waren, zo was hij er óók niet), alzo gaat óók de ene geest in de andere op en evenzo is het ook met de heilige Engelen. Zij allen leven in en uit God. Daarom leven zij alle vriendelijk en vreedzaam bij elkander in het rijk huns Vaders, als geliefde broeders; er is geen grens voor elk van hen wat betreft het werk, waartoe elk van hen geroepen is. Een eenvoudig mens zou nu kunnen vragen: op welke wijze bewegen de Engelen zich of waarop steunen hunne voeten? Ik wil u hier het juiste daaromtrent meedelen. Zoals u het hier vindt uitgedrukt, zo is het in de Hemel, want de geest ziet onbelemmerd in deze diepte; ook is het zeer begrijpelijk. De gehele natuur des Hemels bestaat door de kracht van de zeven Oergeesten en de beweeglijkheid van alle eigenschappen wordt veroorzaakt door de kracht van de zevende oergeest; deze natuur of beweeglijkheid is zeer licht en als een nevel en als een meer van kristal, dat men door alles heen kan zien. Er onder en er boven is de diepte. De Engelenlichamen zijn ook op deze wijze samengesteld, maar hun lichamen zijn alleen van een drogere substantie en deze zijn de kern uit de natuur, het beste en de schoonste glans der natuur. Op de zevende Geest Gods, die dik als een nevel is en helder als een kristallen zee, bewegen zij zich als 't ware, zij stijgen en dalen en gaan waarheen zij willen. Want zij zijn zo beweeglijk als de Goddelijke Kracht zelf; toch beweegt de een zich nog sneller dan de andere, elk naar zijn aard.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] Uit deze zelfde zevende natuurgeest ontstaat ook de Hemelse vrucht en de Hemelse kleur. En de Engelen wonen tussen Hemel en aarde, stijgen en dalen en waar zij ook zijn, hun voet rust alsof zij op de aarde stonden. De ouden hebben de Engelen met vleugels geschilderd, maar zij behoeven geen vleugels, want zij hebben handen en voeten, evenals de mensen, maar dan naar Hemelse trant. Er zal op de dag van de opstanding uit de doden tussen Engelen en mensen geen onderscheid zijn, zij allen zullen één gestalte hebben. Hetgeen ik ter plaatse duidelijk bewijzen wil en het­geen ook onze Koning Jezus Christus zelf duidelijk getuigt, wanneer Hij zegt: In de opstanding zullen zij gelijk zijn aan de Engelen Gods. (Mattheus 22 :30).
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Merk nu op: Iedere Engel is geschapen in de zevende oergeest, dat is de natuur; daaruit is zijn lichaam gevormd, en hem is zijn lichaam tot een eigendom gegeven en hij is vrij, evenals God vrij is. Buiten zijn lichaam heeft een Engel geen stuwkracht; zijn stuwkracht en zijn beweeglijkheid komt tot uiting in zijn lichaam; dit lichaam is gevormd op de wijze, zoals ook God toegerust is. Zijn licht en zijn inzicht, ja zijn hele leven is geschapen naar het voorbeeld van het Wezen Gods. Want het lichaam is de lichamelijk gemanifesteerde natuurgeest en omsluit de andere zes geesten, welke zich in het lichaam van de Engel gedragen als in de godheid. Lucifer nu heeft het allerschoonste en krachtigste lichaam van alle vorsten Gods, die in de Hemel zijn, gehad. En het licht, dat hij in zijn wezen had, vormde met het Hart Gods of de Zoon Gods één geheel. Toen hij echter had gezien, dat hij zo schoon was, en had ondervonden, dat hij zoveel macht had, zo heeft zijn geest, die in zijn lichaam woonde, en die als ‘t ware zijn hart of zoon was, zich verheven, ten einde over God te triomferen, omdat hij van goddelijke geboorte was. In de middelste oerbron, wat het hart is, heeft de geboorte haar oor­sprong; de wrange eigenschap komt in botsing met de bittere eigen­schap en met de hitte, waardoor het Licht verstoken wordt; dit is de Zoon, die altijd in hem woont, en hem verlicht en levend maakt. Dat zelfde licht in Lucifer is nu zó schoon geweest, dat het de Hemelse Gestalte overtroffen heeft en in ditzelfde licht is het volkomen verstand geweest, want al de zeven oerbronnen brengen hetzelfde licht voort. Nu zijn echter de zeven Oergeesten de vader van het Licht en zij doen zoveel licht te voorschijn breken, als zij maar willen en het Licht kan niet groter zijn dan de Oergeesten toelaten, dat het is. Wanneer het licht ge­boren is, verlicht het alle Oergeesten, zodat zij zelfstandig zijn en zij allen willen ook het Licht tot aanzijn brengen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Deze golvende, zwevende geest is het derde aanzicht van de goddelijke geboorte en heet God de Heilige Geest. De zevende geboorte is en behoudt zijn aanschijn en vorming in den Heiligen Geest; als deze door de scherpe geboorte heengaat, gaat hij met het geluid en vormt allerlei beelden, allen in evenredigheid met de wijze waarop de scherpe geboorten met elkander omspringen. Want zij dartelen in de geboorte steeds met elkander als in een liefdesspel en naar­mate de kleuren en de smaak in de geboorte de boventoon voeren, zo worden ook de beelden gevormd.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[59] Let weer op: Als de Salniter of de werking van de 6 Oergeesten, wat de zevende natuurgeest is, in de ruimte van deze wereld aangestoken wordt, dan staat het woord of het hart Gods alom midden in de kring van de 7 geesten, als een hart dat alles, hieronder te verstaan het ganse wereld­ruim, plotseling vervult.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Daar stond nu de bruid in de zevende natuurgeest, als een trots dier en meende, dat zij méér was dan God en dat niemand aan haar gelijk was. De liefde was verkoeld; het Goddelijk hart kon haar niet beroeren, want er was tussen hen een afkeer, het hart van God was liefderijk en zacht en het hart van de Engel duister, koud, hard en vurig. Nu was het de bedoeling, dat het hart van God zich met het hart van de Engel zou vereenzelvigen en dat nu kon niet geschieden, want het was het harde, dat zich stelde tegenover het zachte; het zure tegenover het zoete, het duistere tegenover het lichte, het vuur tegenover een lieflijke warmte en het harde kloppen tegenover een lieflijk gezang. Hoor, Lucifer, wie is er schuld aan, dat ge een duivel geworden zijt? Is God het, zoals ge verkeerdelijk doet voorkomen? O neen, gij zelf; de Oergeesten in uw wezen. Ge kunt niet zeggen, dat God de Salniter, waar­uit Hij u schiep, heeft ontstoken, neen, uw eigen Oergeesten deden het, nadat ge reeds een vorst en koning van God waart. Daarom, wanneer ge zegt, dat God u alzo heeft geschapen en u, zonder voldoende oorzaak uit uw eigen plaats heeft verstoten, zo zijt ge een leugenaar en een moordenaar. Het hele heir des Hemels getuigt tegen u. Als het niet waar is, zo stel u voor Gods aangezicht en leg verantwoording af; maar ge ziet het ook zonder dat wel, maar durft het niet te aanschouwen. Zie de Zoon van God aan, misschien zult ge gezond worden. Maar wacht een ogenblik, want er zit een ander op uw zetel, en Hij is voor Zijnen Vader een gehoorzaam Zoon en doet, zoals de Vader doet. Wacht nog een korte tijd, zo zal het helse vuur u kussen, ge zult spoedig uw kroon verliezen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] De zielegeest is veel subtieler en onbegrijpelijker dan het lichaam of de zeven Oergeesten, die het lichaam vormen en bestendigen; want hij gaat uit van de zeven geesten, zoals God de Heilige Geest uitgaat van den Vader en den Zoon. De zeven Oergeesten ontvangen hun lichaam uit de natuur, d.w.z. uit de zevende oergeest in de goddelijke kracht, welke ik in dit boek de Salniter Gods of de “begrijpelijkheid” noem, waarbinnen zich de Hemelse beschrijvingen voltrekken. Dat is een geest, zoals al de zeven geesten, met dit verschil, dat de zes anderen onbegrijpelijk zijn, dewijl de goddelijke kracht juist in die zevende oergeest zich openbaart, hetgeen voor de schepselen verborgen en onbegrijpelijk is. De ziele-geest ontstaat in het hart uit de zeven Oergeesten naar de aard en de wijze, waarop de Zoon Gods geboren wordt en hij behoudt zijn plaats in het hart en vangt van daaruit in de goddelijke kracht zijn werking aan, zoals de Heilige Geest werkt en uitgaat van den Vader en den Zoon; hij heeft dezelfde hoedanigheid als God de Heilige Geest.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Deze geest nu is vaak niet nodig bij de vorming van het lichaam, maar om onderscheid aan te geven; verschillen te doen uitkomen en beweging te veroorzaken, en in 't bijzonder om vreugde te verschaffen. Wanneer de zielegeest in het hart temidden der zeven Oergeesten geboren is, zodat de wil der zeven Oergeesten als 't ware belichaamd is, zo voert de toon hem wederom buiten het lichaam. Deze is als een wagen, waarop de geest zich heeft nedergezet en waarmede hij henen vaart. Hij volvoert dan datgene, wat in de raad der zeven geesten besloten is. Want de toon vaart door de zielegeest in de natuur Gods of in de Salniter van de zevende oergeest der goddelijke kracht, dewelke oorspronkelijk zijn moeder is. Deze tezamen veroorzaken de bepaalde vormen, ook weer het verschil.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] De zevende verschijningsvorm of gestalte in de goddelijke kracht is de natuur of het uitvaren uit de andere zes Oergeesten. Want de wrange hoedanigheid trekt de Salniter van de zes andere geesten tot zich, zoals een magneet de Salniter van het ijzer tot zich trekt en wanneer dit is geschied, zo kunnen de zes andere geesten Gods hun werkingen uit­oefenen. Deze zevende geest heeft de kleur en is van de soort als alle geesten, want hij is als 't ware de belichaming van de andere geesten. Zo ook worden uit deze geest alle vormen en gestalten geformeerd. Ook de Engelen zijn daaruit geschapen. Deze geest wordt voortdurend door de zes anderen voortgebracht; hij bestaat eeuwigdurend en zal nooit te niet gaan. Daartegenover brengt hij ook weer de zes andere geesten voort, want deze zijn door de zevende oergeest als door een moeder omsloten en zij betrekken hun voedsel, hun kracht en hun sterkte steeds weer uit het lichaam hunner moeder. Want de zevende geest is het lichaam en de anderen zijn het leven en in het midden bevindt zich het hart des lichts, hetwelk zij allen tezamen als een levenslicht steeds weer voortbrengen; dat licht nu is de Zoon en de vruchtbare beweeglijkheid of doordringing, dat door alle geesten komt tot uiting in het hart bij het uit­breken van het Licht.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] Naar de beweging der zeven goddelijke geesten worden de schepselen en de gestalten der vergankelijkheid geformeerd. Of het wezen der zeven Oergeesten ook al in hen tot uitdrukking komt, dat neemt niet weg, dat hun bijzondere eigenschap slechts in de zevende oergeest zijn uitdruk­king vindt, welke de zes andere vormt en ook verandert. Daarom worden ook de gestalten en de vergankelijke vormen en creaturen veranderd, naar het voorbeeld van de zevende natuurgeest, waarin zij opgaan. De Engelen echter zijn niet alleen uit de zevende natuurgeest gevormd, zoals de vergankelijke schepselen, maar, daar de Godheid de schepping der Engelen bewerkstelligde, daar werd de godheid uit zijn verschillende bestanddelen tot één geheel samengevoegd, evenals dat met de Engelen het geval was.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Het lichaam van een Engel en het leven op de geboorte in dat lichaam ontstaat door de zes andere Oergeesten. De geest of het hart, waarin het licht opgaat en uit het licht de ziele-geest, die ook buiten of zonder het lichaam met de Godheid arbeidt, is het Hart Gods, waaruit de Heilige Geest ontspringt. En zoals in de zevende goddelijke natuurgeest, welke ontstaat uit de zes anderen, niet de ganse kennis en het volkomen inzicht der zes anderen ten volle geopenbaard wordt (want de 7e geest kan zijn oorsprong, de zes anderen niet peilen), zo kan een Engel óók niet de ganse goddelijke volkomenheid doorgronden. De geest, niet het lichaam kan het verstaan, dewijl deze arbeidt met het Hart en den Geest van God. De zevende oergeest is als het ware het huis of het eigendom der zes anderen. Zij bouwen dat huis naar hun welgevallen. Hij is als een lusthof, waarin de eigenaar van het huis naar zijn welgevallen allerlei vruchten, gewassen zaait en er vreugde aan heeft. Zo bouwen de zes geesten steeds deze lusthof en zij zaaien er hunne vruchten in en genieten van die vruchten tot versterking van hun lichaam en tot hun vreugde; dit is de tuin, waar de Engelen wonen en waarin zij wandelen. De wonderlijke verhoudingen evenwel, die aan de dag treden in de gewassen in deze tuin ontstaan door de werkingen en het liefdesspel der andere geesten. Wie de eerste van hen is in het spel der liefde, vormt de gewassen naar zijn inzicht en wijze, terwijl de anderen daarbij behulpzaam zijn. Nu eens is de een primair, dan weer een ander, soms de derde enz. Daarom ook bloeien er zo menigerlei gewassen, het­welk voor het verstand der Engelen totaal onbegrijpelijk is. De ziele­geest der Engelen echter begrijpt het volkomen. Dit is ook voor mij ten enen male verborgen, maar voor mijn ziele-geest niet. Zo lang deze met God verbonden is, begrijpt hij het. Wanneer hij echter in de zonden valt, zo wordt de deur voor hem gesloten. Dit doet de duivel, maar door grote geestesarbeid kan zij wederom geopend worden.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Ge moet niet denken, dat de duivel de godheid overwonnen had; neen, maar hij heeft de toorn Gods opgewekt, welke in eeuwigheid in het ver­borgene had gerust, en hij heeft uit de Salniter Gods een moordhol gemaakt, want, wanneer men het stro met het vuur in aanraking brengt, zo brandt het. Ook zo dringt het vuur van Gods toorn in de natuur niet door tot de binnenste hartekern, welke de Zone Gods is; nog minder reikt het tot aan de verborgen heiligheid des geestes, maar het dringt door in de zes Oergeesten ter plaatse, waar de zevende oergeest geboren wordt. Want op deze plaats is Heer Lucifer tot een schepsel geworden en zijne heerschappij ging niet verder; ware hij echter in de liefde ge­bleven, zo zou zijn ziele-geest gereikt hebben tot in het middelpunt van het Hart van God, want de liefde doordringt de gehele Godheid. Toen echter zijne liefde werd uitgedoofd, zo kon de ziele-geest niet meer reiken tot in Gods Hart en zijn voornemen werd verijdeld. Hij woedde en zwoegde in de natuur, welke is de zevende oergeest Gods. Dewijl echter de kracht van alle zeven geesten in de natuur tot uitdrukking kwam, zo werden zij ook alle zeven door de toorn aangedaan, maar slechts naar het uiterlijke. Want het hart kon de duivel niet aanraken; zo ook kon hij het innerlijkste wezen der Oergeesten niet aanraken. De heerlijkheid der zeven Oergeesten was bij het allereerste aanraken al te niet gedaan en aanstonds door de ziele-geest in bezit genomen. Op dit ogenblik heeft koning Lucifer de hel en het eeuwige verderf voor zich gereed gemaakt. Toen nu de natuur zodanig werd aangedaan en door het vuur werd aangestoken, zo veranderde het huis der vreugden in een huis der droefenis. Toen dit geschiedde, zo doofde ook het licht in de natuur uit en alles werd duister en droevig; het water werd zéér koud en dik en werd als in kluisters gevangen gehouden. Dat is de oorsprong van het element “water” op aarde. Want voor de wereld tot aanzijn was gekomen, was het water zéér dun, ijl, zoals de lucht. Toen werd daarin het “leven” geboren, hetwelk thans zo ten dode gedoemd en verdorven is. De volzalige liefde, die opging in het licht des levens, verkeerde in bitter en boos vergif, in een moordhol en een angel des doods.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Hoewel God een eeuwige, almachtige regeerder is, die niemand weerstaan kan, zo heeft de natuur toch een wondervoile heerschappij ontvangen, welke voor de tijden des toorns niet geweest is. Want de zes Oergeesten hebben de zevende natuurgeest in deze wereld vol liefde doen geboren worden, evenals het thans in de Hemel geschiedt en geen vonk van toorn was er aanwezig. Alles is zeer licht geweest en geen ander licht was er nodig, want de oerbron van het Goddelijk Hart heeft alles verlicht en was in alles en deze was onuitblusbaar en heeft zonder ophouden geschenen; de natuur was lieflijk en schoon. Zodra echter de strijd in de natuur met de trotse duivelen een aanvang nam, zo heeft in de zevende natuurgeest, in het gebied van Lucifer, welk gebied de plaats van deze wereld is, alleen een andere gestalte en een andere werking bekomen. De uiterlijke mens begrijpt deze dingen niet; slechts door het licht, dat in het hart gebroken wordt, is het te verstaan.
Hoofdstuk 17: Over de droevige en ellendige toestand der verdorven natuur en de oorsprong der vier elementen, in de plaats van de Heilige Godsregering. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Nu moet ge het volgende goed verstaan: Waar de geest der hitte in het zoete water, in de liefde de voornaamste, de eerste is geweest, daar heeft de geest der wrangheid de materie tezamen getrokken, tot één ge­voegd; zo is het alleredelste erts en gesteente ontstaan. Wat echter betreft de kostelijke gesteenten, als daar zijn, karbonkel, smaragd, onyx en dergelijke, die de alleredelste zijn, zij vinden hun oor­sprong daar, waar het licht in de liefde is opgegaan. Want dit licht wordt in de zachtmoedigheid geboren en het is het hart der Oergeesten; daarom zijn deze gesteenten ook zeer lieflijk om te aanschouwen. Iemand zou kunnen vragen: Waarom toch heeft deze mens in deze wereld het goud, het zilver en de edelgesteenten boven al het andere lief en waarom gebruikt hij deze tot verweer of bescherming van zijn lichaam? Het goud, het zilver en de edelgesteenten en alle lichte ertsen vinden hun oorsprong in het licht, hetwelk vóór de tijden des toorns, in de natuur, d.w.z. in de zevende natuurgeest geschenen heeft.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] De andere geboorte in de natuur wordt geopenbaard in de zeven geesten der natuur. Deze geboorte is meer begrijpelijk en duidelijker, maar toch ook slechts voor de kinderen van dit geheimenis; de landman verstaat het niet, al zou hij het ook zien, ruiken, proeven, horen en voelen. Hij ziet het aan en weet toch niet, hoe het innerlijke van deze dingen is. Hieronder wordt verstaan het verdorven verstand zonder de geest Gods en het geldt voor de dokter evenzeer als voor de landman; beiden zijn ten opzichte van de Godheid even blind en de landman heeft menigmaal, zo hij zich door God laat leiden, meer inzicht dan de dokter. Dit nu zijn de geesten, waarin alle dingen, in de Hemel en op deze aarde, vastgeklonken liggen en waaruit de derde geest geboren is, waarin de verderfelijkheid vastligt. Deze geest echter of deze geboorte heeft zeven aanzichten, als daar zijn: wrang, zoet, bitter, warm. De vijfde Geest is de Liefde, die ontstaat door het licht des levens, welke de zinnelijkheid, de lichamelijkheid en het verstand voortbrengt. De zevende geest is de klank; de toon, die het geluid en de vreugde voortbrengt en hij is de opborre­lende bron van alle geesten. In deze zesde geest openbaart zich de geest des levens, de wil of het verstand en de gedachten van alle schepselen, ook alle kunsten en veranderingen, vormen en beeltenissen. De zevende geest is de natuur, waarin het lichamelijke van alle zes andere geesten gestalte vindt, want de zes andere brengen de zevende voort. In deze geest openbaart zich het stoffelijke, het lichamelijke wezen van Engelen, duivelen en mensen. Te midden der zes andere geesten wordt het licht ook geboren, hetwelk het hart van God is.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13